In het staatsblad van 7 Januari 1942 is een verordening verschenen,betreffende den verkoop van vlees. Zij luidt als volgt: Elke beenhouwer en spekslager is verplicht het hem door de markt toebedeelde vlees in zijn eigen inrichting te verkopen. De vleesfabrikanten zijn verplicht het hun toebedeelde vlees in hun eigen inrichting te verwerken,indien zij voor einde April 1942 hiertoe niet in staat zijn, zullen zij van elke toebedeling worden uit gesloten. De vleeswarenfabrikanten mogen het hun toebedeelde vlees alleen onder de vorm van vleeswaren verkopen,behoudens bijzondere machtiging of inrichting van de hoofdgroepering. De oprichting of het in stand houden van zogenaamde centrale vleeshouwerijen,waaraan verschillende bedrijven gezamelijk,het hun toebedeelde vlees afgeven,is verboden. Behoudens bijzondere door de hoofdgroepering verleende machtiging,moeten de vleeshouwerijen en spekslagerijen voor het publiek toegankelijk zijn,alle werkdagen; van 8 tot 13 uur; En van 14 tot 19 uur. Wanneer zij geen waren meer te koop hebben,mogen zij gesloten worden.In dat geval moet het publiek verwittigd worden door een Aanplakbiljet >< GEEN VLEES>>
In twee maanden tijds werd in de streek van charleroi voor 25 miljoen frank<
7 Januari 1942
In twee maanden tijds werd in de streek van Charleroi voor 25 miljoen frank << smokkelvlees << verkocht.
Onder zowat duizend beenhouwers en << chevilleurs<< van elke arrondissement Charleroi telt, heerste thans een opschudding,want thans worden zij ter verantwoording geroepen voor de inbreuken welke zij hebben gepleegd, tegen het besluit van 28 Oktober 1940. Deze zaak is overigend al een jaar aanhangig;Men zal zich herinneren dat op dat tijdstip het vlees aan, zo!n overdreven prijzen werd verkocht,dat men de organisatie van de << veestapel<< moest in leven roepen;De rechtelijke politie die daar een ene reuzetaak kreeg af te werken, heeft al de belanghebbende onderhoord,hunne boekhouding na gekeken en min dan 3000 processen verbalen opgemaakt. Het onderzoek heeft kunnen bepalen dat het bedrag der zaken, welke in twee maanden tijds werden gedreven, niet minder dan 25 miljoen frank beliepen.En zulks voor het arrondissement Charleroi alleen, wany ook de andere arrondissementen heeft men dergerlijke onderzoeken ingesteld. Voor Charleroi dus schijnt men reeds zover gevorderd,dat men de betrokken beenhouwers er heeft mogen attent op maken dat de kans tot ene overeenkomst,of transacties,welke tot nu toe door het parket werden vereist,,liepen van 5000 tot de 70.000frank. Meest al de beenhouwers die reeds aan de tand gevoeld hebben het systeem der onderhandelingen aanvaard.Het komt er op aan hier nog aan toe te voegen dat voor sommige <<chevilleurs<< << deze boete slechts gering gedeelte vertegenwoordigs van de winst die zij op de rug der verbruikers hebben verwezenlijkt.
Hoe het nieuwjaarsfeest in de vroegere eeuwen werd gevierd.
2 Januari 1942
Hoe het nieuwjaarsfeest in de vroegere eeuwen werd gevierd.
Het nieuwjaarsfeest ,zoals onze grootouders dat kenden,was feitelijk een feest dat verschillende herdenkingen in zich verenigde,en in de eerste plaats het begin van een nieuw kalenderjaar in het Avondland. Ons nieuwjaarsfeest staat in verband met de Romeinse kalender welke hier vele eeuwen terug door de priesters werd geregeld.In zekere zin was het een na-feest,waarop spelen,stoeten,maskaraden en zwelpartijen hoogtij vierden. Toen reeds bestond het gebruik om elkaar met Nieuwjaar ,kleine geschenken te geven, terwijl de waarzeggers en toekomst voorspellers dien dag veel volk aantrok hadden De Romeinse Nieuwjaars feesten droegen rchter de stempel van zinnelijke en onzedelijke uitspattingen,zodat de kerk ze verbood en op 1 Januari boedpredikanten van stad tot stad en van dorp tot doep trokken om de deelname aan zulke feesten te verbieden. Het is tot op heden nog onbekend,wanneer de kerk feitelijk begonnen is met Nieuwjaarsdag te feesten, als het tijdstip van de besnijdenis en de naam geving van Jezus Christus DeFransen vorsten boden echter lang tegenstand aan het kerkelijke verbod,,tot in 1199 een streng verbod door den bisschop van Parijs werd uitgevaardigd.Het duurde echter tot in de 15de eeuw,voor de Fransen er zich bij neerlegden Het kerkelijk karakter van den Nieuwjaarsdag is echter bij het volk niet kunnen doordringen?Velen weten er zelfs niets vanaf! Bij ons is de jaarwisseling vooral een overblijfsel uit de Germaanse joeltijd. De gebruiken van die << Joelfeesten><leven bij ons nog voort in het lawaai maken,nieuwjaarsschietend en knallen van vuurwerk,warmee men toen de geesten poogde af te schrikken en nog weg te jagen.
