Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
11-09-2010
IN BEELD. Ongewone vriendschap
IN BEELD. Ongewone vriendschap
photo news
Ze vormen een vreemd trio, orang-oetan Hanama en de broertjes Skukuza en Simh. De drie dieren hebben elkaar leren kennen in het dierenpark Myrtle Beach Safari in de Amerikaanse staat South Carolina. De grote aap babysit regelmatig op de kleine leeuwtjes, die maar net een maand oud zijn.
Experts vermoeden dat ze nog enkele maanden bevriend kunnen blijven, maar dat ze onherroepelijk uit elkaar zullen groeien. De leeuwen zullen na zes tot acht maanden te groot zijn voor Hanama.
Sommige dieren zijn niet echt moeders mooiste. Wij selecteerden dertien diersoorten die we misschien wel de lelijkste van onze planeet mogen noemen. Maar laat ons niet vergeten dat schoonheid binnenin zit. Bovendien maakt hun bizarre uiterlijk deze dieren net heel bijzonder.
4. Neusaap
5. Knobbelzwijn
8. Zeeduivel
11. Zeeolifant
12. Roodlippige vleermuisvis
13. Hyena
1. Californische condor In de lucht is de Californische condor een heel opmerkelijk dier. Hij lijkt uiterst gracieus als hij boven de canyons en woestijnen van de Amerikaanse westkust vliegt. Van dichtbij oogt de condor misschien iets minder mooi. Hij heeft een kale kop en dat blijkt heel handig voor een roofvogel. Zo zouden veren op zijn kop onder het bloed komen te zitten bij de jacht op grote prooien.
2. Blobvis Wat ons betreft de meest bizarre verschijning uit dit lijstje. De blobvis lijkt meer op een bol slijm dan op een vis. Maar in werkelijkheid is het uiterlijk van de blobvis een briljant concept. De vis leeft in heel diepe wateren en zijn puddingachtige lichaam maakt het mogelijk om ook in deze diepten - waar de druk enorm hoog is - te blijven drijven. Bekijk hier een foto van deze vreemde vis.
3. Naakte molrat Knaagdieren zijn al niet geliefd bij de meeste mensen en de naakte molrat zal door zijn uiterlijk niet meteen een uitzondering worden. De dieren leven onder de grond en hebben dus geen nood aan een goed zicht. Ook het gebruik van haren op hun huid heeft te maken met hun leefomgeving. Maar ook deze dieren beschikken over bijzondere eigenschappen. Zo kan de naakte molrat tot 30 jaar oud worden en het dier beschikt over een opvallende weerstand tegen kanker. Hier kan je een naakte molrat in volle glorie bekijken.
4. Neusaap Je hoeft niet lang naar de foto te kijken om te raden hoe deze aap aan zijn naam gekomen is. Een verkoudheid lijkt eens zo erg bij dit dier, maar niets is minder waar. Hoe groter de neus, hoe beter voor de neusaap. Vrouwtjes raken namelijk opgewonden door grote neuzen. De neuzen helpen de apen ook om waarschuwingsklanken uit te stoten.
5. Knobbelzwijn Het knobbelzwijn beschikt over een snuit zoals andere varkens, een wratachtige kromming aan het gezicht en zelfs manen die over hun rug lopen. Toch blijken ook deze dieren zich heel goed aangepast te hebben aan de wilde omgeving waarin ze leven.
6. De stermol De meest bizarre neus is misschien wel die van de stermol. De neus bestaat uit 22 aanhangsels die eigenlijk meer dienen om te voelen dan te ruiken. Alsof er vingers uit z'n neus groeien. Die dienen echter als sensoren die het voor de stermol mogelijk maken om zich onder de grond te bewegen. Aanschouw hier de stermol.
7. Vingerdier Het vingerdier leeft in Madagascar en heeft veel weg van een gremlin. Opvallend is hun heel sterk ontwikkelde middelvinger die ze gebruiken om in boomstammen naar insecten te graaien. En ze hebben er ook niet veel belang bij om er goed uit te zien, aangezien vingerdieren enkel 's nachts buiten komen. Hier vind je foto's van het vingerdier.
8. Zeeduivel We kennen deze vissoort vooral op culinair gebied. Hoewel de vis hoegenaamd niet lekker oogt, wordt hij wel veel gegeten. De zeeduivel lijkt zo grotesk dat men hem wel eens verward met de monniksvis, een fabeldier uit de mythologie.
9. Afrikaanse maraboe Van de ooievaar hebben we doorgaans een positief beeld, maar de Afrikaanse maraboe zien we toch liever geen baby afleveren. Het dier kan anderhalve meter hoog worden en tot drie meter breed zijn als het zijn vleugels uitslaat. Net als de condor heeft de maraboe geen veren op zijn hoofd, omdat het een bloeddorstige jager is die mogelijk zelfs een flamingo zou durven aanvallen.
10. Zeeolifant Deze zeehonden beschikken net als olifanten over een soort slurf. Daarmee maken ze een luid snurkend geluid, ideaal om hun territorium af te bakenen. Ze zijn ook ontzettend snel. Sommige zeeolifanten zouden sneller over het zand schuiven dan mensen kunnen lopen.
11. Hoefijzerneus Het lijkt eigenlijk een beetje alsof deze vleermuis tegen een hoefijzer is aangevlogen. Maar hun weinig aantrekkelijke uiterlijk maakt het mogelijk om geluidsgolven vlotter waar te nemen. Daardoor kunnen ze zich sneller voortbewegen.
12. Roodlippige vleermuisvis Zelfs lippenstift kan deze vissoort niet helpen. En al even vreemd als hun rode lippen is het feit dat de vis zich vaak al lopend over de bodem voortbeweegt. De vin dient vooral om prooien aan te trekken.
13. Hyena Misschien wel het bekendste dier uit de lijst. Het is dan ook geweten dat de hyena niet uitblinkt dankzij zijn uiterlijk. Maar hyena's beschikken ook over de nodige humor en staan bekend om hun lach. (gb)
Obesitas kan bepaalde ziekten verergeren en ook zelf aanleiding geven tot het ontstaan van het aantal aandoeningen. In het algemeen wordt aangenomen dat een combinatie van duur, graad van zwaarlijvigheid en de verdeling van het vetweefsel het risico bepalen.
Bij de mens spreekt men van een verhoogd risico voor de gezondheid wanneer het vetweefsel 30% van het totale lichaamsgewicht overschrijdt. Een normale volwassen hond heeft gemiddeld 22% vet.
Het is dus aan de dierenartsen en assistenten om de eigenaars te overtuigen door de gevolgen op lange en op korte termijn aan te tonen. Deze gevolgen op lange en korte termijn bij obese honden en katten zijn :
De dierenarts kan de diagnose van je hond of kat moeilijker stellen. Zoals bij het klinisch onderzoek zal de palpatie moeilijker verlopen alsook het overtollig vet zal de geluiden dempen van de stethoscoop.
