Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
26-05-2007
Hoe slapen dieren (Ereli)
Hoe slapen dieren ?
Slapen in instinctief dierengedrag, samen met paren en eten. Net als eten, is goede rust belangrijk om te overleven, en alle levende dieren, van fruitvliegen tot dolfijnen, nemen op één of andere manier rust. Voor sommige dieren schept slaap de mogelijkheid om te ontsnappen aan de kou en het risico aangevallen te worden en voor andere is sluimeren een noodzakelijke, maar gevaarlijke zaak. Vogels, zoogdieren en veel andere dieren hebben waak- en slaapperiodes die de 24 uur-cyclus volgen, ook wel bekend als een circadiaans ritme. Het aantal slaapperiodes en de duur ervan varieert. Verschillende energiebehoeften zijn deels de reden voor deze verscheidenheid. Een spitsmuis, wiens kleine lijf snel energie verbrandt om het verlies aan hitte te compenseren, kanlang soezen en is zowel overdag als 's nachts actief. Hij doet korte dutjes tussen de jachtpartijen door. Grazende zoogdieren zoals vee en antilopen eten energiearm voedsel en zijn urenlang bezig met eten, ondanks het risico aangevallen te worden. Ze maken dit goed door te rusten op een verborgen plek, waar ze voedsel kunnen herkauwen. Lichte slapers worden wakker op het moment dat er gevaar dreigt. Maar een roofdier zoals een kat kan een paar uur achter elkaar slapen. Hij brengt minder tijd door met het zoeken naar eten en met zijn energierijk voedsel kan hij het langere periodes volhouden. De dagelijkse cyclus van duisternis en zonlicht geeft veel dieren de visuele aanwijzingen om wakker te worden of te gaan slapen. Andere aanwijzingen zijn temperatuur- en vochtigheids -veranderingen. De Europese groene krab bijvoorbeeld, is actief bij hoogtij. Wanneer het koudere water van de vloed over zijn oogsteeltjes spoelt, schudt hij zichzelf wakker. Tijdens de trek gooien veel vogels hun dagelijkse slaapritme om door tijdens de nacht te vliegen wanneer het kouder is, en overdag te eten en te slapen. Dieren worden geboren met een biologische klok, een mechanisme dat de tijd bijhoudt en dat wordt doorgegeven via de genen. Zelfs groene krabben die in gevangenschap worden gehouden, volgen de cyclus van het getij. In het wild werken de externe aanwijzingen, waaronder zonlicht en temperatuur, samen met de biologische klok. Slaap brengt veel risico's met zich mee voor dieren. Daarom zijn de slaappatronen zo verschillend. Opgekruld in zijn hol, geniet een grondeekhoorn van veertien uur slaap per dag. Omdat een dolfijn lucht moet inademen aan de oppervlakte, ligt hij elke keer op één kant, en slaapt daarom nooit vast. Vissen stoppen daarentegen met zwemmen en slapen rustig. Slaap zorgt ervoor dat de lichaamsspieren rusten, maar de hersenen blijven actief. De meeste vogels en zoogdieren ondergaan twee soorten slaap. Tijdens de actieve of de remslaap dromen de hersenen : het zet herinneringen op een rijtje. De andere vorm van slaap is de diepe slaap. Tijdens de slaapperiode werken de hersenen tussen deze twee soorten slaap in.
Slapen in instinctief dierengedrag, samen met paren en eten. Net als eten, is goede rust belangrijk om te overleven, en alle levende dieren, van fruitvliegen tot dolfijnen, nemen op één of andere manier rust. Voor sommige dieren schept slaap de mogelijkheid om te ontsnappen aan de kou en het risico aangevallen te worden en voor andere is sluimeren een noodzakelijke, maar gevaarlijke zaak. Vogels, zoogdieren en veel andere dieren hebben waak- en slaapperiodes die de 24 uur-cyclus volgen, ook wel bekend als een circadiaans ritme. Het aantal slaapperiodes en de duur ervan varieert. Verschillende energiebehoeften zijn deels de reden voor deze verscheidenheid. Een spitsmuis, wiens kleine lijf snel energie verbrandt om het verlies aan hitte te compenseren, kanlang soezen en is zowel overdag als 's nachts actief. Hij doet korte dutjes tussen de jachtpartijen door. Grazende zoogdieren zoals vee en antilopen eten energiearm voedsel en zijn urenlang bezig met eten, ondanks het risico aangevallen te worden. Ze maken dit goed door te rusten op een verborgen plek, waar ze voedsel kunnen herkauwen. Lichte slapers worden wakker op het moment dat er gevaar dreigt. Maar een roofdier zoals een kat kan een paar uur achter elkaar slapen. Hij brengt minder tijd door met het zoeken naar eten en met zijn energierijk voedsel kan hij het langere periodes volhouden. De dagelijkse cyclus van duisternis en zonlicht geeft veel dieren de visuele aanwijzingen om wakker te worden of te gaan slapen. Andere aanwijzingen zijn temperatuur- en vochtigheids -veranderingen. De Europese groene krab bijvoorbeeld, is actief bij hoogtij. Wanneer het koudere water van de vloed over zijn oogsteeltjes spoelt, schudt hij zichzelf wakker. Tijdens de trek gooien veel vogels hun dagelijkse slaapritme om door tijdens de nacht te vliegen wanneer het kouder is, en overdag te eten en te slapen. Dieren worden geboren met een biologische klok, een mechanisme dat de tijd bijhoudt en dat wordt doorgegeven via de genen. Zelfs groene krabben die in gevangenschap worden gehouden, volgen de cyclus van het getij. In het wild werken de externe aanwijzingen, waaronder zonlicht en temperatuur, samen met de biologische klok. Slaap brengt veel risico's met zich mee voor dieren. Daarom zijn de slaappatronen zo verschillend. Opgekruld in zijn hol, geniet een grondeekhoorn van veertien uur slaap per dag. Omdat een dolfijn lucht moet inademen aan de oppervlakte, ligt hij elke keer op één kant, en slaapt daarom nooit vast. Vissen stoppen daarentegen met zwemmen en slapen rustig. Slaap zorgt ervoor dat de lichaamsspieren rusten, maar de hersenen blijven actief. De meeste vogels en zoogdieren ondergaan twee soorten slaap. Tijdens de actieve of de remslaap dromen de hersenen : het zet herinneringen op een rijtje. De andere vorm van slaap is de diepe slaap. Tijdens de slaapperiode werken de hersenen tussen deze twee soorten slaap in.
door Lenntech Waterbehandeling en Luchtbehandeling
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid water consumptie voor een mens is volgens deskundigen 2 liter water per dag. De mens gebruikt echter rond de 150 liter water per persoon per dag. Bij de meeste mensen is de 2 liter hoeveelheid wel bekend maar hoe zit dat bij dieren. Hieronder wordt een tabel gegeven van de belangrijkste dieren in Nederland die door de mens verzorgd worden. Houdt er rekening mee dat het voer dat het dier krijgt invloed heeft op zijn dagelijkse waterverbruik.
Koe
De hoeveelheid water die een koe drinkt is onder andere afhankelijk van de melkproductie. Als, globale, regel kan aangehouden worden dat voor de productie van 1 liter melk, 1 liter water nodig Daarnaast is ook water nodig voor allerlei lichaamsprocessen. Wanneer je alles bij elkaar neemt, kom je al gauw uit op een 100 liter water per dag, wanneer het in de zomer echter warm is, dan kan dit oplopen tot wel 150 liter per koe per dag
Paard
Een stalpaard drinkt ongeveer 37 liter water per dag. Een paard in de wei drinkt minder, aangezien het gras ook vocht bevat. Een paard op stal moet voortdurend schoon vers water tot zijn beschikking hebben
Ezel
Een ezel drinkt ongeveer 15-30 liter water per dag. Aangezien de dagelijkse hoeveelheid sterk varieert is een automatische vuller de beste oplossing.
