Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
29-08-2009
Aapje met drie ouders kan uw leven redden
Aapje met drie ouders kan uw leven redden
Combinatie van klonen en IVF kan zware aandoeningen helpen voorkomen
JETTE - De geboorte van een aapje uit twee moeders en één vader kan een doorbraak betekenen in het voorkomen van zware erfelijke aandoeningen. Aan het UZ van Jette, dat aan de wereldtop staat inzake in-vitrofertilisatie, wordt enthousiast gereageerd.
'Mooi werk', zegt dr. Hilde Van de Velde van het UZ Brussel over de nieuwe techniek die Amerikaanse wetenschappers met succes toepasten. Door de combinatie van klonen en in-vitrofertilisatie kunnen zware spierziekten, vormen van diabetes en blindheid worden voorkomen.
Dr. Shoukhrat Mitalipov van het onderzoekscentrum van apen in Beaverton (Oregon) beschrijft in het vakblad Nature wat hij deed en waarom (zie ook grafiek ). Van moederaap A nam hij een eicel waarvan hij alleen de kern, met daarin de chromosomen, overhield. Die kern plantte hij over in een eicel van moederaap B waaruit vooraf de eigen kern was verwijderd. Vervolgens werd de gekloonde eicel bevrucht met sperma van vader A en werd het embryo teruggezet in de baarmoeder van moeder A of van een draagmoeder.
Waarom? Onze erfelijke eigenschappen, en dus ook eventuele genetische zieken, zitten vooral geconcentreerd in de chromosomen van de celkern. Zeer ten dele zitten ze ook in de mitochondriën. Dat zijn zeer kleine onderdelen van een cel, waarin zuurstof en voedsel worden omgezet in energie, die de cel en uiteindelijk het hele organisme aandrijft.
Die mitochondriale genen kunnen ook defecten vertonen die aanleiding geven tot zowat 50 doorgaans zware afwijkingen. Deze ziekten worden alleen door de moeder overgedragen, niet door de vader: in een eicel zitten wel mitochondriën, in een veel kleinere spermacel niet. Dr.Mitalipov gooide de erfelijk belaste mitochondriën van moeder A weg en verving ze door de gezonde mitochondriën van moeder B. Het resultaat is een kerngezonde baby met alle uiterlijke kenmerken van moeder A.
Mitalipov zette 15 embryo's terug bij 9 draagmoeders. Dat leverde drie zwangerschappen op met vier gezonde aapjes als gevolg: de tweeling Mito en Tracker plus Spindler en Spindy. De resultaten zijn sterk vergelijkbaar met in-vitrofertilisatie bij mensen. Wellicht kan de techniek over twee jaar op mensen worden toegepast.
Dr. Hilde Van de Velde van het UZ in Jette zou er zeker gebruik van maken als ze overtuigd is van de veiligheid van de techniek. 'Want nu hebben we nog maar één gebrekkige oplossing om die erfelijke ziekten te voorkomen. Vóór het terugplanten van een in vitro bevruchte eicel kijken we na of de mitochondriën erfelijk belast zijn. Een zeer moeilijke diagnose. Bovendien is de uitkomst onzeker. Alles hangt af van hoeveel mitochondriën defect zijn. Want die vreselijke ziekten zetten zich maar door bij een welbepaalde, hoge drempel. Dus biedt zo'n diagnose van een bevruchte eicel geen volledige zekerheid. Deze nieuwe techniek kennelijk wel.'
Dan blijft nog de ethische vraag. Want de vier aapjes hebben elk twee moeders. Dr. Van de Velde: 'Als zo'n aapje een moederschapstest ondergaat, zou het aan moeder A worden toegewezen. Want zo'n test kijkt alleen naar de genen in de kern. De ethische bezwaren vervallen als we hiermee werkelijk zeer zware ziekten kunnen voorkomen. In Jette overwogen we eerder al deze weg te bewandelen. En na deze hoopgevende resultaten zullen we dat zeker opnieuw overwegen.'
