Een doordeweekse natte dinsdagochtend, zonder speciale feiten, gebeurtenissen, verjaardag van een VIP van nu of uit het verleden op deze 29e oktober. Ik heb ook geen heilige gevonden met een speciale betekenis die voor de genezing van één of andere kwaal, door de mensen kan aanroepen worden of waar je een kaarsje voor zou branden. Met 13°C is het bovendien niet zo warm als in 2022, dat records brak met 25,5° C. Mensen, niet getreurd, dat doet de NVA, Groen, Vooruit, Vlaams Belang en Open VLD van Gent al genoeg. Na 2 weken zijn alle palavers op niets uitgelopen en moeten alle onderhandelingen, gesprekken en nachtelijke bijeenkomsten weer van voor af aan beginnen. Het is niet alleen Gent dat moeilijkheden kent voor het installeren van een gemeenteraad. Izegem, Antwerpen, Brussel en nog een 40 tal andere gemeenten en steden heeft nog altijd geen akkoord kunnen bereiken om een 'gemeente', 'stad' te besturen. Of moet ik dat een 'dorp' noemen, want de roddel, de aantijgingen en beschuldigingen vieren weeral hoogtij. Dat alles heeft natuurlijk ook zijn weerslag om een federale regering op poten te zetten. Ondertussen doet de overgangsregering weeral goed werk, alle belastingen worden op tijd geïnd, alle wetten worden op tijd getekend. Kortom, alles gaat zijn gewone gangetje zoals ten tijde van onze enige vrouwelijke premier die we ooit hadden; Mevrouw Wilmès. Die heeft het land met daadkracht bestuurd in de moeilijke periode van covid. Nu is het nog Alexander De Croo die de ontslagnemende regering richting geeft, vooraleer hij het burgervaderschap van de gemeente Brakel zal opnemen. Zo, dat is in het kort weergegeven hoe onze hedendaagse geschiedenis eruit ziet en zal beschreven worden als 'een tijd dat politici weigeren verantwoordelijkheid te nemen' als ze er geen persoonlijk electoraal en financieel profijt uit halen. Weinig grote staatsmannen zijn er heden ten dage nog te bespeuren. En het vernoemen van de gemeente Brakel (Nederbrakel tot de fusie van 1970) zie ik weer het internaat voor ogen waar ik enkele jaren van mijn jeugd sleet. De internaatschool Cor Mariæ, waar de 'zusters van het Heilig Hart van Maria' de plak zwaaiden, midden in de Vlaamse Ardennen, niet ver van Oudenaarde. Veel verplichte ontspannen wandelingen gedaan met de andere leerlingen op en af in het Brakelbos en in de Zwalmstreek. De speeltijden werden er opgevuld met rolschaatsen (de echte met ijzeren wielen) en ketsen tegen de muren. Dat 'kaatsen' was elkaar overtreffen met het aantal ballen dat men ofwel in de hoogte of tegen de muur kon gooien. Dat kon ook alleen gedaan worden. Touwtje springen was ook een geliefkoosde bezigheid, dat men alleen of met een paar andere meisjes ook kon doen. Aan alle speelkoer-activiteiten, waar we als kind mee bezig waren, zijn nu wedstrijden verbonden en krijgen Engelse namen: rope skipping, skaten....Voilà, mijn tater voor vandaag. Tot morgen
|