Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
04-08-2007
De Schotse Vouwoorkat (Scottish Fold) (Martina1)
De Schotse Vouwoorkat
Een ras apart
De Schotse Vouwoorkat (Scottish Fold)
Een kat die op alle tentoonstellingen steeds weer de aandacht trekt is de Scottish Fold, in het Nederlandse de Schotse Vouwoorkat. De rasnaam zegt het zelf: het meest opvallende kenmerk van deze kat zijn de omgevouwen oortjes, en ook wel de ronde schedel. Zij bezorgen de kat een grappige en soms ook droevige uitdrukking. Sommige mensen vinden zelfs dat de kat op een uil lijkt. Maar de Scottish Fold is bovenal gewoon zichzelf: een vriendelijke en goedgehumeurde poes.
In 1961 werd in Schotland, in Perthshire, in een nest boerenkatjes een witte kitten geboren met omgevouwen oortjes. De kitten kreeg de naam Snowball mee. Zijn bestaan wekte al snel de interesse van fokkers. Met behulp van geschikte huiskatten en Britse Kortharen werd de bijzondere mutatie, die voor het gevouwen oor verantwoordelijk was, in een nieuw ras vastgelegd onder de naam Scottish Fold. De factor die de gevouwen oren van de kat veroorzaakt, is dominant.
Helaas is wel gebleken dat het gen dat verantwoordelijk is voor de gevouwen oortjes ook verantwoordelijk kan zijn voor afwijkingen aan het kraakbeen op andere plaatsen in het lichaam. Dat is voornamelijk het geval als beide ouders gevouwen oren hebben. Om deze reden trok de Engelse overkoepelende organisatie de raserkenning weer in. Intussen waren er echter al veel Scottish Folds gefokt. Ze waren ook al uitgezwermd naar Amerika. Daar wordt het ras nog altijd gefokt. Maar omdat het gen in zijn zuiverste vorm tot afwijkingen aan het krakbeen kan leiden, worden nooit twee katten met gevouwen oortjes met mekaar gekruist. Men gebruikt dan katten met staande oren uit Schotse Foldlijnen, of Amerikaanse of Britse Kortharen. Inmiddels is de Scottish Fold ook weer in Europa te bewonderen en te verkrijgen.
De Schotse Vouwoorkat is een vriendelijke kat met een gelijkmatig humeur. Een beetje zoals zijn voorouder, de Britse Korthaar. Scottish Folds zijn goed in de omgang met andere katten en zelfs de omgang met honden geeft doorgaans geen problemen.
Ook in drukke gezinnen voelt de Scottish Fold zich goed op zijn gemak. Dat maakt hem geschikt voor gezinnen met kinderen. Als een Scottish Fold te ruw of te opdringerig behandeld wordt, zal hij niet meteen krabben of zachtjes bijten. Hij zal eerst proberen de situatie te ontvluchten en de rust op te zoeken. Hij heeft trouwens ook een zacht stemgeluid. Hij heeft niet de neiging om er tot vervelens toe gebruik van te maken.
De Schotse Vouwoorkat vraagt niet veel verzorging. Zijn vacht is heel makkelijk schoon te houden. In de ruiperiode kan je met een rubberen handschoen de losse en dode haartjes verwijderen. Omdat de oren van de kat naar voren gevouwen zijn, wordt wel eens beweerd dat de oren vatbaarder zijn voor infecties, maar dat is flauwekul. De oren hebben trouwens ook niet meer aandacht nodig dan de oren van andere katten.
De Scottish Fold is een middelgrote, gespierde kat met een zwaar beendergestel. De poten zijn relatief kort. De staart is middellang tot lang. De kop is erg rond en staat op een korte nek. De ogen zijn groot en rond en staan vrij ver uit mekaar. De neus is vrij kort. De dubbele vacht is erg dicht ingeplant en voelt zacht en veerkrachtig aan. De vacht van de Scottish Fold mag alle kleuren hebben, zo lang de kleuren maar "natuurlijk" zijn.
Een arend, een dolfijn en een krokodil geraken aan de praat in de de zoo van Antwerpen. Zegt de arend:"ik heb het hier allemaal gezien, ik ben het hier beu. Ik kan goed vliegen, mijn vrouw kan goed vliegen, mijn kinderen kunnen goed vliegen. Als we de kans zien, vliegen we terug naar huis." "Ja" zegt de dolfijn, "ik ben het hier ook beu. Ik kan goed zwemmen, mijn bvrouw kan goed zwemmen en de kinderen ook. Als wij de kans zien, zwemmen we ook terug naar huis." "Och", zegt de krokodil. "Ik weet het nog zo niet.Ik heb een groot bakkes, mijn heeft een groot bakkes en mijn kinderen ook. Ik denk dat ik in Antwerpen blijf." Ereeli en Knudde
De pandabeer komt eigenlijk alleen maar voor in China. Om precies te zijn in zuidwest China, in de provincies: Sichuan, Gansu en Shanxi . Het totale woongebied van de panda beslaat zo'n 30.000 vierkante kilometer. Dat is ongeveer evengrootals Nederland zonder de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.
De pandabeer woont daar in de bamboebossen. Dat moet wel, want bamboestengels zijn het voor-naamste voedsel van de panda.
