Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
17-11-2007
Een leuke anekdote (Catwoman)
Vergis je nooit in de Garfields van deze wereld. Je zou toch zeggen dat een dikke rode kater van 12 kilo niet veel klaarspeelt tegen een wilde zwarte beer. Wel dus.
Ziehier Jack, een rode dikzak uit West Milford, New Jersey. Hij beschermt de tuin van zijn baasjes tegen opdringerig beervolk. Zodra deze zwarte indringer het terrein van Jack betrad, ging Jack op furieuze wijze achter hem aan en joeg de beer hoog in een boom. Toen de beer na een kwartier weer naar beneden kwam, joeg Jack hem binnen drie minuten nóg een keer de boom in!
Jacks baasjes keken vanachter het raam in de huiskamer verbijsterd toe, maakten deze foto en riepen hun rode held toen terug naar binnen, uit bezorgdheid voor zijn veiligheid.
De een zegt tegen de ander, go die raken ook snel hun winter vacht kwijt.
******
Een pastoor in Spanje vindt een dode ezel voor zijn deur. Hij belt de burgemeester op en verzoekt het dier weg te halen. Niks mee te maken antwoordt de burgemeester. Per slot van rekening is het uw taak de doden te begraven rept hij nog. Daarom bel ik je nu net zegt de geestelijke : De wet schrijft namelijk voor dat eerst de familie moet worden geraadpleegd !
******
Jantje komt van school en huilt van het lachen. Zijn vader vraagt:"Van waar die pret?" Jantje:"Ik moest vijfhonderd keer 'IK BEN EEN EZEL' schrijven." Zijn vader:"Wat is daar zo grappig aan?!" Jantje:"Jij moet het ondertekenen!"
******
De juf In de les gaat het over dieren en de juf wil wel eens weten of de kinderen ook wel een dier hadden willen zijn. Aan Frank vraagt ze Frank als jij mocht kiezen of je een zebra, een paard of een ezel zou mogen zijn wat zou je dan kiezen. Frank zegt : een ezel De juf zegt, maar Frank een zebra of een paard is toch een veel edeler dier waarom dan een ezel? Nou juf, ik heb gehoord dat iedere ezel schoolmeester zou kunnen worden en dat wil ik wel.
Een vader loopt met zijn zoontje door de dierentuin, en het jongetje blijft gefascineerd staan kijken naar de ezels. Plots vraagt hij:" Papa, trouwen ezels ook?" Waarop de vader zegt:" Alleen ezels, jongen..."
Wat zie je in het bovenstaande plaatje? Een tekenaar die een tekening maakt of iemand die op een ezel rijd? Of zijn het zelfs vier figuren...?
Gaat een Belg naar een paardeverhuur en vraagt: "Kan ik een paard huren?" Zegt de paardenverhuurder: "Hoe lang wilt u hem hebben?" Zegt de Belg: "de langste die u heeft want we zijn met z'n achten."
In expiriment in dierentuin Blijdorp wil de dierentuinbeheerder een paard met een zebra laten kruisen.Na veel lawaai en gerommel lukte het toch niet. De man vroeg aan het paard: wat zit je nou te donderjagen, wat is er mis? Het paard antwoordde: "zij wil haar pyama niet uittrekken!"
Er komt een cowboy bij een ranch die een paard wil huren. Dat kan en de eigenaar zegt tegen de cowboy: "Als je 'poeh' zegt stopt ie en als je 'poehpoeh' zegt gaat ie lopen." De cowboy stijgt op en rijdt weg. Hij zegt "poeh" en het paard staat stil. Hij zegt "poehpoeh" en het paard gaat weer lopen. Dan komen ze opeens bij een ravijn. De cowboy herinnert zich net op tijd hoe hij het paard moest stoppen en roept "poeh!!!". Het paard staat net voor de rand stil. Zegt de cowboy: "Poeh poeh, dat scheelde niks!!!"
Simone vraagt aan haar moeder of ze een pony mag. Haar moeder zegt: "Nee". "Alsjeblieft alsjeblieft...!!!", blijft Simone zeuren. Uiteindelijk zegt moeder: "Ok dan, dan gaan we morgen naar de kapper.
Man: "Dat paard dat ik vorige week huurde ..." Manegehouder: "Ja......?" Man: "Dat paard geeft mijn schoonmoeder gebeten!" Manegehouder: "O, wat spijt me dat, Hoe kan ik dit ooit nog goed maken?" Man: "Goed maken?! Ik wil dat paard nóg een keer huren!"
"Een cowboy stopt bij een café en bestelt voor zijn paard een grote emmer bier. Als het paard de emmer heeft leeg gedronken, brengt de cowboy de emmer weer terug. "Wilt u zelf niets drinken?" vraagt de man achter de bar. "Nee" is het antwoord. "Ik moet nog rijden."
weten jullie nog enkele weken geleden die berichten over die hond in Beersel die hondsdolheid had? Vandaag werd daarover in de commissie volksgezondheid een vraag gesteld aan de minister, en ik geef jullie dan ook heel graag - een beetje samengevat en heet van de naald - zijn antwoord met al de informatie in.
"Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de gevallen van inlandse hondsdolheid, waarmee België voor het laatst af te rekenen kreeg in 1999, en de gevallen van ingevoerde hondsdolheid. In het eerste geval bestaat er een actieve en duurzame circulatie van het virus binnen een dierenpopulatie, terwijl in het tweede geval, dat ons hier aanbelangt, het slechts gaat om het punctueel opsporen van een geïsoleerd geval van hondsdolheid bij een welbepaald dier. Stricto sensu kan men dus niet zeggen dat de hondsdolheid, zoals wij die in de jaren '90 kenden, terug opgedoken zou zijn.
In de betrokken gemeente Beersel en 6 buurgemeenten werden de volgende maatregelen getroffen: - men raadt ten sterkste aan dat de honden en katten daar een anti-rabies (=hondsdolheid) vaccin zouden krijgen, - in de betrokken gemeenten moeten de honden aan de leiband worden gehouden en dit eveneens wanneer men met de honden buiten die gemeenten gaat wandelen, - er werden door de gemeenten waarschuwingsborden geplaatst, - de katten moeten, zoveel mogelijk, binnen gehouden worden, - in geval van een honden- of kattenbeet moet men contact opnemen met zijn huisarts of dierenarts - er werd een diepgaand onderzoek uitgevoerd om na te gaan welke mensen of dieren allemaal in contact geweest zijn met het zieke dier tijdens de kritieke periode.
......... Ik kan u wel degelijk bevestigen dat het bij het geval van rabies in Beersel gaat om een puppy die illegaal ingevoerd werd uit Marokko..... Tot op heden werden er 32 personen geïdentificeerd die in verschillende mate mogelijke risicocontacten gehad hebben met het zieke dier. Al die personen worden opgevolgd door het Pasteur Instituut. Daarenboven hebben 18 eigenaren van dieren , katten of honden, die mogelijke risicocontacten gehad hebben met het zieke dier zich bekend gemaakt bij de bevoegde instanties.
De maatregelen hebben tot doel te voorkomen dat het virus zich verder zou verspreiden in de zone waarin het zieke dier ontdekt werd en zullen 6 maanden van toepassing blijven - 6 maanden is de maximum besmettingsduur voor hondsdolheid.
Dit dossier wordt van heel nabij opgevolgd door de betrokken mens- en diergeneeskundige diensten, die, indien nodig, zullen ingrijpen."
Vooraanstaande wetenschappers uit 31 Europese landen vragen dringend acties om de dramatische achteruitgang van dagvlinders in Europa te stoppen. Deze oproep komt er naar aanleiding van het uitsterven van de eerste Europese vlindersoort en de sterke achteruitgang van algemenere soorten.
Deze onheilspellende vaststelling werd wereldkundig gemaakt op een ontmoeting van vlinderexperten uit 31 Europese landen. Verschillende landen rapporteerden het uitsterven van 10 of meer soorten binnen hun landsgrenzen. Voor het eerst werd bevestigd dat een Europese vlindersoort is uitgestorven, namelijk het Madeira groot koolwitje.
In Noordwest-Europa is de situatie voor dagvlinders het meest dramatisch. België en Nederland zijn hier de trieste koplopers. De Vlinderwerkgroep van Natuurpunt en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) hebben aangetoond dat in België ongeveer een derde van alle dagvlindersoorten verdwenen is en dat een ander derde is bedreigd. Oorzaken van dit lokaal uitsterven en de achteruitgang is de intensivering van het landgebruik, waardoor waardevolle vlindergebieden steeds verder in de verdrukking geraken.
Dirk Maes (INBO) : "Steeds meer landen in Europa slagen erin om betere gegevens over de verspreiding en de aantallen dagvlinders te vergaren. Deze nieuwe gegevens geven steeds vaker aan hoe slecht het wel gaat met de dagvlinders in heel Europa. Deze crisis is zeker niet beperkt tot de dichtbevolkte landen en regio's, maar strekt zich uit van vlinderrijke gebieden zoals Turkije, over Oekraïne tot de Baltische staten. Ook het intensiveren van de landbouw in vele Oost-Europese landen baart wetenschappers zorgen."
Behoud- en herstelacties
De vlinderexperten roepen op tot meer actie van zowel de Europese als de nationale en regionale overheden. Ze zullen dit doen door samen te werken in de nieuwe koepelorganisatie Butterfly Conservation Europe, die de acties over het Europese continent zal coördineren.
Twee leden van de raad van bestuur van Butterfly Conservation Europe, Martin Warren (Butterfly Conservation Groot-Brittannië) en Chris van Swaay (Nederlandse Vlinderstichting) hebben een boek gepubliceerd met daarin de 400 belangrijkste vlindergebieden in Europa. De vlinderexperten zullen behoud- en herstelacties voor vlinders concentreren op deze gebieden, die samen ongeveer 2% van de Europese oppervlakte beslaan. Een van hun andere doelen is om vlinders erkend te krijgen als indicatoren voor het leefmilieu in Europa.
Wouter Vanreusel (Vlinderwerkgroep van Natuurpunt): "Verschuivingen in de verspreiding van soorten vertellen ons over de gevolgen van klimaatswijzigingen. Hierdoor zullen sommige soorten in onze contreien verschijnen, terwijl andere soorten verdwijnen omdat hun leefgebieden niet meer geschikt zijn of te ver uit elkaar liggen om er nog spontaan te geraken."