Op Nieuwjaarsdag moet men zo leven,zoals men gans het jaar zou willen doorbrengen.Niet veel geld uitgeven,maar wel veel geld op zak dragen,en niet naar de dokter gaan;Dan blijft men gans het jaar gezond en kent men gans het jaar gezond en kent men geen armoede.
Het nieuwjaarsfeest der kinderen
Daags voor Nieuwjaar gingen de kinderen, van af s'morgens van deur tot deur,aleen of in groepen om >>Nieuwjaar >> te zingen,In de uitgestoken hand werd dan een koekje met of zonder duikere letters een speculoos of een stuk chocolade,ook een appelsien, of een lekkernij gelegd.De meeste gezongen liedjes zijn nog bewaard in de volksmond of werden opgetekend<< Oud jaar,nieuwe jaar>><<met deze Nieuwjaar sloeg de bakker zijn wijf>>>> Nieuwe jaarke zoet<< >>nieuwjaarke hottetot>>en vooral het fameuze <<Hoog huis,leeg huis,....>> Aan het Nieuwjaars zingen namen niet alleen de kleinec broekventjes,maar ook de knuppels van enkele jaren oud en zelfs nog grote mensen deel, en er waren er veel die zwaar beladen thuis kwamen.... De blauw geneusde mannetjes kwamen ze dan, meteen <<Kabas><of een zakje op den rug,en een dikken snotneus op de lippen,wel gemoed naar thuis. Enkele dagen voor Nieuwjaar schreven ze aan de peter en meter een schonen Nieuwjaars brief,en met Nieuwjaar ontvingen,ze ook van deze een schoon geschenk of een geldstuk,waarbij tevens den traditionele peperkoek niet ontbrak.Die peper of << ponte koeken><waren rijkelijk versierd en met suiker belegd,evenals met zilveren blaadjes,suikeren bonen, gekleurde suikeren beeldjes, enz...Voor een paar jaar vergenoegde men zich met gesmolten suiker er op gieten in den vorm van krullen en kronkelsSlechts uitzondering zag men nog een op de oude wijze versierden peperkoek. Op nieuwjaars morgen gingen de kinderen echter eerst en vooral hun ouders gelukwensen,met een of ander toepasselijk versje dat reeds bestond of dat ze zelf in mekaar hadden gestoken.Heel vaak ook,werden deze gedichtjes op een prachtige wijze op een gekleurde plaat geschreven,en werden ze zo na lezing, aan de ouders aan geboden. In sommige streken van het Vlaamse land gingen de kinderen dan met den <<rommelpot><uit een oude pot met wat water in,waarop als deksel een varkensblaas was gespannen waarin te midden ,een rieten stokje, instak,dat op en neer bewogen werd en een rommelend geluid teweeg bracht,waarop men met den beste wil echter geen muziekklanken kon ontdekken. Het kan koud zijn met Nieuwjaar ,zo koud zelfs dat men er kan van omvallen,zoals het liedje zegt; >> Van de kou kan ik niet fluiten, Van den honger ben ik flauw, wilt ge wat geven,geef dan gauw>> Het kan ook gebeuren,dat de moedige kleine Nieuwjaars zangers niets kunnen los krijgen, en dan zingen ze maar vanijnig: >> Hoog huis laag huis, Hier zit een gierige pin in huis>> Met velen is het echter soms nog wat los te krijgen,waar men het niet zouden verwachten,en als het toch gebeurt dat men niets krijgt dan zingen de leinen <<honderd jaar na dezen dag, Kap ze dan den kop maar af>> En er als er toch gierigaards zijn die niets willen geven en hun hart koud en vast gesloten laten voor die kinderstemmen,dan klinkt het schamper >>Nieuwjaarke hottetot, Wilde niks geven, Blijf in uw kot>> En het liedje van den bakker,die ook eens niets wou geven,en toch geld had,om zich zat te drinken en zijn vrouw sloeg,is overal bekend Onze mensen hebben ongetwijfeld in hun streek deze liedjes gehoord of in hun stad of dorp kan het verschillen van woorden.
Eigenaardige gebruiken in Vlaanderen. In sommige streken waren het echter de grote mensen welke in die dagen hun << kuren> kregen, en dan was voor de kleuters niet aan te raden om in de weg te lopen .
Door de drie koningen werd er dan in het Brabantse met den ezel rond gegaan.De kop van den ezel was gevlochten,uit stro, en daar werd een bezemsteel in gestoken, waarop de << konigen zich schrijlings neerzetten en << reden<< Onder een paarden deken werd dan een man geborgen welke overal bokkesprongn en balken moest uithalen,zodat de bengels den schrik om het hart sloeg als ze dat scharminkel aan het werk zagen.Een fooitje van de moeder gleed dan in de uitgestoken hand van een der mannen,en ze gingen verder, om weldra met een worst,boterhammen,pannenkoeken en wafels geladen te ziijn en zich in elken herberg gelaafd te hebben aan een bottel brandewijn. En de hoepelpaarden welke vroeger gans het Vlaamse land door beroemd waren, leven nog steeds voort: in het geheugen der oude mensen.