Het totale woongebied van de panda is 30.000 m2 kilometer. Dat is heel Nederland zonder de provincies: NoordBrabant, Zeeland en Limburg. Maar dat is eigenlijk best klein, want de pandabeer leeft niet in groepen, maar hij leeft alleen. Toch wordt dat gebied bedreigd. Dat komt door Chinezen die stukken bamboebos weg halen voor hun akkers. Dus wordt het gebied van de panda steeds kleiner en kleiner.
De pandabeer leeft op berghellingen. Er heerst daar een koud, vochtig klimaat. Gelukkig beschermt zijn zwart-witte vacht hem daar tegen. Maar de panda is trouwens ook een heel goede boomklimmer. Toch leeft hij voornamelijk op de grond. Alleen als er gevaar dreigt klimt hij in bomen, bijvoorbeeld als er mensen aan komen. Want de mens blijft toch de grootste vijand.
De winters in Zuidwest China zijn strenger dan bij ons. Je zou daarom misschien verwachten dat de panda ook een winterslaap houdt, maar dat is niet zo: de panda blijft het hele jaar actief.
Bamboestengels Panda's zijn ongeveer 10 tot 12 uur per dag bezig met voedsel zoeken en eten. Toen men nog niet zo veel over de panda wist, dacht men dat de panda alleen bamboestengels at. Maar nu weten wij dat dat niet waar is. Behalve bamboestengels eet de panda namelijk ook een aantal andere planten. En bovendien voedt de panda zich af en toe met dierlijk voedsel, dat onder meer bestaat uit insecten, kleine vogels, kleine vissen en kleine knaagdieren. De kleine vissen worden door de panda met de voorpoten uit het water geslagen. Bamboe blijft nog wel het hoofdvoedsel van de panda. Per etmaal eet een volwassen panda daar wel 15 tot 20 kilo van. De bamboestengels worden door de panda met de voorpoten naar binnen gewerkt. De panda heeft een handig hulpmiddeltje om dat soepel te laten verlopen. Aan zijn voorpoten, naast zijn vijf tenen, zit namelijk een klein huidkussentje. Met deze zogenaamde zesde teen kan de panda de glibberige bamboestengels prima vasthouden.
Eén jong Panda's brengen de meeste tijd in hun eentje door. Alleen in het voorjaar ontmoeten de mannetjes en de vrouwtjes elkaar even. Zo'n 4 à 5 maanden later zet het pandavrouwtje één jong op de wereld, in een soort nest van gras en bladeren. Slechts bij uitzondering wordt er een pandatweeling geboren. Dat is eigenlijk maar goed ook, want het pandavrouwtje is niet in staat twee jongen groot te brengen. Ze kiest één jong uit om voor te zorgen; naar het andere jong kijkt ze niet meer om. Er zal dus altijd maar één jong overleven.
Zwarte plekken Een pandajong dat net geboren is, lijkt nog weinig op zijn ouders. Hij is nog maar zo groot als een rat, zijn oogjes zitten nog dicht en zijn lijfje is nog slechts bedekt met wat dunne, witte haartjes. Het duurt ongeveer een maand voordat een pandajong dezelfde zwarte plekken in zijn vacht heeft als zijn ouders. Weer een maand later gaan zijn oogjes open en begint hij kleine stukjes te lopen. Niet lang daarna zal het jong ophouden met het drinken van moedermelk. Zijn gebit is dan zo ver ontwikkeld dat hij vast voedsel kan gaan eten. Als het pandajong iets meer dan een half jaar oud is, heeft hij zijn moeder helemaal niet meer nodig. Hij zal haar dan ook verlaten om een eigen leven op te bouwen.
Bescherming De Chinezen zijn trots op de panda. Daarom hebben ze de bescherming van de panda in de wet vast laten leggen. Panda's mogen dus niet zomaar gedood worden. Dat is mooi, maar helaas wordt de panda toch in zijn voortbestaan bedreigd. Dat komt onder andere doordat het woongebied van de panda steeds kleiner wordt. Iedere keer wordt er door de plaatselijke bevolking een stukje van het gebied ingepikt. Steeds meer stukken bamboebos moeten plaatsmaken voor akkerland. Een andere bedreiging voor de panda is het voedselprobleem. Het gevaar van een tekort aan bamboe, het hoofdvoedsel van de panda, ligt namelijk voortdurend op de loer. Want zoals je misschien wel weet, wordt bamboe ook door de mens gebruikt. Er worden bijvoorbeeld buizen, pijpen en meubels van gemaakt. Maar dat is niet het enige probleem. De meeste slachtoffers onder de panda's vallen in de bloeitijd van de bamboe. Iedere bamboesoort bloeit gemiddeld om de 100 jaar en na het bloeien gaan alle oude bamboeplanten van de betreffende soort dood. Er groeien dan wel weer nieuwe bamboeplanten uit de zaden, maar het duurt bijna 15 jaar voordat deze planten weer voldoende voedsel leveren. Op deze manier kunnen grote gebieden sterk in voedsel- voorraad achteruit gaan. In 1975/1976 heeft de bamboebloei aan meer dan 10% van alle panda's het leven gekost. En je snapt natuurlijk wel: hoe kleiner het leefgebied van de panda wordt, hoe meer slachtoffers de bamboebloei zal eisen.
Een blondine komt terug van haar werk en merkt dat er ingebroken is in haar flat Volledig over haar toeren belt ze de hulpdienst 101. De politie stuurt onmiddellijk een agent met een speurhond. Hij belt aan, de blondine doet open, bekijkt de agent met de hond en zegt: - Hoe is het mogelijk! Ik bel om hulp en ze sturen een blinde politieagent!
prettige weekend!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Martine en abike
in de natuur komt deze vogelsoort voor in het regenwoud. Deze fazantsoort is zo schuw dat er over zijn leefgewoontes weinig bekend is.