Hoestende honden en niezende katten Door dierenarts Emmy Diepenbroek
Net als bij mensen, ligt ook bij huisdieren een verkoudheid op de loer. Katten kunnen last hebben van niesziekte en honden van kennelhoest. Vaak is zo'n koutje onschuldig, maar houd je dier wel goed in de gaten.
Anders dan bij mensen vaak het geval is, zijn honden en katten nauwelijks om de haverklap verkouden. Bij katten komt het niesziektevirus erg veel voor. Dit kan leiden tot een voorste luchtweginfectie. Als een kat eenmaal besmet is, kan hij de rest van zijn leven bevattelijk blijven voor verkoudheid. Daarom wordt er zoveel mogelijk tegen ingeënt.
Honden kunnen last hebben van het kennelhoestvirus. De dieren hoesten hard en braken dikwijls slijm. Soms komt er zelfs groen snot uit de neus. Een cocktail-inenting beschermt niet afdoende tegen kennelhoest, omdat dit door verschillende ziekteverwekkers wordt veroorzaakt.
Er zijn verschillende inentingen tegen kennelhoest verkrijgbaar. Sommige vaccinaties zijn met een spuit onder de huid te injecteren en andere medicijnen kun je in de neus sprayen.
Honden krijgen kennelhoest meestal door het opsnuiven of oplikken van speeksel van een andere hond die met het virus is besmet. Als ze de ziekte eenmaal hebben, kun je de inenting niet geven.
Wat rest is het geven van medicijnen, zodat de hond het virus zelf kan overwinnen. Een inenting is niets anders dan het toedienen van het virus in een verzwakte vorm, zodat het lichaam er antistoffen tegen kan maken.
Een enkele keer wordt een dier toch wat ziek van het verzwakte virus, omdat zijn weerstand net te laag was. Of omdat hij al besmet was met het virus, maar nog in de incubatietijd zat, waardoor je nog geen ziekteverschijnselen zag.
Kleine hondjes kunnen soms verkouden lijken, het lijkt dan net alsof ze last hebben van een benauwdheidsaanval. Dat komt door een verkramping van spieren in de keel. Het is ook wel bekend als reversed sneezing, omgekeerd niezen.
Het komt niet door ziekte, maar heeft eerder met stress of opwinding te maken. Even over het keeltje wrijven helpt om de spieren weer te laten ontspannen. Maar een hond kan ook niezen als hij speelt in zand of gras en hij iets in zijn neus krijgt.
Als de overlast niet vanzelf over gaat, of als medicijnen niet voldoende helpen, laat je huisdier dan in de neus kijken om uit te vinden wat er precies dwars zit. Want heel vervelende verschijnselen, zoals tumoren, komen ook regelmatig in de neus voor.
Zo zijn er veel ziektes of aandoeningen die op een simpele verkoudheid kunnen lijken, maar het niet hoeven te zijn.
De grijze roodstaart (Psittacus erithacus ) is een papegaaiensoort met een effen zilvergrijs verenkleed, rond de ogen een lichtgrijze huid, en een korte rode staart . Lengte van kruin tot staartpunt is ongeveer 35 - 40 centimeter. De vogels komen van nature voor in equatoriaal Afrika maar worden in Nederland veel als huisdier gehouden.
De grijze roodstaartpapegaai heeft twee ondersoorten:
Congo grijze roodstaart (P. e. erithacus ); de papegaai heeft grijze veren, een zwarte snavel en een felrode staart. Deze ondersoort komt voor in Midden en West Afrika.
Timneh grijze roodstaart (P. e. timneh ); de papegaai is kleiner, heeft een meer donkergrijs kleur veren, een bruin-rose snavel en een roestbruine staart. Deze ondersoort komt voor in West Afrika; Ivoorkust , Liberia , Guinee en Sierra Leone .
Er wordt soms ook nog gesproken over twee andere varianten maar deze zijn niet officieel erkend.
Principe, deze is kleiner en donkerder van kleur als de Congo en zou in Ghana moeten leven en de
Papegaaien zijn intelligente dieren die, volgens sommige onderzoekers, een intelligentie hebben van een kind van 3 tot 5 jaar oud. (Zie de grijzeroodstaart papegaai Alex bij 'bekende exemplaren'). Hun intelligentieniveau wordt daarom ook wel vergeleken met de intelligentie van chimpansees en dolfijnen. Een goed opgevoede (huiskamer)papegaai is zeer zeker niet eenkennig. Een papegaai die knauwt is een onzekere papegaai. Onzekerheid kan weggenomen worden door goede omgang.