Moeder Natuur grossiert in list en bedrog, en de griffel gaat dit keer naar de ringslangplatstaart, een giftige zeeslang uit onder meer de Indische oceaan. Hij heeft zijn staart vermomd als kop, en veinst zo gif voor twee te hebben. Zijn belagers, haaien en sommige vogels, benaderen hem dus altijd verkeerd.
De zeeslang, tot een meter lang, geeft zich bloot op zoek naar voedsel tussen het koraal. Bioloog Arne Rasmussen volgde er een en werd daarbij afgeleid door een andere slang. Toen hij zich weer omdraaide, keek hij niet tegen de staart maar tegen de kop van de slang aan. Diens staart zocht nu tussen het koraal, maar dat bleek even later toch de kop. Rasmussen & co bestudeerden andere exemplaren en ontdekten de wonderlijke gelijkenis: beide uiteinden worden getekend door een geel hoefijzer, met daarachter een brede zwarte band, breder dan de donkere strepen over de rest van het lijf. En de slang wiegt met zijn staart als met zijn kop.
Ook Darwin schudde zijn hoofd om de snavel van de toekan. Waarom zo overdreven: een seksueel ornament, een pikhouweel om vruchten te oogsten? Nee hoor, vermoeden biologen nu: de toekan gebruikt zijn snavel als radiator, om warmte te lozen als hij het te heet krijgt. Zijn snavel, een derde tot de helft van zijn lichaamslengte, is niet geïsoleerd door veren maar wel rijk voorzien van bloedvaatjes. Een prima plek om warmte eruit te laten waaien.
Braziliaanse biologen brachten de ventilatie van de toekan in beeld met warmtecameras. Hij ventileert heel precies: als zijn temperatuur iets stijgt, bijvoorbeeld tijdens het vliegen, dan warmt eerst een stukje snavel bij de ogen op. Het raam gaat vast op een kiertje. Schroefden de biologen de temperatuur in het lab hoog op, dan begon de hele snavel te gloeien, en gooide de toekan de boel wijd open. Daalde het kwik tot amper 10 graden, dan deed de toekan zijn snavel thermisch helemaal dicht.
Etenstijd: poes laat het onder luid gespin weten, maar het klinkt toch minder tevreden dan anders. Het lijkt wel een soort bedelspinnen, zeggen kattenhouders. Zij smelten bij zoveel smart, en haasten zich wat aan het lijden te doen. Het is poes weer gelukt. Troost u, biologen laten in Current Biology zien dat vrijwel iedereen, met of zonder kat, door dit klaaglijke knorren de zorg in zich voelt opborrelen. Er zit iets dwingends in wat om spoed vraagt, in tegenstelling tot het gespin door de dag heen.
De biologen analyseerden de akoestische eigenschappen en ontdekten dat het hongerige dier knorretjes met een hogere frequentie in zijn oproep doet. Die pieken verdwijnen na het eten, het kattengespin gaat dan weer in frequentie omlaag en verliest zijn smartelijke toon. Dat bleek toen de onderzoekers de hogere frequenties eruit wisten en de smeekbede toen aan kattenhouders en kattenleken lieten horen: zij ervoeren er geen gebedel meer in.
Waarom de hond/kat niet van tafel mee mag eten en waarom wisselen van voeding niet zo gezond is.
Waarom de hond/kat niet van tafel mee mag eten en waarom wisselen van voeding niet zo gezond is.
Wij mensen hebben totaal andere voedingsbehoeften, een ander spijsverteringsstelsel, een andere darmflora e.d. dan onze huisdieren en daar zijn velen zich eigenlijk niet van bewust. Hieronder vindt u een tabel met de voornaamste verschillen. Om de consequenties van deze verschillen iets duidelijker te maken, even dit een voorbeeld dat u zeker niet onbekend zal zijn:
U gaat op vakantie naar een tropisch land, eet er de heerlijke locale voeding... resultaat: "tourista" de bekende reizigersdiarree. Hoe komt dit nu: om de voeding te verteren hebben uw darmen bepaalde bacteriën nodig (de darmflora), maar in België is de voeding anders samengesteld dan in bv. Tunesië, dus u heeft andere bacteriën nodig. Uw darmflora "herkent" de voeding niet en verteert die dus onvoldoende. Gevolg: diarree. Na een tijdje stopt de diarree ook spontaan omdat de darmflora zich zal aanpassen aan het aangeboden voedsel.