Verspreidingsgebied
Zuid-Oost Azië (Borneo en Malakka)
Gem. grootte
Mannetjes 160-200 cm (staart kan tot wel 143 cm lang worden!), vrouwtjes 72-76 cm (staart tot 36 cm.)
Gem. gewicht
1500-2725 gram
Gem. levensduur
Geslachtsrijp
vanaf 2 jaar
Paartijd
In de natuur van maart tot juli
Draagtijd
Broedtijd van 24 dagen
Aantal jongen/worp
De haan paart met meerdere hennen, die allen jongen grootbrengen. De hen legt 2 eieren.
Sociale leefgewoontes
om een hen te lokken voert de mannetjesfazant een ingewikkelde paringsdans uit op een speciaal plekje dat hij voor de gelegenheid vrij heeft gemaakt van bladeren en ander dor afval.
Speciale eigenschap
vanwege de grote staart van de mannen is dit een van de grootste fazantsoorten. De fazant heeft de naam argusfazant gekregen vanwege de diverse fraaie oogvormige kringen op zijn veren (argusogen).
Het was een ware babyboom in de Zoo van Antwerpen in 2006! Veel verschillende diertjes hebben het zonlicht gezien in onze Zoo, zoals een okapi, een zeehondje, zebratje en ga nog maar even zo door. Bovendien is babyolifant May Tagu van 1 jaar in de Zoo aangekomen deze zomer! Ontdek de verschillende verhalen van sommige zoobaby's!
Olifanten Naam : May Tagu Betekenis naam : April Girl, meisje van april Geboortedatum : 11 april 2005 in Port Lymphe Ouders : Papa Luka/Mama Khaing Phyo Phyo Algemene info : May Tagu is de grootste baby van België. Ze voelt zich bij haar moeder en haar tante geborgen en zuigt ook bij beiden! Ze neemt een douche elke dag tussen 13u45 en 14u30 in de Zoo. Okapis Naam : Hakima Betekenis naam : Gevoelig in Swahili Geboortedatum : 2 juni 2006 Ouders : Mama Yenthe/Papa Bondo Algemene info : Hakima is het derde jong van Yenthe. De Zoo is heel trots op deze nieuwe aanwinst. Aangezien er maar 55 okapis leven in Europese dierentuinen is Hakima een mooie aanwinst voor het kweekprogramma. Als wereldwijd stamboekhouder van deze bedreigde diersoort, adviseert Zoo Antwerpen alle andere Europese dierentuinen wat betreft voeding, huisvesting, koppelvorming, paringsgedrag, etc. Rendieren Naam : Hildeke Geboortedatum : 26 april Ouders : Mama Bieke Naam : Hanna Geboortedatum : 30 mei Ouders : Mama Floortje Zeehonden Naam : Hagar Geboortedatum : 28 juni 2006 Ouders : Mama Vlotjes Algemene info : Zeehonden baren hun jongen op het land na een zwangerschap van ongeveer 1 jaar. Maar reeds de eerste dag zijn moeder en jong in het water te vinden. De jongen zijn bij de geboorte 45 à 50 cm groot en wegen om en bij de 5 kg. Zebras Naam : Herbie Geboortedatum : Nacht van 3 op 4 augustus Ouders : Mama Lindy Algemene info : In het begin is Herbie met zijn mama alleen in het buitenperk gebleven. Zo kon het veulentje aan zijn nieuwe perk wennen. Stapsgewijs kunnen de andere familieleden op kraambezoek komen. Yaks Naam : Hero Geboortedatum : 23 juni 2006 Ouders : Mama Winnie/Papa X-Bull Algemene info : Hero is even vinnig als zijn broertje Funny die begin augustus stierf om een nog ongekende reden. In totaal heeft de Zoo 8 yaks die samenleven met de kamelen en de ezels in het Grote Perk. Neusberen Algemene info Midden juni werden er twee nesten neusbeertjes geboren. De 9 speelse jongen ravotten regelmatig onder mekaar of ontdekken volop het indrukwekkende buitenperk. De twee moeders hebben dus hun poten vol. Onlangs werd het geslacht van de jongen bepaald. Resultaat: 3 jongetjes en 6 meisjes. Reptielen Uniek in het vernieuwde reptielengebouw is de nursery. Deze nursery is speciaal voor de bezoeker ingericht zodat je op de voet kan volgen hoe onze pasgeborenen opgroeien. Van ei tot juveniel dier zal je dagelijks de veranderingen kunnen volgen. De verzorgers, staan de bezoekers ter plekke te woord en dit op maandag, woensdag en vrijdag (kijk even op het dagprogramma verkrijgbaar aan de hoofdingang voor het juiste uur). Bijvoorbeeld : Op 29 juni en 2 juli werden 2 zeer zeldzame Testudo kleinmanni of Egyptische landschildpadjes geboren.
Snacks zijn goede beloningen tijdens het leerproces van uw hond. Misschien wilt u hem wel iets geven omdat hij uw beste vriend is. Maar, teveel snacks zullen uw hond echter dik maken. Ook hier geldt dat overdaad schaadt, vooral als uw hond al te zwaar is of reeds gezondheidsproblemen heeft.
U kunt allerlei lekkernijen voor uw hond kopen -er bestaan zelfs caloriearme koekjes voor honden die moeten afvallen.