Motorische problemen : bij extreem dikke honden is er een verhoogde frequentie van traumatische (ruptuur van de voorste gekruiste banden) en degeneratieve (degeneratieve gewrichtsletsels) orthopedische problemen. Arthrose en discushernia zouden rechtstreeks door overgewicht worden veroorzaakt. Het is zeker waar dat aandoeningen zoals heupdysplasie, en osteochondrosis minder last veroorzaken bij magere honden en dat op lange termijn meer arthrose optreedt bij dikke dieren. Katten met obesitas lopen drie keer meer risico op verlammingen.
Ademhalingsproblemen : bij extreem dikke dieren kan er een verminderd longvolume ontstaan en daardoor krijgt die minder zuurstof in het bloed. Dit leidt vaak tot dyspnee (kortademigheid) bij de minste inspanningen, mede tgv hogere lichaamsgewicht.
Hun vermogen tot inspanningen gaat dalen, zijn lui, zijn snel vermoeid (met dyspnee), hebben geen zin om te wandelen, kan vaak geen trappen meer doen of de zetel inspringen!
Cardiovasculaire problemen : bij honden ziet men een verhoging van de bloeddruk (hypertensie) die correleert met de graad van vetzucht en weer normaliseert bij gewichtsverlies.
Leverproblemen (kan men vaststellen bij een bloedonderzoek). Sedert jaren is in de U.S.A. bekend dat er bij extreem dikke katten een reëel gevaar bestaat bij vermageren voor plots ontstaan van hepatische lipidose, vooral bij sterk ondervoeden of anorexie. Daarom zal men dikke katten nooit meer dan 3% per week laten verliezen. Maar ook bij de hond ziet men vaak dat de levertesten (vooral alkalisch fosfatase en aspartaat aminotransferase) verhoogd zijn. Bij de behandeling van obesitas normaliseren de waarden zonder speciale behandeling van de lever.
Vruchtbaarheidsproblemen : bij teven kan de bronst achterwege blijven of ze vertonen een stille bronst. Bij de reu kan plasma testosteron verlagen ten gevolge van een verminderde capaciteit om de testes (teelballen) op een lagere temperatuur te houden. Dit heeft een verminderde leefbaarheid van de spermatozoïden tot gevolg.
Partusproblemen: door vertraagde partus (geboorte) en minder sterke weeën kan de placenta voortijdig loskomen en de foetus (pup of kitten) aan asfyxie (verstikkingsgevaar) sterven.
Endocriene problemen : te dikke katten hebben vier keer meer kans om diabetes mellitis te ontwikkelen dan magere katten. Obesitas kan leiden tot diabetes mellitis of het verergeren. Obesitas kan eveneens een verminderde secretie van groeihormonen door de hypofyse veroorzaken.
Overgevoeligheid tegenover warmte : honden gaan meer hijgen en zich ongemakkelijk voelen bij temperaturen waarbij zij normaal geen last hebben. Katten tonen dit minder.
Huidproblemen : dikke katten lopen ongeveer 40% meer kans op niet allergische huidaandoeningen dan katten met een normaal gewicht. Dikke mensen ontwikkelen vaker eczema in de huidplooien door excessief zweten, daar katten en honden geen zweetklieren hebben in de oksels en huidplooien speelt dit minder een rol, toch ziet men gelijkaardige letsels vb. thv de vulva.
Belangrijk voor de eigenaars is te weten dat het risico bij heelkundige ingrepen gaat verhogen! Een grotere lichaamsmassa vraagt een grotere dosis anestheticum, maar het metabool actieve deel van het lichaam is vooral het magere lichaamsweefsel. Hierdoor wordt de grens tussen doseren en overdoseren zeer klein. Daarbij komt dat bij sommige zeer dikke dieren de afbraak van het anestheticum vertraagd wordt vanwege een aangetaste leverfunctie. Technisch worden operaties ook bemoeilijkt door de grote vetmassas die kunnen aanwezig zijn vb. in het abdomen (buik). Er bestaat ook een verhoogd risico van wonddehiscentie (terug opengaan van operatiewonde) en wondinfecties.
Minder weerstand tegen infecties : vanwege een veranderde cellulaire immuniteit hebben muizen een verminderde weerstand tegenover infecties. Bij de hond heeft men ook een verminderde weerstand opgemerkt tegenover bepaalde infecties (o.a. hondeziekte en Salmonella)
Constipatie (verstopping) : vaak ziet men constipatie bij zeer dikke dieren, waarschijnlijk vanwege de aard van hun voeding die toch vaak vezelarm is. Periodes van constipatie worden soms afgewisseld met periodes van diarree.
diagnose en behandeling van obesitas
diagnose
De diëtiste zal een klinische diagnose stellen en deze omvat drie elementen :
1. Wegen
De diëtist vergelijkt het lichaamsgewicht met vorige keren dat het dier gewogen werd, en met de rasstandaarden.
2. Visuele evaluatie
Een visuele evaluatie van een dier geeft heel wat aanwijzingen over de lichaamsconditie. Van bovenuit bekeken moet een dier een zandloper vorm hebben, en de flanken moeten onmiddellijk achter de laatste rib invallen. Wij gaan ook het profiel van je hond bekijken want opzij bekeken moet het abdomen duidelijk zijn opgetrokken. De afwezigheid van de typische zandlopervorm, een waggelende gang en sloomheid wijzen op obesitas.
3. Body Condition Score (BCS)
BCS moet gebeuren bij alle dieren die worden aangeboden in de kliniek. Het lichaamsgewicht zonder BCS zegt onvoldoende. De diëtiste gaat de lichaamsconditie van je hond evalueren door het toekennen van een score van 1 tot 5. Een score 3 is optimaal, 4 is te dik en 5 is obees.
Dit is een BCS 4, te dik......
Dikke honden met een BCS van 4 hebben meestal ongeveer 30% vet. De kat heeft minder vetaanzet aan de staartbasis dan de hond. Het schouderblad en de ribben zijn de beste plaatsen om de kat te testen.
Een combinatie van klinisch onderzoek met BCS, tabellen met optimale lichaamsgewichten, en gegevens over het lichaamsgewicht op het ogenblik dat het dier pas volwassen werd maakt het mogelijk voor de diëtiste om op een nauwkeurige en objectieve wijze een diagnose te stellen en een streefgewicht te bepalen voor de behandeling.
Behandeling
Hoe word je hond of kat nu behandeld in de kliniek?
Ziekten die predisponeren tot obesitas moeten eerst worden uitgesloten, en behandeling met geneesmiddelen die aanleiding kunnen geven tot verhoogde eetlust of verminderd gewichtsverlies gaat de dierenarts stopzetten tenzij dit echt noodzakelijk is voor je huisdier.
De behandeling van obesitas omvat 3 aspecten die elk hun belang hebben :
1. Psychologisch aspect
Om succes te hebben moet obesitas aangepakt worden als een ziekte. Eerst en vooral zal de diëtiste de eigenaar en alle leden van de familie ervan overtuigen van het nut van de behandeling en ze vootbereiden om mee te helpen. Hierbij gaan we concrete richtlijnen volgen. De diëtiste zal je helpen om de vermageringskuur vol te houden door concrete en duidelijke instructies mee te geven over het type en hoeveelheid voer, aantal maaltijden en tijdsduur van de behandeling. Een vermageringskuur is een ernstige behandeling en mag niet onderschat worden. Een hond van 12 kg moet tenminste 10 dagen volledig vasten om 1 kg vet te verliezen. Daarom is het belangrijk om alle aspecten van de behandeling gelijktijdig toe te passen en strikt te respecteren. Het verwaarlozen van één van deze drie aspecten kan het succes van de behandeling in het gedrang brengen.