De grijze roodstaart is een typische boomvogel, en leeft in tropische regenwouden , mangroven en de vochtige savannen . Aan de randen van het woud in het overgangsgebied naar het open land vindt hij zijn ideale habitat. De roodstaart is schuw en blijft weg van mensen, dorpen en steden. Net als alle andere vogels hebben de papegaaien géén stembanden, en communiceren met elkaar met harde schreeuw- en fluittonen door trillingen in de syrinx . Ze kunnen enorm goed geluiden imiteren en in gevangenschap kunnen ze tot wel 750 verschillende woordjes leren. Berucht zijn ringtones , die de papegaai steeds uit het hoofd leert. Er zijn echter ook grijze roodstaarten die helemaal géén woord leren spreken. De grijze roodstaart kiest een partner voor het leven, samen maken ze een nest in boomholtes, het wijfje krijgt buiten het regenseizoen 2 tot 5 eieren waarop ze gedurende ongeveer 4 weken broedt terwijl de man oppast en voor het eten zorgt. Beide ouders verzorgen de kuikens gedurende ongeveer 3 maanden. Ze brengen de dag door met hun partner en soms in kleine groepjes van pakweg 20 tot 30 vogels. Als het begint te schemeren vormen ze grotere groepen en gaan gezamenlijk op zoek naar voer. Ze vliegen rechtlijnig en soms in grote hoogte. In het wild worden vruchten, noten, bessen, zaden, bloemen en bloemknoppen gegeten, palmnoten zijn beslist erg favoriet.
Natuurlijke vijanden zijn roofvogels en slangen . Kuikens worden ook wel door apen uit de nesten gehaald. De grootste bedreiging is echter de mens, door habitatvernietiging maar zeker voor deze soort ook de illegale handel in exotische dieren .
Een opmerkelijke grijze roodstaart is de papegaai Alex . Deze vogel werd van jongs af aan door de Amerikaanse onderzoeker Irene Pepperberg getraind om te onderzoeken welke mogelijkheden hij had om de menselijke taal te gebruiken. Alex leerde onder andere vragen stellen, verzoeken weigeren, voorwerpen benoemen, de overeenkomsten dan wel verschillen tussen voorwerpen benoemen en tellen. Alex is in September 2007 op 31 jarige leeftijd overleden. Zie ook: Alex Foundation
Een andere bekende grijze roodstaartpapegaai is Polly Grey, mascotte van het 322 squadron van de Koninklijke Luchtmacht
Vandaag moest ik je loslaten, je laten gaan. Hart en ziel zijn in 2 verscheurd maar ik had geen keus. Tranen biggelen over mijn wangen. Waar ben je nu, ik zie je voor me in huis ik mis je op je vertrouwde plaats. Ik loop doelloos rond, verdwaasd. Je lijden en pijn zijn nu voorbij, zachtjes ben je ingeslapen, je van niks meer bewust. Je bent o zo ver weg nu, maar in mijn hart blijf je nabij.
Soms verlang ik naar de sneeuw Omdat ik weet dat je dan aan me denk En jij vanaf je mooie wolk Even naar me wenkt
Soms als ik een regenboog zie Weet ik dat jij daar bent Helemaal bovenaan En mij je aandacht even schenkt
Soms hoor ik je in de wind Die door de bomen waait In het mooie bos Even met de takken zwaait
Soms zie ik je bij de zee Met eb en met vloed De golven deinen rustig mee En ik weet dat jij me dan even groet
Weet dat je altijd in mijn gedachte bent En ik die mooie momenten niet kan missen Je bent nog steeds dicht bij mij Of ik moet me wel heel erg vergissen (goverdina.nl)
In maart 2007 gingen wij op vakantie naar Egypte en als vrijwilligster van stichting AAI was ik benieuwd of daar nog organisaties actief op dierengebied waren. Via-via kwam ik in contact met dierenasiel SPARE in Kairo (the Society for the Protection of Animal Rights, Egypt) en omdat wij toch terugvlogen vanuit Kairo was het bestuur van AAI bereid om een hond uit dit asiel te herplaatsen. Ook al ging het maar om 1 hond, het asiel waardeerde het enorm dat buitenlanders interesse toonden voor hun werk. In een land waar mensen gemiddeld euro 1,50 per dag verdienen, hebben de meeste Egyptenaren wel wat anders aan hun hoofd dan het lot van dieren.
Het dierentehuis ligt een eind buiten de stad, in Gizeh, in de buurt van de piramides. Het zag er netjes uit, een stuk of 50 honden, per 2 in een hok, met een binnenplaats om te spelen. Behalve de opvang van honden biedt SPARE gratis medische zorg aan paarden en ezels, omdat Brooks Hospital alleen in Kairo actief is. Kairo is na Mexico City de grootste stad ter wereld met een bevolking van 20 miljoen mensen. Verder zijn er her en der in de stad braakliggende terreinen waar honden worden opgevangen. SPARE-vrijwilligers geven de bewakers geld in de hoop dat zij opletten als teams van de gemeente weer eens honden dood schieten of vergiftigen.
SPARE had geen benches, Fulla zou in een grote ijzeren kooi reizen waar wel een leeuw in kon! De Egyptische luchtvaartmaatschappij had Mona Khalil, de contactpersoon van het asiel, laten weten dat Fulla gratis met ons mee mocht. In Egypte mag in principe niemand op de luchthaven komen die zelf niet reist. Dat betekende dat de chauffeur die Fulla naar het vliegveld zou brengen buiten moest blijven wachten. Ik zag dan ook wel een beetje tegen de terugvlucht op, als dat inchecken maar goed zou gaan.
