10 Juni 1942.
Het Zeevissers bedrijf in de Noordzee.
Ten opzichte van de conventie van sGravenhage van 6Mei 1882.
Plichten en rechten van onze vissers. De zeevissers bedrijf in de Noordzee,werd onder toezicht van wachtschepen gecontroleerd,zoals voorzien zijn door de conventie van den Haag van 6Mei 1882. Wij willen wat nader toezien de rechten en plichten omlijnen van onze vissers,die dit bedrijf in de Noorzee beoefenen en tevnes aan herinneren dat deze conventie ondertekend werd door België,Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittanië en Nederland.
In de territoriale wateren. Het princiep wordta vastgelegd dat de vissers van elken staat het uitsluitend recht van visserij genieten binnen de kring van 3 mijlen,gerekend van de laagwaterlijn,langs de gehele uitgestrekheid der kusten van elken staat en evenzeer langs de eilanden en banken.Deze bepaling maakt nochtans geen inbreik op de vrije beweging van visserschuiten,die inde territoriale zee komen ankeren.Zij moete zich nochtans gedragen naar de bijzondere politiebepalingen,uitgevaardigt door de oeverstaat. Het verleden heeft ons geleerd dat onze vissers dikwijls het slachtoffer geworden zijn van deze bepaling.Hoeveel vissersvaartuigen werden niet opgeleid door Franse kustwachters om in de Franse territoriale wateren gevist te hebben!!!!Zij gingen eenvoudig de haring,waar ze te vinden was en moesten er voor boeten.Wij hebben het afgelopen haringseizoen kunnen vaststellen dat de Franse overheid zich immer vastklampt aan dez bepaling en gepoogd heeft te beletten dat onze vissers,gedurende het haringseizoen in de Franse zouden terecht komen om vandaar uit, de visserij te plegen.Erg menslievend was dit gebaar niet maar onze vissers antwoorden daaroOver inschrijvingen en nummers.p de nood dwingt en dat het niet billijk ware onze mensen te laten verhongeren als de vis maar te grijpen ligt en daardoor geen schade berokkend wordt aan de Franse vissers of bevolking.Het ware te hopen dat dit punt; zo de oorlog nog niet gedaan is voor het volgend haringseizoen,eens en voor altijd zou opgelost worden en dat er een bijzondere overeenkomst zou tot stand komen tussen België en Frankrijk voor de haringvangst. De bevoegde groeperingen dienen hiervoor te zorgen.
Over inschrijvingen en nummers. Na de grenzen van de Noordzee bepaald te hebben,heeft de conventie het over het inschrijven en nummeren der vissersvaartuigen,hoogt en breedte der cijfers,waar zij diene aangebracht: kleur van de verf worden bepaals.Het spreek vanzelf dat het verboden is de namen, lettertekens,nummers uit te wissen, onkenbaar te maken te bedekken of te verbergen door welk middel ook. Het ware te hopen dat dit punt; zo de oorlog nog niet gedaan is voor het volgend haringseizoen,eens en voor altijd zou opgelost worden en dat er een bijzondere overeenkomst zou tot stand komen tussen België en Frankrijk voor de Haringvangst. De bevoegde groeperingen diene hiervoor te zorgen.
De Nationaliteit van het vaartuig. De schipper van ieder vaartuig moet in bezit zijn van een officieel Nationaliteit brief die het letterteken van de nummer van het schip,alsmede de naam of firma van de eigenaar aanduidt;Ook de nationaliteit van het schip mag niet verborgen worden. Verbod wordt opgelegd tussen zonsondergang en zonopvang te ankeren op plaatsen waar drijfnet vissers met de uitoefening van hun bedrijf bezig zijn. Dit verbod is niet toezpasselijk in geval het ankeren wegens overmacht moet plaats grojpen.Ook zullen de vissers die komen op plaatsen waar gevist wordt niet zo gaan liggen, of hun netten zo uitwerpen dat daaruit wederkerig nadeel wordt geboren.In andere woorden het is verboden elkande de duvel aan te doen. Een bijzonderheid,wanneer overdekte en open vaartuigen terzelfdertijd hun drijfnetten in zee gaan werpen zullen de laatste hun netten te loevert van de eerste uitwerpen. Daar en tegen zullen de overdekte vaartuigen hun netten aan de lijn van de open vaartuigen uitwerpen. In het algemeen wanneer de overdekte vaartuigen hun netten uitwerpen te loevert van open vaartuigen,die reeds met de visserij bezig zijn en wanneer open vaartuigen hun netten aan lij van overdekte vaartuigen uitwerpen.Die reeds met de vissezrij bezig zijn,zal de verantwoordelijkheid van de aan de netten veroorzaakte averijen berusten bij hen die de visserij hebben begonnen,tenzij zij bewijzen dat de schade aan overmacht is te wijten en dat zij niet het gevolg is van hun schuld. Netten miserie. Er mogen geen netten vastgemaakt worden of verankerd op plaatsen waar drijfnetviussers met de uitoefening van hun bedrijf bezig zijn.Denkt ook niet dat het toegelaten is een vaartuig vast te maken of vast te houden aan netten,boeien, hoofdvlotten of welke ander delen van het vistuig van een andere visser. Wanneer kornetvissers in het zicht zijn van drijfnetvissers of van vissers met de beuglijn,moeten eerst genoemden,de nodige maatregelen treffen om alle schade rust de verantwoordelijkheid op de korrenvissers,tenzij deze aantonen dat de schade een gevolg is van overmacht of dat zij niet door hun schuld is veroorzaakt. De verwarde netten van verschillende vaartuigen,mogen slechts los gesneden worden als beide partijen erin toestemmen ,er is nochtans geen verantwoordelijkheid als er geen ander middel dan het snijden bestaat om dus netten te scheiden. Het is trouwens niet toegelaten aan boord werktuigen te hebben die uitsluitend diene om netten stuk te snijden.
|