2. Dieet zelf
De diëtiste zal een berekening maken aangepast aan jouw huisdier.
Een goed vermageringsdieet voldoet aan 3 kenmerken:
1) Energiedichtheid: De beste manier om de energiedichtheid van een voer te verminderen is het vetgehalte te verminderen.
2) Verzadigingsgevoel: Dit kan bereikt worden door de samenstelling van het voer, de frequentie van voederen en de manier van voeren. De beste manier om te vermijden dat een hond aan tafel komt bedelen is door de hond te voeren nadat de eigenaar heeft gegeten, dit stelt de hond op een lager hiërarchische plaats t.o.v. de eigenaar, waardoor het dier minder geneigd is voedsel te gaan opeisen. Het is ook belangrijk om op dezelfde tijdstippen te eten. Het respecteren van deze twee vuistregels helpt ook bij het overschakelen op een nieuw voer, en kan ook bij andere gelegenheden toegepast worden.
3) Evenwichtige voeding: Een goed geformuleerd dieet helpt om de vermagering beter te laten verlopen en het risico op verwikkelingen te voorkomen. Zo moet ernaar gestreefd worden om vetweefsel te verliezen met behoud van de spiermassa. Een goed vermageringsdieet moet daarom voldoende rijk zijn aan eiwit, en de gepaste gehalten mineralen en vitaminen bevatten. Indien je als eigenaar absoluut snacks wil geven, moet men strikt bepalen hoeveel snacks kunnen gegeven worden. Een andere benadering is als de diëtiste een droog vermageringsdieet voorschrijft en de berekende totale dagelijkse hoeveelheid aantal korrels apart houden als snack. De aantrekkelijkheid van snacks voor het dier ligt niet in de smakelijkheid, maar in het feit dat het aandacht krijgt en in het spel-element (zie gedrag).
3. Lichaamsbeweging
Zoals eerder aangehaald is het héél belangrijk dat je je hond uitlaat! Hierbij zal het energieverbruik door spieractiviteit stijgen en door het energieverbruik zal het basaal metabolisme verbeteren. Beide effecten resulteren in een verhoogd energieverbruik echter zonder dat daarom het hongergevoel en de voederopname worden gestimuleerd. Bij zeer dikke dieren moet de activiteit zeer geleidelijk worden opgedreven.
Hoe gaat de diëtiste te werk?
Eerst en vooral wordt de eigenaar overtuigd van de voordelen van gewichtsverlies tegenover de risicos van extreme zwaarlijvigheid.
Het optimale gewicht wordt bepaald van de hond of kat.
Het metabole gewicht wordt berekend o.b.v. het streefgewicht
De Daily Energy Requirement (DER) wordt berekend o.b.v het optimale gewicht
Een specifiek voeder wordt uitgekozen voor je huisdier. Indien gelijktijdig andere aandoeningen aanwezig zijn, zal de keuze van het voer hieraan worden aangepast.
De dagelijkse hoeveelheid voer wordt berekend.
Mogelijke snacks worden besproken, vb. voor het geven van de medicatie.
Het wekelijks gewichtsverlies wordt berekend.
De duur van de behandeling. Hierbij wordt ook een afspraak gemaakt voor een volgend bezoek omdat de hond op regelmatige tijdstippen moet terugkomen. Dit laat toe de behandeling te evalueren en eventueel bij te sturen.
Preventie van obesitas
Preventie van obesitas is natuurlijk de beste behandeling. De eigenaar moet op de predisponerende factoren voor obesitas gewezen worden. Risicogroepen moeten preventief op een aangepast voer gezet worden.
Vooral op jeugdige leeftijd is het belangrijk zwaarlijvigheid te vermijden. Het aantal vetcellen ligt reeds op jonge leeftijd vast, indien pups te kampen hebben met overgewicht, zal het aantal vetcellen hoger zijn en zullen zij later dus makkelijker problemen hebben met overgewicht.
Als eigenaar is het belangrijk om zoveel mogelijk snacks te vermijden en de activiteit van je hond te stimuleren.
dierenkliniek Causus - Oudenburg (Belgium)
correctie op vorige mail: Dierenkliniek Causus, Oudenburg ligt wel degelijk in België
Er zit 's ochtends een poesje voor de deur? Of er loopt al enkele dagen een onbekende hond in je straat? Wat doe je met zo'n weggelopen dier?
1) Heb je een weggelopen hond gevonden in je buurt? Ga dan op zoek naar een eventuele tatoeëring, meestal in de oren, de lies of op de buik. Zo kom je achter de identiteit van het dier.
2) Is het dier niet getatoeëerd? Klop dan aan bij de dierenarts. Die checkt met een microchiplezer of er ooit een microchip werd aangebracht. Ook op die manier kan je de eigenaar snel terugvinden. Het nummer van de microchip of van de tatoeëring staat in een nationaal register, samen met de gegevens van het baasje.
3) Vind je helemaal geen identificatiegegevens? Dan wordt het een moeilijke zoektocht. Neem dan maar beter contact met de lokale politie en dierenasiels.
4) De kans is groot dat de eigenaar al op zoek is naar zijn huisdier. Spreek wat mensen in de buurt aan over het gevonden dier. Je kan ook bij de dierenarts of in de lokale winkels een berichtje op het prikbord hangen.
5) Als je na lang zoeken geen eigenaar hebt gevonden, dan kan je eventueel zelf het dier adopteren. Je moet wel 45 dagen wachten voor je het dier op jouw naam mag laten registreren.
6) Word jij de nieuwe eigenaar? Ga voor de veiligheid de afkomst van het dier na en laat een dierenarts je nieuwe kompaan grondig onderzoeken. Zo ben je zeker dat je een gezond dier in huis neemt.
Notenkraker verzamelt dennenappels op 3.000 schuilplaatsen en weet ze allemaal nog liggen
Eeuwenlang dacht de mens dat dieren zuiver op instinct leefden. Gaandeweg ontdekten wetenschappers dat er ook slimme dieren bestaan en nu zijn er zelfs biologen die een aantal dierensoorten onderscheidden die soms intelligenter zijn dan de mens. Zo verzamelt de notenkraker tot 3.000 dennenappels op allemaal verschillende schuilplaatsen en hij weet ze allemaal nog liggen. Dat meldt Bild. Een greep uit het rijke aanbod.
Hier een andere soort notenkraker: de slimste onder de vogels.
Dolfijnen hebben tot vijf keer meer hersenen dan het gemiddelde.
Kikkers behoren dan weer tot de dommere diersoorten: te weinig hersenen voor te veel massa.