Schaap
De rammen drinken als ze dat doen ongeveer 15 liter water, terwijl de vrouwtjes ongeveer 4 liter per dag drinken, een lammetje drinkt ongeveer 0,6 liter per dag.
Geit
Een geit van 25 kilogram drinkt afhankelijk van het weer ongeveer 2 liter water op een dag tijdens koud weer prefereert een geit lauw tot warm water om de lichaams temperatuur op peil te houden.
Varken
Een volgroeide varken drinkt ongeveer 12 - 20 liter water op een dag afhankelijk van zijn gewicht een varken in de groei heeft daarentegen 8-12 liter water per dag nodig.
Big
Een big heeft ongeveer 2- 8 liter water per dag nodig
Kippen
De dagelijkse consumptie van zo'n honderd kippen is ongeveer 19-27 liter per dag
Kalkoenen
De dagelijkse water consumptie van honderd kalkoenen varieert tussen de 36-71 liter
Konijn
De water consumptie van een konijn hangt sterk van het voer af. Veel groen voer betekent minder water behoefte het konijn zal dan ongeveer 5ml per kilo lichaamsgewicht nodig hebben. konijnen die weinig groenvoer krijgen drinken ongeveer 100ml water per klio lichaamsgewicht.
Kat
Een gemiddelde kat heeft ongeveer 0,25 liter water per dag nodig
Hond
Een hond afhankelijk van zijn lichaamsbeweging heeft ongeveer 1,5 liter per dag nodig bij veel lichaamsbeweging kan dit oplopen tot zo'n 15 liter per dag .Verder kan men uit gaan van de volgende regel; per kilo lechaamsgewicht 56 ml water
Muis
Een muis van vijftig gram heeft ongeveer 6 ml water nodig
Cavia
Een cavia van rond de 175 gram heeft ongeveer 85 ml water nodig deze hoeveelheid is ook weer voer afhankelijk bij veel groen voer zal het benodigd aantal ml lager zijn
Als stam regel kan bij de meeste dieren het volgende gehanteerd worden; Kilogram lichaamsgewicht 56 ml water
Weetjes
Er is 5000 liter nodig voor het maken van een broodje hamburger
Er is 9000 liter nodig voor een pond rundvlees
Et is 3200 liter water nodig voor een pond kippenvlees
Er is 380 liter water nodig voor een watermeloen
Er is 470 liter water nodig voor een ei
Er is 3800 liter water nodig voor een kilogram bruin brood
Er is 300 liter water nodig voor het produceren van een zaterdag krant
Het wordt zomer.Het is de tijd van versieren,van aantrekken en afstoten.Dat geldt net zozeer voor dieren als voor mensen.Dieren kunnen niet zomaar tot paring over gaan; via ingewikkelde rituelen moeten ze elkaars vertrouwen winnen.
Iedere diersoort heeft zijn eigen specifieke rituelen.Eén foutje en het feest gaat niet door.Er worden heel stevige nesten gebouwd,speciale liedjes gezongen en de juiste (dans)pasjes gemaakt.
Als er cadeautjes woeden gegeven,heeft alleen het juiste cadeautje voor die speciale diersoort succes.Alleen als alles klopt,precies zoals het vrouwtje van binnenuit krijgt ingefluisterd door een eeuwenoud instinct dat weet hoe het hoort,kan er gepaard worden en is er kans op nageslacht.
VOOR ONS HETZELFDE
Voor mensen geldt hetzelfde;ook wij vormen geen span als er niet eerst naar tevredenheid versierd wordt.De juiste gefluisterde woordjes,gedempt (kaars)licht,vleierij,de bewonderende blik,het moet allemaal kloppen om het bloed sneller te doen stromen.Soms ontstaat verliefdheid zomaar,zonder ritueel,zonder vooropgezette bedoeling.De blikken kruisen elkaar bij toeval en Cupido slaat toe.Verliefdheid wordt bezongen als het hoogste goed en toch is dit niets anders dan een chemische reactie in je hoofd en lijf.Verliefdheid maakt blind en zet het verstand stil.
Ereli en Knudde
Overmoedig
Verliefdheid heeft maar één doel,het verliefde stel in elkaars armen te drijven.Dat is zo'n sterke drang dat de natuurlijke terughoudendheid om een vreemde aan te raken en de schaamte over onvolkomenheden van het eigen lichaam vergeten worden.Verliefdheid maakt overmoedig.Terwijl ons woorden tekortschieten om onze unieke liefde te beschrijven,doen we niets anders dan wat onze genen van ons willen,elkaar versieren zodat ons erfelijk materiaal van een toekomst verzekerd is.
Onze romantische gevoelens zijn een efficiënte truc van natuur, niets anders.Maar zolang verliefdheid zo heerlijk is,wat zullen we ons daar dan over beklagen?
Over het nut en onnut van vieze,kleine kriebelende dieren (Ereli)
Over het nut en onnut van vieze,kleine kriebelende dieren
WESPEN(VESPULA VULGARIS)
UITROEIEN OMDAT:
Wespen zijn berucht om hun steken.De verhalen over mensen die zijn gestorven na een wespensteek,bezorgen zelfs de meest koelbloedigen onder ons rillingen over de rug.En zelfs als je er niet aan doodgaat: zo'n wespensteek kan behoorlijk veel pijn doen.
NIET UITROEIEN OMDAT:
Wespen hebben eiwitten nodig om hun lichaam in stand te houden en die halen ze uit het nuttigen van onder meer andere insecten.Ze leven dus ook van vliegen,larven en spinnen.Bovendien brengen ze stuifmeel over.
WAT TE DOEN?
Dek (zoet) voedsel af.Een wespennest kan je maar beter door een specialist uit laten roken
MIEREN(FORMICIDAE)
UITROEIEN OMDAT:
In grote kolonies lopen ze door de tuin,keuken of op het balkon.Marcherende beestjes,niet eng of gevaarlijk,maar wel vies.En omdat ze een staat vormen,zijn het er altijd veel.Ze komen af op zoetigheid.Sommige soorten kunnen naar steken als ze zich aangevallen voelen.Ze injecteren mierenzuur in hun vijand.
NIET UITROEIEN OMDAT:
De meeste mierensoorten zijn jagers en voeden zich met andere insecten,dood en levend,en honingdauw (het kleverige goedje dat bladluizen produceren).Ze eten zelfs hun eigen soortgenoten als de nood hoog is.
WAT TE DOEN?
Er zijn allerhande huis-tuin-en keukenmiddeltjes tegen een mierenkolonie.Een mierenlokdoos is wellicht de meest effectieve keuze.
KAKKERLAKKEN(BLATTARIA)
UITROEIEN OMDAT:
Kakkerlakken zijn smerige beesten bij uitstek.Ze zijn snel,moeilijk uit te roeien(ze kunnen tot veertig dagen zonder voedsel!),houden van afval en donkere,vochtige plekken.Kakkerlakken kunnen bovendien bacteriën en mijten overdragen.
NIET UITROEIEN OMDAT:
Kakkerlakken zijn alleseters en daardoor goede vuilopruimers.Ligt er een dode muis te stinken op een plek waar je niet bij kan? De kakkerlak eet met veel plezier het lijkje op.
WAT TE DOEN?
Zorg vooral dat de kakkerlakken niets te eten hebben.Mocht je eenmaal last hebben van een plaag (één zien betekent al een plaag),dan heeft gif weinig zin.Probeer lijm.
MUGGEN (NEMATOCERA)
UITROEIEN OMDAT:
Vrouwtjesmuggen bederven ondermeer je nachtrust met hun agressieve gezoem en hun geprik.Een dagje buiten wordt al snel verpest door de aanwezigheid van deze stekers,die je bloed letterlijk willen drinken.
