Het is de "Week van het Hart" met aandacht dit jaar voor de preventie, herkenning van symptomenen en eerste hulp bij 'beroertes'. Meer gegevens en info zijn te vinden op de website van de Belgische Cardiologische Liga. Dat wilde ik toch als eerste woorden zeggen in deze nieuwe week.
Verdorie! Mijn buis van Eustachius is verstopt! Mijn middenoor laat het eventjes afweten en daardoor ben ik vandaag doof voor de gebeurtenissen in de buitenwereld!. Grapje grapje, ik kon het niet laten de sint van de dag in een poets te betrekken. De heilige Eustachius van Rome (ca 118) heeft zijn naamdag vandaag en wordt aanroepen als hulp bij 'triestige familiegebeurtenisen', liefdesperikelen en bovenal ter bezwering bij een zwerm schadelijke insecten. De heilige heeft niks met die buis te maken. De naam komt doordat een Middeleeuwse aartslelijke arts, de Italiaan Bartholomeus Eustachius ( ca 1500-1574) hetzelfde deed als de Brusselaar Andries van Wesele oftewel Vesalius (1514-1564), dissectie van lijken. Men heeft de 'tuba auditiva' die hij vond, dan maar zijn naam gegeven. Mijn bovengenoemde buizen mankeren niets. Ik moest toch laten horen dat ik weet welke namen aan al mijn lichaamsdelen zijn gegeven. Ziezo, dat is ook weeral meegedeeld. Dus ik hoor alles wat reilt en zeilt in mijn huis, straat, dorp, land en wereld. En 'mijn wereld' staat niet 'op z'n kop' zoals het schilderij van Brueghel noemt en alwaar ik al aan spreuk 19 ben beland. Dat is een dubieus geval te noemen, want nergens ben ik de juiste bewoordingen tegen gekomen. "De bijl naar de steel werpen" of is het "de steel naar de bijl werpen" of "het bijltje erbij neergooien"? In ieder geval is de betekenis: de moed geheel opgeven. Dat doe ik nooit en hopelijk doet geen enkele van mijn lezers dat. Want ik schrijf omdat jullie, evenals ik, plezier zouden hebben en beleven aan de verzinsels en waarheden die mijn blog te bieden heeft. Daarom moet ik vandaag wel een man vernoemen die samen met zijn broer de kampioenen van de vertelsels en sprookjes zijn: Jacob Grimm (1785-1863) en zijn broer Wlhelm (1786-1859). Als juristen en taalkundigen schreven zij boeken over de rechtsgeschiedenis en de Duitse grammatica. Maar bovenal waren zij luisteraars van de volksverhalen en kinderlegendes die ze noteerden tussen 1812-1815 en publiceerden in hun boek: Kinder-und Hausmärchen (KHM). Zo staan er in het boek 200 sprookjes genummerd (KHM 1-200) en de kinderlegenden (201-210). Bijvoorbeeld KHM 1= De Kikkerkoning, KHM 11= Assepoester, KHM 15= Hans en Grietje, KHM 26= Roodkapje (oei oei oei, een wolf in het verhaal, zo zijn er veel alsook over de vos), en als laatste KHM 200= De Gouden Sleutel. Kinderlegende 201 = De Heilige Jozef in het bos. De hekkensluiter van sprookjes,verhalen en legendes is nr 210: De Hazelaar. Enkele sprookjes zijn om wat voor reden dan ook niet opgenomen in hun volgende publicaties zoals "Die drei Scwestern". Geen zorg, ze hebben genoeg lectuur nagelaten die we met plezier aan onze kinderen voorlezen. Tot morgen
|