Papegaaien, dolfijnen, olifanten en mensapen zijn de bekende slimme dierensoorten. Dat een hond een slim beest is, wisten we ook al. Het dier leert heel snel een aantal kunstjes en hij herkent ook gauw een aantal gedragspatornen van zijn baasje. De leiband uit de kast halen, maakt hem al gelukkig, want dan weet hij dat er een tochtje op til is. Dat is geconditioneerd dierengedrag, maar het gaat dus veel verder, zelfs het menselijke petje ver te boven.
Snavelverlenging Neem nu de notenkraker (de vogel dan, niet het tuig). Hij verzamelt tot 3.000 dennenappels en allemaal op verschillende schuilplaatsen. Die heeft de vogel nodig om de winter door te komen en hij weet ze allemaal nog liggen. In de lente wendt de notenkraker ze aan als reservevoorraad. Verbazingwekkend. Dan zijn er de Nieuw-Caledonische kraaien. Ze gebruiken een tak als snavelverlenging om aan vlees te geraken dat in een hol stuk hout steekt (zie foto onder het artikel).
Domme kikkers En wat bepaalt nu het intelligentieniveau van een levend wezen? Dat is de verhouding tussen de grootte van het lichaam en de omvang van de hersenen. Hoeveel massa de hersenen moeten controleren en sturen, is van cruciaal belang. Daarom staan gewervelde dieren, zoogdieren en vooral vogels vaak hoog op de intelligentieladder, want ze hebben veel hersenen voor weinig lichaamsgewicht. Dolfijnen, traditioneel erkend als zeer slimme dieren, spannen op dit vlak de kroon, want ze hebben vijf keer meer hersenen dan gemiddeld in verhouding met hun grootte. Vissen en kikkers zijn dan weer vrij dom om die reden.
Actieradius Naast de intelligentie speelt de creativiteit een grote rol en die wordt dan weer bepaald door de actieradius van een levend wezen. Des te groter het gebied is dat een dier bestrijkt, des te slimmer het is. Dieren die hun omgeving gaan verkennen en willen begrijpen hoe alles werkt, ontwikkelen letterlijk meer hersenen. (kh) BRON : HLN
Elk jaar sterven honderden miljoenen vogels doordat ze tegen een raam opklappen. Een Duits bedrijf komt nu met een min of meer natuurlijke oplossing. Samen met wetenschappers ontwikkelde het glas met een patroon dat UV-licht reflecteert: voor mensen onzichtbaar, maar voor vogels een overduidelijk signaal: doorgaand verkeer gestremd.
Raam met UV-patroon. Foto: News.discovery.com
Het idee is oorspronkelijk afkomstig van een hele slimme spinnensoort. Deze voorziet zijn web van een UV-reflecterend zijde en voorkomt zo dat vogels door het
web heen vliegen en het stuk maken.
Wetenschappers van het Max Planck Instituut voor Vogelkunde testten het glas. Ze verzamelden negentien verschillende soorten en lieten ze via een tunnel richting het speciale glas vliegen. Van de 108 vogels mijden 82 exemplaren het glas.
Volgens de onderzoekers zorgt dit speciale glas voor 75 procent minder botsingen. Daarmee lijkt dit een goede uitvinding! Grote vraag is natuurlijk: gaan de ramen aanslaan? Zou u ze aanschaffen?
Duitse wetenschappers zijn erachter gekomen hoe natuurlijke antivries vissen in koude wateren beschermt. Dankzij de natuurlijke antivries blijven de vissen in leven en bevriezen ze niet. Een antivriesproteïne in het bloed van bepaalde vissen beïnvloedt de watermoleculen, waardoor alles vloeibaar blijft en niet gaat klonteren.
Een temperatuur lager dan -1,8 graden Celsius zou voldoende moeten zijn om een vis te bevriezen. -0,9 graden Celsius is namelijk het vriespunt van vissenbloed. Toch kunnen vissen in koude wateren deze lage temperaturen gemakkelijk overleven. Vijftig jaar geleden ontdekten wetenschappers speciale proteïnen met een antivrieswerking. Deze antivriesproteïnen werken beter dan de antivries in uw auto, maar hoe? Dat was tot nu toe een grote vraag.
Een team van Duitse wetenschappers heeft met een speciale techniek, terahertz spectroscopie, het onderliggende mechanisme onderzocht. Normaal dansen watermoleculen continu om elkaar heen, maar door de antivrieseiwitten verandert de discodans in een menuet, aldus professor Martina Havenith.
Het antivrieseffect ontstaat niet door een moleculaire binding tussen eiwitten en het water. Alfa-foetoproteïnen verstoren het water over een lange afstand. De dans wordt aangepast, waardoor water niet kan kristalliseren.
Er komt een dag dat je afscheid moet nemen van je huisdier. Naast verdriet om het vertrek van je trouwe kompaan moet er op zulke momenten ook aan de praktische kant gedacht worden. Mag je je huisdier zomaar begraven? En wat zijn de andere mogelijkheden? 1) Als je je hond of kat dicht bij je wil houden, kan je hem in je tuin begraven. Maar om je huisdier te begraven moet je steeds navragen bij de gemeente wat hiervoor de wettelijjke voorschriften zijn. Huisdieren van minder dan 10 kg mogen doorgaans in de tuin begraven worden. Maar je huisdier mag dan niet aan een op mensen overdraagbare ziekte leiden.
2) Je kan je huisdier ook naar een dierencrematorium brengen. Daar kun je op een waardige manier afscheid nemen van je trouwe vriend. De as kan je meenemen naar huis in een urne. De crematie kost wel wat geld. De gemiddelde prijs varieert tussen de 150 en 300 euro.
3) Een andere mogelijkheid is een dierenbegraafplaats. Maar die zijn er in Vlaanderen nauwelijks te vinden.
4) Als je niet echt een specifieke wens hebt voor je huisdier, dan kan je je hond, kat of ander dier bij de dierenarts laten. In de praktijk betekent dit dat je huisdier naar een villingsbedrijf gaat.
5) Heb je behoefte om je huisdier nog dagelijks te groeten? Dan kan je het laten opzetten. Een taxidermist schenkt je huisdier op die manier het eeuwige leven. Het is belangrijk dat het lichaam snel in de koeling gaat. De prijs is afhankelijk van de grootte van het dier en jouw wensen.
6) Op het internet kan je een afscheidsboodschap aan je overleden dier nalaten. Dierenrechtenorganisatie Gaia heeft daarvoor een website opgericht. Elke dierenliefhebber kan er gratis een afscheidspagina aanmaken voor zijn overleden huisdier.
Hoe zien mensen hun huisdier? Als een eigen kind of als dier? Uit een nieuw onderzoek blijkt dat dit afhankelijk is van waar mensen zijn opgegroeid. Kinderen uit de stad zien hun hond of kat op latere leeftijd eerder als een kind dan plattelandskinderen. Plattelandskinderen kunnen later een beter onderscheid maken tussen mensen en dieren.
Zo zien mensen in kleine dorpen huisdieren gewoon als dieren, zegt onderzoeker David Blouin. Zij zijn vaak opgegroeid met verschillende soorten dieren om zich heen: huisdieren, boerderijdieren en wilde dieren.