NIET UITROEIEN OMDAT:
Muggenlarven ontwikkelen zich op het wateroppervlak en ruimen bacteriën en algen in het water op.De larven worden gegeten door libellen en worden ook als vissenvoer verkocht.Vogels zijn dol op muggen en eten ze graag.
WAT TE DOEN?
Citronella kan helpen,evenals DEET om je mee in te smeren.Voor in huis: houd ramen en deuren dicht en gebruik een airconditioning als het kan.
PISSEBEDDEN (ISOPODA)
UITROEIEN OMDAT:
Pissebedden(geen insecten maar kreeftachtigen) doen misschien niet veel kwaad,maar ze zijn smerig.Ze duiken onder stenen,waar het vochtig en donker is.Alleen als ze in grote getale zijn, kunnen ze vraatschade aanrichten aan planten.
NIET UITROEIEN OMDAT:
Pissebedden voeden zich met dood,meestal rottend plantenmateriaal en soms ook met dierlijke resten en uitwerpselen.Ze dragen hierdoor bij aan de vorming van vruchtbare grond(humus).Handig in de tuin.
WAT TE DOEN?
Buitenshuis pissebedden bestrijden heeft nagenoeg geen zin.Mochten ze het huis zijn binnengedrongen,zorg dan dat hun vochtige leefomgeving verwarmd en gelucht wordt.
VLOOIEN (SIPHONAPETERA)
UITROEIEN OMDAT:
Vlooien zijn bijtende parasieten.Ze zuigen bloed waarna zich een kriebelende bult vormt op de huid en ze kunnen infecties overdragen.Bovendien maken ze katten en honden aan het krabben,als ze zich eenmaal veilig in hun warme vacht hebben genesteld.
NIET UITROEIEN OMDAT?
De mens mag van de vlo misschien weinig voordelen ondervinden,de aap wel.Het zogenaamde 'vlooien' bij apen heeft een sociale functie en de kleine rotbeestjes worden ook opgegeten door onze voorouders.
WAT TE DOEN?
De vlooieneitjes liggen meestal in vloeren dus stofzuig vaak.Ook het bed regelmatig verschonen kan helpen.Er zijn veel chemische middelen te koop tegen dierenvlooien.
SLAKKEN(HELIX POMATIA)
UITROEIEN OMDAT:
De slak is een weekdier.Hij laat een slijmerig laagje spoor achter op de pad dat hij heeft afgelegd.Maar slakken zijn niet alleen maar slijmerig en vies,ze zijn dol op het opeten van gewassen.
NIET UITROEIEN OMDAT:
Slakken zijn voedsel voor onder meer vogels(die de huisjes kapotslaan) en egels.De wijngaardslak wordt door de mens als een delicatesse beschouwd,opgediend met gesmolten boter,peterselie en knoflook.
WAT TE DOEN?
Slakken komen af op gist.Zet een bakje met bier in de tuin en ze zullen hierin verdrinken.Bij tuincentra zijn slakkenkorrels te koop die de beesten doden.
BROM-HUISVLIEGEN(MUSCA DOMESTICA)
UITROEIEN OMDAT:
De bromvlieg maakt een irritant geluid,hij zwermt om je hoofd en is moeilijk te vangen.Bovendien is het een parasiet en leeft hij dus van anderen.Huisvliegen zijn onschadelijke,maar wel vieze beesten.
NIET UITROEIEN OMDAT?
Bromvliegen leven van dierlijk materiaal en ruimen lijken op.In Nederland komt dat er in de praktijk op neer dat ze onder meer kleine dode dieren als muizen en insecten opeten.Huisvliegen zijn nuttig voor het verteren van plantaardig materiaal.
WAT TE DOEN?
Er zijn onder meer vliegenvangers waarop de beestjes blijven kleven en apparaatjes waar de vliegen invliegen en gecremeerd worden.Maak je keus.
vr 25/05/07 - Op de expressweg N49 in Damme is over een afstand van bijna een kilometer een fietsverbod ingevoerd. Dat heeft te maken met de bastaardsatijnvlinder die er zich langs de weg heeft genesteld.
De rupsen van de bastaardsatijnvlinder eten alle bladeren op en bij de mensen kan contact met de rups tot irritatie van huid, ogen en luchtwegen geleid.
Aan de autobestuurders wordt aangeraden de ramen tussen de Damweg en de Nonnedijk gesloten te houden.
Er wordt nu onderzocht hoe de rupsen kunnen worden bestreden.
De bastaardsatijnvlinder(Euproctis chrysorrhoea) is een nachtvlinder uit de familie Lymantriidae , de donsvlinders. De spanwijdte bedraagt tussen de 36 en 42 millimeter. De vlinder is sneeuwwit met een bruin achterlichaam.
De vlinder komt voor in Europa, Noord-Afrika, Klein-Azië en als exoot in het oostelijk deel van Noord-Amerika. In Nederland en België komt de vlinder met name langs de kust voor.
De haren van de rupsen irriteren sterk en kunnen dus beter niet worden aangeraakt. De vliegtijd loopt van juni tot en met augustus. De rups is in het begin zeer klein (1mm dik en 5 mm lang) en van kleur pikzwart en lastig te zien.
1. Heeft je kat of hond een nat "visitekaartje" op je tapijt gedeponeerd? Geen nood, dat kan je meteen verhelpen. Je absorbeert zoveel mogelijk van het goedje met keuken- of toiletpapier. Daarna wrijf je de vlek in met witte azijn.
2. Heeft je hond of kat aan een gifitge plant geknabbeld? Dwing dan zijn bek open en strooi zout in de keel. Het dier zal het giftige spul haast meteen uitbraken. Is het echter langer dan een half uur geleden dat kat of hond het gifitge spul opat, dan mag hij niet meer braken !
3. Honden- en kattenhaar verwijder je snel met een vochtige spons, een rubberen handschoen of een rubberen elastiek.
4. Honden kunnen geurtjes achterlaten op tapijten en in auto's. Natuurlijk moet je dikwijls stofzuigen. Verder kan je zo nu en dan natriumbicarbonaat strooien. Laat een nacht intrekken en weer stofzuigen. Ook het strooien van lavendelbloempjes helpt.
5. Bescherm de voetzolen van de hond in de winter met vaseline voor je gaat wandelen. Goed tegen kou en strooizout.
6. De meeste honden hebben een hekel aan de geur van citronella. Doe een paar druppeltjes bij je schoonmaakproduct. Als het hele huis naar citronella ruikt, zullen ze zeker hun behoefte niet in huis doen.
7. Hebben de katten gezorgd voor een vlooienplaag in huis? Zet 's nachts in een afgesloten kamer een brandend kaarsje in een lage bak gevuld met zeepwater. De vlooien springen naar het kaarslicht, belanden in het water en sterven door het afwasmiddel.
8. Druppel valeriaantinctuur op de krabpaal van jonge katjes. Ze houden van die geur en zullen dus eerder de krabpaal gebruiken om hun nagels te scherpen dan wel uw bankstel.
9. Neem een rubberen vloerwisser om kattenharen van tapijten te verwijderen.
10. Gebruiken katten de plantenbak als kattenbak? Strooi koffieprut op de aarde.
11. Komt er een poes logeren en heb je zelf poezen? Streel de huispoes en ga met dezelfde hand over de logeerpoes. Zo zal de geur op de logé overgaan en zal deze meteen vertrouwd ruiken.
12. Leg de zaadjes van rode peper op de plaatsen waar je last hebt van buurhonden of -katten en ze zullen wegblijven.
13. Kattenvoer dat rechtstreeks uit de koelkast komt, kan je dier darmstoornissen geven !
14. Heeft de kat/hond op het tapijt geplast? Dep de vlek met keukenpapier. Klop een sopje met voorwasmiddel tot schuim en spons daarmee de vlek af. Nabehandelen met verdune ammoniak of azijn, zodat ze op die plaats niet meer hetzelfde doen.
15. Geef konijnen en cavia's altijd eerst droogvoer en pas daarna groenvoer. Zo zullen ze van dit laatste niet teveel eten.
