Terwijl ik zit te wachten op mijn logés, kan ik best al een paar woorden schrijven. Ik kan niet anders zeggen dan dat het géén hoogzomer is. Een strakke noordoostenwind draagt niet bij tot een zomers gevoel. Mijn gasten zullen wat anders moeten doen dan 'strandspelen in bikini'. Als je 18°C zegt klinkt dat niet echt koud, maar de wind en de miezerregen doen me toch geen warm gevoel krijgen. Ik heb mijn fleeceke weer uit de kast gehaald, dat heb ik nodig om me te beschermen en me een knus gevoel te geven. Ook de kranten schrijven nu, bij gebrek aan ander nieuws, over de vroege herfst voor bomen en struiken. Het is blijkbaar niet alleen in mijn tuin dat de bladjes last hebben van droogtestress. Het is wel ideaal weer voor de duizenden stappers van de 'Vierdaagse van den IJzer'.
Het huisgezin van mijn jongste zoon, zal binnenkort wel door elkaar geschud worden. De oudste dochter verlaat het ouderlijke nest en spreidt haar vleugels naar een volwassen leven: op kot gaan om te studeren. Van een gemeente waar iedereen, iedereen kent, waar ook de kleuterklassen, lager en middelbaar onderwijs was, naar de grootstad Gent. Nu de jongste van dat gezin ook de lagere school vaarwel zegt, is er in hun huisgezin geen klein kind meer aanwezig. En zo gaat de tijd voor iedereen snel voorbij. Enfin, vandaag en morgen kunnen we weer eens bijpraten over alles en nog wat. Tot morgen
|