Eén ding is zeker: wie een kind krijgt, kijkt anders naar zijn of haar huisdier. Als u kinderen krijgt, heeft u minder tijd voor uw huisdier, zegt Blouin. Daarnaast verandert de visie van mensen die hun huisdier zien als eigen kind. Als ze zelf een menselijk kind krijgen, dan zien zij hun hond of kat weer als dier.
Mensen die hun huisdier als kind zien, zijn vaker bereid om dure operaties te betalen. Zij gaan ook vaker naar de dierenarts. Wie zijn huisdier als dier ziet, kiest eerder voor een spuitje om het dier in te slapen.
Huisdieren zijn niet alleen leuke speelkameraadjes. Wist je dat ze ook uitstekend zijn voor onze gezondheid? Vooral katten en honden. Ze zijn goed voor lichaam én geest! 1) Aaien is gezond! Het is zo ontspannend dat het de stressgerelateerde hormonen in je bloed tegengaat. Heb je een kat in huis en aai je het diertje vaak? Je bloeddruk en de kans op hart- en vaatziekten daalt daardoor aanzienlijk.
2) Wil je niet alleen fit zijn in je hoofd, maar ook een goede conditie hebben? Neem dan een hond in huis. Door de wandelingen met je hond krijg je extra beweging, en dat houdt je lichaam in vorm. Ook je geest ontspant door regelmatig een blokje om te gaan met je huisdier.
3) Huisdieren maken je socialer. Door met de hond te wandelen, vergroot je de kans op sociale contacten. Vooral dan met andere hondenliefhebbers. Sociale contacten zijn ongetwijfeld goed voor je welzijn.
4) Wie wat ouder wordt, kan last krijgen van het legenestsyndroom. Voor wie moet je zorgen nu je kinderen het huis uit zijn? Met een huisdier bezig zijn, vult die leegte tot op zekere hoogte op en geeft je het gevoel dat je nodig bent.
5) Ook voor kinderen is het goed om een huisdier te hebben. Ze leren voor iemand te zorgen en hebben aan hun hond of kat een trouwe vriend. Kinderen praten soms makkelijker met hun huisdier en kunnen op die manier hun hart luchten.
6) Zelfs voor je relatie is een huisdier een voordeel. Het schept een band tussen jou en je partner, je hebt samen iets om over te praten of om voor te zorgen.
Een tuin vol kleur en leven is toch net iets gezelliger. In de zomer helpen vlinders een handje om wat sfeer te brengen. Met deze tips lok je de gevleugelde diertjes naar je tuin. 1) Heb je een tuin vol bloemen? Goed, want vlinders fladderen van bloem tot bloem voor nectar. De vlinderstruik, koninginnenkruid en lavendel zijn echte lokplanten. Staan in je tuin alleen maar verdorde planten, dan is de kans groot dat de vlinder naar de buren gaat.
2) Toch moet je van je tuin geen alpenweide vol geurende bloemen maken. Als je tuin wat strakker is aangelegd kan je een klein bloemenperkje voorzien als afwisseling.
3) Vlinders zijn niet enkel fleurige fladderaars die leven brengen in de tuin, ze zijn ook nuttig. Als ze op zoek zijn naar nectar bezoeken ze vele bloemen en brengen ze stuifmeel over van de ene bloem naar de andere en helpen zo je planten bestuiven. Je kan deze voeding ook als lokstof aanbrengen op plaatsen waar je graag wat vlinders hebben wil.
4) Staan er wat fruitbomen rond je huis? Dan heb je vast al heel wat vlinders voorbij zien fladderen. Laat de appels of peren die van je fruitbomen gevallen zijn op de grond liggen. Vlinders zijn er gek op.
5) Vlinders zijn koudbloedige dieren. Ze hebben de zon nodig om op te warmen. Planten in de zon zullen dus weinig bezoek van ze krijgen. Alleen als het echt te warm is, zoeken ze schaduwplekjes op.
6) Vlinders vinden hun weg door herkenningspunten. Heb je een perkje met maar één soort plant in, dan zijn de vlinders het noorden kwijt. De diertjes houden meer van een gevarieerd aanbod.
7) Ruim je tuin nooit op voor de winter. Eitjes, rupsen en poppen zitten tussen planten, uitgebloeide stengels, onder dorre bladeren, in het gras of in de grond. Overwinteren in een kale tuin is voor de vlinder geen optie.
In de zomer kan het wel eens heel warm worden. Als het dan ook een paar dagen niet regent, heb je het gevoel dat je nergens meer kan afkoelen. Zwemmen is dan het enige dat enigszins verfrissing biedt. Denk tijdens zon hittegolf ook aan je dieren. Zij hebben het vaak nog lastiger dan jou.
Algemeen In de zomer is er één regel die bij alle dieren geldt: voorzie voldoende (fris) water. Dat is van levensbelang bij zowel konijnen, katten, honden, schapen, paarden, kippen als vissen.
Vissen Door hoge temperaturen komt er minder zuurstof in het water van je vijver. Dat komt omdat meer zuurstof gaat naar de afbraak van bacteriën die door de warmte sneller vermenigvuldigen. Weinig zuurstof in het water is nadelig voor je vissen, want zij hebben die zuurstof nodig om te overleven. Als je merkt dat je vissen wel heel veel naar de oppervlakte komen om adem te happen, dan kan dat een teken zijn om in te grijpen. Een fonteintje is een eenvoudige oplossing voor je probleem omdat dat turbulentie en zuurstof in het water brengt. Tegenwoordig heb je heel goedkope modellen die je gemakkelijk kan installeren.
Konijnen Zitten je konijnen in een hok, dan moet dat hok in de schaduw staan, want konijnen kunnen moeilijk afkoelen door hun dikke vacht. Leven je konijnen in een ren, dan voorzie je beter schaduwplekjes. Je zal zien dat ze daar languit zullen liggen op warme dagen. Let vooral op bij zwaardere konijnen en bij grote rassen zoals de Franse langoor en de Vlaamse reus: zij hebben het extra moeilijk tijdens warme periodes.
Schapen Op voorhand zou je je schapen moeten beschermen tegen hitte door ze te scheren. Hun dikke winterwol kunnen ze wel missen tijdens een warme zomer. Als je je schapen in de zomer nog moet scheren, dan doe je dat beter niet in de volle zon. Ze zouden kunnen verbranden. Schapen hebben ook schaduwplekjes nodig in hun weide. Heb je geen bomen, dan kan je oude parasols gebruiken.