Als uw hond vanwege medische problemen een speciaal dieet moet volgen, kunt u de dierenarts vragen welke tussendoortjes u hem mag geven. Stem de keuze ervan af op de reden waarom u ze wilt geven en op de voorkeuren van uw hond. Kluiven zijn knapperig en hebben als bijkomend voordeel dat ze tandsteen verwijderen. Kleine koekjes zijn goede beloningen tijdens trainingssessies. Zachte lekkernijen zijn ook goede beloningen tijdens trainingen omdat uw hond ze in één hap kan opeten. Houd er echter rekening mee dat ze veel suiker en conserveringsmiddelen bevatten. Geef uw hond er dus niet te veel van.
Iets waarop hij kan kauwen, zoals gedroogde vleesstrips, is een ideale beloning voor uw hond. Andere traktaties waar hij veel plezier aan zal beleven, zijn kunststof botten of speeltjes die vanbinnen hol zijn en die u kunt vullen met pindakaas, roomkaas of kleine brokken zacht voer. Dan zijn er ook nog hondenkoekjes, die verkrijgbaar zijn in allerlei lekkere smaken, zoals pompoen, pindakaas en lever en vaak gemaakt zijn van gezonde ingrediënten zoals volkorenmeel Dit betekent niet dat uw hond ze onbeperkt mag eten. Calorieën blijven tenslotte calorieën.
Zelfs mensenvoedsel kan heel goed zijn, zolang u de juiste keuzes maar maakt. Geef uw hond geen etensresten, zoals botten of het vel van de kip, het karkas van de kalkoen of vetranden die u zelf van het vlees hebt gesneden. Geef uw hond gezonde traktaties. Neem daarom zélf chips en chocolade en geef je hond bijvoorbeeld sperziebonen, stukjes wortel en wat mager gekookt vlees. Honden houden trouwens van popcorn. Maar, als u dat geeft, gebruik dan geen zout.
Sommige honden houden zelfs van broccoli (wees hier wel voorzichtig mee omdat deze groente gasvormend werkt) en verse tomaten. Stukken fruit zijn gezonde traktaties voor uw hond. Was de groente of het fruit wel altijd eerst goed af. Geef het niet te veel omdat hij dan wel eens last zou kunnen krijgen van diarree.
Het lijkt misschien wel een goed idee om uw hond te belonen met een bot, maar dat kan wel eens tegenvallen.
U doet uw hond er echt geen plezier mee. Hij kan er immers zijn tanden op breken. Soms blijven er stukken bot in zijn keel steken, waardoor hij bijna stikt. Botsplinters kunnen het spijsverteringskanaal doorboren. De hond moet in zon geval worden geopereerd en de afloop kan fataal zijn. Gesteriliseerde botten zijn ook niet goed omdat ze bekneld kunnen raken in de bek of de keel van uw hond en problemen geven bij het slikken.
Al met al genoeg redenen om een alternatief te zoeken.
Er zijn zoveel andere voorwerpen verkrijgbaar die uw hond zeker even leuk zal vinden als botten, omdat hij erop kan kauwen en ermee kan spelen. Knaagbotten van buffelhuid, kunststof of touw vormen goede alternatieven. Deze voorwerpen zijn in alle geval minder schadelijk. Ze geven de hond net zo veel plezier en hij is er net zo lang zoet mee als met echte botten.
Onthoud vooral dat traktaties iets bijzonders moeten blijven. Als uw hond ze constant krijgt, zal hij ze niet meer als iets speciaals beschouwen.
"PLAS SCHOONMAKEN NIET REALISTISCH" De Groen!-fractie in Lokeren vraagt aan gouverneur André Denys om het nieuwe politiereglement te schorsen.
Volgens Groen! zijn bepaalde reglemen- ten voor interpretatie vatbaar en soms zelfs niet uitvoerbaar.
Vanaf 1 september moeten eigenaars van honden de "bevuiling ongedaan maken" wanneer hun hond tegen een huisgevel plast. Volgens Groen! is dat niet rea- listisch. Ook een reglement over luide muziek lokt protest uit.
De processen-verbaal worden niet naar de rechtbank gestuurd, maar geïnd door de gemeente zelf. Die kan een boete opleggen tot 250 euro.
Nu de lange zomervakantie begonnen is, gaan veel kinderen op zoek naar een bezigheid. Aan dokter Rob vragen hoe we een parkiet tam kunnen maken en hoe we die misschien zelfs kunnen leren praten.
Wanneer moeten we ermee beginnen? Rob Lückerath: 'Het diertje mag niet te oud zijn als je met de training begint. Ouder dan twee tot drie maanden is niet aan te raden. Je moet natuurlijk ook veel geduld hebben en niet alle diertjes zijn even slim. Of je een slimme hebt, is een kwestie van geluk. Als de ouders goed tam waren en allerlei kunstjes kennen, dan helpt dat natuurlijk. Mannetjes zijn meestal makkelijker om te temmen.'
'Een nieuw diertje laat je het best eerst wennen aan de omgeving. Je zet het diertje in een kooi en je laat het rustig zijn gang gaan. Na een dag kan je dan beginnen met de training.'
Hoe beginnen we met het tam maken ?
'De eerste en essentiële stap is om een vertrouwensband met de parkiet te krijgen. Wanneer een parkiet aan zijn omgeving gewend is, dan zal hij toenadering zoeken. Dat doet hij door zijn veren uit te spreiden en zijn kopje scheef te houden. Op dat ogenblik moet je hem zachtjes aaien. Hij verwacht dat, stel hem dus niet teleur en geef die aandacht.'
