In de vroegere eeuwen lag Aarschot grotendeels omringt van water,Demer,Laken en moerassen.Tot voor een veertigtal jaren bestond achter den berg nog de <<visgracht>>waar toen de heerlijke bossen van Arenberg groeiden en thans vruchtbaren landerijen zijn aangelegd. De bewoners moesten, om de vangst uit te oefenen op de Demer en Laken een tol betalen aan de Heer,daar het visrecht op al deze wateren uitsluitend aan de Heren toe behoorden. De tollen op de doorvarende schepen en de belasting op de visvangst waren een van hunne bijzonderste bronnen van inkomsten.Zelfs wanneer wanneer het land van Aarschot overging op de Hertogen van Brabant,en de oude Heren hun tittels verloren,behielden toch de oude afstammelingen,de huizen van Schoonhoven,Alvieren enz.geheel of gedeeltelijk het visrecht op de rivier de Laken. Aangaande den Heer van Schoonhoven lazen we,<< Een molen op de stroom en de visserij,geheten de Motte en ook de visserij van den stroom van den Demer van aan de waterpoort tot aan de sluis boven den Donk...en daartoe de <de Laak < geheten << onder de wilge<<en nog een ander op de Laak geheten<< Beeldenkenslaak>>in welke voorgenoemde stromen van de Motte en den Demer altijd zijn visserijen gehad en verhuurd heeft,en nog verhuurt op deze tijd,tot zijn profijt. En op de dijk van de van de Motte mag de Heer van Schoonhoven altijd planten,en is een vrije dijk dat daar niemand te voeren heeft of te reizen dan naar de molen van de Heer vanSchoonhoven komen of de beemden van de Heer huren. Oude <<cijnsboeken<< vermelden,dat verschillende inwoners van Aarschot een cijns betaalden om het leggen van een viskast in den Demer, achter hun huis.De afmetingen,ervan waren vastgesteld van 8 voet op 2 en 3voet.Voor een halve eeuw toen onze Demer,niet door door fabrieksafval was vervuild,voorzagen onze vissers overvloedig de markten van Brussel en Antwerpen van paling. De <<Aarschotse paling>< was overal bekend en gewild.Menigeen verdiende daardoor een mooie stuiver. Dagelijks zag men dan nog een aantal palingvissers hun korven en korelen ophalen en ook hun netten in t'seizorn van den << trek<< van den paling of bij << dik<< water, veroorzaakt door overvloedige regens. Langzamerhand moesten de laatste vissers van Dijle en Demer het opgeven tegen de immer toenemende verpesting van Demer en Dijle en de bij rivieren. Sederdien voorzagen de Hollandezrs onze markten van paling ,maar de vangst bij onze Noorderburen werd zo intensief gevangen,dat men nog slechts zeer dunne Hollandse paling aan de man zag brengen,palingkens van ruim de dikte van een potlood,zoals men tot voor den oorlog nog jaarlijks bij de palingleurders aantrof. Uit Volk& Staat;1941 Toerisme in onze streken.
Een groots initiatief van het Antwerps-Winterhulp-Komiteit.
Het lijdt geen twijfel dat alle provinciale plaatselijke Winterhulp-komiteiten van het gewesten aan werklust en belangstelling gebrek hebben. Maar de initiatieven betreft spant het Antwerps provinciaal komiteit toch de kroon.!. De Antwerpenaars blijven geen ogenblik op hun lauweren rusten!. Het vooruitzicht van de komende maanden durft het een initiatief van maanden van de verwezelijking,werkelijkheid "" fantastisch"" mag genoemd worden. Het Antwerps -Winterhulp -komiteit heeft namelijk een volkskeuken met als doel; Eénschotel-eetmaal-te maken. De volkskeuken wordt werkelijk een modelinrichting in haar aard,werd onder gebracht in de Blindenstraat te Antwerpen. De lokalen worden omgevormd tot een zeer moderne <<keuken>> met al jet nodige keuken apparatuur er bij.Men is volop aan het werken en men tracht de <<keuken>>koopvaardig te krijgen.begin November.Dus zal men zo spoedig mogelijk Eénschotel-eetmalen trachten in orde te brengen. Deze keuken is opgericht met het doel ook de voeding te verzorgen naar de toekomst toe voor groot Antwerpen. Om van deze maaltijden te kunnen genieten is het volstrekt noodzakelijk zich onmiddelijk in te schrijven in een van de lokalen van Winterhul,ook de dbevolking van de randgemeenten van Antwerpen kunnen inschrijven voor deze Eénschotel-eetmalen bron:Volk en staat.9 Oktober 1941.
Een nagekomen bericht. De winterhulp lokalen in de Blindenstraat te Antwerpen wordt een model keuken inrichting, er komen niet minder dan 32 ketels en eenmansschotel eetmalen zullen bereid wordenen komt op 1.50fr per eenmansschotel.
In een bakkerij der Jonauxstraat te Brussel ,bood zich een onbekende aan welk bij een kortstondige afwezigheid der bakkerin ,achter de toog kroop en een bus bemachtigde . De inhoud van de bus was een duizendtal broodzegels. Toen de bakkerin terugkwam kon zij hem nog een lederen tas ontnemen,doch de onbekende slaagde erin te vluchten met de zegels. De tas bevatten de broodzgels voortkomende van een diefstal van een andere bakker,die woonachtig was te Audergem.Zij bevatte de beginletters,waarmede men de intentiteit van den dief zal pogen vast te stellen.
Tijdens een persconferentie,herinnerde de voorzitter de Heer De Clercq,die verantwoordelijk is voor graan gewassen eraan, dat wij in normale tijden,100 duizend ton graan per maand invoerden. Vorig jaar werd er 204.951 ton inlands graan aan de bloemmolens geleverd. De toekenning van het rantsoen van 225 gram brood,werd daaren boven verzekerd door de invoer van 285.653 ton herkomstig van Duitsland,54 duizend ton tarwe afkomstig van Frankrijk,en 442 ton uit Rusland. De voorzitter prees hierna de voorbeeldige snelheid,waarmede de landbouwers den nieuwe oogst geleverd hebben,zodat de aansluiting kon verzekerd zijn. Op 10 Oktober zullen er reeds ongeveer 100.000ton geleverd zijn,hetzij de helft van de totale leveringen van vorig jaae.Van een andere kant,terwijl er in normale tijd 10 dagen nodig waren om het graan van de voortbrenger aan de bakker te brengen, het malen en het bezorgen aan de bakkers,thans vaak op 48 uur geleverd worden. N.B. De boeren verdienen een pluim en de molens werken flink.
De volksweerkunde uit het begin van de negentiende eeuw was een curieus mengsel van gezond verstand en bijgeloof. Het bestond uit een samen raapsel van duizenden weerregels,spreuken en gezegden.Een deel van deze spreuken hoort men ook nu nog wel.
In vele weerspreuken wordt een verband gelegd tussen de maan en de bewolking. Dit zijn redelijk betrouwbare spreuken. Een koude heldere nacht leidt dikwijls tot vorst of mist in de ochtend en het is vooral tijdens zulke nachten dat de maan goed te zien is. Vandaar komt het gezegde dat na een heldere nacht vorst komt.
In de volksweerkunde komen vele gezegden voor die zouden moeten wijzen op het voor- spellende gedrag van dieren en planten.Zo werd wel eens beweerd dat koeien gaan liggen als er regen komt en dat bijen voor een storm terugkeren naar hun korf. De meeste van deze gezegden weerspiegelen echter slechts de gevoeligheid van dieren en planten voor ver- anderingen in atmosferische omstandigheden,met name de vochtigheid.