20 November 1940.
Winterhulp betaalt wedden noch lonen.
Alhoewel het reeds gezegd kan het best nog eens worden herhaald: Alle funkties in de diensten van Winterhulp,zo de centrale te Brussel als de lokale in de provincie,worden, volledig, bij wijze van vrijwillig dienstbetoon vervuld. Dit geldt niet,slechts de leidende elementen,maar ook voor het uitvoerend personeel. Men hoeft zich dus niet af te vragen welk percentage van het bedrag,dat men voor Winterhulp stort,aan wedden en lonen teloor gaat en wat er voor de noodlijdende overblijft. Het antwoord is zeer eenvoudig:aan wedden en lonen 0 0/0,voor de behoeftigen 100 0/0. Deze hernieuwde terrechtwijzing bleek gewenst,nu,hier en daar,verondersteld schijn te worden,dat de toekenning van 25 0/0 de door de provinciale comité's geinde bedragen aan het uitvoerend Hoofdcomité voor bezoldiging van personeel, zou zijn vereist. De waarheid is dat een zeer gering deel van die 25% wordt aangewend tot dekking van onvermijdelijke kleine onkosten,bureel benodigheden, propaganda, e.d. terwijl het overige het uitvoerend Hoofdcomité of lokale comité's in staat te stellen,enerzijds,provinciale oflokale comité's wier inkomsten niet opwegen tegen hun behoeften,te helpen en,anderzijds,werken van een groot en dringend belang te steunen. Het zal tenslotte, ook wel overbodig zijn nog eens met den stersten nadruk te verzekeren dat alle gelden en giften,die voorWinterhulp worden ingezameld,uitsluitend de eigen noodlijdende landgenoten ten goede zullen komen.Hier mag en hier kan geen plaats zijn voor misverstand:Winterhulp is en blijft een werk van nationale solidariteit,door ons volk en voor ons volk. _______________________________
|