16. Geef een jong konijn nooit een etensbak van plastic. Het knaagt immers aan het bakje en dat kan nare gevolgen hebben.
17. Probeer de mollen in je gazon eens te ontmoedigen door doornige takken van de vuurdoorn of een andere stekelige struik in de mollengangen te steken.
18. Heb je een muizenhol in huis, schuur of elders binnen. Drenk een lap in terpentijn en stop die in het muizenhol.
19. Leg voor je op vakantie vertrekt een schijfje citroen op het afvoergat van wastafel, bad en douche. Spinnen krijgen zo niet de kans om binnen te komen.
20. Zilvervisjes, de beestjes die je soms in keuken, toilet of andere vochtige ruimte vindt, zijn verzot op rauwe aardappel. Snijd een aardappel doormidden en hol hem uit. Leg de aardappel 's nachts in die ruimte. De volgende dag kan je de aardappel mét de zilvervisjes op de composthoop gooien.
Oef, dat was het voorlopig. Nu ga ik gelijk tip 6 uitproberen.... het regent buiten en senorita Luna is achter mijn rug terug binnengekomen omdat ze niet nat wil worden en het liever binnen nat maakt heb ik juist ontdekt !
Stuur nog maar héél véél tips voor onze viervoeters !!
Fijne dag iedereen,
Ciska
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/
Dierenrechten is wat anders (ruimer) dan dierenwelzijn
Als we kijken naar zaken als (eigen) belang, welzijn van dieren, hun intelligentie, gevoelens en instinct e.d., dan moeten we concluderen dat het vrijwel onmogelijk is om elkaar hierop aan te spreken. Welzijn is een doel en geen uitgangspunt en ligt voor iedere diersoort letterlijk en figuurlijk op een ander terrein. Je moet dan vragen beantwoorden als " hebben vissen gevoel " of " verveelt een varken of een huisdier zich?" of "schaadt een veehouder het belang van koeien als deze 's zomers niet in de wei mogen"? Dergelijke zaken zijn niet voor alle dieren met 100% zekerheid controleerbaar en kunnen daarom niet de algehele grond zijn waarop dierenrechten zijn gebaseerd. Daarentegen zijn de concepten wel bruikbaar als we dierenrechten moeten uitwerken in de praktijk (via de randvoorwaarden) of wanneer we denken vanuit het voorzorgprincipe, dwz we proberen schending van dit soort zaken zoveel mogelijk te vermijden. Bij ons overzicht van keurmerken een opsomming van factoren die dierenwelzijn beïnvloeden. Klik hier voor de factoren die verbeteringen in dierenwelzijn vertragen. Over de uitwerking in de praktijk later meer, nadat we het beste uitgangspunt voor dierenrechten hebben vastgesteld, of lees de universele verklaring voor het welzijn van dieren van de WSPA. De strafbaarheid van het mishandelen van dieren door ze pijn te doen is al in de welzijnswet geregeld, maar nog niet het passief mishandelen door bijvoorbeeld extreme inperking van hun bewegingsvrijheid. Dat is het deel van de aantasting van het welzijn van het dier dat nog niet wettelijk is geregeld. Welzijn schaden heeft wel met aantasten van dierenrechten te maken, maar dieren hebben ook grondrechten als de relatie van het menselijk handelen met het welzijn van dieren onduidelijk is. Op dit punt wijken we af van de filosoof Jeremy Bentham (1748-1832) die stelde dat de hamvraag is "kan een dier lijden"? Dit vermogen om te lijden geeft een dier qua welzijn recht op een gelijke consideratie als mensen, een basis voor mededogen , maar het leidt nog niet tot dierenrechten.
Samenvattend zetten we de behandelde concepten in een schema. In de cellen wordt aangegeven hoe de verschillende zaken in verhouding tot elkaar moeten worden gezien. Uitgangspunt bij het schema is dat dieren rechten hebben en dat het doel van het toekennen van rechten is het garanderen van voldoende voorwaarden voor welzijn. Een voorbeeld hoe het schema te lezen: "emoties" hebben te maken met welzijn, maar niet met rechten.
Emoties van dieren, pijn kunnen voelen, verveling, stress, coping-gedrag
Heeft te maken met dierenrechten
Respect, gelijkheid, belang
Vrijheid, natuurlijk gedrag, kwaliteit
Het is frappant om te constateren dat de zaken die niets te maken hebben met welzijn precies die zaken zijn waarin dieren sterk van mensen verschillen en de zaken die wel met welzijn te maken hebben voor mensen en dieren vrijwel gelijk zijn. Er is rond de belangrijke aspecten van welzijn geen principieel verschil tussen mens en dier en dit zou tot uitdrukking moeten komen in het erkennen van dierenrechten.
Respect, vrijheid en ware liefde Respect is het spanningsveld tussen liefde en vrijheid, tussen betrokkenheid en afstand houden Wie een kruipende kleuter in huis heeft, moet goed opletten. De kleine opent kastjes, stopt in zijn mond wat hij op zijn weg vindt, enz.. Behalve uit angst of onzekerheid stelt het zichzelf geen grenzen in het onderzoeken van alles wat het op zijn weg vindt. Ook een huisdier dat los in huis kruipt of vliegt, heeft geen ontzag voor de spullen van de huiseigenaar. Kan een mensenkind nog worden aangeleerd dat hij ergens vanaf moet blijven, voor een huisdier kan dit alleen door het te straffen, zodat een negatieve prikkel uitgaat van het niet tonen van respect voor spullen. Respect wordt op Animal Freedom gedefinieerd als het spanningsveld tussen betrokken zijn ( liefde ) en de juiste afstand houden ( vrijheid ). Wel (goed) naar kijken, maar niet aankomen. Wat het voor mensenkinderen nog eens extra moeilijk maakt om respect te tonen is dat mensen hun kinderen nauwelijks uitleggen wat respect tonen betekent. Een kind moet uit de strenge toon waarmee de ouder zegt heb eens wat meer respect! afleiden dat de boodschap is dat je niet zomaar kan doen, laten en zeggen wat je wilt. Wat je wel moet doen, wordt er vrijwel nooit bij verteld. Dat maakt het leren om respect te tonen zo lastig. De mens is het machtigste dier op aarde. Wanneer het zichzelf en anderen geen grenzen stelt dan hebben dieren (bijvoorbeeld in de veehouderij) en de natuur geen (ruimte van en voor) leven. In het stellen van grenzen is het belangrijk dat het ongewenste concreet wordt vastgelegd en dat het gewenste gedrag zoveel mogelijk open wordt gehouden. Liefde en vrijheid laten zich het beste negatief definiëren, dwz door concreet te zijn over wat het niet is. Freedom (and love) defined, is freedom denied. Omdat mensen en dieren het niet van nature logisch vinden dat regels ook voor zichzelf gelden, moet respect als het ware afgedwongen worden. Vroeger werd respect afgedwongen door (sportieve) gevechten. Dit is ook tussen dieren de manier om een onderlinge rangorde te vestigen die dieren vervolgens respecteren. Maar zodra een dier tekenen van zwakte vertoont, wordt opnieuw het gevecht aangegaan om hoger in rang te komen. Dwang leidt dus tijdelijk tot respect en roept (ondergronds en lijdzaam) verzet op. Het zou mooier zijn, wanneer mensen uit zichzelf respect tonen voor dieren. Respect zou moeten leiden tot een gezonde balans, die niet meer alleen het resultaat van is gelijke tegenkrachten. Het wordt nog mooier als mensen die balans vanuit een positieve motivatie zoeken en niet meer alleen uit economische overwegingen. Het is daarom van belang dat mensen liefde voor alles wat leeft uit zichzelf ontwikkelen . Dit is een positief mensbeeld, maar mag niet naïef worden toegepast. Het is niet zo dat wanneer mensen