9 Juli 1941.
De strijd tegen sluikslachtingen en sluikhandel in vlees wordt ingezet.
Zware gevanggenisstraffen zijn voorzien.
Het is nodig dat iedereen op de hoogte is,van de draagkracht van dit besluit, alsook men de redenen kent.,waarom de hogere instanties zich verplicht hebben over te gaan tot het nemen van zeer strenge strafmaatregelen en beteugelingen van allen sluikhandel in vlees in den breedste zin des woord.
Sluikslachtingen zijn een gevaar voor het behoud van den rundstapel.
Met het oog op de bevoorrading van melk,boter en vlees moet getracht worden een uitgebreide veestapel te behouden.Wie vertrouwd is met de landbouwtechniek denkt hierbij aan de voedingsmogelijkheden.Alhoewel in normale tijden belangrijken hoeveelheden krachtvoeder werden ingevoerd,is het toch mogelijk wanneer de veehouders alle troeven uitspelen op een intensieve veevoederswinning,de rundstapel ongeveer op het huidige peil te behouden en ter zelfde tijd de bevoorrading aan broodgraan en aardappelen te bevorderen. Met een dergerlijke veestapel kan de vleesbevoorrading bij de huidige rantsoenering gedurende een onpeperkte periode worden volgehouden.Op voorwaarde dat de onmiddelijk een einde wordt gesteld aan alle noodslachtingen?Van meerdere zijde,vooral van de producenten,is er op gewezen dat, indien de veeleveringen op het huidige peil moeten behouden blijven, de veestapel een sterke inkrimping tegemoet gaat.
Er wordt in de huidige omstandigheden,met of zonder opzet, gemakkelijk overdreven.De jongste telling heeft uitgewezen ,dat er nog 800.000 melkkoeien in ons land zijn, jaarlijks worden ruim 600.000 kalveren geboren, terwijl de vleesbevoorrading,op basis van het huidige rantsoen,550.000 stuks mestvee uit de markt moet worden genomen,indien de slachtingen lager zijn dan de geboorten,is er niet het minste gevaar voor het behoud van de veestapel.
Hierbij valt op te merken dat het aantal vaarzen, ouder dan een jaar ongeveer 400.000 betraagd;dit is zowat het dubbele van het geen nodig is om de normale vernieuwing van den melkstapel door te voeren.Hier is alvast een zeer grote reserve aan jong vrouwelijk fokmatriaal er vervanging van op te ruimen koeien.
Nemen we de uitslagen van d jongste relling uit gevoerd door de Boeren cooperatie onder het vergroot glas,en meer speciaal die der kalveren jonger dan drie maanden,dan valt het op welke geweldigen verwoest dingen ,de sluikhandel in vlees heeft verricht in een jonge voorraad .Totaal tellen wij in tronde cijfers 200.000 kalveren,waarvan 130.000 vrouwelijke fokmamatriaal en slechts 70.000 mannelijke kalveren.Normaal moest er zoveel mannelijke als vrouwelijke kalveren zijn; rekening houde,nde let een normale slachting van stierkalveren,moetd de telling minstens 115.000stierkalveren aanwijzen in plaats van 70.000 De conclusie ligt voor de hand;op de drie maand werden 45.000 kalveren in de sluikhandel verkocht. Hetzij 1 op 5.Het is duidelijk,fdat wanneer 1/5 van de kalveren,op een onwettige wijze wordt afgeslacht,derundstapel op een korte tijd doodbloed en meteen de mel en boterbevoorrading er in streke mate moet onder lijden. Het zoeven afgeschilderde beeld is nog somberder voor wat aangaat, de sluikslachtingen van varkens en schapen.Indien alle varken en schapen op de markt werden aangevoerd zou hieruit een belangrijker ontlasting van veeleveringen voortspruiten. Sluikslachtingen zijn een gevaar voor de gezondheid.µDe verbruiker ,die in de sluikhandel vlees koopt,weet ongelukkiger wijze niet wat hem in de handen wordt gestopt.Er bestaat evenwel niet ten minste twijfel dat een belangrijk aantal fieren sluiks worden afgeslacht die een gevaar zijn voor de volksgezondheid. Koeien,welke in zeer sterke mate aantgtast zijn door tuberculose worden door beroepssmokkelaars opgekocht,die het vlees zonder meer in de handel gebracht worden.Zij schrikken er zelfs niet voor terug,het vlees van besmette dieren die door gevaarlijke ziekte kiemen en welke door het vilbeluik moesten wordenafgehaald in de comsumptie brengen En onbegrijpelijk genoeg grijpt de gordgelovige verbruiker met beide handen naar dit stuk vlees,dat hem mischien zelf naar het leven grijpt. De afslachting gebeurt daarenboven meestal in de meest onhygienische voorwaarden,indien de afgeslacht,zou geen enkele nog vlles uit de sluikhandel eten.Sluikslachtingen zijn een sociale wandaad. De <<Hoofdgroepering Vee, Vlees en bijproducten>>doet al het mogelijke om aan elke gebruiker een klein lapje vlees te bezorgen aan de vast gestelde prijs;zij heeft hierbij met grote moeilijkheden te kampen gehad en is er niet steeds in geslaagd 100t.h. van de behoefte te dekken. Ondertussen woedt de sluikhandel in alle hevigheid;duizende kilogrammen vlees worden aan de normale prijzen ontrokken<< indien de verdeling van dit vlees op een rechtmatige wijze geschiede was dit nog niet zo erg.Het zijn evenwel slechts de kapitaal krachtige,die zulks een luxe kunnen gunnen van 80 tot 120 frank te betalen voor een kilo vlees. De tafel der rijken blijft goed bezet;het is geen oorlogsdiner en er worden nog voorraden opgestapeld.Ondertussen worden in de volkswijken en bij de kleine burgerij zwarte armoede gelden en komen de kinderen van de arme en meestal kinderen uit grote gezinnen meer en meer in een ondervoeden toestand.Zij dreigen in hun groei voor heel hun leven geknakt te worden. De beroepesmokkelaars maken zich rijk op de miserie van de armen, terwijl ze in bepaalde kringen afgeschilderd worden als helden van de bevoorrading. Strenge straffen ter betreugeling van de sluikhandel in vlees. 1.Gevangenis straf van één tot drie jaar voor al wie een paard,rundkalf of geit,schaap of varken op een onwettige wijze slacht of doet slachten. 2.Gevangenisstraf van tot tien jaar voor elke onwettige slachting zonder toestemming van den eigenaar. Deze strafmaatregele zal er ongetwijfeld toe bijdragen om de veediefstallen gevolgt met slachting te doen opjhouden;de producent wordt hiermede beschermd. 3.De De rechter die de gevangenis straf uitspreekt mag daarenboven een geldboete opleggen van van 1000 tot 50.000 frak per geslacht dier. 4.De eigenaar,of houder van het dier,die door onrechtstreeekse medewerking een sluikslachting mogelijk maakt,kan evneeens brestraft worden met een geldboete van 1000 tot 50.000 frank 5.Het vervoer alsmede het bezit van vlees met het oog op de verkoop voortkomende van sluikslachtingen worden gestraft zoals onder 1 vermeld. 6.Wordt eveneens bestraft met één tot drie jaar gevangenis hij die met winstbejag en in strijd met de in voege zijnde voorschriften, betreffende de rantsoenering en de vaststelling der prijzen, alles verkocht,geruild of toegestaan heeft,zelfs wanneer dit regelmatig werd geslacht.
|