Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
19-07-2007
Lijstersmidse (Yradja)
Een lijstersmidse kan een steen zijn, of een afgezaagde voet van een boom die dienst doet als voedselbank voor de lijster. Voor iedereen die niet van slakken houdt in de tuin is de lijster en zijn lijstersmidse héél welkom. Op het zaagvlak van de boom kan je stukgeslagen en leeggemaakte slakkenhuisjes terugvinden. De zanglijster neemt zijn slachtoffer met de bek bij de rand van zijn huisje en slaat er ongenadig mee op het harde hout of steen. Eens het huisje gebarsten, werkt de zanglijster de inhoud gulzig naar binnen. Lijstersmidsen leren ons ook hoe de natuur zelf voor een evenwicht zorgt. Veel slakken zorgen voor veel voedsel voor o.a. de zanglijsters en hun jongen. Meer lijsters = minder huisjesslakken. Of : beide soorten houden elkaar een beetje in evenwicht.
Diep in de negentiende eeuw vonden in de Aostavallei de eerste Batailles de Reines plaats. Ze zijn intussen deel geworden van de volkscultuur van de streek. In deze uiterst zachtaardige koninginnenconfrontaties komen koebeesten uit de hele regio in het strijdperk. Ze komen vredig naar elkaar toe op het grasveld, krabben een poosje met de hoeven, loeien elkaar toe, kruisen de horens en beginnen mekaar te duwen. De winnares wordt omhangen met de bosquet, bestaande uit gevlochten dennentakken, linten en rode bloemen. De koninginnen zijn echte krachtpatsers : zo is er Zara - 510 kg ; Orsetta - 550 kg ; Maurienne - 795 kg.
Als een van de testikels van uw hond (ouder dan vier maanden) niet zichtbaar en niet voelbaar is dan heeft hij last van cryptorchisme, het niet indalen van een teelbal. Sterilisatie is dan onvermijdelijk om de nefaste gevolgen van de aandoening weg te werken.
De testikels van een pup, voor en na de geboorte
Bij mannelijke foetussen bevinden de testikels zich in het abdomen. Bij de geboorte van de pup dalen de testikels in de balzak, aan de buitenkant van het abdomen, en dat via het lieskanaal. Daar zitten ook de bloedvaten die de testikels bevoorraden. Normaal gezien zijn de twee testikels ingedaald op de leeftijd van ongeveer 10 dagen. Tot de leeftijd van tien weken zijn ze soms niet te voelen omdat ze heel klein zijn en ook omdat er vet in de balzak zit. Als alles goed gaat moeten de testikels voelbaar zijn bij pups van drie maanden oud. Maar in sommige gevallen blijven de testikels in het abdomen of in het kanaal waarlangs ze moeten indalen. Als ze op vier maanden niet volledig ingedaald zijn dan is de pup het slachtoffer van wat men cryptorchisme noemt. De aandoening kan bij beide testikels voorkomen, maar meestal tast de ziekte maar een enkele aan. De afwijking is erfelijk.
Cryptorchisme: de gevolgen
In tegenstelling met testikels die ingedaald zijn zoals het hoort, zijn testikels die in het abdomen blijven zitten niet in staat om spermatozoïden te produceren, ze maken alleen testosteron aan en dat soms in abnormaal grote hoeveelheden. Dat kan voor gedragsafwijkingen zorgen zoals agressief gedrag en een ongewoon hoog libido. Honden met bilateraal cryptorchisme zijn meestal steriel, wat niet het geval is bij hondjes met één normale teelbal . Die kunnen zich wel voortplanten, maar ze kunnen de aandoening ook doorgeven aan hun nageslacht. Testikels die zich in een abnormale positie bevinden kunnen ook tot tumoren leiden bij honden die ouder zijn dan achttien maanden. Tumoren ter hoogte van de testikels kunnen voor honden levensgevaarlijk zijn door het risico op metastasen van kwaadaardige kanker of door compressie van andere organen in het abdomen door het toenemend volume van de tumor.
Behandeling? Chirurgie
Om verwikkelingen te vermijden, moeten honden met niet ingedaalde testikels gesteriliseerd worden (de beide testikels laten verwijderen). Er zijn ook hormonale behandelingen om de testikels te doen indalen, maar die zijn vaak niet doeltreffend en ze worden beter niét voorgeschreven om te vermijden dat de honden de ziekte doorgeven.
En bij katten?
Bij katten zijn testikels die niet ingedaald zijn zelden een bron van tumoren. Ze veranderen in de meeste gevallen in inactief weefsel. Ook bij katten is de ziekte erfelijk en kunnen ze best gesteriliseerd worden.
