Geen maaltijden in de spijshuizen zonder zegels. Dinsdag en vrijdags zijn vleesloze dagen
De secretaris-generaal van het ministerie voor lanbouw en voedselvoorziening deelt mede; Art.1.De hotelhouders en restauranthouders,herbergiers, en in het algemeen,al de houders van inrichtingen waaraan rantsoeneringen onderworpen ,en eetwaren worden gebruikt,mogen slechts tegen overhandigen van rantsoenzegels door de verbruiker,gerantsoeneerde producten verkopen. Art.2.De nationale federatie van de hotelhouders is er toe gemachtigd,onder controle van opmruling ,het opdienen van delen van rantsoenen zou vergemkkelijken De deelzegels geven geen recht op wederbevoorrading. Art.3.Behoudens bijzondere schikkingen wordt de bevoorrading van de Hotels, spijshuizen,koffiehuizen,restaurants en gelijkaardigen inrichtingen,bedoelt in Artikel geregeld overeenkomstig de beschikkingen. Van het organiek besluit besluit van 1 Maart 1940,speciale afwijkingen kunnen nochthans voorgeschreven worden door middel van het staatsblad. Art.4.Het is verboden in de hotels en spijshuizen,koffiehuizen en andere gelijkaardigen inrichtingen bedoelt in artikel 1. eetmalen op te dienen of te gebruiken die bestaan uit meer dan; a)één soep oféén voorgerecht zonder vlees, b)"één gerecht met aardappelen en groenten oféén gerecht met deegwaren of één voorkeur van voorgerechten zonder vlees. c) één nagerecht. Art.5.De spijskaart afgaan ,de verbruiker enkel de keus laten tussen twee soepen,voorgerechten zonder vlees, met of zonder aardappelen,twee vleesgerechten,één wild gerecht,één gevogelte gerecht, twee gerechten met eieren,één gerecht met met deegwaren twee groenten,,banket gebak, vruchten en kaas. Naast ieder gerecht moeten op de spijskaart,duidelijk en leesbaar ,de prijs van de comsumtie,het aantal zegelsvan de verbruiker geeist en hun waarde in gewicht aangeduid zijn. Art.6.Een eetmaal mag geen hoeveelheid vlees bevatten die groter is dan drie dagelijkse rantsoenen en geen hoeveelheid, vetstoffen groter den 20gram. Het is daar en boven verboden,den Dinsdag en Vrijdag van elke week,in de bij onderhavig besluit,bedoelde inrichtingen gerantsoeneerd vlees,evenals gerechten die dat product bevatten,aan te bieden,op te dienen,,of tr gebruiken,dat het verbodslaat op denvolgende dag,wanneer de dinsdag of de vrijdag een wettelijke feestdag is. Art;7.De houders van de onderhavig besluit,bedoede inrichtingen zijn verplicht op een zichtbare plaats van de verbruikzaal,een klein aanplak biljet aan te brengen,waarop in goed leesbare letters staat gedrukt. De Heren verbruikers zijn ertoe gehouden aan de aangestelde op het ogenblik der brestelling de op de kaart vermelde rantsoenzegels af te geven. Geen enkel eetwaar zal zonder gerantsoeneerde zegels verkocht worden.
Geen vermindering van ons vetstoffen rantsoen gedurenden de winter.
20 September 1941.
Geen vermindering van ons vetstoffen rantsoen gedurende de winter.
