3.4. Hoofdgedachte:
Geestelijk geboren worden leidt tot een beter zicht op God, op Jezus en op onze medemensen.
Gedachten:
- Beter zicht op God 3.4.1. - Beter zicht op Jezus 3.4.2. - Beter zicht op onze medemensen 3.4.3.
3.4.1. Beter zicht op God
- Allen, die Jezus hebben aangenomen, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen van God te worden, hun, die uit God geboren zijn (Joh. 1:12,13).
Het zal velen opgevallen zijn, dat ik bij het citeren twee zinsneden heb weggelaten: - (hun), die in zijn (Jezus') naam geloven - (hun), die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans (zijn geboren). De eerste zinsnede heb ik weggelaten, omdat ik die bij 3.4.2. behandel. De tweede zinsnede heb ik even weggelaten, om het volle licht op de hoofdbetekenis te laten vallen. Ik kom op deze zinsnede nog in dít punt terug, wel niet zo uitdrukkelijk, ach, het wordt vanzelf duidelijk.
Wat staat er nu eigenlijk: - Jezus heeft allen, die Hem aangenomen hebben, macht gegeven om kinderen van God te worden. - Jezus heeft allen, die uit God geboren zijn, macht gegeven om kinderen van God te worden. De eerste van deze twee uitspraken 'zet ik weer even in de wachtkamer'. Bij 3.4.2. roep ik hem er uit.
Ik bepaal mij dus híertoe: - Allen, die uit God geboren zijn, hebben de macht om kinderen van God te wórden.
Hoe moet u zich nu dit 'uit God geboren zijn' voorstellen?!: God heeft de wereld lief (Joh. 3:16). Hij probeert met zijn boodschap dienaangaande altijd alle mensen te bereiken. Er zijn veel tegenspoeden: bij sommige volken en in sommige landen verschrikkelijke, voor ons onvoorstélbare. Die tegenspoeden komen niet van God, maar van zijn vijand (Joh. 10:10). Híj (God) blijft aan bozen en goeden, aan rechtvaardigen en onrechtvaardigen -daarginds en hier- zijn signalen uitzenden: "Ik heb je lief. Mijn liefde zoekt jou (Matth. 18:12)." Ook overdráchtelijk gezien, gaat zijn zon altijd weer over iedereen op, verkwikt Hij een ieder altijd weer door zijn regen (Matth. 5:45).
U hebt Jezus leren kennen, u hebt Hem aanvaard als uw Bevrijder. U bent echter vérder gegaan: u hebt Hem aangenomen, u bent in zijn náám gaan geloven, u bent wedergeboren. En nu kunt u de code ontcijferen, die God naar u -als naar ieder ander- uitzendt. Hoe gaat dat nu in de praktijk? Uw omstandigheden zijn misschien nog even mistroostig. Maar opeens flitst het door u heen: elke dag nieuwe, fijne dingen van God. Hij wéét gewoon van geen ophouden, wanneer het er om gaat, om mij te verzorgen en te beschermen en te genezen (Klaagl. 3:22). Even staat u verbijsterd. Maar dan: die blijdschap!: ik heb de ontdekking gedaan! God wil contact en ik begrijp en aanvaard zijn bedoelingen!
U bent nóg verder aan het gaan. Goed zo: er komt tóch geen eind aan het wandelen van heerlijkheid tot heerlijkheid met de grote Gever (2 Cor. 3:18). Nooit behoeft u stil te staan met het idee: nu even níet zo snel, anders ben ik er zo gauw doorhéén. De Onmeetbare heeft altijd oneindig veel meer dan u zelfs maar beseft (Ef. 3:20).
