24 Juli 1940.
Volks weerkunde
Hoe men in vroeger dagen het Weder voorspelde Vele dieren,en in't bijzonder de vogels,voorspellen het weer,en handelen ook daarnaar. Dat is door de wetenschap verklaard:vele dieren hebben inderdaad een voorgevoel voor helder,droog en onweerachtig weer. Onze buiten mensen weten daarover meer te vertellen.,en we hebben hun waarnemingen dan ook nauwkeurig aangetekend en samengevat. De Vogels. Als de duiven op het dak van de schuur rusten en de borst oostwaarts houden,zal het 'sanderdaags regenen,indien het niet reeds dezelfde nacht begint,Keren zij laat naar hun hok terug,gaan ze ver huis om voedsel,dan is dit een teken van goed weer.Vliegen zij vroeg naar huis en verwijderen ze zich niet ver van de hofstede dan is de regen nakend. Als de hoenders zich in het stof rollen en hun pluimen recht stellen,staat er een onweer voor de deur; Zo ook bij de Eenden:als die duikelen,met de vlerken slaan en blijmoedig elkander op het water volgen Merkt men het geschreuw der Pauwen niet op bij elke weersverandering,zelfs bij elke wisseling van wind?Ook zal het regenen als de Kraaien vroeg ontwaken en meer krassen dan naar gewoonte. Zingt de vink in morgenstond zeker regen hij verkondt... Als de Mussen vroeg ontwakenen tjilpen,zal het schoon weder zijn,in de namiddag;als ze bij winteravond luid piepen;Veel wind. Vliegen de Zwaluwen dicht bij de grond,dan is het onweder niet ver verwijderd: verdwijnen ze in de wolken,maak dan maar geust een lange wandeling.... Zingt de Nachtegaal heel den nacht door;dan mag op een goede dag rekenen. Het is gans ,het tegenovergestelde als de Steenuilen zich laten horen en als de kwikstaarten langsheen de grachten springen. Als de Wilde Ganzen hoog en bij troepen vliegen:storm. Als de meeuwen zich vertonen in de nabijheid der steden;Storm. Als de Hanen buiten,het uur kraaien;regen of onweder. De Vissen als weervoorspellers. De hengelaars weten dat de vissen bijzonder gevoelig zijn voor het weder en dat al of niet goede visvangsten afhankelijk zijn van visvangsten zijn van op handen zijnde veranderingen van de dampkring. De vis bijt niet voor een naderend onweer.Hij heeft een voorgevoel voor de mogelijke onheilen welk een verandering in de luchtgesteldheid kan meebrengen. Voor de Modderkruiper weet iedereen dat,als hij rustig is,droogte op handen is;mocht hij rusteloos bewegen dan volgt spoedig regen. De dieren als barometer. Van oudsher,reeds vele eeuwen voor onze tijdsrekening,wijdden de mensen een bijzondere aandacht aan ongewone handelingen der dieren. Als de KAT met den staart naar het vuur gaat zzitten,vorst en sneeuw....Als...ze...genoeglijk zitte spinnen met de potenwassend over den kop strijkt:goed weer en zon. Als ze wild door het huis vliegt,is er storm op komst. Als de MOL onder bevroren grasof een lichte qneeuwlaag graaft:goed weer. Zolang de mol wroet,komt er geen vorst. Als de EZEL zich in het stofwentelt en van vreugde rondspringt:goed weer. Als hij de oren spitst of scheef loopt: verwacht men regen of onweer. Indien bij prachtig weer de boer zijn koeien aan de stalmuren ziet likken,zal hij zich spoeden om het voeder binnen te halen. Likt de koe den scalpeter die door de vochtigheid van den muur druipt,dan zal het s'anderdaags regenen.Als de KOEIEN met opgeheven kop in de lucht snuiven of zich de haren likken,verwacht dan maar regen en onweder:gaan ze voort met grazen,als er reeds druppels vallen,dan zal de regen niet niet lang wachten. Als de HONDEN lui en slaperig zijn,en zich veel krabben,is er regen of onweer te verwachten,en als hij over de grond rolt komt er wind. Als het VARKEN weinig eetlust vertoont,regen en onweer;als ze knorren,snuiven naar de kant van waar de storm komt:stormvlagen. Hoe meer de wol over de rug van de SCHAPEN krult, hoe schoner weer, maar als ze onrustig zijn komt er zeker en vast wind. Van SLAKKEN zegt men: Zijn er veel slakken op de wegen: Onweer komt dan vaak,of regen... En ook : Als slakken en padden kruipen zal spoedig gaan druipen. INSEKTEN Ook de insecten,de vliegen en de muggen bijvoorbeeld,trekken de huizen binnen om de regen te ontwijken. Wanneer slecht weer op komst is ,werken de mieren vlijtiger en vliegen de bijen lang voor zonsondergang en met weinig buit huiswaarts: Als de bij haar korf niet verlaat maak dan maar op regen staat... ALLERLEI. Blijft in de morgen het lemmer der zijs droog, dat is een goed teken,maar word het vochjtig,rooskleurig of blauwachtig dan moogt de u aan regen verwachten; Als de dorscher in de schuur een zeef loos hangen en zijn vlegel weerspannig is;betekent dit eveneens als de koorn-en haverschoven zwaarder zijn dan naar gewoonte . De houtakker die naar het bos gaat, raadpleegt zijn bijl,zoals de maaier zijn zeis. Isde beil zuiver en glanzend,dan zal de dagmooi wezen,maar is ze duister en slibbert de steel door de handen,hoedt u dan voor de vlagen. In de herfst voorspelt de rijm,regen ende dauw schoon weder. De maan is ingelijks een goede barometer.Is zij omringd van een mistachtige kring,dan betekend dit eveneens regen. Is de nachtster schitterend en klaarlichtend,moogt ge u aan schoon weder verwachten. A.R.
|