Om kwart over 1 's nachts kwam de bus ons van het hotel ophalen. Mohammed was ruim op tijd en zou achter de bus aanrijden. Ik had met Mona afgesproken dat Fulla een kalmeringstabletje zou krijgen, maar volgens Mohammed had Fulla dat niet gehad. ¨Onmogelijk.¨ dacht ik, ze zat daar zo rustig en braaf in haar kooi. Over de bench zat aan 3 kanten een laken gespannen. Het leek me verstandig om onze Egyptische reisbegeleider te informeren dat er een hond meeging. Mahmoud had als gids wel een speciaal pasje om de groep te vergezellen. Mahmoud keek even verbaasd, maar pakte de zaken gelijk voortvarend aan. Hij controleerde de papieren en loodste Fulla langs de röntgenmachine heen. Dit was het punt waar onze paspoorten, ticket en bagage gecontroleerd werden en tot waar Mohammed mee mocht. Voor het inchecken waren we expres achteraan gaan staan. Mahmoud stond ondertussen al vooraan druk te praten met een van de medewerkers van AMC airlines. De maatschappij wilde een kopie van Fulla's reispapieren en extra kopieën had ik niet, dus Mahmoud duwde iemand een paar Egyptische ponden in handen en stuurde hem op pad om alle documenten te kopiëren. ¨Wie heeft jou gezegd dat de hond gratis mee mag?¨ vroeg hij aan mij. ¨Nu begint het gelazer, die meneer Amr is er natuurlijk vast niet¨ dacht ik pessimistisch. ¨Schrijf in het Engels op hoe dit allemaal is afgesproken¨ instrueerde Mahmoud mij. Ik noteerde op een blaadje dat we een hond meenamen uit het asiel van Kairo en dat mevrouw Khalil contact had opgenomen met meneer Amr, die had toegezegd dat de hond kosteloos vervoerd zou worden (dikke streep onder ¨kosteloos¨ ). Tot slot dankte ik de chartermaatschappij hartelijk voor hun geweldige medewerking (altijd beleefd zijn). Vervolgens vertaalde Mahmoud dit verhaaltje in het Arabisch.
Eindelijk was het onze beurt om in te checken. Achter de balie zat een oudere heer. Hij wilde weten hoe de hond heette. ¨Fulla¨ antwoordde ik (Arabisch voor ¨gardeniabloem¨ ). ¨Wat een mooie naam, maar u zou haar eigenlijk ¨Lucky¨ moeten noemen, want ze heeft wel geluk dat ze met u mee mag. Mevrouw Khalil heeft met mij gesproken.¨ Nu herinnerde ik me dat Mona had verteld dat ze eerst met iemand op het kantoor van AMC airlines had gebeld en daarna nog met een persoon op het vliegveld. Dat was deze meneer Sayed. Wat een mazzel dat hij zelf aanwezig was. Ik bedankte hem uitvoerig dat wij Fulla gratis mochten meenemen. ¨U hoeft mij niet te bedanken,¨ glimlachte meneer Sayed ¨het is geen gunst.¨ Dat ging allemaal van een leien dakje, uiteraard ook dankzij Mahmoud. Met een dikke fooi namen we afscheid van hem. Het was gelukt! Frank wuifde naar Mohammed, die buiten stond, dat alles in orde was en ik belde opgetogen naar Mona dat ze naar bed kon. Wisten wij veel wat ons nog boven het hoofd hing...
Een half uur later bracht een bus ons naar het vliegtuig. De kooi met Fulla zag ik al staan. Ze lag gewoon, wat een brave hond. Gelijk bij binnenkomst in het vliegtuig vroeg ik aan een steward of de piloot de zuurstof en verwarming kon aanzetten in het ruim. ¨Nou, we zijn nog aan het kijken of er wel plek is.¨ zei hij tot mijn schrik . ¨Wat voor stoelnummer heeft u? Gaat u maar zitten. Als het nodig is, kom ik wel naar u toe.¨ Verhip, zoveel bagage kon er toch niet zijn? Met een ongerust gevoel zocht ik mijn plaats op. Een paar minuten later zag ik dezelfde steward onze richting uitlopen. ¨Wilt u even meekomen?¨ O jee, dit was foute boel. Met een bonkend hart liep ik mee naar voren. Daar stond een Egyptenaar die vloeiend Nederlands bleek te spreken en kennelijk over het inladen van de bagage ging. ¨We hebben een probleem¨ liet hij meteen onomwonden weten ¨die kooi is veel te groot, die past niet door de laaddeur van het vliegtuig¨. Shit, hier had ik niet op gerekend! ¨Kan hij dan niet op zijn kant naar binnen?¨ stelde ik voor. Nee, dat ging ook niet, ik mocht zelf komen kijken. Ik liep met hem mee naar buiten en toen we aan de zijkant van het vliegtuig stonden, zag ik het meteen, dit ging echt niet. Wat nu? ¨Heeft u geen andere kooi?¨ vroeg ik tegen beter weten in. Natuurlijk had hij niks anders; waar zou zo'n man een bench vandaan moeten toveren? Ik vertelde hem dat de afmetingen van de kooi waren doorgegeven aan meneer Sayed, die had gezegd dat het geen probleem was. Zou Fulla dan stranden op het vliegveld van Kairo? Wat moest ik doen, Mona bellen dat ze Fulla moest ophalen? ¨Kan ze niet mee aan boord?¨ drong ik paniekerig aan. ¨Nee, dat gaat helaas niet.¨ ¨Ja maar ze is heel rustig, want ze heeft een kalmeringstabletje gekregen en we zitten bij de nooduitgang.¨ soebatte ik. ¨Nee¨ herhaalde de Egyptenaar ¨dat kan ik echt niet doen, want daar kunnen andere mensen over klagen.¨ Ik keek hem wanhopig aan. ¨Maar wat moeten we dan doen?¨ ¨Is ze gezond?¨ ¨Ja, natuurlijk is ze gezond, ik heb alle papieren, ik zal ze u laten zien.¨ Ik rende naar mijn plaats om de gezondheidsverklaringen te halen. De medewerker bekeek alles nauwkeurig en zei toen ¨Zet haar maar achterin, op het toilet. Maar als er schade komt, bent u daar voor aansprakelijk.¨ WAUW, ik kon hem wel zoenen!