Nieuwjaar in het volksgeloof,voorspellingen,en toekomst lezen met Nieuwjaar. Het is een feit;dat de meeste kerkelijke feestdagen oorspronkelijk verbonden bleven met oeroude denkbeelden;heidense overleveringen en uitingen van van diepgeworteld bij geloof. Zo is ook met Nieuwjaar,feitelijk moeten we bekennen,dat dit geen verwondering verwekt, vermits vroeger algemeen werd aangenomen dat rond Nieuwjaar men slechts de ogen had te opennen om in de toekomst te kunnen zien. In sommige streken zou het voldoende zijn op Nieuwjaarsnacht naar buiten te gaan en een kring om zich heen te trekken,om te weten, wat er in de toekomst in de komende maanden,weken zou gebeuren.Stond ener een oorlog voor den deur, dab zou degenen,die zich binnen die kring be, kon het g getrappel van legerpaarden horen en den regelmatige cadans van de laarsen der aanrukkende legerscharen.Als er brand dreigde dan hhorde men reeds het knetteren der vlammen uoit de richting,terwijl zij wier dood aanstaande was, in droevig-troostelozen stoet zouden voorbij trekken. Wilde men weten,hoe duur het graan zou kosten, dan moest men in Nieuwjaarsnacht gaan luisteren hoe dikwijls de haan zou kraaien. De meest bekende voorspellingen staan echter in betrekking met de liefde en huwelijk.Met Oudenjaarsnacht bestaat de mogelijkheid dae den toekomstige echtgenoot te zien krijgen o.a. door in het water te turen van een bron of in de schouw te turen,soms ook door dromen op te wekken Niet minder bekend zijn daarnaast ook de voorsellingen betreffende de dood.Zo was vroeger het geloof zeer verspreid als zou de schaduw van haar of van hem die sterven moest,geen hoofd hebben op oudejaars nacht. Ook gaan de voorspellingen voor liefde en dood dikwijls samen,.In sommige streken ging op de Nieuwjaarsnacht een meisje in den boomgaard om te trachten een stok in een der bomen te gooien.Zoveel malen als de stok terugviel,zoveel jaren zou het huwelijksgeluk nog op zich laten wachten. Bleef de stok echter reeds van de eerste maal tussen de takken liggen, dan was dat geen goed voorteken,want dan bestond de mogelijkheid dat de dood zelfs haar volgend jaar als geliefde zou komen halen. Er zijn tientallen voorbeelden, van dusdanig bijgeloof aan te halen, waarvoor wij natuurlijk slechts de schouders ophalen,al hebben deze dwazen uitdingen van bijgeloof meermaals tragische gevolgen gehad.
Nieuwjaar en driekoningen in onze gewesten,volksgebruiken in Kempen en Hageland. De dagen omstreeks Nieuwjaar en Drie koningen zijn blijde intreden, dikwijls waren het ontroerende dagen voor groo t en klein,maar voor de jeugd,vooral biedt de tijd van de winter zonnewende gelegenheid tot vermaak en buitenkansjes. Op Sint Silvesterdag, den laatste dag van get jaar, gaan de schoolkinderen,met de toelating van de onderwijzers,de huizen van het dorp om koeken,noten, geld bijeen te verzamelen.De onderwijzers zelf verdelen de opbrengst onder de kinderen.Op andere plaatsen gebeurde dit op Allerkinderdag. De feesten volgen groesdik op elkaar.Nieuwjaar is geboren,met zijn vreugde,zijn lachende begroetingen en heilwensen.zijn goedmenende beloftes,,zijn geschenken,zijn peperkoeken met suikeren letters en zijn speculazen venten,... van voor den oorlog De bedeldeuntjes van de jeugd galmen opnieuw.In de Kempen en overal elders klinkt hey nu op vele plaatsen; >> Nieuwejaarke zoete ons verken heeft vier voet, Vier voeten Ne rug Ik ben een vlug.....>> Geen ogenblik hagt de bel stil; want het regent nieuwjaarwensen van brieven besteller en schoonmaakster,van gasfitte, elektrieker,,tot het << gelukkige niewejaar van de mannen van de vuilkaar,.... En om de reeks te sluiten met de feestdagen komen de driekoningen met hun foud papieren kroon en hun blinkende ster, en trekken zingend door de straten van huis tot huis,op de reuk af van de ....vooroorlogse geurige wafels en de verse pannenkoeken. >< Sterre,gij moet zo stille niet staan, We moeten vannacht naar Bethelem gaan>> En maandag na driekoningen of<< koppermaandag>< de verlofdag van de feestvierende ambachtslieden. In het Antwerpse <<Verloren Maandag>< Worstenbrood en Appelbollen>< Enig in zijn soort. A.R.
Groot Antwerpen zet met weidse plannen het nieuwe jaar in.
Groot Antwerpen zet met weidse plannen het nieuwe jaar in.
Vergoeding aan de aftredende burgermeesters en schepenen.