Wat is het belangrijkste ?
'De belangrijkste beweging die de vogel moet kennen, is het diertje op de vinger zetten nadat je met de hand in de kooi gaat. Je zult het diertje in het begin zachtjes moeten dwingen door met je vinger tegen de buik te drukken. De vogel komt dan op je vinger zitten. Je zult merken dat het diertje je vinger stevig beet heeft. Dat komt door de nieuwe ervaring. Als de vogel heel ongerust is, en je hem bijna niet te pakken krijgt, zal het temmen moeilijker gaan. Geef niet op, want oefening baart kunst.'
'Als het diertje van de vinger vliegt, dan zet je hem er gewoon opnieuw op. De herhaling is belangrijk. Maar gun de parkiet genoeg pauze, zeker om het halfuur.'
Waarvoor moeten we opletten in de omgeving ?
'De eerste keren dat je de vogel uit de kooi haalt, doe je dat het best in een kleinere ruimte. De vogel zal nog dikwijls wegvliegen. Let op voor te veel ramen: de parkiet kan ertegen vliegen. Vermijd gevaarlijke stoffen en voorwerpen, laat het dier niet eten van menseneten , behalve groenten en fruit.'
'Naar buiten gaan, is ook geen goed idee. Het dier kan schrikken en voorgoed wegvliegen. In een kooi kan wel, zolang het niet te koud is en er geen katten in de buurt zijn. De vogel moet droog en in de schaduw zitten.'
Kunnen we ze ook leren praten ?
'Het napraten van een grasparkiet moet niet gezien worden als een vorm van menselijke communicatie. Veel parkietjes bootsen gewoon geluiden na van in de woning of het gekwetter van de tuinvogels. Het is voortdurend blijven herhalen.'
'Om een parkiet te kunnen leren praten, moeten we eerst zijn vertrouwen hebben. Het is belangrijk om steeds rustig zijn naam te zeggen en hem kalm toe te spreken. Zodra het diertje zich bij jou op de vinger zet, wordt het tijd voor de spraaklessen. De beste tijd is 's avonds. Een parkiet is gevoelig voor woorden met sisklanken en met heldere i en e.'
Hoe lang duurt het tot we een beetje resultaat zien ?
'Het duurt ongeveer een week of twee voor de eerste resultaten hoorbaar zijn. De leerperiode van de parkiet loopt tot ongeveer een jaar of drie. Hij kan wel honderden woorden onthouden. Je mag niet vergeten dat een parkiet een diertje is dat waarde aan een soortgenoot hecht en jij deze rol overneemt. Praten is dus bijzaak in functie van het grotere doel, namelijk de tevredenheid van jou en je parkiet.'
De vorige keer heb ik wat geschreven over de ijdele poedel Daisy waarmee ik opgegroeid ben. Toen ik dat verhaal aan het schrijven was, kwamen er weer allerlei andere herinneringen naar boven. Bij een daarvan moet ik je eerst een inleiding geven.
Ik weet eigenlijk niet hoe oud onze poedel is geworden maar ze moet toch flink op leeftijd geweest zijn. Ze kwam in huis toen ik nog een kleuter was en ze stierf toen ik al tiener was. Ik zou het nog eens moeten navragen. Hoe dan ook, welke leeftijd ze ook had, haar conditie was altijd super. Dat beestje kon blijven rennen. De hele dag door bracht ze een balletje dat je dan het liefst zo ver mogelijk weg smeet zodat het even duurde voordat ze weer terug was. Ze kon er niet genoeg van krijgen. Op en neer rende ze door de tuin, liefst de hele dag door als het kon.
In het begin lukte het nog wel om haar beet te nemen. Net doen alsof je de bal weggooide en terwijl ze dan full speed achter het denkbeeldige balletje rende, de bal vlug ergens verstoppen. Daar trapte ze in het begin even in maar al gauw had ze in de gaten dat er ergens iets niet klopte. Nee, dat balletje ging niet meer op! Als ze geen plof hoorde van een neerkomend balletje draaide ze meteen om en kwam ze in een boogje om je heen lopen om te kijken of je het niet stiekem achter je rug hield. Geweldig zo'n (eigen)wijze tante!
De poedel Daisy werd ouder, hier en daar grijs, afgebroken tanden en een soort waas over haar ogen, toch bleef ze met hetzelfde enthousiasme en onverstoord achter de balletjes aanrennen die we op den duur in een soort automatisme achter elkaar wegwierpen.
Bij mooi weer werd achter in de tuin de was opgehangen. Op een dag rende Daisy achter een balletje aan dat ik zo ver als ik kon naar achteren wierp. In haar enthousiasme rende ze tegen de wasmand aan. Ze tuimelde een paar keer rond, herpakte zich en vond al vlug wat ze zocht. Wel een maf gezicht, dus ik lachen, maar de tweede keer .. boem! Weer tegen die wasmand aan. Hm, raar...
Later toen in huis, na een grote schoonmaak, de meubels werden verzet werd ons duidelijk wat er aan de hand was. De hond botste tegen tafels en stoelen aan. De voor haar vertrouwde omgeving was ineens heel anders. De schijn die ze in haar ogen had was niet omdat ze nu minder zag, zoals we toen dachten, maar omdat ze blind was!
