Steun aan behoeftigen personen Het staatsblad publiceerd een besluit tot wijzeging van artikel 3 van het besluit van 29 juni 1940 ,betreffende de steun aan behoeftige personen te verlenen ,en het enig artikel van het besluit van 1 Maart 1941
Het bedrag van den dagelijkse steun wordt als volgt bepaald:
Gemeenten van de :1ste categorie 2 categorie 3 de categorie
Voor de gezinshoofden of daarmee gelijkgestelden echtgenote
Voor de kinderen ten laste beneden 15 jaar 3.50fr 3.25fr. 3fr.
Vermeerdering per bijkomend persoon 5fr. 4.50fr. 4fr.
Het enig artikel van het besluit van 1 Maart 1941. het besluit van 29 Juni 1940 door artikel bis aanvullend ,wordt gewijzigd als volgt: Het vierde;houdende dat de bijdrage in de huur niet hoger mag zijn dan de twee derde van den huurprijs,die werkelçijkk den huurder ten laste komt,vervalt en wordt vervangen door volgende bepalingen. In geen geval mag het bedrag van den steun verleend bij toepassing van het eerste lid,hoger zijn dat het verschil tussen den werkelijke huurprijs en het aandeel dat ten lasyt van den ondersteunde blijft en is vast gesteld op:
23 frank per week voor de gemeente van 1ste categorie, 19 frank per week voor de gemeente van de 2 de categorie, 16 frank per week voor de gemeente van 3de categorie. Is de wekelijkse huurprijs lager dan de hierboven bepaalde bedragen, dan wordt geen huishuur bijdrage verleend.
De volksweerkunde uit het begin van de negentiende eeuw was een curieus mengsel van gezond verstand en bijgeloof. Het bestond uit een samen raapsel van duizenden weerregels,spreuken en gezegden.Een deel van deze spreuken hoort men ook nu nog wel.
In vele weerspreuken wordt een verband gelegd tussen de maan en de bewolking. Dit zijn redelijk betrouwbare spreuken. Een koude heldere nacht leidt dikwijls tot vorst of mist in de ochtend en het is vooral tijdens zulke nachten dat de maan goed te zien is. Vandaar komt het gezegde dat na een heldere nacht vorst komt.
In de volksweerkunde komen vele gezegden voor die zouden moeten wijzen op het voor- spellende gedrag van dieren en planten.Zo werd wel eens beweerd dat koeien gaan liggen als er regen komt en dat bijen voor een storm terugkeren naar hun korf. De meeste van deze gezegden weerspiegelen echter slechts de gevoeligheid van dieren en planten voor ver- anderingen in atmosferische omstandigheden,met name de vochtigheid.