Ik holde de trap van het vliegtuig weer af, plukte Fulla uit de kooi en draafde met haar terug naar binnen. Als een mak schaap lag ze in mijn armen en gaf geen kik. Hup, Fulla in het toilet gestopt en deur dicht. Het cabinepersoneel deed de deur op slot en verhit plofte ik neer op de achterste stoel bij de wc. Wat een toestand! Nu maar hopen dat Fulla niet zou gaan blaffen, aan de toiletbril knagen of in de pot zou springen. Ik zat net of ik rook een vieze geur, ai, er lag poep in het gangpad. Ik ruimde alles zo goed mogelijk op met enkele servetjes, terwijl een stewardess met een spuitbus een kunstmatig bloemenluchtje op de grond spoot. Ik hoorde even wat gekrabbel aan de deur, maar voor de rest hield Fulla zich gedeisd. Eindelijk taxiede het vliegtuig weg en steeg op. Hoera, we waren onderweg!
In Luxor maakte ons toestel een tussenlanding. Zodra we stilstonden, maakte ik de deur van het toilet open. Hoe zou het met Fulla zijn? Fulla lag opgekruld op de grond. Ze sprong gelijk op en ik kon nog net voorkomen dat ze naar buiten glipte. Gelukkig, alles ging goed; wat een voorbeeldige hond. In Luxor kwamen nog meer passagiers aan boord en toen vlogen we echt naar Nederland en kon ik me eindelijk een beetje ontspannen. Halverwege de vlucht kwam de hoofdsteward melden dat de gezagvoerder mij wilde spreken. Ik werd gelijk weer nerveus, wat zou er nu aan de hand zijn? Ik toog naar de cockpit en de steward klopte op de deur, waarna de deur open werd gedaan. Ik stapte naar binnen en zag tot mijn verbazing een bekend gezicht. Het was de piloot zelf met wie ik eerder had gesproken, terwijl ik dacht dat het iemand van het grondpersoneel was! ¨Hoe gaat het met de hond?¨ vroeg meneer Hussin ¨Moet hij niet wat te eten en drinken krijgen?¨ Hij was enigszins bezorgd of we op Schiphol geen problemen zouden krijgen omdat we geen bench of riem bij ons hadden. Dat was iets waar ik me helemaal niet druk om maakte. Al zou iemand er wat van zeggen, ze konden ons moeilijk terugsturen naar Egypte. Ik bedankte hem nogmaals voor zijn welwillendheid, maar kon toch niet nalaten op te merken dat de maten van de kooi precies waren opgegeven. Toen kwam de aap uit de mouw, de piloot vertelde dat er op het laatste moment was besloten met een kleiner toestel te vliegen. Bij het andere vliegtuig was de laadklep wel groot genoeg geweest. Aha!
Tegen 11.00 uur landden we op Schiphol en nadat alle passagiers waren vertrokken, deed ik de toiletdeur weer open. Fulla was nog steeds springlevend. Omdat we geen riem bij ons hadden, moest Frank haar het hele eind dragen. Bij de paspoortcontrole zetten we haar op de grond en trokken we haar aan haar halsband mee. De man van de marechaussee had niets in de gaten. Bij de bagageband gaf iemand van ons reisgezelschap een riem van haar tas waarmee we Fulla konden aanlijnen. ¨Fulla, yallah¨ moedigde ik aan (Arabisch voor ¨hup¨) en zowaar, Fulla trippelde keurig mee, weliswaar met haar staart tussen de benen, maar ze liep! Bij de douane was niemand te bekennen en konden we zo doorlopen. Daar troffen we de AAI-vrijwilligster die Fulla zou opvangen. Pfffttt, onze missie was geslaagd!
Naschrift: Mona vertelde later dat Fulla geen kalmeringstabletje had gekregen, omdat de dierenarts bang was dat haar bloeddruk in het vliegtuig te ver zou dalen. En wij maar denken dat ze zo rustig was vanwege een pilletje! (Dierennieuws.nl)
De naam van deze kat doet vermoeden dat de Afrikaanse en Aziatische Goudkat sterk aan elkaar verwant zouden zijn, maar niets is minder waar. De Aziatische Goudkat is een middelgrote kat die voorkomt in de bossen van Zuidoost-Azië. Zijn grootste (dierlijke) vijand is de tijger.