Art.1. Aan de burgermeesters en schepenen van de gemeenten,Berchem,Borgerhout,Deurne, Ekeren, Hoboken, Wilrijk, Mortsel, en Merksem,wordt met eervol ontslag verleend,met ingang van 2 januari 1942. Art.2.Te rekenen vanaf dezelfde datum wordt aan de aftredende burgermeesters en schepen wier mandaat door de eenmaking vervalt, een uitkering gedaan,gedurende het eerste jaar van 100%,gedurende het tweede jaar van 75%,gedurende het derde jaar van 50%,hunner laatst genoten vergoeding. Wanneer een der boven vermelde burgermeesters en schepenen,na hun ontslag,een openbare betrekking zou bekomen,worden de voordelen hem door,dit artikel toegekend,vermindert met het bedrag der wedden en tegemoet komingen,verbonden aan dit ambt. De uitkering zal in elk geval ophouden op het eind der maand,waarin de rechthebbenden de leeftijd van 60 jaar zullen bereikt hebben.
De diensten van de Burgerlijke stand. Voor de diensten van de burgerlijke stand zal het grondgebied van Antwerpen,verdeeld worden, in districten,<aaevan het kollege van burgermeester en schepenen het aantal en grondgebied bepaalt De akte van de burgerlijke stand,voor elk district zullen ontvangen worden in de daartoe speciaal door het kollege aangeduide lokalen. Met ingang van 1 Januari 1942 zullen de akten van de burgerlijke stand voor het grondgebied der voormalige gemeente Ekeren dat gevoegd wordt bij Kappelen,ontvangen worden op heGemeentehuis van Ekeren. Gemeenteraden ontbonden. De kolleges van burgermeesters zijn schepenen,alsook de gemeenteraden van Berchem,Borgerhout,Deurne, Wilrijk,Mortsel, Ekeren, Hoboken,Merksem ,gaan over naar Antwerpen,zonder daarvoor een nadelige akten wordt gevorderd. Te rekenen van den zelfden datum worden de rechten,lasten,verplichtingen en bezittingen van de gemeente Ekeren onder de stad Antwerpen en de gemeente Kappelen overeenkomstig ,de artikelen 151 en 152 der gemeente wet. Overeenkomstig dezelfde bepalingen worden wederzijdze verplichtingen vastgesteld welke door de stad Antwerpen en de gemeente Brasschaat en Schoten voortvloeien uit de toevoeging aan de eerste genoemde van gedeekten van hrt grondgebied der beide laatste. De Kommisie van de Openbare Onderstand. Te reken vanaf 1Januari 1942 ,gaan alle rechten,lasten,verplichtingen en bezittingen der kommisie van Openbare onderstand van de bij Antwerpen ingelijfde gemeenten over aan de kommisie van openbare onderstand van Antwerpen. Deze kommisie zal de aldus verkregen goederen beheren overeenkomstig hun bestemming. Alle rechten,lasten,verplichtingen en bezittingen der kommisie van openbaren onderstand van Ekeren zullen, te rekenen van dezelfde dag,verdeeld worden tussen de kommisie van openbaren onderstand der gemeenten,bij dewelke het grondgebied houdende met het aantal door de kommisie van openbaren onderstand van Ekeren ondersteunde behoeftige op datum van bekendmaking van het besluit houdende eenmaking van Groot Antwerpen,woonachtig in het aan gezegde gemeente,toegewezen grondgebied. De behoeftige wonende op het grondgebied Brasschaat en Schoten,dat bij Antwerpen worden ingelijfd,zullen ten laste vallen der kommisie van openbaren onderstand van Antwerpen,,zonder dat hier voor enige vergoreding door de kommisie van openbaren onderstand der gemeenten. tot zover groot Antwerpen 1942.
Het nieuwe schepen college is gevormd; Het besluit van 15 September 1941,houdende de oprichting van Groot-Antwerpen schreef ondermeer voor, dat de voorgenomen eenmaking van de Antwerpse agglomeratie,te rekenen can 1 Januari 1942,een voldongen feit zal zijn. Het<<Staatsblad>< publiceert heden twee uitvoeringsbesluiten,waarin de modaliteiten van de eenmaking hebben vasgelegd. Aan de grenzen van deze agglomeratie gelijk zij bepaald worden door voorgelezen besluit van 15September werden licht wijzegingen gebracht Het tweede besluit bepaalt de samenstelling van het nieuwe schepencollege Dit Antwerpse schepencollege is samengesteld als volgt; De Burgermeester,Dhr.Leo Delwaide, Schepenen als volgt:Dhr.Jan Timmermans,P/W/Segers,A.Molter,Dr.P.Boeynaems,DhR.De Rob;W/Sneiders, Od.Daem,A.VanTichel,J.Wilms,Vallaeys, en deHeer Van Beveren.
Wat thans in de drie maanden wordt gerookt in 1941.
Volgens de statistieken werden gedurende den 3 de trimester van dit jaar in België 35 Mijoen sigaren verbruikt,52 liljoen cigarillo's en 961 miljoen sigaretten.
Het aantal ton tabak,snuif en roltabak bedroeg 2.791. Deze cijfers zijn,behalve voor de sigaretten lager dan die van de 2 de trimester.Zij bedroegen toen; 38 miloen sigaren,66 miljoen cigarillo's 885 miljoen sigaretten en 2.578 ton tabak.
Wat was de waarde als de Titanic in de golven verdween in 1912.