Dus meteen is één ding al duidelijk: veranderen van voeding moet heel geleidelijk gebeuren zodat de darmflora de tijd heeft zich aan te passen.
Maar zich baserend op de tabel hieronder komen we ook nog tot een tweede conclusie: de kat/hond heeft zowiezo veel minder bacteriën in de darm, dus kan zich minder snel aanpassen aan een voedingswissel. (7 à 14 dagen zijn essentieel).
Het veel kortere spijsverteringskanaal wijst erop dat het dier in meerdere mate is aangewezen op eiwitten als voedingsbron. Om koolhydraten (brood, rijst, aardappelen e.d.)te verteren zijn langere darmen en een langere transit tijd nodig. Het is dus heel belangrijk dat die verhoudingen (eiwit/vetten/koolhydraten)gerespecteerd worden, vandaar dat mensenvoer niet geschikt is voor uw huisdier.
Mens
Hond
Kat
Behoefte op volwassen leeftijd aan :
Koolhydraten
60-65%
miniem
miniem
Eiwit
8-12%
20-40%
25-40%
Vet
25-30%
10-65%
15-45%
Alles eter
Semi-vleeseter
Vleeseter
Duur voedsel-transport
30uur-5dagen
12-30 uur
12-24 uur
Verhouding Gewicht spijsvertorg/Totaal gewicht
11 %
2,7 à 7 %
2,8 à 3,5 %
Lang darmstelsel = aangepast aan de vertering van koolhydraten.
Kort darmstelsel = aangepast aan de vertering van eiwitten
Dichtheid darmflora In aantal bacteriën/gr Die bacteriën zorgen voor de vertering
10.000.000
10.000
10.000
Daarenboven zijn er nog volgende essentiële verschillen:
een dier slikt zijn voeding door zonder het te "proeven", dus het hoeft helemaal geen variatie. Het is zelfs zo dat als de vorm van de korrels bijvoorbeeld verandert maar voor de rest de samenstelling identiek blijft sommige dieren deze niet meer zullen willen eten.
de spijsvertering verloopt snel en de voor vleeseters ongeschikte voedingsmiddelen worden in grote hoeveelheden afgescheiden. Een uitgebreid en gevarieerd menu samenstellen is dus zinloos, een groot deel eindigt toch in de kattenbak of op de hondenweide, zonder dat uw dier het geproefd heeft. Het is wel zo dat de geur uw dier wel beïnvloedt of hij iets al dan niet lekker vindt. Een zoute smaak schijnen veel dieren ook wel te waarderen maar dat dit helemaal niet zo gezond is behoeft geen betoog. Net als kinderen die dol zijn op bv chips weet een dier ook niet wat goed voor hem is en u moet hem dus in bescherming nemen.
de mens heeft verteringsenzymen in het speeksel, de kat en de hond niet, tevens slikt hij grote brokken ineens door die aldus de maag bereiken. Dus de vertering in de maag en de darm is een veel zwaardere klus dan bij de mens. Conclusie: het vooral niet nog lastiger maken!
katten hebben veel meer arginine nodig dan honden, en zeker dan mensen, juist omdat het zo'n grote vleeseters zijn.
katten hebben meer vit. B nodig
kat en hond hebben geen vit C nodig en dit in tegenstelling tot de mens en bv de cavia.
katten hebben taurine en arachidon zuur nodig.
zowel kat en hond hebben andere calcium fosfor verhoudingen nodig dan wij mensen, bij hen is 1.2:1 à 1.4:1 optimaal
...deze opsomming is niet compleet en dient enkel ter verduidelijking van de verschillen qua voedingsbehoeften tussen mens en viervoeter
Met dank aan Arlette Strubbe, assistente en voedingsdeskundige in Dierenkliniek VvD.