De Aziatische Goudkat komt voor in de tropische en subtropische regenwouden en drogere bossen van Nepal en Zuid-China, tot Maleisië en Sumatra. Ook komt hij voor tot op een hoogte van 3050 meter in de Himalaya. Heel af en toe komt hij tevoorschijn uit de bossen en waagt hij zich in een wat meer open gebied. Zeer zelden is hij in het wild gezien door mensen.
De kleur van de vacht is meestal goudbruin, maar ook komen de kleuren roodbruin (met gouden gloed), grijzig en bruinzwart voor. Heel opvallend is het mooie ¨masker¨ van de Aziatische goudkat. Een gezichtstekening, bestaande uit witte, blauwe en grijze strepen.
Net als veel andere (kleine) katachtigen is ook de Aziatische Goudkat een solitair dier. Overdag gebruikt hij zijn tijd om te rusten op een koele plek in het bos. De kleur van zijn vacht valt nauwelijks op. Zijn territorium markeert de goudkat met urine. Na een draagtijd van 10 tot 11 weken brengt het wijfje twee of drie jongen ter wereld. Gedurende de eerste weken blijven de jongen veilig in het nest. Net als bij de andere katachtigen zijn de oogjes van de jongen dicht tot ze ongeveer tien dagen oud zijn. Dit voorkomt dat ze de bescherming van het nest verlaten. De jongen blijven ongeveer tien tot twaalf maanden in de buurt van hun moeder.
De Aziatische Goudkat jaagt meestal 's nachts. Bij iedere strooptoch wordt een groot gebied afgezocht. Op het menu staan o.a. grotere knaagdieren, hoendervogels, insecten, reptielen maar ook zelfs buffelkalveren. Het prooidier wordt van achteren beslopen, besprongen en met een snelle beet in de keel gedood. Na ongeveer vijf weken beginnen de jongen met het eten van vast voedsel.
De situatie van de Aziatische Goudkat is kwetsbaar. De grootste bedreiging vormt de boskap, maar ook wordt er op dit soort gejaagd voor zijn pels en de botten, net zoals bij de tijger. De botten worden in de traditionele medicijnen verwerkt als vervanging voor de tijgerbotten.
Merle is in het weekendhuisje. Ze heeft het goed naar haar zin. De hele dag mag ze buiten lopen.
Op een ochtend ziet Merle iets in de tuin. ¨Een poes¨denkt ze.Ze gaat jagen. Maar dat is een vreemde poes. Een poes met een pluimstaart. Ze rent erachteraan. Met alle haren overeind. En grommend.
Ze jaagt het beestje de boom in. Dan gaat Merle zitten wachten bij de boom. Want de poes moet een keer naar beneden komen. Maar Merle weet iets niet. Het is geen poes. Het is een eekhoorn.
De eekhoorn springt van boom naar boom. Om zo uit de buurt van Merle te komen. Merle blijft wel een uur onder de boom zitten.
Aan de andere kant van de tuin is de eekhoorn weer naar beneden gekomen. Die gaat verder met het zoeken van eten. Misschien zit hij stiekum die domme hond bij de boom wel uit te lachen. (Dierennieuws)
Dat katten - vooral poezen - gewoontedieren zijn, is bekend. Ooit omschreef iemand die eigenschap heel treffend. Als een poes kiesrecht had, zou ze heel haar leven op één en dezelfde partij stemmen. Ze reageert dan ook onmiddellijk op de geringste verandering in haar omgeving. Als je bijvoorbeeld een nieuwe plant in de huiskamer hebt gezet, staat ze er bij binnenkomst als aan de grond genageld, bijna verontwaardigd naar te staren. Wie heb ik toestemming gegeven om mijn kamer zo ingrijpend te veranderen, lijkt ze dan te denken. Vervolgens wordt de plant zeer omzichtig bekeken en besnuffeld. Als dat ritueel achter de rug is, gaat ze zich zorgvuldig wassen. Het lijkt alsof ze dan even tijd wil nemen om deze grove inbreuk op haar vertrouwde omgeving te verwerken. Als ze dan eenmaal uitgebreid de krabpaal - of iets anders - met haar klauwen gaat bewerken, weet je dat madame de verandering - zij het mokkend - maar voor lief neemt.
Ik merkte dat een kat ook moeite kan hebben met verandering in gedrag van het ¨baasje¨. Als huisdier ziet de kat je dus niet als baas, eerder als een soortgenoot. Omdat je het beest voedt en verzorgt, ben je wel de superkat. Toch kent een huiskat tot in bijna elk detail jouw rituelen en volgorde van handelen. Zolang je jezelf maar keurig aan die vaste patronen houdt, is er geen enkel probleem. Wat dat betreft heeft een kat zeg maar autistische trekjes. Ik moest ondervinden dat ook mijn poes Sjaan me liet weten dat ze niet zit te wachten op vreemd, voor haar niet te plaatsen gedrag van haar huisgenoot.