Honden Honden en vooral de oudere exemplaren, kunnen het enorm moeilijk hebben met warmte en hitte. In een warme auto of bij activiteiten waarvan ze het heel warm krijgen, zal een hond de hitte te lijf gaan door te gaan hijgen. Bij veelvuldig hijgen irriteert zijn keel en krijgt hij een zuurstoftekort. Als de lichaamstemperatuur dan ook blijft stijgen, kan dat na een tijdje fataal worden voor je trouwe viervoeter. Herken oververhitting dan ook op tijd. Hijgen, kwijlen, braken en (bloederige) diarree zijn allemaal tekenen aan de wand. Om dat te voorkomen, voorzie je beter een koele en schaduwrijke plek voor je hond. In de tuin kan dat ergens onder een boom zijn, in huis is dat misschien de koele berging of een donkere achterkamer. Een hond die langdurig blootgesteld wordt aan zonlicht kan ook verbranden. Hou je hond dus niet te lang in de volle zon, zeker niet tussen 10 en 16 uur. Vooral lichtgekleurde en kortharige honden kunnen daarvan last ondervinden.
Katten Katten hijgen net als honden als ze het te warm krijgen. Toch zie je katten niet zo vaak hijgen als honden. Dat komt omdat ze grote hitte goed kunnen verdragen. Je ziet zelfs dat ze die warmte opzoeken. Als ze het echt te warm krijgen, gaan ze zelf een koel plaatsje opzoeken. Het feit dat ze overdag niet zo heel veel doen en voornamelijk slapen, maakt de warmte ook iets draaglijker. Let goed op bij kittens, oudere, dikkere en langharige katten. Zij ondervinden het meest last van warme dagen.
Kippen Kippen kunnen een beetje zon af en toe best wel gebruiken, maar ze houden er niet van om een hele dag te braden in de volle zon. Bij te hoge temperaturen laten ze er zelfs het leven bij. Schaduwplekjes in hun ren zijn dan ook heel erg belangrijk. Probeer ook hun hok in de schaduw te plaatsen.
Paarden Paarden en ponys kunnen tegen hitte. Althans in rust en als het niet te vochtig is. Wil je met je paard gaan rijden op extreem warme dagen, dan kan het dier al snel heel warm krijgen en overal beginnen te zweten. Is het erg vochtig, dan zal dat zweet niet kunnen verdampen en kan je paard dus niet afkoelen. Het zal alleen vocht verliezen. Het is dus beter je paard of pony in de schaduw te houden op warme dagen. Lichtkleurige paarden, zoals schimmels, kunnen zelfs verbranden in de zon. Zweetdekens zijn af te raden omdat ze wel het zweet opvangen, maar het paard niet de kans geven af te koelen.
De waterspitsmuis is een fors gebouwde spitsmuis (kop-romplengte 70-105 mm, gewicht 9-25 g en staartlengte 45-77 mm) met een donkere tot zwarte bovenzijde en een witte buikzijde. Achter de oren is vaak een witte vlek te vinden. Regelmatig worden volledig zwarte (melanistische) exemplaren aangetroffen. Aan de onderzijde van de staart bevindt zich een rij stijve borstelharen. De waterspitsmuis heeft, net zoals de beide bosspitsmuizen en de dwergspitsmuis, roodgekleurde tandpunten.
De waterspitsmuis komt voor in waterrijke biotopen met een rijke oevervegetatie en structuurrijke, zacht glooiende oevers. Niet al te steile beekoevers, oevers van vijvers en meren, kwelzones, overstromingszones van grote rivieren, moerassige gebieden en rietkragen vormen in Vlaanderen het biotoop bij uitstek van deze soort, die ook wel 'de otter onder de spitsmuizen' wordt genoemd. In Noord-Europa en Groot-Brittannië is de binding met water minder sterk en worden waterspitsmuizen ook aangetroffen in loofbossen, houtkanten, (vochtige) graslanden, graanakkers en maaiselhopen.
Net als de andere spitsmuizen eet de waterspitsmuis vooral ongewervelden, maar ook kleine visjes. Waterspitsmuizen zijn goede zwemmers en zoeken hun voedsel in het water. Aquariumexperimenten toonden aan dat ze vooral vissoorten vangen die zich bij onraad tegen de bodem drukken. Andere prooien die in het water worden gevangen zijn kokerjufferlarven, steenvliegenlarven, waterpissebedden (Asellus sp.), vlokreeftjes (Gammarus sp.) en mosselkreeftjes, maar ook kikkervisjes en salamanders. Kikkers worden enkel gegeten als de omstandigheden slecht zijn. Afhankelijk van de omstandigheden, het voedselaanbod en de aanwezigheid van concurrerende spitsmuissoorten, wordt een deel van het voedsel op het land gevangen (o.a. vliegen en muggen, slakken, regenwormen, kevers, spinnen en pissebedden).
Meer info over de ecologie van de waterspitsmuis vind je hier
Zebravinken leren hun liedje van hun vader en hun hersenen zijn daarbij ook actief tijdens het slapen. Dat is een nieuwe aanwijzing dat het leerproces overeenkomt met de manier waarop kinderen leren spreken, beweren biologen van de Universiteit van Utrecht.
De ontdekking heeft grote gevolgen voor het begrip van de hersenprocessen bij leren en geheugen. Bij jonge kinderen die leren spreken, is er verhoogde activiteit in een vergelijkbaar deel van het brein als bij dat van jonge zebravinken. Bovendien leren kinderen taal beter als ze daarbij een dutje kunnen doen. Door de Utrechtse ontdekking kunnen wetenschappers nu mogelijk beter begrijpen welke rol slaap speelt bij de vorming van geheugen.
In 2007 toonden Sharon Gobes, Thijs Zandbergen en Johan Bolhuis al aan dat de manier waarop zebravinken hun liedjes leren veel lijkt op hoe kleine kinderen leren praten. In beide gevallen vindt het leren plaats in de vroege jeugd en ontstaat de zang of spraak pas na veel oefenen. Ook wordt bij beide leerprocessen een ander hersengebied aangesproken dan bij het praten en zingen zelf. Nu blijkt bovendien dat -net als bij kinderen- het brein van de jonge zebravink ook actief is tijdens het slapen. Daarmee zijn jonge zangvogels een goed model om de rol van slaap bij het leren van spraak te bestuderen. (belga/svm)
Hitte: ook dieren lijden onder tropische temperaturen
Deze tekst stond vanmorgen op het persagentschap Belga :
Hitte: ook dieren lijden onder tropische temperaturen
De dierenwelzijnsinspecteurs van de federale overheidsdienst Volksgezondheid kregen de afgelopen warme dagen een groot aantal klachten te verwerken over dieren die in de hitte in de weide staan. Deze stijging van het aantal oproepen is een jaarlijks terugkerend fenomeen bij extreme weersomstandigheden, zoals grote hitte en felle kou, laat de overheidsdienst in een persmededeling weten.
Net als mensen kunnen ook dieren die bij zeer hoge temperaturen buitenstaan, last krijgen van de warmte. Het is belangrijk dat deze dieren over schaduw kunnen beschikken, zegt de dienst Dierenwelzijn van de FOD Volksgezondheid. Een aangepast schuilhok in de weide of natuurlijke bescherming van bomen, hagen of struiken kan voldoen. Een nadeel van natuurlijke beschutting is echter dat deze vaak stekende insecten huisvesten en de dieren zo voor een dilemma plaatsen. Dieren die in een weide zonder schaduw staan, worden best binnengehaald of verplaatst naar een andere locatie. "Het is bovendien heel belangrijk dat de dieren beschikken over vers drinkwater, want ook zij moeten voldoende drinken bij warm weer", aldus de dienst. Ook huisdieren kunnen last hebben van de warmte. De dienst Dierenwelzijn vraagt om ook voor hen een beschutte plaats en voldoende drinkwater te voorzien. "Het opsluiten van een hond in een ongeventileerde auto is helemaal uit den boze." Specifiek voor paarden werkt de Raad voor Dierenwelzijn in opdracht van minister Onkelinx aan voorschriften voor het houden ervan op weiden, precies omdat voor deze diersoort de meeste klachten ingediend worden. De voorschriften worden dit najaar gepubliceerd.