O ver de oorsprong van dit gevlekte, veelal gehoornde wol vlees - schaap bestaat onzekerheid. Vast staat dat ruim 100 jaar voor onze jaartelling gevlekte schapen voorkwamen. Het Jacobschaap ontleent zijn naam aan het bijbelse verhaal over Jacob, die als loon voor zijn werken alle gevlekte schapen uit Labans kudde mocht afzonderen en behouden. Uit onderzoekingen is gebleken dat het Jacobschaap verwant is aan zeer oude schapenrassen. Vondsten en opgravingen brachten geraamten aan het licht, waarvan vooral de schedels veel gelijkenis vertonen met die van de thans voorkomende Jacobschapen. Ook tegenwoordig komen er in China, Afrika, Zuid ? Europa en IJsland nog schapen voor, die meerdere overeenkomsten vertonen met de zuiver gefokte schapen in Engeland en Nederland. Het ras bezit in zijn primitieve oorsprong natuurlijke weerstanden tegen ziekten en barre weersomstandigheden.
Het dreigde echter door gebrek aan belangstelling uit te sterven, totdat in 1969 in Engeland een groepje wetenschapsmensen en schapenfokkers besloot het ras te behouden door dieren in zuivere lijn te gaan fokken en het bestand uit te breiden. De "Jacob Sheep Society" zet dit werk voort. In Nederland volgt de vereniging Het Jacobschaap de richtlijnen van de Engelse Jacob Sheep Society. In 1979 werd het Jacobschaap officieel van de lijst van bedreigde diersoorten afgevoerd.
Algemeen
H et Jacobschaap is een sober dier, tevreden met matige grassoorten. Opvallend is zijn fiere houding en alerte oogopslag. De ooien zijn melkrijk en de lammeren worden meestal zonder hulp geboren. De vruchtbaarheid is redelijk hoog: 1,5 tot 1,8 lammeren per worp.
Hoofd
O nbewold met witte bles en zwarte wangen. Het is gewenst dat de wangen symmetrisch donker zijn in combinatie met een zwarte neus. Minder gewenst zijn een roze neus en een breed wit gezicht. De ogen moeten donker en levendig zijn. Een gespleten ooglid wordt als een ongewenste afwijking beschouwd. Er is een duidelijk verschil tussen het smallere hoofd van de ooien en het bredere, mannelijke hoofd van de rammen.
Horens
H et Jacobschaap komt gehoornd en ongehoornd voor; zowel rammen als ooien kunnen tweehoornig, vierhoornig en zeshoornig zijn. Bij gehoornde schapen moeten de hoorns symmetrisch geplaatst zijn. De horens moeten apart uit het hoofd komen en door een stukje huid duidelijk van elkaar gescheiden zijnNek
D e nek moet vloeiend van de kruin van het hoofd uitlopen in gesloten schouders. Losse schouders zijn ongewenst.
Romp
H et is gewenst dat het schaap een diepe, brede borstkas heeft, een brede rechte rug, recht van de schouder tot de staartinplant met goede, gewelfde ribben. Rammen en ooien behouden hun staart.
Beenwerk
O ngetwijfeld de belangrijkste eigenschap die een Jacobschaap moet bezitten, is de aanwezigheid van goed stevig beenwerk en hoeven, zonder misvormingen.
Om dit schaap zo'n twintig jaar comfortabel te kunnen dragen, worden vier voortreffelijke poten vereist, vierkant onder het lichaam, recht en evenwijdig geplaatst. Ze moeten van sterke brede botten zijn voorzien, vlak gevormd met stevige korte, doch niet te steile koten, om snel in actie te kunnen komen. De achterpoten moeten, van achteren gezien, recht onder het lichaam staan, niet naar binnen (koehakkig) of naar buiten gedraaid, met korte, stevige dijen.
Vacht
D e kleur van de vacht kan wit - bruin of wit - zwart zijn, waarbij de donkere wol duidelijk te onderscheiden vlekken in de witte wol tekent. De kleuren mogen niet vaag door elkaar lopen en er mag zich geen donkere huid onder de witte wol bevinden. De wol moet zacht aanvoelen, met weinig of geen haren erin Bij jonge dieren is de wol fijn tot zeer fijn, bij het ouder worden wordt de wol grover. De stapellengte varieert van 7,5 cm tot 18 cm. Het gemiddelde gewicht van een vacht van ooien is 2 - 3 kg, van rammen doorgaans 3 - 4 kg.
Ongewenste eigenschappen zijn
Een gespleten ooglid wordt als een ongewenste, erfelijke afwijking beschouwd.
Bij vierhoornige schapen mag het naar beneden gebogen paar hoorns de kaak niet raken, de naar boven gerichte hoorns mogen niet zodanig naar voren groeien, dat de dieren gehinderd worden bij het grazen.
Afwijkingen aan het gebit, snoeksbek of varkensbek.
Verdere genetische afwijkingen, geen teelballen, één bal hebben, enz.