De poedel kende het hele huis zo goed vanbuiten dat het ons niet eens opviel dat ze op gevoel en gehoor door huis liep. Later besef ik ook dat er een klein verschil was bij het gooien met het balletje toen ze ouder werd. Ze bleef op latere leeftijd even met gespitste oren staan om daarna met dezelfde snelheid van vroeger de bal te gaan zoeken. Puur op gehoor, geheugen en reuk.
Normaal werden we 's morgen aan tafel geroepen voor het ontbijt, deze ochtend was anders ik moest ervoor zorgen dat mijn twee jongere broertjes even boven bleven. Later hoorde we waarom, Daisy was net aangereden door een auto en was op slag dood. We konden haar beter niet meer zien.
Later heb ik alleen maar grotere honden gehad wiens energie niet konden tippen aan die van de poedel Daisy, die ik in mijn herinneringen nog steeds achter het balletje zie aanrennen.
Bewegen is een is een manier van zich afzetten tegen de aarde, lucht, water en de zwaartekracht, waarbij men een kracht ontwikkelt. Deze kracht waardoor een lichaam in beweging komt noemt men snelheid en, net dit interessant gegeven was de aanleiding tot wat speurwerk en vergelijkingen. Hierna een greep en wat cijfers.
Vogelsoorten
Een winterkoninkje (Troglodytes troglodytes) haalt 22 Km/uur,
De vink (Fringilla coelebs), ook wel boekvink, botvink of charlotte genoemd, haalt tussen de 34 à 52 Km/uur,
Een (gewone) fazant (Phasianus colchicus) haalt dik 60 km/uur,
Een kievit (Vanellus vanellus) haalt tot 80 Km/uur,
Een Sperwer (Accipiter nisus) haalt 41 Km/uur,
Een spreeuw (Sturnus vulgaris) haalt tot 75 Km/uur,
Een grauwe gans (Anser anser) haalt 70 tot 90 Km/uur,
Wilde eendjes (Anas platyrhynchos) halen tot 88 Km/uur,
De ringnekeend haalt over de 100 km/uur,
Een postduif haalt tot 93 Km/uur over 2 km afgeklikt (zonder tegenwind),
De emoe (Dromaius novaehollandiae) haalt een 60 Km/uur als hij het eens op een sprintje zet,
De Grote Renkoekoek (Geococcyx californianus) 42 Km/uur,
Een struisvogel (Struthio camelus) haalt 60km/uur,
Een kolibrieke (Trochilidae) haalt 89 Km/uur, met 2OO slagen /seconde,
Een fregatvogel (Fregatidae) haalt 145 Km/uur,
Een Albatros (Diomedeidae) haalt 16Okm/uur,
Een meeuw (Laridae) haalt 50 km/uur,
De slechtvalk haalt 200 tot 300 Km/uur en is hiermee de snelste van zijn soort.
Een zilvermeeuw (Larus argentatus) haalt tot 46 Km/uur
Een steenarend (Aquila chrysaetos) in aanvalsval haalt tot 190 Km/uur,
Een slechtvalk (Falco peregrinus) in aanvalsduik haalt snelheden tussen de 250 en de 300 Km/uur,
Ter land
Hoefdieren
Een neushoorn (Rhinoceotidae) haalt 45 Km/uur,
Een schaap (Ovis aries) (het is niet klaar of het een geschoren schaap was) haalt 24 Km/uur.
Een mustang haalt 60Km/uur,
Grant gazellen of Grants gazelle (Nanger granti of Gazella granti) halen tot 70 Km/uur, (lange afstand)
Thompsons gazellen (Eudorcas thomsonii of Gazella thomsoni(i)) halen toch 80 Km/uur, (lange afstand)
Een Springbok (Antidorcas marsupialis) en een Amerikaanse Gaffelantilope (Antilocapra Americana) halen nog meer (smile) (lange afstand)
Een witstaarthert of Virginiaans hert (Odocoileus virginianus) haalt 47 Km/uur, (lange afstand)
Een gnoe (Connochaetes Tourinus) haalt 70 km/uur, (lange afstand)
De sabelantilope of zwarte paardantilope (Hippotragus niger) haalt tot 5O km/uur, (lange afstand)
Een Afrikaanse wilde buffel (Bovidae Syncerus caffer) haalt tot 50 Km/uur, (lange afstand)
Een giraf (Giraffa camelopardalis) haalt tot 50 Km/uur,
Een wild varken of everzwijn (Sus scrofa) haalt ook tot 50 Km/uur,
Een zebra Equus burchellii of Equus quagga) haalt tot70 Km/uur, (lange afstand)
Een hartenbeest (Alcelaphus buselaphus) haalt tot 80 Km/uur, (lange afstand)
Een elandantilope (Taurotragus oryx) haalt tot 70 Km/uur, (lange afstand)
Een Gaffelantilope, gaffelbok of pronghorn ( Antilocapra americana) haalt ruim meer dan 80 Km/uur, (lange afstand)
Een Mongoolse babyAntilope of saïga-antilope (Saiga tatarica) an slechts enkele uren oud (Gobi woestijn) haalde 90 Km/uur over 800 m (Roy Chapman).