Waterschildpadden zijn niet de meest rumoerige huisdieren. Tenzij ze paren of een longontsteking hebben, hoor je ze zelden. Hoe weet je dan wat je schildpad je wilt vertellen? Hou gewoon zijn lichaamstaal in de gaten. 1) Probeert je schildpad voortdurend tegen de wand van het terrarium op te klimmen? Dan wil ze liefst naar andere oorden en is haar plekje misschien niet zo geschikt. Maak je echter geen zorgen als ze dit in een nieuw terrarium doet, in dat geval onderzoekt ze gewoon haar nieuwe huisje.
2) Als je een vrouwelijke schildpad in huis hebt die wat nerveus haar domein aftast, dan is ze misschien op zoek naar een plaats om eieren te leggen.
3) Ook als je schildpad als een gek begint te graven zijn er wellicht eitjes op komst. Maar het kan ook zijn dat hij of zij op zoek is naar wat verkoeling in de grond.
4) Strekt de schildpad haar poten uit met de kop naar voren? Geen paniek, ze houdt dan een zonnekuur onder de warmtelamp. Als ze er te lang en te vaak gaat onder liggen, moet je wel checken of ze niet ziek is.
5) Schildpadden kunnen ook rechtop staan. Met hun hoofd in de wolken! Dat is een teken dat ze hun omgeving volop willen verkennen.
6) Trekt ze haar kop en poten in? Dan is ze bang. Je laat haar dan ook beter met rust.
7) Ook van wroeten in het grind moet je je niks aantrekken. Je huisdier zoekt naar voedsel. Of in een enkel geval kan het ook zijn dat ze geschrokken is en bescherming zoekt in het grind.
Dier en gezondheid: houdt u van uw hond? Bescherm hem dan!
Dier en gezondheid: houdt u van uw hond? Bescherm hem dan!
Dankzij een aantal eenvoudige preventieve maatregelen kunt u uw viervoeter beschermen tegen heel wat virale, parasitaire en bacteriële aandoeningen. Of hoe u uw hond een lang en comfortabel leven kunt bezorgen!
Vaccinaties en dierengeneeskunde
Een jaarlijks vaccin beschermt uw hond tegen virussen en bacteriën. Bovenop de vaccinatie is een regelmatig bezoek aan de dierenarts een uitstekende gelegenheid voor een check-up. Zo kunnen eventuele gezondheidsproblemen zo snel mogelijk opgespoord worden. Vaccins beschermen uw huisdier tegen het virus van de ziekte van Carré, infectieuze hepatitis, parvovirose, het parainfluenza- virus (een van de verwekkers van kennelhoest) en hondsdolheid. De bacteriën die verantwoordelijk zijn voor kennelhoest (bordetella bronchiseptica) en ook leptospirose kunnen voorkomen worden door vaccinatie. Als uw hond in risicogebieden leeft of soms verblijft, dan kunt u de viervoeter laten vaccineren tegen een infectie van de rode bloedcellen (babesia) die verantwoordelijk is voor piroplasmose.
Antiparasitaire behandeling: eenvoudig en noodzakelijk!
Er zijn verschillende antiparasitaire behandelingen (in de vorm van een pipet) om uw huisdier te beschermen. Ze hebben niet allemaal dezelfde werking en ook niet dezelfde doeltreffendheid (al dan niet afstotend), maar uw dierenarts kan zeggen welk middel het meest geschikt is voor uw vriend. De meeste behandelingen beschermen hem tegen vlooien die verantwoordelijk kunnen zijn voor huidallergieën en de transmissie van wormpjes. Andere behandelingen hebben dan weer een tekenwerend effect. De parasieten kunnen, in functie van de streken waarin ze voorkomen, een aantal ziekten overdragen waaronder de ziekte van Lyme, piroplasmose en ehrlichiose. Wat de behandeling niét doet is het controleren van de huid van uw hond op de eventuele aanwezigheid van teken, na een wandeling bijvoorbeeld. Andere behandeling zijn doeltreffend tegen flebotoom (zandvliegje dat leeft in het zuiden van Europa, Azië, Afrika en Zuid-Amerika). De vliegjes kunnen uw hond dirofilariose (hartwormpjes) bezorgen en leishmaniose.
Jacht op wormpjes
Honden kunnen darmwormpjes krijgen via besmette stoelgang, vlooien, kleine knaagdieren en ook van de moeder via de placenta of de melk. Er zijn twee soorten wormpjes die van elkaar verschillen qua uiterlijk: sommige zijn cilindervormig (toxocara, ankymlostoma, trichuris) terwijl andere plat zijn (dipilydium, taenia, echinoccocus). Al die wormpjes kunnen voorkomen of verwijderd worden met wormverdrijvende middelen in de vorm van sliktabletten. De aanwezigheid van wormpjes kan onopgemerkt blijven, maar het kan ook diarree veroorzaken, een opgezette buik, braken, een doffe vacht en gewichtsverlies. Sommige wormpjes kunnen ook overgedragen worden op de mens. Ook daarom is preventie en een goede handhygiëne noodzakelijk!
Honden, katten en het milieu: 4 nuttige ecologische initiatieven!
Honden, katten en het milieu: 4 nuttige ecologische initiatieven!
Tussen de talrijke kattenbakvullingen die in de winkels aangeboden worden, zijn er plantaardige vullingen, bestaande uit houtkorrels en oud papier, die minder schadelijk lijken voor het milieu dan kattenbakvullingen bestaande uit witte of grijze klonterende korreltjes. Denk eraan wanneer u de volgende keer naar de dierenwinkel gaat!
In plaats van in de winkel speelgoed voor katten en honden te kopen, kunt u ook oude kleren of versleten textiel gebruiken om er met een beetje verbeelding zelf speelgoed van te maken. Omdat ze een bekende geur verspreiden, zullen ze uw huisdier in heel wat gevallen meer interesseren dan gesofisticeerd speelgoed dat in de winkels te koop is.
Wanneer u op de buiten gaat wandelen, doet u er in sommige gevallen goed aan uw hond aan de leiband te houden zodat hij geen schade berokkent aan bepaalde kwetsbare planten.
Het is ten slotte ook verkieslijk een huisdier uit een dierenasiel te adopteren om de overbevolking van katten en honden tegen te gaan en om de daarmee gepaard gaande problemen te vermijden.