Een kat maakt haar houding tegenover anderen duidelijk met behulp van haar silhouet, staart, oren en ogen. Al haar buien en volgende handelingen zijn hieruit af te lezen.
Als de kat een normale houding heeft, zal haar staart horizontaal tot lichtjes hangend zijn, en hij zal amper bewegen. Haar kop is dan het hoogste punt en de haren liggen overal glad. Haar oren zijn gespitst en de ogen opmerkzaam geopend.
Deze houding verandert ze niet als ze iets tegenkomt wat ze helemaal niet interessant vindt. Als ze een bekende tegenkomt die ze aardig vindt, zal ze haar staart verticaal de hoogte in doen als begroeting. Ook versnelt ze haar stap en zoekt ze kort lichaamscontact.
Bij iemand die ze nog niet kent, maar die haar ook niet bedreigend lijkt, zal ze haar staart tot een S krullen en het puntje zal trillen. Ook vergroten haar pupillen en haar oren zijn strak op de vreemde gericht.
Als ze vijanden tegenkomt zal je kat zich zo groot mogelijk maken. Dit kan ze doen door haar rug te bollen, door haar staart- en rugharen overeind te zetten of door op de toppen van haar tenen te gaan lopen. Wanneer de kat een aanval plant of er een verwacht zal ze haar ogen, sluiten en haar oorschelpen plat langs haar kop leggen. Een laatste waarschuwing voor haar tegenstander is dat ze zich zijwaarts laat vallen; dan heeft ze haar klauwen vrij en kan ze toeslaan.
Vocale taal
Onder elkaar gebruiken katten niet vaak vocale taal, alleen tijdens de bronstijd, de paring en het moederschap speelt de stem een rol. Het geluid van een kat wordt gevarieerder en expressiever naarmate ze meer gesteld raakt op de mens.
In totaal zijn bij katten 16 verschillende geluidspatronen vastgesteld, die deels met gesloten bek, deels stemloos met geopende bek en deels stemhebbend met open bek voortgebracht worden.
Katten gaan blazen ter bescherming tegenover een vijand of als afschrikking tegenover een rivaal of opdringerige soortgenoot. Bedelen, klagen, zeuren en vragen doen zowel oude als jonge katten melodisch met hun klassieke gemiauw of met een variatie erop.
Brabbelen, murmelen en kirren doen katten om een partner te versieren of om de kinderen gerust te stellen als ze gevaar ruiken. Katten gaan snorren tegenover mensen om hen aan te zetten tot aaien.
Slapen
De kat slaapt het meest van alle zoogdieren, namelijk tot 20 uur per dag. Dit verschilt wel per leeftijd. Pasgeboren en oude katten slapen 20 uur per dag, maar bij de leeftijden daartussen slapen ze minder. De actieve perioden zijn het grootst bij krolse, geslachtsrijpe katten.
Van deze 20 uur zijn er echter maar maximaal 4 uur waarbij de kat ook echt in diepe slaap is. In de andere 16 uur blijft een deel van hun zintuigen altijd actief. Je kunt aan de houding van je kat wel zien of hij echt slaapt op rust. Als je kat in diepe slaap is ligt hij vaak op zijn poten en in een u-vorm. Als je kat rust zijn zijn poten vrij zodat hij gelijk weer kan opstaan als er iets mis is.
Na elke lange slaapfase rekt en strekt een kat zich om haar spieren weer soepel te maken en weer fut in haar lichaam te brengen. Ze staat geleidelijk op, maakt een kattenrug, strekt dan de voorpoten zo ver ze kan voor zich uit, maakt daarna dezelfde beweging met haar achterpoten, krult haar staart tot een dubbele S en schudt zich eventjes.
Wassen
Er zijn maar weinig dieren die zich zo grondig en hygiënisch wassen als een kat. Gemiddeld wast een kat zich namelijk tien keer per dag. Hiervan gebeurt het minstens twee keer echt grondig, en vaak volgens een vast patroon.
