1Juni tot 31 Juli 1942. 150kg.kolen voor deze periode.
1Juni tot 31 Juli 1942.
150 kgr.kolen voor deze periode.
Voor het tijdperk gaande van 1 Juni tot 31 Juli 1942 zullen de leveranciers,kleinhandelaars,kolenmijnen,cokesfabrieken,plaatselijke comités van Winterhulp.gezinshoofden,ingeschreven op de lijsten die hun door de gemeentedienstenvoor de bevoorra ding en de rantsoennering over gemaakt werden en met uitsluiting van de verbruikers,ondernemingshoofden,de volgende hoeveelheden huisbrandstof verdelen.
Voor de gezinnen bestaande uit vijf tot vier personen,150kg steenkool od steenkool brikettten,ofwel 180kg cokes. Voor de gezinnen uit negen tot twaalf personen:170kg.steenkool of steenkoolbriketten,ofwel 200 kg cokes. Voor de gezinnen uit dertien tot zestien personen:210 kg kilogram steenkool of steenkoolbriketten,of wel 250 kg cokes. Voor de gezinnen of de daarmede gelijkgestelde gemeenschappen bestaande uit zeventien tot twintig personen 230kgram steenkool of steenkool briketten,ofwel 350kgr.cokes,met een vermeerdering van 20 kgrsteenkool,of steenkoolbriketten of cxokes voor elke aanvullende groep van 4 personen.
De volksweerkunde uit het begin van de negentiende eeuw was een curieus mengsel van gezond verstand en bijgeloof. Het bestond uit een samen raapsel van duizenden weerregels,spreuken en gezegden.Een deel van deze spreuken hoort men ook nu nog wel.
In vele weerspreuken wordt een verband gelegd tussen de maan en de bewolking. Dit zijn redelijk betrouwbare spreuken. Een koude heldere nacht leidt dikwijls tot vorst of mist in de ochtend en het is vooral tijdens zulke nachten dat de maan goed te zien is. Vandaar komt het gezegde dat na een heldere nacht vorst komt.
In de volksweerkunde komen vele gezegden voor die zouden moeten wijzen op het voor- spellende gedrag van dieren en planten.Zo werd wel eens beweerd dat koeien gaan liggen als er regen komt en dat bijen voor een storm terugkeren naar hun korf. De meeste van deze gezegden weerspiegelen echter slechts de gevoeligheid van dieren en planten voor ver- anderingen in atmosferische omstandigheden,met name de vochtigheid.