D e dieren houden hun hoofd gracieus, de hals is van middelmatige lengte, zonder veel spieren en diep ingeplant, vandaar dat het dier speurt (bespiedt) en zijn hoofd hoog op kan heffen. Rug en schoft zijn scherp afgetekend en smal, de lenden zijn lang, het achterstel van het dier lijkt vaak overontwikkeld. De botten zijn fijn, maar zeer hard. Hun beweging is licht en harmonisch. De benen zijn lang en de hoogte van de ellebooggewrichten zijn groter dan de helft van de wreefhoogte. De staart is lang en reikt tot en onder de hak. De hoeven zijn sterk, van de zwarte rasvariant zijn ze zwart, die van de witte rasvariant zijn gelig als bijenwas tot donkerbruin.
Wol.
D e vacht bestaat uit onderwol en haar, de onderwol meet 16 tot 30 um (=micromillimeter) in doorsnee, de bovenvacht meet 40 tot 60 um. De lengte van de vacht na 1 jaar kan tot 30 à 35 cm bedragen, maar nooit korter dan 20 cm. De verhouding haar/wol is 66/33. Volwassen rammen en ooien leveren 4 à 5 kg resp. 2 à 3 kg gemengde wol, met een rendement van 60 à 70%.
Kleur.
E r is een witte rasvariant, licht bruin tot donkerbruin hoofd, hals en voorhand en een zwarte rasvariant, het gehele dier is zwart van hoeven tot horens. De lammeren van de witte rasvariant kunnen bij de geboorte hel geel tot donkerbruin gekleurd zijn. Het hoofd, de hals, poten en het voorste deel van de romp blijven licht tot donker bruin, alleen de vacht wordt tijdens de groei witter (helderder). De lammeren van de zwarte rasvariant hebben bij de geboorte een glanzend, zwart gekrulde vacht, deze glans gaat met de tijd verloren en door de zon treed er verkleuring op naar roodbruin, na jaren worden ze steeds grijzer.
Gewicht.
H et gemiddelde gewicht van de dieren in Hongarije is, die van een volwassen ooi in goede conditie 50 kg, die van een volwassen ram in volle ontwikkeling 70 kg.
Horens.
D eze zijn in V - vorm in de lengterichting op het hoofd geplaatst en moeten kurkentrekkerachtig zijn. Bij de ooien op volwassen leeftijd hebben zij een lengte van ongeveer 26 cm, bij de rammen ongeveer 51 cm. De afstand tussen de horenspitsen is bij de ooien ongeveer 41 cm, bij de rammen ongeveer 78 cm. Het aantal kurkentrekkerachtige windingen is bij de ooien minimaal 1,8 en bij de rammen 3.
Ongewenste eigenschappen zijn.
Vlekken op, of gevlekt hoofd of lichaam (bont).
Het niet krullen of golven van de vacht.
De vorm en of aanzet van de horens, sikkelvormig, lintwormvormig, wenteltrapvormig en het niet in V - vorm op het hoofd geplaatst zijn.
Afwijkingen aan het gebit, snoeksbek of varkensbek.
De vink (Fringilla coelebs ), ook wel boekvink , botvink of charlotte genoemd, is een zangvogel . In de lage landen is hij de bekendste en meest frequent voorkomende vinkachtige . Zijn zang, waarvan de laatste tonen de "vinkenslag" wordt genoemd, kent vele dialecten.
Veldkenmerken
Lengte ca. 15 cm. Poten bruin.
Volwassen exemplaar♂ (man) onderzijde wijnrood, buik wat lichter. Kruin en nek leiblauw, voorhoofd zwart. Rug donkerroodbruin. Vleugel met twee witte banden. Groenachtige stuit. Staart met witte rand.
In de trektijd kleine of grote groepen van soortgenoten, soms bestaande uit één sekse. Zeer vaak met verwante kepen . Ook met andere zaadeters als groenling en geelgors , verder met piepers en leeuweriken .
In de winter kunnen vinken zich op de voedertafel agressief gedragen t.o.v. andere bezoekers.
Vlucht
Wit schild en witte band op vleugel. Veel wit in staart. Golvende vlucht.
Lokroep
Een herhaald en helder pink , ook wiet en tsjwit . In vlucht en tijdens de trek een zacht tjuub-tjuub .
Zang
Heftig, melodieus "tsitsitsitsitsitsitsi-tjoe-ie-ò". De zang is te horen van februari tot in september. Het liedje duurt maximaal 5 seconden en wordt makkelijk 10 keer per minuut herhaald.
Vinkenzang wordt aangeleerd door vader of andere leermeester(s) . Een vink zingt meestal 2-3 verschillende liedjes in meerdere versies. Sommige botvinken leren de zang van andere vinkachtigen zoals de kanarie .
Middelhoge bomen in loof-, gemengde en naaldbossen, parklandschap, parken, tuinen, lanen; in halfopen cultuurlandschap en in steden. In streken met weinig oude bomen treffen we ook weinig vinken. In Nederland zijn dit de kleigebieden van Groningen, Friesland, Noord-Holland en de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden.
