China kookt economisch, Vietnam poogt een
[rijst]graantje mee te pikken. In de regio Hanoi/Haiphong rijzen
industrieterrreinen en bedrijven als paddestoelen uit de grond. Binnen
twee jaar wanen wij ons in de streek van Kortrijk.Alles gaat
razendsnel. Maar alles is in onderaanneming. De Vietnamezen noemen dit
cooperatieven. Multi's investeren, de overheid bezorgt hen grond en
infrastructuur. Een onderneming naar Vietnamese wetgeving wordt
opgericht. Een joint-venture. Benieuwd of er ook joint- winsten komen.
Maar dit is nu niet het probleem. Nu moet er geinvesteerd en
gewerkt worden. Overal zie je gemeenschappelijke namen opduiken; Viet
Ford Cny, Viet alu , Viet Mitsi,Viet Fuji enz. Duidelijk is dat de
buitenlandse multis naast onderaanneming vooral belangstelling aan de
dag leggen voor de sleutelsectoren zoals grondstoffen, energie en de
banksector. Maar dat deden de socialisten toch ook toen ze de macht
over de economie wilden veroveren in de jaren 50 ? De arbeiders
mogen al blij zijn dat ze werk krijgen: 100 dollar per maand is goed
betaald voor acht uur werken per dag , zes dagen op een week ? Overuren
moeten op commando van de baas, maar worden iets beter betaald.
Vakantie kan je krijgen, maar wel onbetaald. Om betaald te worden in
Vietnam moet je werken,niet luieren. Ondertussen wordt hier Iso
2000,2001 en 9001 in de praktijk gebracht. Ik vroeg aan iemand wat dit
betekende. Niet alleen de maat wordt gemeten, ook de kwaliteit is van
tel. Alleen van de producten, niet van de arbeiders en hun
werkomstandigheden.