U bent -direct aansluitend op uw ontdekking- begonnen met het versterken van Gods signalen. U stelt steeds meer kanalen van uw eigen zendapparatuur ter beschikking; straalverbindingen, die van uw geest naar uw ziel en zelfs naar uw lichaam leiden. Gods kracht wil zich immers niet tot uw diepste innerlijk bepalen. Zo als ú door wilt, zo wil die kracht dóór! Dit is zijn bedoeling: binnendringen in uw ziel, uw binnenste voorhof (1 Kon. 8:11), dadelijk in uw lichaam, uw buitenste voorhof (1 Thes.. 5:23).
Even terug nu: wedergeborenen kunnen kinderen van God worden. Zijn ze dat dan nog niet? Ja, in wórding. Eerst maar weer een voorbeeld: - een vrouw vertelt aan haar man, dat ze in verwachting is. Ze zijn blij, bidden samen: "Heer, wilt U aan dit pasgestarte mensenleven een voorspoedige ontwikkeling geven?" - Daar lígt de baby; een welgeschapen dochter: groter blijdschap nu. - Daar loopt de peuter; wat geeft nu weer grotere blijdschap? Dit: ze begint de denkwereld van de gezinsleden te begrijpen; ze heeft sommige familiegrapjes al door. - Een flink, lief schoolkind helpt haar moeder - Moeder winkelt samen met haar nu volwassen dochter. Ze kijkt van opzij naar de jonge, knappe vrouw, zo harmonisch, zo gelukkig; dankbare voldoening tintelt door haar heen.
U bent wedergeboren, een geestelijke vrucht kan zich nu ontwikkelen tot baby, peuter, schoolkind, volwassene. Als u zou ophouden met medewerken -ook dáártoe heeft u macht- zou God teleurgesteld zijn grote werk in u moeten staken (Ef. 4:30). Echter: u blíjft medewerken: God als Vader, blíjft dan ook doende om in uw geest -de moeder- het verwekte leven tot verdere ontplooiing te brengen. Ik zou die ontplooiing eigenlijk een 'voortgaande verwekking' willen noemen. Een áárdse verwekking is een éénmalige zaak, tot stand gebracht in één, bijna onmeetbaar klein moment. Een hemelse verwekking is een voortschrijdende werkzaamheid. Zij komt tot stand in een zeer lange periode. Allen, die in Jezus zijn gaan geloven, beréiken Gods bedoeling (Ef. 4:13), als er de bereidheid is om vol te houden (Matth. 10:22). Voor sommigen duurt die tijd wel héél lang (Op. 22:2). Maar ook zíj komen er. Er is overeenstemming tussen de wedergeboorte en de bekering: ook die bekering is een zich dagelijks verder ontplooiende bloem. We behandelden dat uitpúttend -en misschien ook wel úitputtend- in deel 2. Er is overeenstemming tussen de wedergeboorte en de doop in de Heilige Geest: latere bijbelstudies zijn bedoeld om aan te geven, welk een heerlijk -hoewel tijdrovend- proces dát is.
Bekering, wedergeboorte, doop met de Heilige Geest: zij vloeien in elkaar over; liggen in elkaars verlengde. U -foetus- kunt doorgroeien tot 'kind van God'. Geen kennis, sympathisant, partijganger, volgeling zelfs van God. Neen: kínd van Hem. Dat is zijn bedoeling met u: deelgerechtigde tot zijn vermogen (Gal. 4:7).
Is dat even een voortreffelijk plan. Vroeger werd u wel eens bang gemaakt. God werd als een soort boeman voorgesteld. Door uw wedergeboorte krijgt u beter zicht op Hem. U gaat Hem 'begrijpen', voor zover dat woord gebruikt kan worden voor Hem, Die troont in ongenaakbaar licht (Ps. 80:2), temidden van wolken en donkerheid (Ps. 97:2). En dat 'begrijpen', dat is een steeds meer speurbaar gevolg van het verwekkingsproces, dat nú in u is opgestart. Zó ziet het landschap achter de slagboom er uit. Mooi hè¨: u hebt er lang hunkerend naar gekeken. Maar nú begint u er in naar binnen te lopen.
14-06-2008, 16:35 geschreven door Gerritse
|