Voedsel
Allerlei zaden, vooral oliehoudende; kiemend zaad, vruchten en bessen, knoppen, insecten. Jongen worden met insecten grootgebracht. In gevangenschap is dit vooral de buffaloworm .
Broedgegevens
De vink broedt van half april tot juli . Nesten van deze "randbroeder" vindt men op verschillende hoogtes aan de rand van een bos , open plek of weg. De broedduur bedraagt 12 - 15 dagen. Hoofdzakelijk broedt het ♀, dat soms door het ♂ gevoerd wordt, vanaf het laatste ei . Beide vogels verzorgen de jongen, die het nest na 13 14 dagen verlaten, waarna ze nog enige tijd gevoerd worden. Meestal één broedsel per jaar. Bigamie. Legsel: gewoonlijk 4 5 eieren, soms 6 of 7. Lichtblauwgroen tot roodbruin met donkerbruine vlekjes en streepjes, grijze ondervlekken. Gemiddeld 19 x 15 mm.
Zeer talrijke broedvogel in Nederland en België (60.000 90.000 broedparen volgens een schatting in 1979). Broedvogels hier zijn grotendeels standvogels.
Trek
De vink is een van de talrijkste trekvogels. Trekrichting is west tot zuidwest richting Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten , met stuwing aan de kust. Om in Engeland , of Ierland te overwinteren steken ze de Noordzee rechtstreeks over of bij Cap Gris Nez .
Najaarstrek is van september tot december . Voorjaarstrek begint in februari en gaat door tot mei . Veel hangt af van de breedtegraad en het weer.
De vink is een dagtrekker, en vliegt vooral in de vroege ochtenduren. Sommige vinken zijn standvogels. Hun slag is anders dan bij trekkende soortgenoten en wordt "bogaardzang" of "Vlaamse zang" genoemd.
Vinkensport
De vinkenhouders/kwekers houden botvinken als volièrevogel. Ze noemen zich vinkeniers (naar analogie met valkeniers ) en hun hobby vinkenieren . Sommigen bezitten enkel vogels als zangvogel, anderen kweken ze ook effectief. Een beperkte groep neemt ook deel aan zangwedstrijden (vinkenzettingen)
Hoewel jacht en visvangst een adellijk voorrecht waren, werd in tijden van hongersnood elke vogel - zo ook de vederlichte botvink - gestroopt om te eten. Dit gebeurde het hele jaar en met alle mogelijke middelen (o.a. stroppen).
In 1595 wordt voor het eerst een zangwedstrijd voor botvinken beschreven. De vogels werden gevangen en als zangvogel gehouden door welgestelde burgers of toch hun personeel. Ze werden uitsluitend gevangen tijdens de trek. Een hele reeks technieken was gangbaar van mistnetten en slagnetten over inloopkooien tot lijmstokken.
In 1972 werd de vinkenvangst volledig afgeschaft. Dit zou gepaard gaan met een grote vangersbetoging te Brussel . 3 Jaar lang zouden er geen vinken meer worden gevangen. Maar omdat de kweek in gevangenschap onmogelijk aan de vraag kon voldoen, werd een overgangsregeling uitgewerkt.
In 1975 ontstond opnieuw een beperkte bevoorrading door erkende bevoorraders. De vogels kregen een bevoorradingsring en zoals afgesproken zou men het aantal beschikbare ringen elk jaar verminderen. Alleen een inloopkooitje voor maximaal 1 vogel werd als vangstmethode weerhouden.
Sinds 2003 worden er geen vinken meer bevoorraad. Een nieuwe liefhebber die botvinken wil bezitten, zal er een moeten kweken, kopen, krijgen of ruilen.
Vinken worden enkel nog gevangen om ze te ringen voor wetenschappelijk onderzoek naar verspreiding en trek. Daarna worden ze weer vrijgelaten.
Kweek
De kweek van botvinken is geen sinecure. Vooreerst moeten er succesvolle kweekkoppels worden samengesteld. Zonder eivoer, kalk, vitaminen en mineralen, gaan de wijfjes niet zomaar leggen. Zonder het juiste nestmateriaal, krijg je geen warme nestjes. De jongen eten zowat uitsluitend levende insecten. Daarnaast zijn ze niet speciaal lief voor elkaar en komt partnergeweld veelvuldig voor. Er moet dus geïnvesteerd in grote kweekvolières met meerdere compartimenten waar de nesten niet worden verstoord. Die installaties hebben een dubbele draadwand zodat roofvogels geen kans krijgen, een bodem die voorziet dat de eigen poep niet wordt opgegeten en zijn overdekt zodat er geen vreemde poep binnenkomt.
Vinkenzetten
Vooral in West-Vlaanderen, maar ook in de rest van België en delen van Nederland, Duitsland en Frankrijk worden zangwedstrijden met botvinken gehouden.
