13 Augustus 1941. Het rantsoen suiker blijft behouden.
Met genoegen kunnen wij melden, aan onze huismoeders,geen remming in de verdeling van suiker te vrezen hebben. De verantwoordelijken der << suikerbieten<< onderzoekt nog steeds nader de kwestie van den invoer van vreemde suikers.
Reeds sedert enkele tijd wordt er gesproken over een mogelijke invoer van suiker uit het protectoraat,Duitsland,en Hongarije.Het vraagstuk is echter met welke middelen en onder welke voorwaarden deze invoer kan gebeuren.
6 Augustus 1941. De vervaardiging van Leverpastei.
Men vestigt ons de aandacht en van de beenhouwers en van de verbruikers op de schikkingen te treffen van het besluit van 1/8/41. Dit besluit bepaalt dat slechts één soort leverpastei van slachtafvallen of met zetmeel mag vervaardigd worden,de maximum kleinhandelsprijs bedraagd 15 fr.de kilo. Volgens hetzelfde besluit,mag ook bloeworst;waarin alleen niet gerantsoeneerde waren zoals,bloed,pezen, kaken, groenten enz. wordenverwerkt,vervaardigd worden. De maximum kleinhandelssprijs is vastgesteld op 10 fr. het kilo. De vervaardeging van bloedworst van slachtafvallen of met zetmeel toegelaten bij besluit van 22/7/41 blijft toegelaten. De maximum kleinhandelssprijs bedraagt 12.50fr.devkilo. Voor leverworst,leverpastei en bloedworsyt van slachtafvallen of met zetmeel ,geet een zegel nt.10 recht op 140 gram. Bloedworst,waarin alleen niet gerantsoeneerde waren verxerkt worden dan mag verkocht worden zonder zegel.
Sedert Mei 1940 werd er om zeggen geen wijn meer uit Frankrijk,Spanje,Portugal en Italië ingevoerd.Er wordt met Frankrijk onderhandeld, doch er werden geen positieve uitslagen bereikt. Frankrijk beroept zich op de slechte wijnoogsten van de vorige jaren en op de oorlog in het leven te roepen om de wijn,uitvoer verbod te billijken.Het wil in de eerste plaats zijn eigen behoeften dekken.Daarbij bezit Frankrijk nog geen gegevens over de hoeveelheden wijn, welke uit Algerië,Tunesië en Marokko zal kunnen betrekken.Anderzijds heeft Frankrijk de prijzen der wijnen met 20% <<ad valorem<< belast,waarbij de verhoogde vervoerkosten en tolrechten dienen gevoegd.
De volksweerkunde uit het begin van de negentiende eeuw was een curieus mengsel van gezond verstand en bijgeloof. Het bestond uit een samen raapsel van duizenden weerregels,spreuken en gezegden.Een deel van deze spreuken hoort men ook nu nog wel.
In vele weerspreuken wordt een verband gelegd tussen de maan en de bewolking. Dit zijn redelijk betrouwbare spreuken. Een koude heldere nacht leidt dikwijls tot vorst of mist in de ochtend en het is vooral tijdens zulke nachten dat de maan goed te zien is. Vandaar komt het gezegde dat na een heldere nacht vorst komt.
In de volksweerkunde komen vele gezegden voor die zouden moeten wijzen op het voor- spellende gedrag van dieren en planten.Zo werd wel eens beweerd dat koeien gaan liggen als er regen komt en dat bijen voor een storm terugkeren naar hun korf. De meeste van deze gezegden weerspiegelen echter slechts de gevoeligheid van dieren en planten voor ver- anderingen in atmosferische omstandigheden,met name de vochtigheid.