Wat kregen onze ouders en groot-ouders van vleesrantsoenen in de jaren '40 -45 te eten.
21 Juni 1941
Wat kregen onze ouders en grootouders van vleesrantsoenen in de jaren '40 tot 45. te eten.
21Juni 1941 werd de vleesrantsoenering van kracht!!!
Zij betrof enkel het runds-kalf-varkens-paard-geit- en schapen vlees. Het gebruik van pluimvee en wild bleef dus vrij. De overheid onderwierp de gamma vleeswaren en slachtafvallen van eerst genoemde dieren aan de rantsoenering. Naast het vers vlees waren het ingeblikt en ingevroren vleeswaren en vleesbvereidingen gerantsoeneerd.;Aanvankelijk bedroeg het dagelijks rantsoen 75 gram* Vanaf het tweede rantsoentijdperk trok de overheid op tot 120 gram. Aangezien deze hoeveelheden het vooroorlogse niveau van 113 gram benaderden,bewogen ze slecht weinig tot bezuiniging. De volgende maanden storte het vleesrantsoen ineen. Terwijl de doorsnee consument in Augustus nog recht had op 90 gram per dag en van November 1940 tot begin Februari 1941 met 50 gram. Vervolgens stabiliseerde het vleesrantsoen op 35 gram per dag.
Maar het ergste moet nog komen.Reeds in November 1941 bestonden er plannen om het vleesrantsoenen te reduceren tot 25 gram,maae pas in Juni 1942 bracht de overheid het vlees op 20 gram. Vanaf Oktober 1942 tot begin Mei 1943,kregen de gewone gebruikers dagelijks 30 gram vlees. Nadien daalde het vlees tot 10gram en bleef tot einde van de bezetting onveranderd op 20 gram staan.
De iwoners van grote agglomeraties genoten soms van extra vleesbedelingen.Sedert begin Februari 1941 waren de rantsoenen miniem.De toegekende hoeveelheden stemden overeen met een soeplepel vlees (30à35gram) Bij gevolg spaarde de meeste mensen hun rantsoen op en aten slechts éénmaal per week.
Bovendien situeerde het netto-vleesrantsoen zich steeds aan het officieel barema, van meet af aan omvatte het rantsoen 20% beenderen. Begin Mei 1941 veranderde dit. Het varkensvleesrantsoen bevatte nog steeds 20% beenderen, maar het aandeel van de beenderen in het runds-en paardenvlees en in het kalf -schaap- en geitenvlees steeg tot respectiefelijk 25 à30% De overheid had aldus een handige truc gevonden om het heel het rantsoen te verbloemen;Ook hing er vanaf 1941 geen spiertje vet meer aan het vlees.De slachtvetten werden immers verwerkt in de margarine.De consument had evenwel recht op groter kwantiteiten slachtafval. Het besluit op 20December verleende hem dubbel gewicht varkenskop-ham-longen-hart- en hersenen van de andere veesoorten,runderstaarten,en rauwe uiers,pastei uit ingewanden,geperste kop,bepaalde niet ontvleesde beenderen,,koppen en andere dieren dan varkens,varkenspoten en staarten, mergpijpen, ingewanden en zwoerd moest de verbruiker maar een vierde met zegels dekken. Dit levert echter geen voordeel op daar de voedingswaarde van boven vermelde waren geringer waren is; Voor de overige vleeswaren golden de gewone bepalingen* B.S. 25-2-1942.P.9321-8322.en C.DenHartog;Hautvast en A.De Hartog.
De onderhandelingen met de Nederlandse overheden hebben tot resultaat geleid, dat de <<Nederlandse Zuivelcentrale>> over korte tijd,de leveringen op het ritme van ongeveer 50 ton per week.Deze hoeveelheden is onvoldoende om kaas uit te delen aan de arbeiders categorieën,kaas verdeling moet worden herzien.
De centrale <<vee,vlees en bijproducten<< bij opdracht van de bevoegde minister,heeft vlees ingevoerd vanuit Denemarken Een eerste partij bestaande uit 4 wagons gezouten varkensvlees is deze week in Brussel aangekomen en zal begin deze week in den handel worden gebracht,en ten einde ,een zo groot mogelijk aantal verbruikers in het land in staat te stellen zich met dit vlees aan te schaffen, werden deze 32.794 kilos ontbeend; en verpakt in pakjes van 112 gram hetgeen een totaal van min of meer 230.000 stuks maakt. De verkoop aan de verbruiker zal geschieden over een aantal beenhouwerijen in het land aan de prijs van 5 fr;het pakje en tegen aflevering van zegeltjes,iedere beenhouwer krijgt 893 pakjes te verkopen.Met het doel hamsteren of andere misbruiken te vermijden,zal deze verkoop geschieden met de medewerking van de Beenhouwersgilde (vakpolitie) waarvan de leden in elke winkel toezicht zullen houden,de beenderen voorkomende van dit vlees zullen aan de instellingen van openbaar nut tegen den wettelijke prijs verkocht worden.