Hiertoe worden bepaalde driftige mannetjes opgekooid tussen april en augustus/september. Dit kan beslist niet elk jaar met dezelfde vogel of met alle mannetjes tegelijk, gezien het kweekseizoen tot juli/augustus loopt en de rui bij sommige vogels intreedt voor het einde van het speelseizoen.
Bij een vinkenzetting worden opgekooide vogels op een rij gezet en wordt het aantal gezongen liedjes gedurende een uur opgetekend. Hiermee showen de vinkeniers de vorm en drift van hun vogel.
De winnaar van een vinkenzetting, gaat steevast naar huis met een symbolische prijs (een krentenbrood, mandje bloemen, een beker).
Blinde vinken
De eerste vinkenzettingen in de 17e eeuw , vonden slechts eenmaal per jaar plaats. En hoewel weinig details werden opgetekend, wordt algemeen aangenomen dat het hier nog niet om verblinde vinken ging.
In de 18e en 19e eeuw echter waren zangwedstrijden voor "blinde vinken" de norm. Hierbij werden de oogleden aan elkaar geschroeid, een ingreep die overigens omkeerbaar was. Het idee dat een blinde zanger mooier zong, kwam waarschijnlijk voort uit de Halewijn legende.
Rond de eeuwwisseling groeide onder andere met de oprichting van de eerste natuurverenigingen door Jacobus Pieter Thijsse het besef dat dit barbaars was en de eerste vinkeniers keerden hun hobby de rug toe.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog stond het vinkenieren op het punt te verdwijnen en vanaf 1915 werd onder meer onder invloed van de oorlogsblinden voor het eerst gespeeld met ziende vinken in verblinde kooien. In 1921 zou uiteindelijk ook de wetgever het verblinden van vinken verbieden zodat het grootste deel van de 20e eeuw geen andere blinde vinken kende, dan de gehaktrol bij de slager.
Uitgegeven: 12 juli 2007 17:22 Laatst gewijzigd: 12 juli 2007 18:08
AMSTERDAM - De provincie Zuid-Holland heeft vandaag op vier plaatsen een zwemverbod ingesteld, omdatt daar grote concentraties giftige blauwalgen zijn. Het gaat om zwemlocaties in de gemeenten Zoetermeer, Voorschoten en Leidschendam-Voorburg.
Blauwalgen kunnen huidirritatie, maag- en darmklachten, hoofdpijn en koorts veroorzaken. De algen zitten momenteel in speelvijver Vlietlanden en het gelijknamige badstrand, beiden bij Leidschendam-Voorburg. ");
Surfstrand
Verder mag niet gezwommen worden bij surfstrand Vlietlanden bij Voorschoten en in speelvijver Noord-Aa bij Zoetermeer.
Eerder zijn vanwege blauwalg al zwemverboden afgekondigd voor de Sloterplas in Amsterdam en Zwemstrand Almere-Haven.
De castratie van honden zou wel eens tot de verleden tijd kunnen behoren. De contraceptiechip, die binnenkort in Engeland op de markt komt, maakt de voor de hond pijnlijke procedure overbodig. De chip blokkeert het mannelijke hormoon testosteron waardoor de hond geen sperma meer aanmaakt.
De chip is 12 mm bij 2 mm groot en wordt tussen de schouderbladen van de reu aangebracht. Na een half jaar kan de dierenarts een nieuwe chip bij de hond plaatsen, meldt de Daily Mail. Het anticonceptiemiddel is ontwikkeld door het Australische bedrijf Peptech, dat het middel met succes op 500 honden testte.
Het reukorgaan van de hond is vele malen beter dan dat van de mens. En deze eigenschap maakt het dier dan ook uitermate geschikt voor het opsporen van diverse zaken, van drugs bij grenscontroles tot aan lichamen onder ingestorte gebouwen. Nu blijkt er echter nog een toepassing van de neus van de hond te zijn.......
Met de steeds grotere kennis van diverse ziekteprocessen en de toenemende hoeveelheid aan (geslaagde) therapiën wordt het steeds belangrijker om zo snel mogelijk kanker bij mensen te detecteren zodat er zo snel mogelijk met de behandeling kan worden begonnen, immers hoe sneller je er bij bent hoe groter dan kans op (algehele) genezing.
In een experiment bleken getrainde honden aan de hand van de adem van patiënten te kunnen aangeven of ze wel of geen borst- of longkanker hadden
Onlangs werd ons gevraagd of in de zomer de vogels nog gevoerd mogen worden.
Het is beter van niet.
Het is natuurlijk heel leuk om de vogels druk bezig te zien, met het pikken van zaadjes en nootjes aan de mezenbollen, die wij in ons boompje langs het terras hebben hangen.
Toch doen wij dit alleen in de winter, omdat er dan minder voedsel te vinden is, maar vanaf dat de lente begint stoppen wij er mee, er is dan weer voldoende voedsel te vinden voor de vogels.