29 December 1941
Wat was de waarde als de Titanic in de golven verdween in 1912.95 jaar geleden kwam de>>TITANIC>> in de golven om. In 1912 kwam de Titranic om in de golven. Het is hier niet om terug te komen op de oorzaken van deze ramp,die ten koste van honderden opvarende,maar wel om te doen uitkomen welk kapitaal hiermede verloren ging.De cijfers, die wij aanhalen hebben natuurlijk betrekking op de waarde van 1912.Men zal een gedacht krijgen wat verloren gaat bij het vergaan van zulke schepen. De raming werd gedaan in Duitse Marken.
Bouw en inrichting van het vaartuig...............32.000.000 Provisies enz...................................................3.500.000 Geplaatst aan boord..........................................6.000.000 Waarden in brandkasten In bewaring gegeen geld van 1passagier...............2.000.000 in kas...................................................................500.000 Lading Koloniale producten...........................................2.500.000 Uitvoer van andere waarden.................................7.500.000 Diamanten uit Holland........................................ 90.000.000 Waarden der voorwerpen der passagiers................40.000.000 Brieven...............................................................10.000.000 Hetgeen een totaal geeft aan Marken....................260.000.000 Hierbij dient nog gevoegd ,de verzekeringen op het leven, reisongevallen enz.der passagiers Drie der passegiers, die zich nog aan boord waren drager van verzekeringspolissen voor een waarde van 40 miljoen mark.
Het orgaan van de Landbouw coöperatie bewijst,dat de telling gedaan op 15 Mei 1941,op last van het ministerie van Landbouw,een totaal voorhanden aantal varkens gaf van 501.970 stuks; wij hebben allen redenen om te geloven,dat dit getal nog beneden de werkelijkheid bleef. Normaal moeten hiervan thans circa 237.000 stuks afgeslacht zijn,namelijk biggen van 8 weken tot 6 maanden, alle mestvarkens van 1 jaar en meer.Er moet ook rekening gehouden worden van het feit, dat de varkens thans vroeger afgeslacht worden dan dit inde normale tijden het geval was/ De statistieken tonen, evenwel aan,dat er van 15 Mei tot eind November 1941,op regelmatige wijze afgeslacht werden. Ten behoeve van de zelfverzorging ( thuis slachtingen) 32.291 Ten behoeve van de bevoorrading 2953 totaal 35.241 Dit bewijst dat er van de officiële getelde varkens slechts 15% langs de wettelijke kant werden geslacht. Al de rest kwam op de zwarte markt terecht.
Negendertig visservaartuigen vertrekken op 27 December uit Nieuwpoort.
27 December 1941.
Negendertig vissersvaartuigen vertrekken op 27 Decmber uit Nieuwpoort. Over deze kwestie zijn er reeds veel vergaderingen geweest en nu is de knoop doorgehakt.De bijzonderheden werden mede gedeeld,de tijd nadert thans snel voor de afvaart naar grevelingen. Het bestuur waren al weken ijverig bezig om de organisatie tot in de puntjes te laten verlopen tijdens de winter haringvangst te Grevelingen.De boven genoemde instanties zullen er dan ongetwijfeld voor gezorgd hebben,dat de kwesties in zaken douanen,eet en slaapgelegheid, in orde zullen zijn gebracht. Niet minder dan 39 vaartuigen zullen de reis ondernemen,waarvan 36 vaartuigen regelmatig visvangst zullen uitvaren en de overige drie als wachtschepen zullen dienst doen. De 39 vaartuigen eullen ten allen te Grevelingen gemeerd liggen,want zzn belang kan genoemd worden met het oog op vervoer per trein van haring ladingen naar ons land. De vaartuigen van Oostende,Zeebrugge en Blankenberghe zullen allen in de haven van Nieuwpoort samen gebracht worden,waar de eerste afvaart op 27 December zal plaats vinden. De twee volgende groepen zullen de vogende dagen de reis aanvangen, zodat bina met zekerheid kan gezegd worden,dat reeds voor Nieuwjaar 1942 ,de eerste uitvaarten in Grevelingen zullen plaats vinden. Op het thuisfrint is iedereen die met de vismijn te maken heeft,druk bezig alles in orde te krijgen voor de miljoenen kg.haringen te ontvangen en te verdelen,onze bevolking zal uiterst content aijn met de haring vangsten.
26 December 1941 De haringvangsten aan onze kust. Ten zuiden van Middelkerke vangt men thans ook haring,wat een goed seizoen voor deze soort laat voorzien;De sprot integendeel,die in November in grote hoeveelheden werd aangevoerd,is thans totaal verdwenen. Dit feit, waarvan de oorzaak onbekend is,heeft verwondering gewekt,daar deze vis in December gewoonlijk,overvloedig aan onze kust aanwezig is,ten gevolge hiervan hebben de vissers hun netten voor grotere vissen uitgeworpen.
In de verschillende havens van onze kust ,werd er in de loop van de week van 7 tot 13 December 1941 71.098 kg vis aangevoerd voor de som van 1 miljieon 75.728.85fr.en 13.479 kg. garnaal voor de som van134.790 fr.