Maras halen snelheden van 45 Km/uur,
Een kameel (Camelus bactrianus) uit de order der eeltpotigen haalt tot 16 Km/uur. (lange afstand)
Een springbok (Antidorcas marsupialis) moet niet onder doen voor een Gaffelantilope,
Een Przewalskipaard (Equus ferus przewalskii) rent zonder 1 teken van moeheid lustig 60 Km/uur over 12 km,
Amerikaans renpaard haalt 68 Km/uur,
Zooldieren
Een Arabische Hazewindhond haalt 9O Km/uur, (lange afstand)
Een veldmuis (Microtus arvalis) haalt 12 Km/uur. (korte afstand)
Een leeuwenaanval (Panthera leo) gebeurt met een sprint die de 70 km/uur overschrijdt,
De jachtluipaard of Cheetah (Axinonyx Jubatus), wat goed is voor 144 Km/uur, (korte sprint) (hij haalt een snelheid van 0 naar 72 Km/uur in twee seconden (smile)
Een huis, tuin en keukenkonijn (Oryctolagus cuniculus) haalt 48 Km/uur, (korte afstand)
De mens haalt 36 Km/uur (berekend op tijdxafstand op honderd meter) net of iemand haalt dat hahaha,
Een jakhals op volle speed haalt eveneens 48 km/uur, wijl hij nog de kracht heeft om bij een extra spurtje een tandje bij te steken, (lange afstand),
Een wilde wolf haalt een topsnelheid van 55 Km/uur en kan dit uren volhouden,
Een luiaard ( de snelheidsduivel) haalt zelfs bijna een kilometer/uur,
Grizzlybeer en een ijsbeer halen 48 Km/uur,
En wilde ezel (zeldzame Onager) haalt tot 60 Km/uur.
Ter zee
Een snoek (Esocidae) haalt 35 Km/uur (sprint),
Een lederschildpad (Dermochelys coriacea) in zee haalde een zwemsnelheid van 32 Km/uur, (dat is wat anders hé dan rennen),
Een luie brasem (Abramis brama) haalt net geen 3 km/uur,
Een driedoornige stekelbaars (Gasterosteus aculeatus) haalt 6km/uur,
Een Voorn (karperachtige) haalt 16Km/uur,
Walvisachtigen (Cetacea.)hangen rond de 40 Km/uur,
Dolfijnen (Delphinidae) hangen ook rond de 40 Km/uur, (lange afstand)
De blauwe vinvis (Balaenoptera musculus) haalt 38 Km/uur,
Vliegende vissen (Exocoetidae) halen 50 km/uur,
Een volwassen zeilvis spurt aan snelheid van 110 Km/uur.
Een Californische zeeleeuw (Zalophus californianus californianus) haalt 3( Km/uur),
Tonijn (Scombridae) haalt tot 80 km/uur (Walters en Fierstine),
Een Mantra haalt 22 Km/uur,
Een reuzeninktvis (Architeuthis) haalt 3O Km/uur,
Een Haring haalt 35 Km/uur,
Een Geep (Belone belone) haalt 48 Km/uur,
Een haai zit boven de 50 Km/uur,
De forel (Salmo Fario) heeft een verstreksprintsnelheid van 160 Km.uur (jeetje)
Een pinguïn haalt onder water een snelheid van 30 à 35 Km/uur,
Amfibieën
Een schildpad (Testudines) in volle galop (grinnik) haalt toch wel een halve kilometer per uur,
Een zwarte mamba (''Dendroaspis polylepis'') (Afrika) haalt 16 Km/uur op krinkelspeed,
Er zijn hagedissoorten die mee dan 30 Km/uur halen,
Insecten en vliegsnelheden
Een huis, tuin en keukenvlieg haalt 6 Km/uur,
Een Monarchvlinder (Danaus plexippus) haalt tot 32 Km/uur,
Als fanatiek imker is de omgang met stekende bijen niet altijd even prettig.Ter bescherming van de bijenstaat wordt een aanval geopend. Als bijenhouder weet ik dat deze aanval meestal een doel heeft. Bij een gezond volk zal er geen sprake zijn van steken.Waarom zal een bij zich voor niets opofferen?Het niet altijd eenvoudig de reden van stekende bijen te vinden. Soms is het een kruising van verschillende soorten bijen die de oorzaak is. Ook kan het gebrek zijn aan voeding. Net na de appelbloei bijvoorbeeld zijn in mijn omgeving weinig bloeiende planten die ook nog nectar en stuifmeel geven.Een onjuist gebruik van gewasbeschermende middelen kan in extreme situaties funest zijn voor een bijenvolk. Een van de oorzaken is dat deze middelen nogal ruiken. Door de thuisbijen wordt deze geur opgevat als onbekend en dus onbemind.Ter bescherming van het volk wordt de binnenkomende bijen met geur afgestoken.
Zonder uitputtend te zijn is een van de belangrijkste oorzaak het niet aanwezig zijn van een leggende koningin. Juist de verzorging van de eitjes en het broed geeft het bijenvolk de kracht om optimaal te overleven.
De bijen vervelen zich als er geen broed te verzorgen is met eerder genoemde beschermende maatregelen als gevolg. Als bijenhouder kun je aan de bijenvolken aflezen hoe de biotoop in de omgeving zich ontwikkeld. Als de honingbijen het slecht hebben, dan is dit voor de populatie van hommels, vliegen, kevers, wespen en muggen. De bijen kunnen worden gebruikt als indicator voor de natuurlijke biotoop. Gelukkig zijn bijen bij de wet beschermd. En hoe meer je er over weet hoe meer respect je krijgt voor het insectenleven.