Een kat gaat er rechtop bij zitten, likt eerst de hals en de borst en reinigt daarna de voorbenen. Dan maakt ze haar voorpoten nat, zodat ze daarmee haar ogen, neus en wangen kan schoonmaken. Dan maakt ze haar voorpoten nog een keer nat en wast ze haar voorhoofd en oren. Daarna zijn de schouders en de rug aan de beurt.
Als dit klaar is gaat de kat op haar zij liggen en wast ze haar buik en daarna haar staart. Hierna zijn haar achterpoten en kont aan de beurt, deze krijgen extra aandacht.
Op warme dagen wassen katten zich ook vaker dan normaal, dit doet ze dan zodat de vochtige haren voor een beetje afkoeling zorgen met behulp van verdamping. Katten hebben namelijk geen zweetklieren en kunnen overtollige lichaamswarmte niet verliezen door te zweten.
Vriendschappen De mens kan een kat niet alles geven wat ze nodig heeft, een kat heeft ook behoefte aan soortgenootjes. Voor katten die alleen binnenshuis leven is het goed om een soortgenoot te hebben. Het is dan het beste om tegelijk twee jonge katten in huis te halen, het liefst uit hetzelfde nest. Die blijven dan vaak de rest van hun leven onafscheidelijk. Als je een kat hebt die al heel erg lang alleen is, is het waarschijnlijk niet zon goed idee om er ineens een andere kat bij te halen.
Vaak wordt gezegd dat honden en katten niet goed met elkaar overweg kunnen. Eigenlijks slaat dit nergens op, want uit ervaring is gebleken dat deze twee het juist uitstekend met elkaar kunnen vinden. Vooral als ze tegelijk in een gezin komen en al van jongs af aan samen optrekken kunnen ze onafscheidelijk worden. Als ze al volwassen zijn en dan nog bij elkaar komen wordt het lastiger, maar dan nog is het niet onmogelijk, zolang ze allebei maar de mogelijkheid hebben om elkaar uit de weg te gaan.
Grotere dieren zijn voor katten geen probleem, vaak besteed de kat daar geen aandacht aan. Dieren die net zo groot zijn als de kat zelf vormen een grotere bedreiging. De kans is dan ook kleiner dat de kat met die dieren bevriend zal raken.
Een volwassen kat zal een kleiner dier vaak als prooi zien, om daarmee bevriend te raken wordt dus moeilijk. Als een kat als kitten bij zo'n dier groeit is er wel de mogelijkheid dat de kat het dier als lid van de familie accepteert.
Katten zien de mens als een vriend, tenminste, als ze goed behandeld worden natuurlijk. Als de kat opgroeit zonder moeder, gaat hij de mens als vervanger accepteren. Als je kat als kitten zijn babydagen bij de mens doorbrengt, zal hij al gauw vertrouwd raken met je geur, je uiterlijk en je geluiden.
Als een kat de eerste 2 maanden niet in aanraking komt met mensen zal het iets langer duren voordat je kat went, maar uiteindelijk zal de kat de aandacht van de mens niet meer kunnen weerstaan.
Wanneer een kat na de eerste 4 maanden van zijn leven nog niet in aanraking met mensen is geweest, wordt hij als niet meer plaatsbaar beschouwd. Ze zullen waarschijnlijk schuw en halfwild blijven en in paniek raken als ze op de arm genomen worden.
BREDA - Dierenarts John Thielen uit Breda vindt het de hoogste tijd voor een waarschuwing: "Slakkengif is levensgevaarlijk voor honden en katten." Deze week stierf een van Thielens patiënten, een 6,5 jaar oude Duitse herder, die enkele uren daarvoor ernstig ziek was geworden na een avondwandeling met zijn baas.
Niet alleen Thielen pleit voor oplettendheid, ook andere dierenartsenpraktijken waarschuwen voor de risico's van de stof metaldehyde die in sommige merken slakkengif voorkomt.
Thielen heeft het sterke vermoeden dat het middel metaldehyde, bestanddeel van sommige soorten slakkengif en dat tevens in aanmaakblokjes zit, het dier fataal is geworden. De dierenarts zegt dat hij jaarlijks vier tot vijf sterfgevallen door metaldehyde in zijn praktijk heeft. En steeds in dit seizoen, als mensen gif tegen slakken gaan strooien en de barbecue veelvuldig gebruikt wordt.
