|
|
|
populaire geloofshandleiding |
|
|
14-01-2006 |
|
0.3.2 Rangschikking van de bijbelteksten
Om die rangschikking duidelijk te maken, neem ik als voorbeeld bijbelstudie twee: Bekering. In een concordantie ben ik al de tekstgedeelten nagegaan, waarin dit woord of de woordcombinatie zich bekeren voorkwam. Ik ging na, welke gedachte ieder van die tekstgedeelten bij mij wekte. In mijn voorstelling ontstond zo een bepaald patroon met verdeling en onderverdeling, zoals van een ladder met delen en sporten. Op elke sport nestelden zich enkele teksten. U zult wel eens iets merkwaardigs waarnemen. Neem nu bijvoorbeeld een tekst, waarin de begrippen bekering en genezing voorkomen. U zult zich dan verwonderd afvragen: Waarom behandelt hij genezing maar zo terloops. Ziet hij de goddelijke genezing niet? Weest u gerust: bij Genezing door God komt deze tekst weer terug. Dan wordt bekering terloops behandeld en krijgt genezing het volle licht. Een andere maal zult u zeggen: Waarom is deze tekst nu juist op die laddersport geplaatst en niet op een andere? U moet zich dat zo voorstellen: van hoofdgedachte naar gedachte en tenslotte naar overweging worden de indelingssignalen steeds vager. Teksten zijn veelzijdig hemels. Zij zijn stuk voor stuk dragers van vele gedachten en overwegingen. Het is eigenlijk wat dom om dergelijke geweldige uitspraken in een eenzijdig aards keurslijf te persen. Op grond van steeds zachtere signalen zal ik best eens een tekst ondergebracht hebben bij de niet meest aangewezen gedachte. Zo sterk zijn Gods woorden, dat ze zich ook daar heel wel lieten bespreken. Ik maak overigens van mijn rangschikking helemaal geen halszaak. Die rangschikking is onbeschrijfelijk ver ondergeschikt aan Gods Woord. Ik ben in dezen heel ontspannen. Het lukt toch nooit om de Bijbel in hokjes onder te brengen. Ik zou dat niet eens willen ook. Waarom ik dan toch een beetje probeer te ordenen? In de hoop alleen, dat de stof - zo enorm uitgebreid - op die manier iets meer hanteerbaar wordt.
0.3.3 Vermeldingwijze van de bijbelteksten
Het bleek mij dat vrijwel niemand, als hij een bijbelstudie leest, de bijbel opslaat om de teksten erbij te zoeken. Men kan dat ook niet eisen. Deze tijd van instant-maaltijden vraagt ook om instant-bijbelstudies, pasklaar, alles bij elkaar. Men wil geen tijdverlies, heeft graag alle bestanddelen van de maaltijd direct, voorbewerkt, bij de hand. Ik pas mij bij deze situatie aan. In mijn bijbelstudies komen twee soorten teksten voor: dragers van gedachten en overwegingen, die aan de orde zijn; dragers van gedachten en overwegingen, die niet aan de orde zijn. Ze flitsen even voorbij. Het zou onjuist zijn om ze niet te vangen in een terzijde. De eerste groep teksten geef ik voluit als deel van de tekst. Iets inspringend, met de vindplaats erbij, dat wel, maar verder helemaal ingekapseld in het grotere geheel. De tweede groep teksten geef ik verkort of in andere bewoordingen weer met verwijzing naar de vindplaats. Het direct voluit vermelden van deze teksten zou afleidend en verwarrend werken. Aan het eind van elke bijbelstudie geef ik ze alsnog in een volledige opsomming met de plaatsen, waar ze aangehaald worden.
0.3.4 Coderen van (hoofd)gedachten en overwegingen
Het doet wat kil aan, die vermeldingen in de marge. Gods evangelie in decimaal-codering! Het warme, goede nieuws in stukjes gehakt met behulp van koude cijfers!! Toch zal het wel wennen. Codering werkt een zekere beperking in de hand. Verder dan negen gedachten kan men niet gaan. Al te oeverloos gezwam wordt ingedamd. Denkt u ook eens aan het gemak bij: verwijzen; register van behandelde teksten. De indeling maak ik duidelijk met behulp van dit voorbeeld van een codering: 22.4.7.8. Het gaat dan om: bijbelstudie 22; vierde hoofdgedachte; zevende gedachte; achtste overweging.