ruim in de gelegenheid worden gesteld om zelf verantwoordelijk te zijn voor het juist tonen van respect, dat het dan vanzelf goed gaat. Dat is gedogen uit onverschilligheid . Wie kleine kinderen heeft, zorgt ervoor dat het huis zo wordt ingericht dat een kruipende kleuter weinig schade kan aanrichten. Ook de natuur in Nederland wordt vaak zo ingericht dat er zo min mogelijk toezicht noodzakelijk is. De grondwaterstand wordt verhoogd zodat kwetsbare gebieden vanzelf door een waterscheiding onaantrekkelijk worden om te betreden. Dit is een negatieve reden om de juiste afstand te houden, maar heeft als voordeel dat er geen hek hoeft te worden gebouwd. Mensen houden van dieren, maar wat is de reden van deze dierenliefde? Mensen willen in de natuur zo dichtbij wilde dieren komen als mogelijk is. Natuurlijk wil je een dier zo goed mogelijk kunnen bekijken, een verrekijker helpt daarbij. Als je te dichtbij komt, wordt het dier verstoord en moet het vluchten. Dat is, behalve in de broedtijd, niet zon grote ramp. Sommige mensen kiezen ervoor om zelf dieren in huis te nemen, zodat het dier als huisgenoot ten alle tijden beschikbaar is om genoten te worden. Dat is een vrij egoïstische reden om van dieren te genieten. In het geval van honden en katten is dit egoïsme niet zo erg, want over het algemeen kan het dier prima leven in de nabijheid van de mens en zijn leefomstandigheden. Het is geen toeval dat van dieren houden en dieren houden voor veel mensen synoniem is. Het door elkaar halen van deze twee begrippen betekent eigenlijk geen notie hebben van wat respect voor een ander of een dier inhoudt. Een dier heeft recht op vrijheid om zichzelf natuurlijk te kunnen gedragen (met bijbehorende biotoop) en heeft geen boodschap aan de liefde van de mens. In gevangenschap heeft de mens uiteraard een zorgplicht voor het dier en zal de mens van het dier tekenen van genegenheid ontvangen als teken dat het die zorg waardeert, maar dat is geen zelf verkozen genegenheid. Het is dus ook geen echte liefde, maar surrogaat liefde. Het zou het mooiste zijn als mensen dieren zoveel mogelijk in de gelegenheid stellen dat zij zichzelf kunnen redden in een natuurlijke omgeving. Een ecologische hoofdstructuur is daarvoor optimaal, want het dier kan migreren naar andere biotopen wanneer het door overpopulatie of voedselgebrek daartoe wordt gedwongen. Wanneer het vervolgens niet meer bejaagd wordt in het kader van de plezierjacht of bezitsdrang , zal het dier in de natuur de mens leren waarderen als een schepsel dat geen gevaar oplevert voor de eigen vrijheid. Dan pas zal een ware ontmoeting plaats kunnen vinden tussen mens en dier en kan ware respect worden getoond. De uitkomst is daarna altijd dat ieder zijns weg gaat. Net als bij de kwaliteit van ware liefde wordt contact maken en vrij laten in vrijheid beleefd en afgewisseld. Een foto is een respectvoller herinnering dan een jachttrofee. ANIMALFREEDOM; Ereli en Knudde
In een damesweekblad stond gisteren het volgende waargebeurd verhaal te lezen, ik tik het even over, zò lief dat ik het jullie niet wil onthouden :
Het is mei en de zon schijnt uitbundig.Mijn man en ik zitten op het terras in de tuin en genieten van het heerlijke weer en de bedrijvigheid om ons heen. Alle vogels zijn druk bezig voedsel te verzamelen voor hun kroost. Een merelpaartje heeft een nest gebouwd in de pergola op niet meer dan zo'n meter of 2 bij ons vandaan.We zien hoe de ouders af en aan vliegen met wormen in hun snavels. Als ze bij het nest komen sjirpen de kleintjes om het hardst, zodra ze weer verdwijnen om nieuwe proviand te zoeken, zitten ze muisstil in hun nestje. Dat gaat nu al dagen zo en of we er nu getuigen van zijn of niet. Ze trekken zich niets van ons aan en dat hoeft ook niet, want we hebben niks kwaads in de zin. Integendeel : we vinden het prachtig om te zien hoe goed vader en moeder merel voor hun jongen zorgen. Die dag stellen we vast dat de kleintjes nu wel ongeveer groot genoeg zijn om uit te vliegen. Een dag later zit mijn man voor het raam als hij opneens moeder merel aan de buitenkant van het venster heen en weer ziet lopen. Kennelijk wil ze hem iets duidelijk maken. Mijn man gaat kijken en ziet algauw dat één van de jongen bij zijn vlucht uit het nest in het keldergat is beland, beneden het raam waar moeder merel met zoveel misbaar onze aandacht vraagt.Nu begrijpen we haar paniek ! Ze kan met geen mogelijkheid haar kind bereiken en het jong kan er al evenmin uit eigen kracht uitkomen. Het kost mijn man ook heel wat moeite om het tegensprutteldende jong te pakken te krijgen. Even later fladdert de jonge merel samen met zijn moeder de struiken in. Een uurtje later meldt moeder merel zich opnieuw. Ze trippelt met een snavel vol wormen door de open tuindeur onze kamer in, deponeert de wormen op ons vloerkleed en verdwijnt weer richting struiken. We weten niet wat er ons overkomt ! Is dit haar bedankje voor het redden van haar kind ? we geraken er niet over uitgepraat.
Als dat geen mooi liefdesverhaaltje is, dan weet ik het niet meer.
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/
MONTREAL - (Belga) Kleine hoeveelheden oestrogeen, het vrouwelijke hormoon, in het water kunnen de mannelijke vissen "vervrouwelijken". Op die manier wordt het overleven van de wilde vissen bedreigd. Dat blijkt uit een Canadees-Amerikaanse studie die dinsdag is gepubliceerd in een Amerikaans wetenschappelijk tijdschrift.
Onderzoekers van het Canadees Ministerie voor Visserij en van het Amerikaanse agentschap voor de bescherming van het milieu hebben zeven jaar lang kleine concentraties synthetisch oestrogeen toegevoegd aan het water van een kunstmatig meer in het noorden van Ontario. De hoeveelheid oestrogeen kwam overeen met die in het afvalwater in de grote Canadese steden. Het hormoon komt in het water terecht door de sporen van de anticonceptiepil in urine. De kleine mannelijke visjes die onderzocht werden (Amerikaanse dikkop-elritsen, die vaak worden gebruikt om de giftigheid van water te testen en ook als visaas) bleken minder vruchtbaar sperma te produceren. In hun testikels werden ook eiproteïnen en zelfs eitjes teruggevonden. Deze effecten werden ook opgemerkt bij grotere vissen die zich voeden met dikkop-elritsen. (KWO)
De vliegende poes Een ouder echtpaar vindt op een dag een jonge poes. Ze besluiten om het dier te houden. Na een paar dagen vindt het echtpaar het poesje bovenin een boom in de achtertuin, waar het klaaglijk zit te mauwen. Het is duidelijk dat de poes niet meer naar beneden durft te komen.
Het echtpaar probeert vanalles om het diertje naar beneden te lokken, maar alle pogingen falen. Ten einde raad belt de man de brandweer. De brandweer komt langs met een ladder, maar deze blijkt te kort te zijn. Er wordt besloten tot een andere aanpak. Een van de brandweermannen klimt met een touw omhoog op de ladder, en bindt het touw vast aan een van de takken. Het andere eind van het touw wordt aan de brandweerauto vastgebonden.
Terwijl de brandweerauto langzaam achteruit rijdt, buigt de boom langzaam door. Het idee is dat de kat op die manier binnen het bereik komt van de brandweermannen en eenvoudig uit de boom geplukt kan worden.