"Als ik in de krant weer zo'n bericht lees dat er ergens een kattenhater of hondenmepper actief is, heb ik mijn bedenkingen. Ik denk dat het vaker de gifkorrels zijn dan de mens die de dieren fataal worden." Honden en katten vinden metaldehyde heerlijk, weet Thielen. Maar snel nadat ze het binnen hebben gekregen, treden ziekteverschijnselen op. "Eerst zie je dat het huisdier in paniek raakt. Dan gaat hij braken, krijgt diarree en hij wordt steeds suffer."
Andere verschijnselen: een epileptische aanval, samentrekken van de spieren, rode in plaats van roze slijmvliezen en een hoog oplopende lichaamstemperatuur."
Een antigif bestaat niet. Als de arts er snel bij is, kan de maag van het dier leeggepompt worden. Het hangt ook van de ingenomen hoeveelheid af hoe ernstig de gevolgen zijn. Thielen: " Veel mensen weten niet dat slakkengif dodelijk is en ik wil daar voor waarschuwen. Kijk op de verpakking of er metaldehyde in zit."
Alleenstaande bejaarden kunnen baat hebben bij een nieuwe vorm van "gezelschapsdier", zo blijkt uit een rapport van de Britse Royal Academy of Engineering. "Robotkatten" kunnen in zo'n situatie op verschillende vlakken nuttig zijn.In het rapport wordt onderstreept dat dergelijke "autonome huisdieren" zowel voor het vaak broodnodige gezelschap als voor medische en praktische ondersteuning kunnen zorgen. Daarenboven kunnen ze worden voorzien van sensoren waardoor ze als brandalarm kunnen dienen of een waarschuwingslichtje doen branden als er wordt gebeld of als de telefoon gaat. Volgens professor Will Stewart van de universiteit van Southampton, die meewerkte aan het rapport, "zijn de mogelijkheden van een dergelijke aanpak niet beperkt door de technologie, maar tot dusver wel door een gebrek aan belangstelling. Vanzelfsprekend gaat het hier niet om een volledig alternatief voor een kind dat regelmatig op bezoek komt, want voortdurende aandacht blijft het ideaal. Maar dat is in de praktijk moeilijk te realiseren." (BEH)
AMSTERDAM - Britse wetenschappers hebben op de Filippijnen een vleesetende plant ontdekt die hele ratten opeet.
De plant lokt de knaagdieren in zijn 'mond' waar de beestjes verteerd worden door enzymen. De plant is groen en rood en kan tot een meter dertig groot worden. Volgens wetenschappers is het de grootste vleesetende plant ter wereld. Het is een wonder dat hij nu pas ontdekt is, aldus botanist Stewart McPherson in The Sun.
McPherson en zijn team ontdekten de plant al in 2007 maar maakten het bestaan van de plant nu pas bekend in hun onderzoek.
David Attenborough
De wetenschappers noemden de plant naar Sir David Attenborough, een bekende Britse televisiemaker die veel bekroonde natuurdocumentaires gemaakt heeft. Attenborough liet de krant weten zeer vereerd te zijn.
Kijk hier voor een filmpje van de plant die een ratje verorbert.
Als soorten buiten hun natuurlijk leefgebied toch grond onder de voeten krijgen, ontpoppen ze zich soms tot ferme lastpakken voor de inheemse biodiversiteit. Zit ook daar Darwin voor iets tussen?
Ik ga op reis en ik neem mee een beetje biodiversiteit. Zolang de mens op aarde rondtrekt, zeult hij bewust - en vooral ook onbewust - dieren en planten met zich mee. Buiten hun natuurlijke verspreidingsgebied bakken de meeste soorten er niet veel van. Soms krijgen ze in vreemd gebied welvaste voet en blijven ze bescheiden aanwezig. Slechts in hooguit enkele procenten lukt de vestiging erg goed en verspreiden ze zich. Uitheemse soorten kunnen zich dan zelfs tot heuse plagen ontpoppen. Dat levert problemen op voor de inheemse biodiversiteit, maar soms ook voor landbouw of voor het beheer van waterlopen.