Wat eiste het bezettingsleger van dieren op, voor hun leger????
19 Juni 1941 .
Wat eiste het bezettingdleger van dieren op,voor hun leger????
De aanwezigheid van de bezetter had, vooral een zeer ongunstige invloed op de vleesmarkt. In 1940 kocht de Whermacht, naast de officieel toegezegde opeisingen massa's vlees aan. Deze massale aankopen en forse bedragen die ze voor op tafel legde,werkte de anarchie in de hand op de vleesmarkt.Ze belette eveneens ernstige voorraadvorming na het vet weide seizoen van 1940. De restitutie van 12.000 varkens en 18.000 runderen begin 1941 ,betekende slechts een drubbel op een hete plaat.
Begin 1941 beloofde de Militärverwaltungen geen vlees meer op te eisen. Van 1941 tot de bevrijding ontnamen de Duitsers evenwel 29.000 ton vlees aan van de officieële markt. De opeising van paarden voor het land mee,in welke mate er vlees op de zwarte markt is nie bekend. Het verbruiik van Duitse Burgers in onsl and vertegwoordigde ongeveer 0.6% op de officieële vleesmark Uit het boek de rantsoenering;
Wij delen mede:dat er voortaan rundsvet in de margarine verwerkt wordt. Dit heeft een prijsverhoging van de margarine voor het gevolg. De prijs der vroeger gebruikte grondstoffen bedroeg inderdaad 5.50 per kilogram,terwijl het rundsvet,dat tegen ongeveer 13 fr. moet ingeslagen worden,thans voor 16% inplaats van 1 tot 2% in de samenstelling der margarine zal voorkomen.
Niet alleen zal de voortbrengst van margarine niet stilvallen,hetgeen op het punt stond gebeuren, doch dit noodzakelijk product,zal veel beter zijn dan voor den oorlog!!!!!.
Het rundsvet bleek de laatste tijd onvindbaar te zijn;Wat gebeurt er mee?? Dit was de vraag dat gesteld wordt door de vele keukenchefs en van de huismoeders.De Landbouw en VoedingsCoöperatie geeft hierop het volgend antwoordt,het grootste gedeelte der grondstoffen die nodig zijn tot het vervaardigen van margarine werden ons door het buitenland geleverd,aangezien deze invoer sedert het uitbreken van de oorlog,natuurlijk de grondstoffen bijna tot nul gedaald is,is men wel verplicht deze buitenlandse stoffen te vervangen door de vetstoffen die in ons eigen land beschikbaar zijn.Een dezer vetstoffen,waarover we in België beschikken, al is de hoeveelheid dan nog onvoldoende,is het vet van slachtdieren. Het is dan ook voor het algemeen welzijn van de bevolking,dat het besluit,rantsoenering van 9 Februari 1941 en de toe bedeling van vee,vlees,slachtafvallen en dierlijke vetten.,een bepaling bevat volgens de welke dierlijke vetten niet aan de beenhouwers mogen worden verkocht. Onmiddelijk na de slachting worden de dierlijke vetten uitsluitend geleverd aan de vetsmelters,deze vetsmelterrijen worden nauwkeurig gecontroleerd ,over de hoeveelheden ruw vet ,die ze ontvangen en verwerken tot gesmolten vet. Vervolgens wordt dit vet aan de margarine fabrieken geleverd, naarmate de beschikbare hoeveelheden. _______________________
Regeling van den eieren verkoop te Kortrijk bereikt.
14Juni 1941.
Regeling van den verkoop van eieren te Kortrijk bereikt. Een bevel van de Kommandatur te Kortijk,legde enkele weken geleden aan de bezitter van kippen de verplichting op ,om wekelijks een ei per kip te leveren aan de daartoe aangestelde verdeler. Een verkoop van 38.500 eieren had enkele dagen dagen nadien in de grote hallen plaats ,op vertoon der rantsoenkaarten.Gezien het succes van deze regeling,hebben de overheden besloten zich verder te bemoeien met de eierkwestie. Door de plakbrieven werd bekend gemaakt dat het aantal eieren nu vastgesteld is op 2 eieren per kip en per week. Strenge straffen zijn voorzien voor deze die, om gelijk welke reden,geen gehoor geven aan deze oproep....Afwijkingen zijn voorzien door de aanplakbrieven.Eerdaags zullen te Kortrijk eierkaarten in omloop worden gebracht. Heel waarschijnlijkt zullen de kinderen en de oude lieden in het bezit van een melkkaart recht hebben op deze eierkaart. Voor de zwangere vrouwen en sommige zieken zal ook gezorgd worden.Ieder week zal in de hallen de verkoop plaats vinden. De prijs is vastegesteld op 1.85fr. De eieren worden ingeleverd tegen de prijs van 1.55fr.