Wanneer de poes bijna binnen handbereik is, breekt de tak af. De boom zwiept terug en lanceert het poesje, die met een angstige mauw door de lucht vliegt en uit het zicht verdwijnt.
Het echtpaar zoekt nog dagen in de omgeving, maar ze vinden het poesje niet meer terug. Na een week ontmoet het echtpaar in de supermarkt een vriend die in de buurt woont. De vriend staat bij de kassa met een zak kattenvoer.
"Ik wist niet dat jullie een kat hadden", zegt de voormalige katteneigenaar. "Je gelooft nooit wat er gebeurd is", zegt de vriend. âIk zat een week geleden in de tuin te lezen, toen er zomaar opeens een poes uit de lucht viel die bovenop mijn krant landde."
Waar of niet waar? Dit aandoenlijke kattenverhaal is over de hele wereld bekend en wordt al tientallen jaren verteld. Er is in Nederland nog een variant op dit verhaal bekend waarin het minder goed met het kattenbeest afloopt:
Een poes zit vast in een boom. De brandweer komt om de poes uit de te halen. De poes wordt uit de boom geplukt. Wanneer de brandweermannen weer vertrekken, rijden ze met hun wagen de poes plat.
05 mei tot 30 september 2007: Dierenplezier in het Rockoxhuis, Antwerpen
In het kader van O DIERBAAR ANTWERPEN kan je in het Rockoxhuis van 05 mei tot 30 september 2007 het 'dieren-werk' van een aantal bekende jeugdauteurs en illustratoren gaan bekijken. Ze lieten zich inspireren door de dieren op de oude kunstwerken van museum.
Bart Moeyaert, Gerda Dendooven, Carll Cneut, Sebastiaan van Doninck en vele anderen brengen nieuwe verhalen en illustraties die getoond worden naast de oorspronkelijke inspiratiebron. Daarnaast kan je aan de hand van de collectie alles te weten komen over de eetgewoonten van de 17e eeuwse arme man en de rijke patriciër, de papegaai in het salon en de pauw in de siertuin van de burger, de mieren in de sinaasappelboompjes en de vlinders op bloemstukken.
Snuffeltocht
Voor kleuters en oudere kinderen is er een snuffeltocht in het museum. In zeven zalen ontdek je alles over het leven van dieren in de stad. Van slaapgewoonten, voortplanting tot voedselbronnen. Al jouw kennis kan je toetsen in een snuffelbox. Gebruik al je zintuigen om nachtdieren te herkennen of bladluizen te tellen! Kinderen van 9 tot 12 jaar kunnen ook deelnemen aan een wedstrijd.
Wanneer er in geen velden of wegen een mannetje te bespeuren valt, kan een vrouwelijke hamerhaai zich alleen voortplanten. Dat beweert een studie die dinsdag in het Britse vakblad Biology Letters werd gepubliceerd.
In een zoo in Amerika heeft een vrouwelijke hamerhaai een jong gekregen, zonder dat ze in contact was gekomen met een mannetje, zo meldt Paulo Prodöhl van de Queens University in Belfast.
Volgens een genetische analyse, vertoonde de baby haai geen spoor van DNA dat van een vader zou kunnen komen.
"Tot op vandaag werd aangenomen dat haaien zich enkel konden voortplanten als er zowel een mannetje als een vrouwtje aan te pas kwam. Bovendien zou het embryo, zoals dat het geval is bij alle zoogdieren, het dna van beide ouders in zich moeten dragen. Wij hebben ontdekt dat dat niet opgaat voor de hamerhaai", aldus Prodöhl.
Maagdelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting, in dit geval maagdelijke voortplanting of parthenogenese genoemd, kwam tot nu toe alleen voor bij een aantal vogels, reptielen en amfibieën. "Bij zoogdieren is het nog nooit eerder vastgesteld", vertelt de wetenschapper.
De baby-haai werd geboren in 2001, tot grote verwondering van de zoo. De drie wijfjes, die zelf in gevangenschap geboren werden, waren nooit in contact gekomen met een mannelijke hamerhaai. De wetenschappers begonnen meteen met een onderzoek.
Voor de wetenschappers was maagdelijke voortplanting zowat de laatste optie. De kroost die daaruit voorkomt, draagt alleen het erfelijke materiaal van de moeder mee. Het beperkt natuurlijk wel de genetische verscheidenheid van de volgende generaties en bemoeilijkt de verdere voortplanting, aldus Prodöhl.
Huidverzorging: een mooie vacht voor je hond! (Ereli)
Gezondheid Huisdieren
Huidverzorging: een mooie vacht voor je hond!
Je hond verkeert in goede gezondheid, maar verliest veel haar, heeft een doffe vacht of een onaangename vachtgeur. Wil je hem opnieuw een fraaie glanzende vacht geven en hem in blakende conditie zien dollen, dan moet je hem de verzorging geven die hij nodig heeft.
Kwaliteitsvoeding voor een gezonde vacht
De huid en het haar van je hond weerspiegelen zijn algemene gezondheidstoestand. Toch hebben sommige dieren die in goede conditie verkeren een doffe of broze vacht of zij verliezen veel haren. Indien dat ook het geval is met jouw hond, denk er dan aan zijn voeding te controleren. De voeding speelt inderdaad een uiterst belangrijke rol voor de gezondheid van zijn huid en vacht. Voor honden die hypergevoelig of allergisch zijn, bestaan speciale voedingsmiddelen die rijk zijn aan meervoudig onverzadigbare vetzuren, vitamine E, vitamine C en taurine (een aminozuur). Deze bestanddelen versterken de beschermende eigenschappen van de huid. Er bestaan ook nog voedingssupplementen "speciaal vacht " die onder andere de vitaminen A, E, B en H bevatten, alsook zink en onverzadigbare vetzuren.
Toilet maken aan huis: borstelen en baden
Ongeacht het ras, is het absoluut noodzakelijk de vacht van je hond regelmatig te borstelen om de dode haren en eventuele plantaardige restjes die aan de vacht zijn blijven hangen te verwijderen. Een wekelijkse borstelbeurt volstaat voor honden met kort haar, maar indien je hond lange haren heeft, is dagelijks borstelen zeker aangewezen! Je hond een bad geven moet uitzonderlijk blijven. Een hond te dikwijls wassen kan de huid irriteren en allergieën veroorzaken. Voor langharige honden volstaat normaal gezien één bad per maand, terwijl honden met kort haar slechts twee- tot viermaal per jaar een bad mogen krijgen. Indien je hond een uitzonderlijk vette huid heeft, dan kan je gebruikmaken van speciale shampoos die de talgproductie reguleren en de huid opnieuw in evenwicht brengen. Om de hond niet te dikwijls te moeten wassen, zijn ook vloeistoffen verkrijgbaar in de vorm van een spray of een pipetje.
Dermo-cosmetische pipetjes
Voor honden die een gezonde huid hebben maar veel haar verliezen, waarvan de vacht niet glanst of een onaangename geur verspreidt, onder andere na een wandeling in de regen, bestaat een eenvoudig aan te brengen behandeling: het volstaat op de huid een vloeistof aan te brengen met een pipetje. Deze huidverzorgingspipetjes voor honden bevatten natuurlijke bestanddelen zoals meervoudig onverzadigbare vetzuren, essentiële oliën van rozemarijn, lavendel en andere planten en vitamine E. Deze bestanddelen worden eerst gedurende 2 maanden wekelijks toegediend. Daarna kan je de behandeling occasioneel hernemen, telkens gedurende een periode van één maand. Deze behandeling zorgt voor een mooiere vacht en zij heeft bovendien een hydraterend, rustgevend en geurverdrijvend effect. De pipetjes zijn helemaal niet toxisch en zijn bovendien doeltreffend tegen haaruitval, tenzij tijdens de rui natuurlijk, en tegen roos en andere huidschilfers.