In de zomer leven de vogels van de insecten en bessen die in de tuin aanwezig zijn.
Vogels leven in de natuur en als het hen te makkelijk wordt gemaakt, doordat je ze in de zomer gaat voeren, dan worden ze te afhankelijk van de mensen.
In de winter kun je de vogels lokken door mezenbollen, pindazakjes of andere nootjes te hangen, of op een voederpaal wat zonnepitjes en broodkruimels strooien.
Zo zal je de vogels in de tuin houden, ook in de zomer en zullen zij hun dank tonen met hun wondermooi gezang.
Natuurlijk is er ook wel enig groen vereist in de tuin, zoals bomen, struiken en hagen, waar eventueel ook besjes aan komen.
Als de vogels voldoende groen om hun heen hebben en ook enkele dennen of coniferen die in de winter groen blijven, dan kunnen ze in de winter schuilen en ook een plekje vinden om een nestje te bouwen in het voorjaar.
Op de vraag of je in de zomer broodkruimels mag strooien, je kunt dat doen, zolang het niet teveel is, maar meestal komen daar alleen de mussen op af.
Een vogelbadje is ook leuk in de tuin, zo kun je de vogels van op een afstand opserveren, terwijl ze drinken en badderen.
Je kunt dan voor een bestaand vogelbadje kiezen eventueel op een paal, zodat ze niet te rap worden gesnapt door andere loslopende dieren in de tuin.
Maar je kunt ook zelf een vogelbadje in elkaar knutselen, in het zand, met een laagje beton en rond om stenen met daar omheen groen, zoals een lelie, varens en hosta.
Een vogel moet zich achter iets kunnen verschuilen, om eerst te zien of de kust veilig is, voordat hij een duik in het poeltje gaat nemen en heerlijk gaat badderen en drinken.
Op deze manier hebben de vogels in uw tuin een paradijsje en laten ze dat horen met hun prachtig gefluit, waar wij dan weer heerlijk van genieten.
Hernia: een bedreiging voor de gezondheid van uw hond
Ook honden kunnen last hebben van een hernia; katten ook van een navelhernia
Hernia: een bedreiging voor de gezondheid van uw hond
Of de aandoening aangeboren is of niet, een hernia is een bedreiging voor de gezondheid van uw viervoeter. De ernst en de behandeling van de hernia wordt onder meer bepaald door de plek waar die zich voordoet. Navelhernia Als uw hond een verdikking heeft ter hoogte van zijn navelbuik, dan heeft hij mogelijk last van navelhernia die meestal veroorzaakt wordt door een slechte sluiting van de spierwand op de plek waar de navelstreng doorheenging wanneer de hond nog in de buik van zijn moeder zit. Het gat in de spier kan buikvet doorlaten en soms ook darmen. Dat kan gevaarlijk zijn wanneer de darmen gekneld worden door de hernia. Als de opening niet groot is en alleen vet doorlaat, dan zal uw dierenarts u aanraden om geduldig te zijn tot wanneer de hond gesteriliseerd wordt. Tijdens die ingreep onder verdoving kan ook de opening hersteld worden. Navelhernia kan erfelijk zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval bij Airedales, de Weimarse staande hond en pekineesjes.
Perineaal hernia De wanden van het rectum worden onder meer door bepaalde omliggende spieren op hun plaats gehouden. Wanneer de spieren niet meer werken zoals het hoort, komt het rectum scheef te zitten en kan het uitzetten en dat schade toebrengen aan buikvet, prostaat of blaas. Mannelijke honden die niet gesteriliseerd en 5 à 7 jaar oud zijn hebben een verhoogd risico op deze kwaal die gepaard gaat met een niet pijnlijke zwelling naast de anus, bij het perineum. Ook constipatie of fecale incontinentie kunnen optreden. De aandoening is gevaarlijk wanneer ook de blaas het slachtoffer wordt van de hernia. De hond kan dan niet meer plassen en alleen een chirurgische ingreep biedt verlichting.
Lieshernia of liesbreuk Een zachte en niet pijnlijke bult ter hoogte van de verbinding tussen de binnenkant van de dij en het abdomen kan gepaard gaan met organen die ingeklemd geraken via de liesringen, lichaamsopeningen die er ondermeer voor zorgen dat de testikels kunnen indalen en langs waarzowel bij vrouwtjes als bij mannetjes verschillende bloedvaten en ligamenten beschermd worden. Deze kwaal komt vaker boor bij volwassen, niet-gesteriliseerde vrouwtjes. Ze is minder frequent bij mannetjes bij wie de ziekte vaak aangeboren is, meer bepaald bij jonge Westies of pekineesjes jonger dan die maanden bij wie de testikels sowieso later indalen. Als de organen bij de hernia betrokken zijn, is een chirurgische ingreep noodzakelijk.