In vels steden volgt men het goede voorbeeld van Mechelen en Gent, nopens het invoeren van de viskaart,zodat ook langs de kust in enkele steden een dergerlijke kaart werd ingevoerd.Te Oostende gezschiedt deze regeling uitstekend, als gevolg hiervan krijgen de inwoners per persoon een 250 gram verse vis en 100 gram gerookte waar. Dat de verantwoordelijke personen met de verdeling van vis, garnaal en mosselen de hande vol hebben,kan iedereen begrijpen,dat het in de huidige omstandigheden noodzakelijk id krachtdadig op treden ,is vanzelfs sprekend. Sedert enkele tijd was aan de hoofdstad opgedragen,een viskaart in voege te brengen,omdat er door de marktleiders werd vastgesteld dat eens de vis in handen was van de kleinverkopers,deze onmiddelijk verdween in de zwarte markt,en aan overdreven prijzen. Het Brussels Gemeente bestuur heeft gemeend,hier tegen niets tre kunnen doen,zodat de coöperatie het nodig heeft geoordeele heeft,in afwachting dat Brussel de viskaart,dat er geen camion met vis meer te kunnen sturen/Het is nodig dat ieder gemeente,die in aanmerking komt voor de visbedeling,een viskaart in het leven roep om een eerlijke bedeling in de hand te werken.
Tijdens de maand December 1941 krijgen we tweemaal ,een halve kilogram aardappelen per kop, 100 gram meelstoffen in de 72%vorm van gerimpelde duivenbonen,1 kilo gram mager vlees,het vet wordt inde slachterij afgesneden,250 gram boter of margarine,200gram verder een hele boel levensproducten ,zoals biscotten bevattende. 72% tarwe meel,suikergoed,peulvruchten,havervlokken enz.op papier en die men niet te zien krijgt.De ensen eten rapen,die men bij het rantsoen aardappelen moest nemen,raapkolen,peeën en veel peperdure groenten. De aebeiders krijgen dubbele rantsoenen en levensmiddelen die voor de burgerij ontoegankelijk zijn. Zo ook de gastghuizen krijgen dubbele rantsoenen,ook kaas en eieren als die er waren. Men zag overal stukjes grond omspitten in de stad Antwerpen,Bv. Op de Jan Van Rijswijcklaan ,voor het kweken van groenten,. In de Gemeenten Berchem,Hoboken Borgerhout,overal zag men tuintjes ,wachten werden opgetrokken om de dieven af te schrikken. uit.Waar is de tijd(wereld oorlogenà blz.705) ik herriner mij nog M.C. Scuytens en Joz Peeters.
Wij kunnen hier niet de historiek maken van de plagerijen en de onverschilligheid ten overstaan ons vissersvolk.Onze vissers werden behandeld als verstotelingen en moetsten zich troosten met de woorden<< Brussel ligt ver van Oostende>> De personaliteiten uit het Brusselse hebben alicht andere belangrijke zaken te behandelen dan de onze.Economische en sociale maatregelen ten voordelen van het visserswezen moesten afgedwongen worden.Anders kwam er niets van in huis.Af en toe,toen de tijd der verkiezingen naderde ,ging in de kamer of senaat,een stem op om de belangen der vissers te verdedigen,maar in feite om enkele tientallen stemmen op naam van een kleur kandidaat te verkrijgen van ons zo beproefde zeevissersvolk.Een prinselijk initiatief,omdat de openbare machten achterwege bleef. Hoe kon men dan van de buitenlandse regeringen verwachten dat zij inschikkelijk zouden zijn tegen over onze zeevissers;als onze eigen regeringen er zich niet om bekommerden? En wij willen het voornamelijk hebben over het strenger optreden van de Franse overheden ten opzichte van onze mensen,die meenden het recht te hebben Gods vis uit Gods zee te mogen halen ,waar deze vis ook te vinden was. Het toeval wil nu eenmaal dat de haring te vinden is aan de Franse kust en niet aan de Belgische kust,hetzij op de zoom van het watergrens gebied,het zij er binnen.Onze vissers meenden het recht te hebben de vis te gaan halen,daar er geen enkele natuurwet is die zulks kan verbieden.Zij zagen niet in,in hun eenvoudige ,eerlijke manier van denken,dat zij daarmede kwaad konden doen.En zij deden het ook niet van alle mensen die niet verslaafd waren,aan enge particularistische gedachten. Dat belet niet dat onze vissers behandeld worden als eenvoudige stropers door de Franse marineoverheid.Durfden zij het aan binnen het grensgebied te vissen,dan werde zij opgeleid en hun vaartuigen aan de ketting gelegd.Grote geldboetes werden opgelegd.onze vissers, die tegen soortelijk gedoe niet verzekerd waren werden geruïneerd of zonken nog dieper in de klauwen van sommige banken ,die zich gespecialiseerden in >> Krediet en Financiële hulpverlening<<die soms wel een reukje had. Men kan er zich kunnen aan verwachten,dat de Franse vissers, die zich toch onze bondgenoten waren in de oorlog 1914-1918 ,wat mensenlieverden tegen over ons optreden na 10 Mei 1940/Wij weten dat er misverstanden geweest zijn ,voortvloeiende uit de oorlogdomstandigheden,maar die moeten nu toch al uit de weg geruimd zijn en klare toestanden geschapen zijn. We hadden dan ook zeer veel vertrouwen tegenover onze zuiderburen. zeker ogenblik was er sprake van dat onze vissers,de haringvangst aan de Franse kust zou mogen gebeuren. De haring zou dan gelost worden in een Franse haven en vandaar rechtstreeks,in transit doorgevoerd worden naar België.Onze vaartuigen zouden dan onder eigen vlag varen. Men had gerekend zonder de waard in de persoon van de Franse overheid,die vermoedelijk,tot verzet tegen deze maatregel gedreven werd door de Franse vissers.Allerlei moeilijkheden werden opgeworpen om te beletten dat de Vlaamse vissers naar Frankrijk zouden trekken. Het particularisme,of liever de jaloersheid van de Franse vissers,die weten dat zij op beroeps gebied,het niet kunnen halen tegen onze vissers,kwam in verzet.Het kon niet zijn dat onze vissers mogen vissen voor onze bevolking in nood. De Duitse overheid grijpt in. Het is dan dat deze vissers,en hun woordvoerders,besloten de hulp te vragen aan de Duitse overheid. Er werd te Oostende een Marine officier aangesteld, die recht heeft op de erkentelijkheid van gans onze vissersbevolking en ook van alle andere mensen,want door zijn beslissing heeft hij veel toe bijgedragen om de gedeeltelijke bevoorrading,in haring,van ons land te verzekeren. De Diuse overheid zelve deed de nodige stappen aan de Franse zijde.Resultaat? Onze vaartuuigen mogen de haringvangst plegen aan de Franse kust. Dank aan de personen die opgetreden zijn voor het welzijn aan onze vissers en zij die de bevolking hebben kunnen voorzien van vis om hun voedings behoefden op peil te brengen.