Om optimaal van mijn muziek te kunnen genieten, schafte ik een mooie koptelefoon aan. Ik kon nu volop genieten van muziek die bij wijze van spreken midden in je hoofd zit. Ik houd van klassieke muziek, maar heb ook nog wat verzamel-cd's met popmuziek. In een nostalgische bui zette ik een van die cd's op. Je kent dat wel; voor je het weet zit je dan volop mee te zingen. Tot mijn verbazing stoof Sjaan met wijdopen gesperde ogen op me af. Met zwiepende staart zat ze me aan te kijken, haar bek zag ik steeds maar open en dicht gaan. Toen ik door bleef zingen, werd het haar blijkbaar te gortig. Ze stootte met haar poot - wel met de nagels in - tegen mijn mond, en begon zelfs zachtjes in mijn kin te bijten. Nee, het was geen agressief gedrag, eerder bang of paniekerig.
Toen ik stopte met zingen en de koptelefoon afzette, zat ze me nog steeds mekkerend aan te kijken. Pas nadat ik haar even geruststellend toesprak en aaide, werd ze weer rustig. Natuurlijk begon ik me af te vragen waarom ze zo in paniek raakte. Nu is het meestal zo dat je jezelf niet of nauwelijks kunt horen als je op die manier meezingt, en dus geen toon kan houden. Zou Sjaan mijn valse gezang misschien niet aan kunnen horen? Ik besloot de proef op de som te nemen. Weer zette ik hetzelfde nummer op, en wachtte even met meezingen. Er gebeurde niets bijzonders, Sjaan zat me rustig aan te kijken. Aan de muziek kon het dus niet liggen. Maar toen ik - beslist niet vals - weer mee ging zingen, vertoonde ze weer dat gedrag. Ik kon haar nu ook hard en klaaglijk horen miauwen, alsof ze me smeekte om er mee op te houden. Nu vliegt Sjaan de kamer al uit als ik mijn koptelefoon pak. Nee, zit is bepaald niet onder de indruk van mijn zangkwaliteiten!
Sommige dingen zijn handig om te weten over honden. Daar heb je geen therapie voor nodig maar gezond verstand. Alleen is er wel iemand die het je moet vertellen of moet er een plek zijn waar je het kan lezen en dat is hier op de honden.blogo.nl. Honden denken nou eenmaal niet als mensen en ook hun gedrag is alles behalve hetzelfde dan dat van mensen. Zeker wat betreft de interpretatie van dingen. Daarom heb ik hieronder weer een paar korte interessante dingen voor je op een rij gezet:
Bijten is een natuurlijk, normaal hondengedrag
Er zijn geen brave en stoute honden
Bijten en dreigen zijn manieren waarop honden grote en kleine geschillen oplossen en hoe zij op een dreiging (in hun ogen) reageren.
Tussen honden is agressief gedrag normaal. Mensen willen dit niet.
Alle honden zijn potentiële bijters.
Elke hond heeft op een mogelijke bedreiging 2 antwoorden: zelf gaan lopen of de ander wegjagen. (vlucht of aanval) De hond kan deze twee strategieën door elkaar gebruiken en van het één op het ander overgaan naar believen. ( kan niet vluchten = aanval).
Dikwijls hoort men na een beet: "dat begrijp ik niet", "opeens en zonder waarschuwing of aanleiding", "zonder reden".
Een binnendringen in "zijn ruimte" kan voor de hond een serieuze provocatie zijn. (een hand uitsteken, hem aanraken, dichterbij komen, bij "iets" van de hond in de buurt komen)
Wij mensen hebben het soms moeilijk om te accepteren dat het de hond is die beslist of iets bedreigend of uitdagend voor hem is.
De hond voorbereiden en gewoon maken aan mensen en hun rare gewoonten moet aangeleerd worden. (dit is socialisatie)
Wist je dat hondennamen over de jaren veranderen ?
Wist je dat hondennamen over de jaren veranderen? Ik kwam een leuk stukje tekst tegen over een onderzoek wat al in 1997 gedaan is. Je zou zeggen dat ze ondertussen alweer een nieuw onderzoek mogen doen. Wat leuk is om te zien dat steeds meer honden een mensennaam krijgen in plaats van een echte hondennaam zoals Fido. Dit komt vooral doordat mensen een hond zien als een deel van de familie. Niet als mens maar wel als maatje en trouwe vogeling/beschermeling van de familie. Ik vind het wel begrijpelijk dat de lijn van namen vager wordt tussen mens en dier. Het is tegenwoordig ook een sport om een zo origineel mogelijk naam voor je baby te verzinnen dus de honden kunnen niet achter blijven. Iemand nog een origineel idee??? Voor een hondennaam he ;-) Wil je meer over het onderzoek naar hondenamen lezen dan kan dat hier. (honden.blogo.nl)
Een vliegtuig stort neer in de jungle. De enige overlevende is John Woodhouse. Samen met zijn accordeon begeeft hij zich op weg naar de bewoonde wereld. Plots komt er een leeuw aanstormen. John Woodhouse begint op zijn accordeon te spelen, en de leeuw doet hem niks. Even later komt een tweede leeuw aanstormen. John Woodhouse begint nog wat harder te spelen, en ook deze leeuw doet hem niks. Dan komt er een derde leeuw aanstormen. John Woodhouse gaat nog harder spelen, maar de leeuw blijft doorlopen en vreet hem helemaal op. Zitten er twee apen in de boom. Zegt de ene tegen die andere: "Ik heb het je toch gezegd. Als die dove straks komt: die heeft hem!"