0.3.5 Woordgebruik, in het bijzonder met betrekking tot vreemde woorden
Ik ben eigenlijk een taalzuiveraar. Het liefst zou ik allemaal Nederlandse woorden gebruiken, maar dat is niet vol te houden: sommige vreemde woorden zijn net zo bekend als Nederlandse woorden, soms zelfs bekender; voor de afwisseling is het goed om zoveel mogelijk onderling inwisselbare woorden te hebben. Dan kan men soms veel plezier hebben van een loot van uitheemse stam; welluidende Nederlandse woorden geven toch soms een wat al te plechtige zin. Bij alle overwegingen een toelichting: Hiervoor gebruikte ik al de woorden: idee, serie, studie, fase, profetie, karakter, planeet, coderen, patroon, signaal, direct, decimaal, register. Dit zijn woorden, die in onze taal volledig zijn ingeburgerd. Het zou overdreven zijn om ook zulke woorden te vermijden. Wat is het levendig om niet alleen van een andere mogelijke keus, maar ook van een alternatief te kunnen spreken. Of om eens eenmaal bij de zaak betrokken te vervangen door geëngageerd. Vergelijkt u eens deze zinnen: U hebt die stem genegeerd en U hebt die stem veronachtzaamd. Persoonlijk vind ik veronachtzaamd een fraai klinkend woord, maar de zin wordt wat stijfjes. Ik zal dus vreemde woorden gebruiken, maar . . . ik beloof u: met mate. Als het niet goed in de hand gehouden wordt, overwoekeren ze hele zinnen. En . . . ik zal weinig gangbare Nederlandse woorden gebruiken. Wanneer hoort men ze nog: inkapselen, gesloof, halszaak en zovele meer. Ik verheug me er nu al op om ze in te voegen in het veelkleurige woordenboeket, dat voor u wordt samengesteld.
0.3.6 Stijlaanpassing voor verschillende groepen van studerenden
Ik zou zo graag mijn lezeressen persoonlijk aanspreken. Niet altijd hij en zijn, maar gelijk op zij en haar. Het lukte mij niet. Ik heb het echt geprobeerd, ook nog op een andere manier: u weet wel zoals men wel spreekt van een verpleegkundige daaronder samenvattende verpleegsters en verplegers. Dat werd ook niets. Dames, zeg nu niet dat ik rolbevestigend bezig ben. Sta daar maar niet bij stil. Lees maar zij en haar naar het u uitkomt. Ik heb ernaar gestreefd mijn stijl eigentijds te houden. Dat is óók maar zeer ten dele gelukt. De kern van de bijbelstudies wordt gevormd door teksten. Die zijn geformuleerd met gebruikmaking van plechtige, ernstige woorden, gerangschikt tot statige zinnen, die spreken over diepe begrippen. U begrijpt: dat is al sfeerbepalend. In de uitleg ben ik dan wel wat vrijer in mijn woordkeus, maar ik kan toch niet te ver weg van de indringende, zeker niet altijd eenvoudige beginselen die in de teksten worden weergegeven. Overigens: de speelsheid van mijn stijl zal u toch wel hier en daar verrassen. Maar juist als u geamuseerd uitroept: Maar dit is het helemaal . . . houen zo, moeten we terug naar wat minder uitbundigheid. Jammer, maar . . . helaas!
Maar nu wordt het toch tijd om iets wezenlijks te gaan doen. Al ik weet niet hoe lang bezig en nog geen één tekst . . . Aan de slag . . .!
0.4 Algemeen voorbehoud
Nog even aandacht hiervoor: Het kan zijn, dat iemand bij lezing van de bijbelstudieserie meent een gelijkenis te ontdekken met hem of haar bekende personen, zaken of omstandigheden. Zulk een gelijkenis dient steeds als geheel toevallig te worden aangemerkt.
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|