Wij kunnen hier niet de historiek maken van de plagerijen en de onverschilligheid ten overstaan ons viisersvolk.Onze vissers werden behandeld als verstotelingen en moetsten zich troosten met de woorden<< Brussel ligt ver van Oostende>> De personaliteiten uit het Brusselse hebben allicht andere belangrijke zaken te behandelen dan de onze.Economische en sociale maatregelen ten voordelen van het visserswezen moesten afgedwongen worden.Anders kwam er niets van in huis.Af en toe,toen de tijd der verkiezingen naderde ,ging de kamer of senaat,een stem op om de belangen der vissers te verdedigen,maar in feite om enkele tientallen stemmen op naam van een kleur kandidaat te verkrijgen van ons zo beproefde zeevissersvolk.Een prinselijk initiatief,omdat de openbare machten achterwege bleef. Hoe kon men dan van de buitenlandse regeringen verwachten dat zij inschikkelijk zouden zijn tegen over onze zeevissers;als onze eigen regeringen er zich niet om bekommerden? En wij willen het voornamelij hebben over het strengr optreden van fr Franse overheden ten opzichte van onze mensen,die meenden het recht te hebben Gods vis uit Gods zee te mogen halen ,waa r deze vis ook te vinden was. Het toeval wil nu eenmaal dat de haring te vinden is aan de Franse kust en niet aan de Belgische kust,hetzij op de zoom van het wategrens gebied,het zij er binnen.Onze vissers meenden het recht te hebben de vis te gaan halen,daar er geen enkele natuurwet is die zulks kan verbieden.Zij zagen niet in,in hun eenvoudige ,eerlijke manier van denken,dat zij daarmede kwaad konden doen.En zij deden het ook niet van alle mensen die niet verslaafd waren,aan enge particularistische gedachten. Dat belet niet dat onze vissers behandeld worden als eenvoudige stropers door de Franse marineoverheid.Durfden zij het aan binnen het grensgebied te vissen,dan werde zij opgeleif en hun vaartuigen aan de ketting gelegd.Grote geldboetes werden opgelegd.onze vissers, die tegen soortelijk gedoe niet verzekerd waren werden geruïneerd of zonken nog dieper in de klauw<en van som banken ,die zich gespecialiseerden in >> Krediet en Financiële hulpverlening<<die soms wel een reukje had. Men kan er zich kunnen aan verwachten,dat de Franse vissers, die zich toch onze bondgenoten waren in de oorlog 1914-1918 ,wat mensenlieverden tegen over ons optreden na 10 Mei 1940/Wij weten dat er misverstanden geweest zijn ,voortvloeiende uit de oorlogdomstandigheden,maar die moeten nu tochal uit de weg geruimd zijn en klare toestanden geschapen zn. We hadden dan ook zeer veel vertrouwen tegenover onze zuiderburen. zeker ogenblik was er sprake van dat onze vissers,de haringvangst aan de Franse kust zou mogen gebeuren. De haring zou dan gelost worden in een Franse haven en vandaar rechtstreeks,in transit doorgevoerd worden naar België.Onze vaartuigen zouden dan onder eigen vlag varen. Men had gerekend zonder de waard in de persoon van de Franse overheid,die vermoedelijk,tot verzet tegen deze maatregel gedreven werd door de Franse vissers.Allerlei moeilijkheden werden opgeworpen om te beletten dat de Vlaamse vissers naar Frankrijk zouden trekken. Het particHet kon niet ever de jaloersheid van de Franse cissers,die weten dat zij op beroeps gebied,het niet kunnen halen tegen onze vissers,kwam in verzet.Het kon niet zijn dat onze vissers mogen vissen voor onze bevolking in nood. De Duitse overheid grijpt in. Het is dan dat dez vissers,en hun woordvoerders,besloten de hulp te vragen aan de Duitse overheid. Er werd te Oodtende een Maeine officier aangesteld, die recht heeft op de erkentelijkheid van gans onze vissersbevolking en ook van alle andere mensen,want door zijn beslissing heeft hij veel toe bijgedragen om de gedeeltelijke bevoorrading,in haring,van ons land te verzekeren. De Diuse overheid zelve deed de nodige stappen aan de Franse zijde.Resultaat? Onze vaartuuigen mogen de haringvangst plegen aan de Franse kust. Dank aan de personendie opgetreden zijn voor het welzijn aan onze vissers en zij die de bevolking hebben kunnen voorzien van vis om hun voedings behoefden op peil te brengen.