Internationale experts beschouwen de invloed van uitheemse biodiversiteit wereldwijd als een van de belangrijkste bedreigingen van de inheemse biodiversiteit. Waarom zijn soorten buiten hun natuurlijke verspreidingsgebied vaker lastpakken dan binnen hun areaal? Spelen ook hier evolutionaire veranderingen een rol? En op welke wijze maken ze het overleven van inheemse biodiversiteit moeilijk tot onmogelijk?
Nijlganzen en canadaganzen, halsbandparkieten, Amerikaanse stierkikkers, Aziatische lieveheersbeestjes, Amerikaanse vogelkers, Braziliaanse waternavel, Aziatische korfmossels en Kaspische slijkgarnalen. Een kleine greep uit het groeiende assortiment uitheemse biodiversiteit dat ook in België meer dan goed gedijt. Bovendien neemt het probleem de jongste jaren fors toe. De globalisering van onze economie is daar niet vreemd aan. Uitheemse plantensoorten maken ondertussen in meerdere landen al twintig procent of meer van de flora uit. Zaden reizen gemakkelijk mee. Maar ook het ballastwater van schepen brengt waterdieren en -planten van en naar alle uithoeken van de wereld.
Een van de schadelijkste soorten wereldwijd voor inheemse biodiversiteit is de rat. Die reisde met schepen mee naar vele eilanden. Eilandsoorten bleken niet opgewassen tegen deze allesetende rover. Eilanden rattenvrij houden is geen sinecure. Maar de uitheemse impact kan ook uit heel andere hoek komen. Zo zetten uitheemse regenwormen de bodemstructuur en ondergroei van Noord-Amerikaanse bossen op zijn kop. Dat maakt het voor enkele andere uitheemse planten bovendien gemakkelijker om die bossen binnen te dringen en in te palmen. Inheemse planten en dieren betalen het gelag.
Ingevoerde soorten kunnen geruime tijd bescheiden aanwezig zijn en dan plots in een hogere versnelling schakelen om hun omgeving in te palmen. Recente studies tonen dat dat gepaard gaat met snelle evolutionaire veranderingen. Uitheemse soorten veranderen in het nieuwe milieu van gedrag en bouw. Dat is bijvoorbeeld aangetoond voor Europese spreeuwen en fruitvliegen in Noord-Amerika.
In 1935 werd in Australië een giftige paddensoort ('cane toad') ingevoerd. Tientallen soorten inheemse slangen zagen de pad als een lekkernij, maar bezweken telkens door het gif. Dat heeft een flinke ravage veroorzaakt. Toch hoeft men een evolutionaire tegenzet vanuit de inheemse fauna niet uit te sluiten. Zwarte Australische slangen uit populaties met die giftige pad ontwikkelden resistentie na amper 23generaties. Een snelle tegenreactie lukt evenwel niet altijd. De introductie van de nijlbaars in het Victoriameer deed honderden inheemse vissoorten verdwijnen.
Uitheemse soorten kunnen ook op subtiele, maar tegelijk drastische wijze toeslaan, door kruising met inheemse soorten. Dan zitten natuurbeschermers helemaal met de handen in het haar.
Het leven op aarde ondergaat een stevige transformatie. Natuurlijke grenzen of barrières waren van oudsher belangrijk voor het ontstaan en de handhaving van biodiversiteit. De menselijke bedrijvigheid doetsteeds meer soorten die natuurlijke grenzen overschrijden. Het op grote schaal mengen van voorheen gescheiden levensvormen is in belangrijke mate onomkeerbaar en leidt tot minder biodiversiteit.
Hans Van Dyck is hoogleraar gedragsbiologie en natuurbehoud aan de Université Catholique de Louvain (UCL). In deze zomerserie kijkt hij naar onze biodiversiteit door de bril van Darwin.