17 Juli 1942
De derde algemenen vergadering van Winterhulp te Brussel.
Zondag morgend ging in het paleis van Academën te Brussel, de derde algemeen vergadering door van Winterhulp, in aanwezigheid van talrijke personaliteiten. Aan het bureau, namen plaats de heren Paul Heymans,voorzitter van Winterhulp,Corneel Heymans,nobelprijs,en professor Nolf. Een bemoedigd bilan. De slotredevoering wordt uitgesproken door de Heer Paul Heymans,die er vooreerst aan het belang van sommige uitslagen te onderlijnen. <<Sedert haar oprichting tot einde Juni 1942 heeftWinterhulp meer dan 1 miljard geïnd,waarvan 611 miljoen,het zij meer dan 50% der inkomsten,onze eigen ontvangsten zijn, en het saldo de subsidie van de staat uitmaakt.Van Juli 1941 1942 hebben onze inkomsten 787 miljoen overschreden,waarvan een rechtstreeksse inkomsten,hetzij en ik onderstreep het cijfer-290 miljoen dan gedurig het dienstjaar 1941 meer. Wat hebben wij dank zij die aanzienlijke hulpmiddelen kunnen verwezenlijken.? <<De Bevoorrading moeilijkheden ten spijt,,werden er dagelijks,in meer dan 900 gemeenten,880.000 rantsoenen,volks en schoolsoep uit gedeeld.de bikomende collaties in ongeveer 200 gemeenten aan meer dan 200.000kinderen uitgedeeld. <<Acht en vijftig duizend maaltijden werden dagelijks in 44 gemeenten uitgedeeld door goedkopen spijshuizen en in één-schotel- kantines.Vermindering ticketten voor den aankoop van volle melk werde, in 1150 gemeenten uitgedeeld voor een maandelijks hoeveelheid van 3.380.000 liter.Van December 1941 tot Mei 19 over de prov42 hebben wij over 360.000 huisgezinnen,283.000 kolen verdeeld. In de loop van het tweede dienstjaar heeft ons deparovertement<< kleding>>over de provinciale comités voor 25miljoen allerhande voorwerpen verdeeld, dan wanneer zij er slechts voor 8 miljoen had kunnen uidelen gedurende het eerste dienstjaar.Dank zij er slechts voor 8 miljoen had kunnen uitdelen gedurende het eerste dienstjaar.Dank zij een vooruitziende politiek zullen de verdelingen den volgende winter kunnen behouden blijven en zelfs uitgebreid. De redenaar onderstreepte dat het heel bijzonder van Winterhulp's bemoeiingen ten bate van de kindsheid en de jeugd. Mr.Heymans drukt daarna zijn erkentelijkheid uit jegens al de medewerkers van Winterhulp,in alle graden, alsook de werken die haar hun medewerking verlenen. Maar zo voegde hij er aan toe,nieuwe en nog zwaardere opgaven staan ons te wachten,ten overstaan van die nieuwe lasten,moeten wij ook onze hulpbronnen uitbreiden.En hij besluit in de volgende bewoordingen<< Onze acgtie ten bate van de moeders van de krijgsgevangene,van al degeene die materiële en zedelijke steun nodig hebben,moet onvermoeibaar worden voortgezet.Niettegenstaande al onze inspanningen zullen onze tussenkomsten beneden de behoeften blijven. ________________________
|