Voor de Kerstdagen hebben de moeders wel iets extra's opzij gezet.Van het rantsoen is wat suiker en boter over gespaard zn voor groot en klein is het nu een feest. Een eenvoudige tulband. 500gr.bakmeel, 1 pakje bakpoeder,80 gram boter of margarine,125gram suiker,één ei,1pzkje vanillepudding, 3 1/2 dcl .melk,en 100 gram geconfijt fruit. Bereiding. Bakmeel,bakpoeder en puddingpoeder worden goed gemengden in een kom gezeefd,de boter roert men tot room,doet er de suiker bij en ook het ei en blijft roeren tot het mengdrl schuimig is.Hierna werkt men gestadig roerende om beurten een weinig van het bloemmengsel en een scheutje melk onder het beslag,tot beide zijn opgebruikt.Tenslotte roert men er het geconfijt fruit doorheen,vult het beslag in een geboterde tulband vorm (ten hoogste voor 3/4)en bakt de tulband in een matige oven gedurende 50 à 60 minuten.Als de tulbandgeheel doorbakken is, laat hem geleidelijk afkoelenin de uit gedraaide oven,na tien minuten kan men hem omstorten en met poedersuiker bestrooien. Vlug gebakken Biscuit. Samenstelling:2 eieren,25 gr;meel,50gr.poedersuiker, 1klein pakje vanielje suiker, Bereiding. 1.Het wit en het geel der eieren afzonderen, 2.Het geel kloppen met de suiker en vanielje suiker, 3.Het meel geleidelijk bijvoegen en voortgaan het eigeel te kloppen, 4.Het eiwit tot stevige sneeuw kloppen, 5.Het geel aan de geklopte eiwitten door spatelen, voorzichtig 6.hett beslag in een ingevette en bebloemde voorm doen, 7.Gedurende ongeveer 25 minuten in een matige verwarmde oven bakken (180°)
De kontroledienst aan het werk in het Antwerpse op 12 december 1941.
17 December 1941.
De kontroledienst aan het werk in het Antwerpse op 12 december.
In de provincie Antwerpen werden door de kontrole diensten van het ministerie van Landbouw en Ravitaillering,gedurende de maand in het geheel 905 proces verbaal naar het parket door gestuurd; Hieronder vindt u ook een statistiek van de aangeslagen waren. Tarwemeel 550kg.Tarwe 40kg. rogge,5076 kg;roggemeel 660kg.broodmeel 940 kg.roggebrood 159 stuks,wit brood 12 stuks,366 stuks volkoren brood 292 stuks ,rozijnen brood.28 stuks Gerst (al of niet gebrand)800-g.Haver,40kg.Mais 90 kg.zaaigraan 2.400k..Havermout 56kg.Kippenvoeder 2050kg.bonen 100kg. Rijst 163 kg. Erwten 432kg.Pudding 241 kg; Eieren 500 stuks.Boter 45 kg.Aardappelen 930kg.Aardappelmeel 422 kg. Fruitsalade 122 kg;olie 115 liter, koffie 325kg; koffie surogaten 103kg,Chicorei 900kg.cacao 152 kg cacaopoeder,30kg.Kokotee 16kg. Suiker 176kg kunsthoning; 32kg divers worsten,61kg Hesp26kg. Varkensvlees 422kg.vet 15kg. Inde toekomst zal alles ter beschikking gesteld worden aan <<Winterhulp>> en deze zal het verder verspreiden in gasthuizen en oude mannen en vrouwen tehuizen, alsook aan de kleinhandelaars via hun grossiers.
De volksweerkunde uit het begin van de negentiende eeuw was een curieus mengsel van gezond verstand en bijgeloof. Het bestond uit een samen raapsel van duizenden weerregels,spreuken en gezegden.Een deel van deze spreuken hoort men ook nu nog wel.
In vele weerspreuken wordt een verband gelegd tussen de maan en de bewolking. Dit zijn redelijk betrouwbare spreuken. Een koude heldere nacht leidt dikwijls tot vorst of mist in de ochtend en het is vooral tijdens zulke nachten dat de maan goed te zien is. Vandaar komt het gezegde dat na een heldere nacht vorst komt.
In de volksweerkunde komen vele gezegden voor die zouden moeten wijzen op het voor- spellende gedrag van dieren en planten.Zo werd wel eens beweerd dat koeien gaan liggen als er regen komt en dat bijen voor een storm terugkeren naar hun korf. De meeste van deze gezegden weerspiegelen echter slechts de gevoeligheid van dieren en planten voor ver- anderingen in atmosferische omstandigheden,met name de vochtigheid.