"Handel en distributie" orgaan van de nationale Landbouw en voedings cöoperatie brengt ons verheugend niuws. Het rantsoen van 450 gram vetstoffen zal deze winter behouden blijven,deze tijding zal voorzeker met vreugde worden onthaald.Met recht en rede kom men vanaf de maand november voor een vermindering van het vetrantsoen vrezen,hetgeen zich trouwens verleden winter voordeed.Men kon er zich aan verwachten,daar men wist dat ongeveer twee maanden geleden de stocks der grondstoffen voor het vervaardigen van margarine bijna uitgeput waren en geen fabricage,meer mogelijk was na Januarie 1942.De mogelijkheid de boter voorraad aan te vullen gedurende de periode,waarin melk voorbrengst daalt door een grotere margarine rantsoen,werd dus uitgegeschakeld. Dank zij deze actie van de coöperatie zal deze krachttoer kunnen verwezelijkt worden. Ziehier hoe ze te werk gingen. Men ging van bij de aanvang van het geschikte seizoen over tot het opstapelen van boter,op het huidige ogenblik overtreft de stocks 2.750.000 kg.en eenvoorbrengst,die veel groter is dan voorzien was gedurende de maand September,heeft deze ononderbroken opberging in ijskasten toegelaten gedurende de tweede helft van Augustus. Van haar kant is de groepering er in geslaagd de stocks der grondstoffen voor margarine te vernieuwen.Vooreerst door het vermengen van het rundsvet dat men verkoos in voorraad te houden,liever dan het rechtstreeks aan de verbruikers uit te delen,die er slechts zeer geringe hoeveelheden van zouden bekomen hebben.Vervolgens dank zij een uitwisseling met het buurland van de voeding onbruikbare olie tegen geraffineerde en met waterststof gemengde walvisolie/. Deze twee maatregelen zullen de fabricage van voldoende hoeveelheden margarine voor de behoeften van het land toelaten. De verhouding tussen boter en margarinr zal veranderen volgens de maanden, maar het rantsoen van 450 gram vetstoffen zal behouden blijven.
Werd uitgevaardigt bij besluit van 15 September 1941.De overheid streefde vervolgens naar een uitbreiding van de aardappelen en broodgraanteelt,en naar behoud van gerst,het peulvruchten en suikerbiet arsenaal. Het teeltplan legt geen uitbreiding van het aardappel-of broodgraan arsenaal op maar een te leveren kwantum;Dit leverde niet het gewenste resultaat op daar het even grote oppervlakte moesten zijn dan vroeger. Zie Supra p.30/31.
Volgende maand zullen wederom biscuits in de handel gebracht worden,begin September is er met de vervaardiging van biscuit begonen. in onze fabrieken. In onze fabrieken zijn ze volop met de productie bezig en in Oktober zullen wij in ruil tegen zegel nr.1 te verkrijgen zijn, in een verpakking van 125 gram voor een zegel. De maandelijkse productie zal 300.000 kg bedragen,dus meer dan eerst voorzien was.Dit maakt het mogelijk ze langs de normale handel te verdelen. De biscuits bevatten 72% zuivere tarwe,Hun samenstelling is 90 gram tarwe meel,3.5gram suiker,6 gram vet.
Gift van Koning Leopold en Koningin Elisabeth aan Winterhulp.
17 September 1941.
Gift van Koning Leopold en Koningin Elisabeth aan Winterhulp.
Door <<Winterhulp medegedeeld>< De koning schonk aan"Winterhulp" een bedrag van één miljoen frank ,H.M; de Koningin schonk tee honderd duizend frank. Niet alleen waren deze bedragen op zich zelf genomen van bezonder belang, maar zij hadden ook nog een grote morele waard,omdat zij tegelijkertijd een klaar en onomstotelijk bewijs waren van de volledige instemming welke de koning hier mede aan het doel en het streven van "winterhulp "schonk.
Men kan aan deze gift de betekenis aan hechten van een uitnodiging tot de velen, zowel privaat personen ,als naamloze venootschappen en dergerlijke,die reeds eerder hun plicht hadden begrepen om hun gevend gebaar bij het aanbreken van de tweede oorlogs winter te herhalen.
De volksweerkunde uit het begin van de negentiende eeuw was een curieus mengsel van gezond verstand en bijgeloof. Het bestond uit een samen raapsel van duizenden weerregels,spreuken en gezegden.Een deel van deze spreuken hoort men ook nu nog wel.
In vele weerspreuken wordt een verband gelegd tussen de maan en de bewolking. Dit zijn redelijk betrouwbare spreuken. Een koude heldere nacht leidt dikwijls tot vorst of mist in de ochtend en het is vooral tijdens zulke nachten dat de maan goed te zien is. Vandaar komt het gezegde dat na een heldere nacht vorst komt.
In de volksweerkunde komen vele gezegden voor die zouden moeten wijzen op het voor- spellende gedrag van dieren en planten.Zo werd wel eens beweerd dat koeien gaan liggen als er regen komt en dat bijen voor een storm terugkeren naar hun korf. De meeste van deze gezegden weerspiegelen echter slechts de gevoeligheid van dieren en planten voor ver- anderingen in atmosferische omstandigheden,met name de vochtigheid.