Ook gezelschapsdieren kunnen last hebben van insectenbeten ! Die insecten kunnen vliegende insecten zijn (bijen, wespen, muggen...), op de grond leven (mieren) of op planten of andere dieren ( teken , vlooien). Ze wachten gewoon tot uw hond langskomt en slaan dan toe!-
Uw hond en insectenbeten
Uw hond kan het jaar rond door insecten gestoken of gebeten worden, maar 's winters zijn er minder en uw huisvriend zit allicht ook meer buiten tussen het voorjaar en het najaar. In die periode moet u dan ook extra op uw hoede zijn.
De ernst van een insectenbeet hangt af van welk insect er gestoken heeft, van hoe sterk uw hond reageert op het speeksel van de boosdoener en van welke lichaamszone getroffen is.
Zo is een insectenbeet op de rug of op de buik vaak minder ernstig dan een beet op een poot - wat het stappen kan bemoeilijken - of, erger nog, een beet rond de muil of de keel, wat tot ademhalingsproblemen kan leiden!
Beten van vliegende insecten...
Wespen, bijen, horzels en muggen zijn in Europa overal te vinden en vormen vooral een probleem als uw hond ermee wil gaan spelen of ernaar hapt. Een insectenbeet op de huidkan pijnlijk zijn of felle jeuk veroorzaken en uw hond kan door het hevige likken nog een bijkomend letsel doen ontstaan. Algemene allergische reacties komen zelden voor, maar kijk er toch voor uit want ze zijn niet onschuldig. Als uw hond er na een insectenbeet bijvoorbeeld zwakjes bijloopt of moeizaam ademt, of als zijn huid over een groot oppervlak ontstoken is, moet u meteen naar een dierenarts. Die zal hem de gepaste medicatie geven.
En beten van insecten op de grond en op planten!
Bij wandelingen in de natuur of bij contact met andere dieren kan uw hond besmet raken met teken of vlooien. Onderzoek uw vriendje dus na elke wandeling in het bos of elders in de natuur en haal eventuele teken weg met een speciaal daarvoor bestemd pincet. Als u het insect volledig hebt verwijderd, verschijnt er soms een harde, rode bobbel van enkele millimeter doorsnee op de plaats waar de kop van het insect zat. Dat is een normale reactie. Meestal verdwijnt ze binnen een week nadat u de teek hebt verwijderd. Vlooien worden heel makkelijk overgedragen van het ene dier op het andere en de beten veroorzaken vaak jeuk over het hele lichaam van het slachtoffer. Het speeksel van vlooien kan ook een allergische reactieveroorzaken, wat nog meer jeuk zal geven.
Hou de insecten tegen!
Als uw huisdier een pijnlijke insectenbeet van een bij of een wesp heeft, kunt u enkele ijsblokjes in een dunne handdoek wikkelen en die op de wonde leggen. Dat verzacht de pjjn. In sommige gevallen kan een ontstekingwerende zalf op de wonde te hevig likken of krabben voorkomen. Als u de indruk hebt dat uw dier een algemene allergische reactie heeft, gaat u best zo snel mogelijk naar uw dierenarts.
Ze rennen enkele pasjes, houden hun kop een paar seconden vlak boven de grond scheef alsof ze goed luisteren en schieten dan plots met hun snavel de grond in om een worm te pakken. Fascinerend vindt Robert Montgomerie het om te zien hoe roodborstlijsters foerageren op zijn gazon. Zo fascinerend zelfs, dat de Canadese bioloog, die zich eigenlijk helemaal heeft toegelegd op onderzoek naar seksuele selectie en paargedrag, het niet kon laten om uit te vogelen hoe deze dieren nu precies wormen vinden.
In 1997 schreef hij samen met zijn collega Patrick Weatherhead het wetenschappelijke artikel 'How robins find worms' . Met robin bedoelen de onderzoekers de American robin , oftewel de roodborstlijster (en niet het roodborstje, dat in Engeland robin wordt genoemd). De roodborstlijster zie je veel in tuinen en parken in Noord Amerika; je kunt hem wat dat betreft wel een beetje vergelijken met de merel in Europa.
De twee Canadezen bouwden met hun werk voort op dat van de vogelonderzoeker F. Heppner. Heppner was in de jaren zestig als een soort myth buster tewerk gegaan om aan te tonen dat het een fabeltje is dat roodborstlijsters naar regenwormen luisteren. Hij liet de vogels wormen uit een grasveldje pikken terwijl uit een luidspreker harde ruis klonk dat het geluid van de door de grond ploeterende wormen moest maskeren. En jawel hoor, achtergrondgeluid of niet, de vogels pikten de wormen er zo uit. Volgens Heppner kantelen de vogels hun kop uitsluitend om beter te kijken.
Maar Montgomerie en Weatherhead waren niet overtuigd. Volgens hen nemen de vogels op verschillende manieren wormen waar; op het zicht, doordat ze trillingen in de grond voelen én op het gehoor. 'Welke methode ze het meest gebruiken, hangt waarschijnlijk af van de omstandigheden', aldus Montgomerie. 'Als het nat is buiten, komen regenwormen naar het oppervlak en kunnen de vogels ze vrij makkelijk zien. De vogels zullen dan minder op hun gehoor afgaan.' In andere gevallen zullen trillingen en geluiden waarschijnlijk belangrijkere signalen vormen, meent de onderzoeker. 'En waarschijnlijk geldt hetzelfde voor merels. Hun foerageergedrag lijkt namelijk veel op dat van roodborstlijsters.'
De twee vogelonderzoekers voerden een kleine serie simpele experimenten uit met vier roodborstlijsters. Ze gebruikten plateautjes met daarop aangestampte aarde, een stukje karton, weer een laag aarde en tot slot een grasmatje. In de onderste laag aarde hadden ze meelwormen verstopt, ook een geliefd maaltje van de vogels. Regenwormen zouden te snel door de proefopstelling bewegen en daardoor nauwkeurige metingen onmogelijk maken. Maar de conclusies die ze uit het meelwormenonderzoek trekken, gaan volgens Montgomerie en Weatherhead ook op voor regenwormen. Met enkele kleine steekproeven maakten ze dat aannemelijk.
Door het karton konden de vogels de wormen onmogelijk zien. Ook sloten de onderzoekers met hun opstelling uit dat de meelwormen zich verrieden door met hun gegraaf grassprietjes te doen bewegen. En trillingen werden door het karton gedempt. Meer dan de helft van de pikbewegingen, dwars door het karton heen, waren raak. Een vroeger experiment, met vers gedode en levende wormen, had al uitgesloten dat de vogels de wormen op geur traceerden.
Geluid lijkt dus belangrijk. Maar keihard bewijs dat de vogels ook op het gehoor jagen, leverde het experiment niet; misschien voelden de vogels toch nog wel wat trillingen door het karton en de aarde heen. Het ultieme experiment zou zijn om het geluid van de wormen na te bootsen en af te spelen vlak onder het gras. En dan kijken of de vogels de microfoontjes oppikken. Montgomerie en Weatherhead hebben dit geprobeerd, maar faalden, naar eigen zeggen omdat ze het geluid niet goed genoeg hadden nagebootst. Wormpjes playbacken is ook niet makkelijk.