De rui, een natuurlijk verschijnsel
Elke belangrijke schommeling van de buitentemperatuur en van het aantal uren zonneschijn veroorzaakt bij honden een ruiperiode. Je mag nooit vergeten dat elke hierboven vermelde verzorging niets zal kunnen veranderen aan het natuurlijke verschijnsel van de rui.
Sommigen vrouwen beginnen al te krijsen als ze een onschuldige hooiwagen over hun nachtkastje zien kruipen. Wat moet het dan zijn als er spinnnen letterlijk in je hoofd leven? Kan niet, zegt U? Toch wel. Jesse Courtney, een 9-jarig baasje uit de Amerikaanse staat Oregon klaagde voortdurend "Rice Krisppies-geluiden" in zijn kop. Na een tijdje besloot zijn moeder met hem naar de dokter te gaan. Bleek dat twee kleine spninnen een nestje hadden gebouwd in Jesse's oor... De griezels werden verwijderd met een grondigewaterspoeling. Eigenlijk vond ik het wel interessant, zei Jese. Hoeveel kinderen kunnnen er zeggen dat er spinnen in hun oor hebben geleefd?
Behoefte aan territorium, voedsel of een partner kan ertoe leiden dat zoogdieren met elkaar gaan vechten. Schermutselingen over voedsel of om een plaats in de zon komen geregeld voor bij zoogdieren die in groepen leven. En meestal krijgt het sterkste dier zijn zin. Maar als twee aan elkaar gewaagde dieren elkaar tegenkomen, tellen omvang, kracht en ervaring. Met soms fatale gevolgen voor de verliezer. Zoogdieren hebben vaak een heel arsenaal aan wapens en technieken om hun soortgenoten te bevechten, vooral de mannetjes. Mannetjesedelherten hebben een gewei, niet om zich tegen hun vijanden te verdedigen maar om met andere mannetjes te vechten. Een zeeolifantbul weegt 2700 kilo en heeft forse nekspieren en een extra dikke huid om zijn keel tegen beten van rivalen te beschermen. Een leeuw is groter en zwaarder dan de snellere leeuwin, maar is qua voedsel van haar afhankelijk. Zijn sterke lijf en scherpe klauwen en tanden bewaart hij voor zijn rivalen. Een eigen territorium betekent meer voedsel en dus meer kans op overleven. De bewoner van een voedselrijk gebied zal 's winters fel vechten om dit te behouden. Ook wordt een maaltje zelden zonder gevecht opgegeten. Een prooi vangen is moeilijk en dus is het zinvol om voor het behoud ervan te vechten. Om hun voedsel te verdedigen, vallen leeuwen een lid van een andere troep aan en doden die. Zelfs kleine dieren zoals mollen verdedigen hun hol agressief. Wanneer deze bijna blinde dieren elkaar in een tunnel tegenkomen, voeren ze vaak hevige gevechten. Gevechten tussen mannetjes die een vrouwtje willen verdedigen of winnen, zijn de bloedigste van allemaal, omdat het vaderschap van de volgende generatie op het spel staat. Bij sommige soorten halen maar enkele mannetjes de toppositie en vele worden gedood in hun poging om deze dominantie te bereiken. Het mannetje van de zuidelijke zeebeer kan wel honderd jongen hebben, maar de prijs is hoog. Aan het eind van het paarseizoen is de alfabul uitgeput en gewond. De strijd om het paren is zo intens, dat een bul een territorium soms maar een paar dagen kan behouden. Een mannetje dat een territorium verdedigt of rivalen bevecht, loopt meer kans op verwonding of plundering als zijn aandacht verslapt. Ook moet hij het soms lang zonder voedsel stellen en toch bedacht blijven op uitdagers. Veel zoogdieren hebben rituelen ontwikkeld om elkaars conditie te beoordelen alvorens eventueel te gaan vechten. Het is minder gevaarlijk om een tegenstander via krachtsvertoon te intimideren dan om te vechten. Lukt dat niet, dan volgt er vaak een gevecht. Primaten (mensapen en apen) kunnen heel agressief zijn tegenover elkaar, maar kracht alleen is niet genoeg. Intelligentie en sluwheid zijn belangrijke werktuigen in het arsenaal van een baviaan. Als een troep door een bepaald gewelddadig mannetje wordt overheerst, kan de ziedende ontevredenheid onder de jongere mannetjes en zelfs de vrouwtjes leiden tot een tijdelijke verbintenis om de bullebak te verdrijven.
Dat niet elke vissoort in onze siervijver thuishoort weet wellicht iedereen. Goudwindes zijn de meest bekende siervissen maar daarnaast zijn er nog een aantal bekende en minder bekende vissen die we in een siervijver kunnen uitzetten. Het zijn niet bodemwoelende en planten etende vissen die een siervijver kunnen bevolken.
Bittervoorn(Rhodeus Sericeus) Bittervoorn is een 6 tot 9 cm groot visje dat het goed doet in de moerasvijver. Bittervoorns behoren tot de karperachtigen. Bittervoorns kunnen in een groepje van 5 - 6 stuks worden gehouden. Het zijn eigenlijk karperachtigen. De Europese soort is beschermd en mag niet verhandeld worden. Het Chinese Bittervoorntje wordt in Hong Kong massaal nagekweekt. In het leven van een Bittervoorn is en zwanenmossel of zoetwatermossel onmisbaar. In het voorjaar ontwikkelt het wijfje een lange legbuis. In deze tijd is het mannetje reeds op zoek naar een geschikte mossel. Net zoals bij de stekelbaarsjes ondergaat het mannetje tijdens de paringsperiode een kleurverandering. De vinnen worden rood en de buik krijgt een gele kleur terwijl op de kop witte knobbeltjes te voorschijn komen. Het wijfje gaat via de legbuis eicellen loslaten in de ademopening van de mossel. Het mannetje gaat direct daarna zijn zaadcellen afzetten in de buurt van diezelfde mossel, juist bij de mondopening. Deze zaadcellen worden dan automatisch naar b innen gezogen. De mossel gaat nu voor de bevruchting zorgen. In de daaropvolgende weken zullen de eitjes geen last hebben van zuurstofgebrek of andere vijverbewoners. Bij het verlaten van de mossel kunnen de jonge Bittervoorns reeds zeer goed zwemmen.
Goudvoorn(Scardinius erythrophthalmus ) De Goudvoorn of Roselt is een voornachtige vis met donker (diep)rode rug en een lichtrode buik. Hij kan 15 tot 20 cm groot worden en is geschikt voor zowel de moeras- als de siervijver. De goudvoorn is volledig winterhard en doet het uistekend in onze moeras- of siervijver. Het zijn mooie visjes die de vijver sierlijk opvullen wanneer ze in school zwemmen. Echt een aan te raden vis.
Zoetwatermossel(Anodonta Cygnae) Zoetwatermosselen worden in de vijver vaak uitgezet als waterzuiveraars. Bij kleine vijvers van 2500 l kunnen een 20-tal mosselen het water zuiveren als de visbezetting niet al te groot is. We kunnen zien hoe de mossels het water langs de ene kant naar binnen zuigen, filteren en dan langs de andere kant opnieuw naar buiten laten stromen. Ze kunnen zich verplaatsen, maar bevinden zich meestal voor 75% in het zand of in het moeras en staan lichtjes open. In de zomer planten de mosselen zich voort. Het vrouwelijk exemplaar produceert duizenden eitjes. Het mannelijk exemplaar gaat deze eitjes bevruchten door zijn zaad bij het vrouwelijk exemplaar uit te spuwen. Het vrouwtje gaat deze zaadcellen dan naar binnen zuigen. Zo ontwikkelen zich parasitaire larven die eruit zien als kleine vlindertjes en reeds een schelpje dragen. Ze zijn parasitair en zetten zich daarom bijvoorbeeld vast op Stekelbaars en Bittervoor. Daar ontwikkelt zich een nieuwe schelp onder de oude, eerste schelp. Een nieuw klein mosseltje ontstaat . Het verlaat de gastheer (de vis) en vestigt zich ergens op de bodem. In siervijvers gaan deze mosselen zich niet zo snel voortplanten maar hun activiteit, het water zuiveren, is een aardige bezienswaardigheid. Zoetwatermosselen mogen daarom tussen de planten in de siervijver voorkomen of in kleine tonnen of vaten zijn deze diertjes ook welkom. Een zoetwatermossel kan tot 15 cm worden. Zoetwatermosselen kunnen wel voor een probleem zorgen in de vijver. Wanneer een mossel dood is, verspreidt hij een enorme stank en dat is niet om mee te lachen.
