11 Juni 1941.
De oprichting van een dienst voor voedselafval.
In de schoot van de Nationale Landbouw en voeding coöperatie ,heeft besloten een dienst op te richten voor voedsel afval.
Voor de toepassing van dit besluit worden als afval beschouwd:
1.Keukenafval,voortkomende van spijshuizen,hotels, ziekenhuizen,banken, gestichten, en kloosterd of,alle gelijkaardige inrichtingen,die over een belangrijke keuken kunnen beschikken,evenals deze die voorkomt van de private huishouding en bestaat uit; overschotten van soepen, melk, aardappelen, groenten,vlees,brood,banket gebak, beenderen, vetafval, resten van beenderen van gevogelte,konijnen en wild. Oesterschalen:alle andere afval die voor dierenvoeding kan gebruikt worden. 2.Afval in slachthuizen,alsmede dierenlijken,ongeschikt voor de mensevoeding,die niet door het vilbeluik weggehaald werden. 3..De voedselafvallen in de industrie.e.a. de resten van verschillende afvallen voortkomende van de voedingsnijverheid als conserven, vuile bloem, en suiker, brood en beschuitkruimels, afval voorkomende van de reiniging in graan bedrijven en alle andere afval,bruikbaar voor dieren voeding. 4. Voedselafval op de openbare markten(groenten,koppen van bladgroenten enz. 5.Wild,fruit bruikbaar voor dierenvoeding. Deze opsomming is niet beperkt. De dienst van voedsel afval aangewezen door gemeenten is ieder particulier huishouden,verboden zijn voedselafval weg te werpen of te vernietigen. De afval die door de huishoudens niet benuttigd,dient in de gemeente te worden afgehaald te worden door de personen of in inrichtingen aangenomen door de dienst voor keukenafval. Ieder mag zijn afval van zijn huishouden of van zijn bedrijf zelf aanwenden. Hij mag hem ook aan een persoon van zijn keuze afleveren om te worden benuttigd.
|