Middenrif hernia Deze aandoening is zelden aangeboren en meestal het gevolg van een trauma, een opening in het middenrif (het orgaan dat een belangrijke rol speelt bij de ademhaling en dat de thorax van het abdomen scheidt). Zo ontstaat het risico dat de darmen en soms ook de lever in de thorax belanden. Daardoor hebben de longen minder plaats en heeft de hond moeite met de ademhaling. De aandoening vereist een chirurgische ingreep. Wordt de hernia niet behandeld dan kan de ziekte dodelijk zijn.
De kippen test De Amerikaanse Rijks Luchtvaartsdienst heeft een apparaat ontwikkeld om de sterkte van cockpitramen te testen. De gebruiksaanwijzing: Stop een dode kip in het apparaat. Richt op een cockpitraam en vuur de kip af, ongeveer met de snelheid die een vliegtuig normaal gesproken vliegt. Als het raam tijdens de test niet breekt, zal het waarschijnlijk ook heel blijven bij een echte botsing tussen vogel en vliegtuig, is de redenatie.
De Britse Spoorwegen zagen wel wat in de machine om de ramen van hun nieuwe hoge snelheidstrein te testen. Ze leenden het apparaat van de Amerikanen, laadden een kip, stelden de machine in op de maximum snelheid die de locomotief kon bereiken en vuurden.
De kip ging dwars door het raam, vernielde de stoel van de machinist en liet een grote deuk achter in de achterwand van de cabine. De Engelsen waren "quite surprised" met het resultaat, dus ze vroegen de Amerikanen om de test te onderzoeken om te zien of ze alles wel correct hadden uitgevoerd.
De Amerikanen keken alles na en stelden de Britten voor om in het vervolg geen diepvrieskippen te gebruiken.
Waar of niet waar? Er zit een kern van waarheid in dit verhaal. Dode kippen worden in de luchtvaart inderdaad gebruikt om ramen en dergelijke te testen. Er is echter geen bewijs dat het incident bij British Rail werkelijk heeft plaatsgevonden.
SAMEN OP REIS Op reis vertrekken zonder je viervoetertje, die je zielsongelukkig nakijkt vanuit zijn hok in het dierenpension? Je kan hem evengoed meenemen. Want scheiden doet altijd een beetje lijden, langs beide zijden ! Steeds meer organisaties bieden hondvriendelijke formules aan in binnen- en buitenland, ook voor grotere kwispelaars! Bepaalde regels moeten in acht genomen worden, maar met een klein beetje voorbereiding wordt het beslist een fijne vakantie ! WELLES-NIETES Niet alle honden zijn geschikt om mee te nemen op reis. Temperament, ziekte of andere fysische beperkingen kunnen een struikelblok vormen. Bovendien zijn niet alle bestemmingen even interessant voor een hond. Té heet? Dan bieden voor- of naseizoen een oplossing. Als je veel zal bezoeken, dan laat je de hond beter thuis. Een hond wacht immers niet graag in een vreemde omgeving. Eens een middagje weg na een flinke wandeling vormt geen probleem. Viervoetertje zal dan een heerlijk dutje overwegen na zijn inspanning. Als het een actieve vakantie wordt, zorg er dan voor dat ook de hond in goede conditie is. Want als de hond niet gewend is aanzienlijke fysische inspanningen te leveren, dan dreigt hij net als een mens last te krijgen van blessures en spierpijn. Afhankelijk van de bestemming zal de dierenarts preventieve maatregelen adviseren tegen teken, muggen en zandvliegjes, die in warmere oorden infectieziekten kunnen overbrengen. Kijk alleszins ook op voorhand de voorwaarden van je reisverzekering na. Meestal zijn eventuele ziektekosten van je hond in het buitenland niet gedekt. Informeer ook wat de verzekeringsmaatschappij voorziet in het geval van een ongeluk met je hond. Altijd handig als je hond toevallig iets beschadigt, zn tanden zet in iemands zorgvuldig gekweekte sierkippen, of andere vervelende omstandigheden. GRENZELOOS Wie met zn hond naar het buitenland wil, moet weliswaar rekening houden met enkele praktische zaken. Zo dient Bobby sinds 2004 over zn eigen Europese paspoort te beschikken en moet hij gechipt of getatoeëerd zijn. Deze Europese regelgeving geldt binnen gans de Europese Unie. Voor landen als Zweden, Ierland en het Verenigd Koninkrijk gelden tot 2008 specifieke, strengere regels. Reis je naar een land dat geen lid is van de unie, dan is een speciaal certificaat vereist dat eveneens door de DA wordt afgeleverd. Vergeet hem vooral ook niet de vereisten per land te vragen. Sommige landen, waaronder Duitsland, Italië en Spanje, hanteren immers speciale