Zonnebaars(Lepomis gibbosus) Dit is de enige roofvis die in onze vijver mag vertoeven. Het is een klein, prachtig roofvisje van maximum 10 cm dat ons goede diensten kan bewijzen door het bestrijden van kwalijke parasieten in de sier- of moerasvijver. Enkele parasieten die op z'n menu staan zijn Visbloedzuigers, Karperluizen en Ankerwormen. Ook kleine visjes eet hij graag. Hierdoor gaat hij overbevolking tegen. Plaats wel niet meer dan één zonnebaars in de vijver want zijn broedzorg is zo goed dat we binnen de kortste keren teveel zonnebaarsjes zullen hebben. Die gaan dan bij gebrek aan insecten en kleine visjes onze grotere vissen aanvallen en stukken uit hun vinnen bijten.
Stekelbaarsjes(Gasterosteildae) Stekelbaarsjes zijn 6 cm grote moerasvijvervisjes die in scholen zwemmen. Voor een moerasvijver zijn ze een echte aanwinst. Vooral in de paringstijd zijn ze echt een streling voor het oog.
Steur(Acipenser Ruthenus) In de handel worden een aantal Steursoorten verkocht, maar eigenlijk is er maar één Steursoort die min of meer geschikt is om in een siervijver gehuisvest te worden en dat is de Sterlet of Acipenser Ruthenus. De Sterlet is de kleinste soort van het geslacht, (wordt max. 1,20 m) en lijkt wel wat op de Baeri, maar heeft een spitsere snuit en witte randen om de vinnen. Er is ook een albino kleurvariëteit, die mooi wit is en daardoor goed zichtbaar is in de vijver. Ze komen oorspronkelijk voor in de Donau en de Wulga.
Elrits Elritsen zijn een beetje de dwergvormen van onze Goudwindes. Ze worden maximum 8 cm groot. Het visje wordt wel niet echt oud: drie jaar. Het kweekt wel ontzettend goed zodat er altijd genoeg aanwezig zullen zijn, soms teveel en dan moeten maatregelen genomen worden. Een Zonnebaars kan de oplossing bieden. Elritsen zijn echte schoolvissen en moeten daarom met twintig tot veertig stuks in de vijver uitgezet worden. Elritsen zijn door hun grote getale geschikt voor natuurvijvers.
Niet alle vissen zijn even geschikt om in een siervijver onder te brengen. De lijst hieronder omvat alle vissen die in een siervijver kunnen worden gehouden en waarvoor ze geschikt zijn. Het zijn afstammelingen van de gewone goudvis die de nadelige eigenschappen van de gewone goudvis niet meer hebben.
Blauwe Sluierstaart(Oranda Calico) Deze Sluierstaart die 10 tot 20 cm groot wordt, is een variëteit van de blauwe Shubunkin en behoort tot de familie van de goudvissen. Hij is samengesteld uit de kleuren blauw, zwart, rood en doorschijnend satijnwit. Hij is donkerder dan de 'Red cap' of de rode Oranda. De Blauwe Sluierstaart is een siervijvervis.
Komeetstaart(Sarasa 'Comet') Komeetstaarten behoren tot de goudvissen, worden 10 tot 20 cm lang en zijn een aanwinst voor de siervijver. Het zijn slanke, smalle vissen met een enkelvoudige staartvin. Deze staart kan lang worden waardoor de Komeetstaarten grote snelheden kunnen halen. Ze zijn afkomstig uit Japan en stammen af van de goudvis. Ze hebben echter wel niet de eigenschappen van de goudvis als het op woelen en planten eten aankomt. Hij is zeer gemakkelijk te houden en winterhard. Tevens zijn deze vissen zeer beweeglijk. De Komeetstaart is rood. De Sarasa-komeet is rood van kop tot staart en de onderkant is wit. De Blauwe Komeetstaarten zijn de variëteiten met een blauw, wisselend kleurenpatroon.
Rode Sluierstaart(Carassius Auratus 'Oranda rood') De Sluierstaart is een siervijvervis van 10 tot 20 cm groot die behoort tot de familie van de goudvis, maar deze woelt niet en eet ook geen planten. Sluierstaarten zetten we het best in de vijver als de watertemperatuur ongeveer 18°C is. Sluierstaarten zijn niet echt winterhard. Bij een matige winter kunnen ze in de vijver overleven als die minstens op een plaats 80 cm is. Toch is het aan te raden Sluierstaarten in een koude aquarium binnen te brengen als de winter nadert. De Sluierstaarten zijn kort, gedrongen en wat eivormig. Hij heeft een dubbele staartvin die bovenaan is samengegroeid. De rugvin is hoog geplaatst en hangt af naar beneden. Dit is wel in zijn nadeel, de vis kan zo moeilijk zwemmen, is traag en bijgevolg een gemakkelijke prooi. Hij heeft daarentegen wel een andere zwemwijze dan onze andere vissen. Door zijn sierlijkheid past hij dan ook uitstekend in de siervijver. Hij komt voor in de kleuren rood, geel, oranje en wit.
Shubunkin De Shubunkin die 10 à 20 cm wordt, is eigenlijk afkomstig van de Japanse goudvis, zijnde de Wakin. Kenmerkend bij Shubunkins zijn de lange vinnen waaronder de staartvin het langst is. Shubunkin komt voor in verschillende tinten. Je hebt de Blauwe Shubunkin met overwegend een blauwe kleur met daartussen witte, rode, zwarte en zelfs gele vlekken. Van de Blauwe Shubunkin is zelfs een variëteit met helderblauwe kleuren op de rug. Er is ook het Bristul-type met een overwegend rode kleur met daarin wit, wat blauw en zwarte vlekken. De kleurenpracht van Shubunkins is vooral te danken aan de schubben. Ze hebben gewone schubben die het licht weerspiegelen en ze hebben transparante parelmoerachtige schubben die de kleuren van de onderste huidlagen laten doorkomen. Deze combinatie geeft soms prachtige kleurschakeringen. Het zijn veeleer goedkope vissen, sterk en gemakkelijk om kweken. Als men Goudwindes in de vijver heeft, dan zullen de Shubunkins ze graag vulgen. Shubunkins zijn redelijk winterhard, sterk en ze blijven van de planten af. De Shubunkin is een heel dankbare vis voor de siervijverliefhebber.
Telescoopvis(Carassius auratus) De Telescoopvis is een siervijvervis. Het is een niet winterharde variëteit van de gewone goudvis die 10 cm groot kan worden. Hij kan met metaalachtige schubben bedekt zijn of een transparante huid hebben. De Telescoopvisjes hebben een kort, hoog lichaam en kunnen een bult hebben op de rug bij de overgang naar de kop. Hij heeft zeer merkwaardige ogen die bijna uitpuilen op zijn uitsteeksels. Ze komen voor in de kleuren helderoranje met wat wit of blauw met zwart. De vinnen zijn buitensporig groot. De staartvin is veel langer dan de romp en daardoor zeer kwetsbaar. Omdat hij zich altijd langs de vijverrand bevindt, is het nogal een makkelijke prooi voor katten. Deze soort is niet winterhard. Hij moet daarom in het najaar uit de vijver gehaald worden en binnenshuis gehouden worden bij 10-16° C. In het late voorjaar kan hij opnieuw in de siervijver geplaatst worden.