Nieuwe bedeling van afgeroomde melk en karnemelk aan jonge lieden van 14 tot 18jaar.
1 November 1941.
Nieuwe bedeling van afgeroomde melk aan jonge lieden van 14 jaat tot 18 jaar.
De geneesheren en het bijzondere comité der geneesheren ,hebben er meer malen bij de bevoegde instranties er op gewezen,dat het volstrekt nodig is aan de jonge lieden een bijkomend voedsel rijk aan eiwitten te verschaffen,men heeft besloten aan de jonge lieden,dagelijks bij voorrang 1/4 liter afgeroomde melk of karnemelk toe te kennen aan de lieden van 14 tot 18 jaar.en wonende in een gemeente van ùeer dan 10.000 inwoners en dit vanaf 1November.
in verband met het jongst leden te Brussel gehouden persconferentie over de bevoorrading in vis en bijproducten en de d.t.g. ontwikkelde plannen over een rechtmatige bedeling der vis, zond het hoofd groepering << Vis>> der nationale Landbouw en voedings coöperatie ons volgende beschouwingen over de mosselbedeling te Gent en de visbedeling te Mechelen. Mosselbedeling te Gent. Het toegekend kwantum va,n 375.000kgr.Voor de komende 12 weken vertegenwoordigt 1.1/2 kg.per hoofd voor de ganse bevolking van Groot Gent. Door het verlies aan gewicht gedurende de transport wordt rekening gehouden met 1.1/2kg. Elke gemeente wordt voorzien voor zoveel mosselen nodig zijn om ieder bewoner met 1.1/2kg te bedienen. Deze verkoop gezschiedt door de aangeslotenen en in deze agglomeratie wonende vishandelaren,die dan naar gelang de ligging van het magazijn of het kwartier waarin zij wonen,een min of meer grotere hoeveelheid te verkopen krijgen. De verwezelijkten winstebn wordt onderling in gelijke parten verdeeld onder de handelaars. Wat het uur van de verkoop betreft, deze geschiedt gewoonlijk vanaf 5 uur avonds,ten einde de mensen,die voor de dag werken,ook in de gelegheid te stellen zich te bedienen. Om te beletten dat zekere hoeveelheden aan de bevolking door de handelaars zouden ontrokken worden en om de winkelier het werk te vergemakkelijken,wordt door de welwillende medewerking der aangesloten leden zelf,bij ieder winkelier een concurrent als contrroleur toegevoegd. De viskaart De viskaart is van onbeperkte duur en werd door de stad of gemeente afgeleverd.Deze bevat,benevens een strook voor naam en voornaam en adres,nummer, van de eigenaar.80 zegels,waarvan 20 getekend G. voor garnalen,genummerd van 1 tot 20 . 20 getekend V voor verse vis,genummerd van 1 tot 20. 20getekend W voor weekdieren(mosselen) geteken B voor bewerlte producten,zoals pekelharing,heilbot enz. genummerd van 1 tot 20 De waarde dezer zegels is V en G iederc zegel is 250 grammen. W. ierdere zegel 500grammen B voorlopig geen vaste waarde,deze zal bepaald worden volgenns beschikbare artikel. De visbedeling in Mechelen. Men schrijft ons.: Aangezien de tijd dringt elkaar te helpen,en dat er voot iedereen een rationele verdeling van vis en visserijproducten gevraagd wordt,neem ik de vrijheid U ter kennis te brengen hoe er hier teMechelen gewerkt wordt met speciale zegels. Deze regeling hebben we te danken aan de medewerking van het beheer van vis en bijproducten,de Heer Burgermeester en het beheer van prijzen lonen.Ze werkt als volgt; Bladen zegels,genummerd van 1 tot 100 werden uitgereikt op vertoon der rantsoenkaarten dewelke afgestempeld werden. De rantsoenen zijn vastgesteld als volgt: Zegel nr.1 geeft recht op 1/4kg. garnaal. Zegel nr.2 geeft recht op 1/4 kg.vis. Zegel nr.3 geeft recht op1/4 kg mosselen enz. Als er bv. 60.000 bladen zegels uitgeven worden,zou er een aanvoer van 15.000 kg. noodzakelijk zijn om iedereen zijn rantsoen te laten genieten.Wanneer we dus na een periode ongeveer 15.000 kg bedeeld is geweest,gaan we over naar een beschikbaar nummer.Zo ook voor vis, zonder onderscheid te maken tussen dure en goedkoper,zodoende kan iedereen kopen naar gelang de mogelijkheid der beurs. In geval de kwaliteit biet zou toelaten de vis gedurende een ganse dag uit te dtallen,zou de verkoop zonder zegels worden toegelaten worden. Na verkoop worden de zegels geplakt op borderellen,en overeenstemmend met het ontvangen gewicht- 10t.h. gewicht verlies,als controle aan de marktleider afgeven.
De volksweerkunde uit het begin van de negentiende eeuw was een curieus mengsel van gezond verstand en bijgeloof. Het bestond uit een samen raapsel van duizenden weerregels,spreuken en gezegden.Een deel van deze spreuken hoort men ook nu nog wel.
In vele weerspreuken wordt een verband gelegd tussen de maan en de bewolking. Dit zijn redelijk betrouwbare spreuken. Een koude heldere nacht leidt dikwijls tot vorst of mist in de ochtend en het is vooral tijdens zulke nachten dat de maan goed te zien is. Vandaar komt het gezegde dat na een heldere nacht vorst komt.
In de volksweerkunde komen vele gezegden voor die zouden moeten wijzen op het voor- spellende gedrag van dieren en planten.Zo werd wel eens beweerd dat koeien gaan liggen als er regen komt en dat bijen voor een storm terugkeren naar hun korf. De meeste van deze gezegden weerspiegelen echter slechts de gevoeligheid van dieren en planten voor ver- anderingen in atmosferische omstandigheden,met name de vochtigheid.