In de stad Brussel hield DR.J.A.De wandel voor een talrijk publiek een voordracht over << Voedsel en voeding in Noodtijden<<welke met veel belangstelling werd gevolgd. Het actueel voedselprobleem,aldus de Dokter, is strategisch in zijn oorzaak,doch hygienisch-medikaal in zijn gevolgen. De oplossing ervan dient niet alleen toevertrouwd te worden aan economisten,maar ook aan de geneesheren,het is wenselijk dat in de leidende kringen de gezonde grondbeginselen der moderne voedingsleer gekend wezen. Volgens de moderne dieëttetiek heeft onze voeding een driedubbele opdracht,energie leveren voor de arbeid en warmte,bouwmatrialen ter beschikking stellen voor het groeiende organisme,maar ook voor het compeseren der slijtage,neschuttende stoffen aanbrengen waarvan kleine hoeveelheden nodig zijn,om dergerlijke dodelijke ziekten te voorkomen. Energie(calorieën) wordt geleverd door de eiwitten,bouwhydraden en vooral vetten,bouwmatrialen door sommige hoogwaardige eiwitten en vetten; beschuttende stoffen zijn de vitaminen en mineraal stoffen. Aan de hand van talrijke tabbelen toonde de spreker aan in hoever de voedselvoorziening te kort schiet aan energieleverende voedingsmiddelen en aan het voldoende kwantum vitaminen. Het tekort aan vitaminen zal grotendeels kunnen aangevuld worden door een strenger optreden ,tegenover den overwonnen sluikhandel.Het tekort aan biologisch hoogwaardig eiwit en vetten zal moeilijker aangevuld kunnen worden.Het eiwit te kort kan heden aangevuld worden door melk(zowel magere melk als botermelk) witte kaas (25 t.h. eiwit) en eieren.Voor vette toemaat, denkt dan aan vette of halfvette kaas,eieren,amandels en noten.Vergeten we niet de margarine ,spek,reuzel,,dezelfde energie waarde hebben als boter, rijkdom der boter(vooral van de zomerboter) Deze vitaminen A en D kan levertraan of vitaminepreparaten aangevoerd worden. Spreker gaf tenslotte enkele praktische wenken op conserven en keuken-tecnisch gebied. Het vitamine C is het gevoeligste alle vitaminen omdat het gemakkeliik oxideert en zeer gevoelig is aan hoge temperaturen.Vooral vitamine C is vooral aanwezig in de aardappelen,groenten en vruchten.Door het bewaren dezer producten gaat vitamine C te niet.Geplukte spinazie bezit na 5 dagen praktisch geen vitaminen C meer, de aardappelen van Mei-Juni hebben meer den 2/3 van het vitamine C gehalte verloren.In de sinaasappelen houdt de vitaminen CslechtSlechts citrroenen bewaren het langst de vitaminen C. Door afkoelen en bevriezen worden de vitaminen beter bewaard,omdat stilstand van de kiemgroei en de hermentaktiviteit optreedt.Wat de warmte betrefd kan gezegd worden dat het vitramine A weinig trefbaar is (vitamine A der melk bv) Het vitamine B1 dat vooral in het volkoren breood of het brood van grof uitgemalen meer aanwezig is, is hittebestendig. Bij het bakken van het brood wordt de vitaminen B niet vernietigd. Zeer gevoelig aan de warmte is vitamine C. Daarom is het aan te raden bij het bereiden der aardappelen en de groenten de dampmethode te gebruiken;met weinig water in een gesloten kom de voedingsmiddelen korten tijd laten uitdampen 'de aardappelen,liefst niet geschild) Van groot belang is het kookwater niet weg te gieten,vermits vitamine C in het kookwater opgelost worden.
De volksweerkunde uit het begin van de negentiende eeuw was een curieus mengsel van gezond verstand en bijgeloof. Het bestond uit een samen raapsel van duizenden weerregels,spreuken en gezegden.Een deel van deze spreuken hoort men ook nu nog wel.
In vele weerspreuken wordt een verband gelegd tussen de maan en de bewolking. Dit zijn redelijk betrouwbare spreuken. Een koude heldere nacht leidt dikwijls tot vorst of mist in de ochtend en het is vooral tijdens zulke nachten dat de maan goed te zien is. Vandaar komt het gezegde dat na een heldere nacht vorst komt.
In de volksweerkunde komen vele gezegden voor die zouden moeten wijzen op het voor- spellende gedrag van dieren en planten.Zo werd wel eens beweerd dat koeien gaan liggen als er regen komt en dat bijen voor een storm terugkeren naar hun korf. De meeste van deze gezegden weerspiegelen echter slechts de gevoeligheid van dieren en planten voor ver- anderingen in atmosferische omstandigheden,met name de vochtigheid.