regels voor het vervoer van honden in autos. Dat gaat van het vastleggen aan een veiligheidsriem tot een veiligheidsnet en zelfs een muilkorf. AUTO, SPOOR, AUTOCAR EN VLIEGTUIG Wie naar de zon trekt, weet dat de hond het warm zal krijgen. Het dier kan zn warmte enkel kwijt door te hijgen en ontlaadt ook een beetje warmte via de voetzolen, maar dat volstaat niet. Beschikt je auto over airco, maak daar dan zeker gebruik van. Is dat niet het geval, dan kan een vriesbot of een body cooler uitkomst brengen. Een vriesbot is een speciaal bot dat vooraleer te vertrekken gevuld wordt met water of bouillon, en in de diepvries wordt gelegd. Door te likken aan de minigaatjes in dit hondenijsje krijgt de hond tijdens de rit vocht binnen. Een body cooler is een mat die voor het vertrek wordt natgemaakt met koud water. Zelfs als hij is opgedroogd, houdt de mat de koelte nog 2 dagen vast. Laat je hond niet uit het raam hangen en wind happen. Ooginfecties en oorontstekingen worden zo snel opgelopen en kunnen een vakantie verknallen. Stop iedere 2 à 3 uur. Houd je hond aan de riem op stopplaatsen langs de weg. Zo vermijd je dat hij ervandoor gaat, bedorven etensresten of rattenverdelgingsmiddelen (Frankrijk, Italië, Oostenrijk!) eet. Laat je hond nooit achter in de auto. De NMBS staat toe dat huisdieren meereizen per spoor. Dat kan zelfs gratis, als het huisdier in een mand of kooi past. De maximum toegelaten afmetingen zijn 55 cm lang, 30 cm hoog en 30 cm breed. Past je hond daar niet in, dan moet hij meereizen aan de leiband én dan moet het baasje hem een treinticket kopen. Zowel in eerste als tweede klas wordt per traject een korting toegekend. Meer zelfs, als je hond regelmatig per spoor reist, dan kan je hem een tienrittenkaart aanschaffen. De hond mag alleszins geen zitplaats van een reiziger innemen Reizen per autocar is een ander paar mouwen. Niet alle maatschappijen hebben eenzelfde huisdierenbeleid. Sommigen laten bij beperkte reistrajecten kleinere honden toe, maar bij rondreizen en langere trips vang je doorgaans bot. Om te reizen per vliegtuig moet je wel met enkele dingen rekening houden. Zo moet de hond fit genoeg zijn voor een vliegreis. Stompneuzige honden vliegen beter niet. Op grote hoogte kunnen zij last krijgen van ademhalingsmoeilijkheden door de ijle lucht. Er wordt ook geopteerd voor korte en directe vluchten. Vroege of laten vlucht is het handigst, want dat is er minder drukte. En tot slot : Even snuisteren op volgende websites, altijd handig voor een paar tips : www.hotdogholidays.com www.mobielehonden.be www.dogsincluded.be www.hondenvakantie.nl www.bongo.be
Let op, dit is een broodje-aap (een voor waar verteld - twijfelachtig - verhaal) met een belangrijk besluit op het einde :
De opvliegende kat Een bejaarde vrouw is van plan met het vliegtuig op vakantie te gaan. Ze wil haar Siamese kat ook meenemen. Wanneer ze een paar dagen voor vertrek bij haar huisarts is, vraagt ze de dokter of hij misschien een middeltje weet om haar kat rustig te houden tijdens de reis.
De huisarts, niet echt thuis in de diergeneeskunde, denkt even na en zegt dan dat het geen kwaad kan om het dier ongeveer een uur voor vertrek een half aspirientje te geven. "Dat werkt bij mensen ook prima om wat rustiger te worden."
Na een paar dagen komt de dokter toevallig een dierenarts tegen. De huisarts grapt dat hij tegenwoordig ook geneesmiddelen voorschrijft voor dieren en vertelt over het voorval.
De dierenarts reageert onthutst. "Dat meen je toch niet echt he? Aspirine heeft op katten een tegenovergesteld effect. In plaats van rustig worden, zal hij de tent afbreken."
Na een paar weken komt de bejaarde vrouw weer op het spreekuur bij de huisarts. Nog voor de huisarts zijn verontschuldigingen kan aanbieden, zegt de bejaarde dame:
"Dokter, ik heb uw advies opgevolgd en ik ben zo blij dat ik mijn kat een pilletje heb gegeven. Hij was nu al amper te houden. Ik moet er niet aan denken hoe hij zich gedragen zou hebben als hij geen rustgevend pilletje had gekregen."
Waar of niet waar? Van broodje aap-verhalen wordt vaak gezegd dat ze een morele waarschuwing in zich meedragen. Hoewel bovenstaand verhaal hoogstwaarschijnlijk niet waar is, zit er een belangrijke boodschap in die wel op feiten berust: lang niet alle medicijnen die goed zijn voor mensen, zijn ook goed voor dieren.