Biologen ven de Amerikaanse marine hebben het allerkleinste zeepaardje ter wereld ontdekt. Het beestje verborg zich tussen het koraalrif diep in de Floreszee vlakbij één van de kleinste Sunda- eilanden voor de kust van Indonesië. Het nieuwe zeepaardje is ongeveer twaalf millimeter lang, gemeten van zijn snuit tot aan het puntje van zijn staart. Dat is kleiner dan vingernagels van mensen.
Edel papegaaien wonen in Australië, Indonesië en op sommige eilanden in de Grote Oceaan.
Afrikaanse grijze papegaaien en Amazone papegaaien de beste praters zijn.
Als je een ijsbeer scheert (wat je beter niet kunt doen), zie je dat hij eigenlijk zwart is.
Als je een tand van een ijsbeer doorzaagt (wat je ook beter niet kunt doen), zie je jaarringen. Dan kun je dus tellen hoe oud hij is.
Als je verdwaalt op de noordpool en je vindt een dode ijsbeer, eet dan niet de lever. Die is zo giftig dat je er dood van gaat.
Als je verdwaalt op de noordpool en een levende ijsbeer vindt jou, dan heb je pech. IJsberen zien een mens als prooi.
Als je bij ons ijsberen wilt zien, kun je onder andere naar Artis in Amsterdam en naar de Zoo in Antwerpen.
De symptomen: Kennelhoest is een keel- en luchtpijpontsteking, met als belangrijkste verschijnsel: een droge schraaphoest, die door de eigenaar van een hond vaak wordt omschreven als 'alsof de hond een graatje in zijn keel heeft'. Vaak wordt daarmee ook wat slijm opgehoest, meestal gevolgd door kokhalzen, waarna het slijm ingeslikt of eruit gegooid wordt. In het begin van de ziekte kan een hond ook slomer zijn, koorts hebben en minder eten. Het hoesten kan in de loop van enkele weken vanzelf over gaan, maar er kunnen ook complicaties optreden zoals bronchitis of longontsteking. De keel- en luchtpijpontsteking kan ook chronisch worden en is dan moeilijk te genezen. Bij erg jonge dieren, oudere dieren of dieren die door een andere ziekte een verminderde weerstand hebben kan kennelhoest zich al in de beginfase door koorts en stoppen met eten en drinken tot een ernstig ziektebeeld ontwikkelen.
De oorzaak: Van meer dan één virus is bekend dat het luchtwegontstekingen kan veroorzaken of de hond gevoeliger kan maken voor de belangrijkste bacterie die bij kennelhoest een rol speelt. Verminderde weerstand, stress, veel blaffen of een hogere infectiedruk (veel honden bij elkaar waarvan meerdere de aandoening hebben) verhogen de kans op verspreiding en aanslaan van de infectie. De naam kennelhoest is dan ook ontstaan doordat de ziekte zich vooral laat zien op plaatsen waar veel honden dicht bij elkaar leven, zoals bijvoorbeeld in een pension het geval is. Ook kan de infectie op straat en bijvoorbeeld op het trainingsveld van hond tot hond worden doorgegeven. De ziekte wordt verspreid door deeltjes die bij het hoesten worden rond gesproeid en door opgegeven slijm. Een hoestende hond moet dus bij andere honden vandaan gehouden worden om verspreiding te voorkomen. Houd er rekening mee dat besmetting ook via mensenhanden of kleding kan plaats vinden. Ga er altijd van uit dat de infectiekans zeker blijft bestaan zolang de hond hoest.
De behandeling: Bij milde hoestklachten zonder ziekte bij volwassen jongere dieren kan kennelhoest ook met alleen rust en zonodig een kinderhoest-drankje genezen. Bij wat ergere hoestklachten, verschijnselen van algemeen ziek zijn, jonge of oude dieren is het veiliger de keelontsteking met antibiotica te behandelen. Afhankelijk van het totale ziektebeeld zullen wij een hond controleren alvorens een antibioticumkuur voor te schrijven of kunnen wij besluiten ongezien een kuurtje medicijnen klaar te leggen. Controle is vooral nodig bij de dieren waarbij de kans op complicaties groter is, maar ook als wij zonder controle van de hond er niet zeker van zijn dat het om kennelhoest gaat. Diverse hart- en longaandoeningen kunnen ook de oorzaak van het hoesten zijn en dan is het vlot inzetten van een daarop gerichte behandeling van groot belang.
Het voorkómen: Het is mogelijk om door vaccinatie de hond te beschermen tegen kennelhoest. De 'cocktailprik' geeft een zekere weerstand tegen bij kennelhoest betrokken virussen. Een aparte inenting tegen de bacterie (Bordetella) is van belang voor een echt goede bescherming. Er zij verschillende redenen om niet standaard iedere hond deze aparte kennelhoestenting te geven. In het algemeen proberen wij het vaccineren te beperken tot het noodzakelijke, onder de meeste omstandigheden is het infectierisico niet zo groot en de ziekte waartegen beschermd wordt heeft wel een heel hinderlijk, maar slechts bij uitzondering een ernstig verloop. Bovendien is de enting nogal prijzig. De vaccinatie wordt wel geadviseerd als een hond in een pension moet en in andere situaties waarin het infectierisico duidelijk groter is. Er zijn twee soorten kennelhoestvaccins: Het ene vaccin moet in de neus gedruppeld worden. Het zorgt voor de vorming van antistoffen in neus en keel, de toegangspoort voor de infectie. De werkingsduur is ongeveer een jaar. Het andere vaccin wordt ingespoten en geeft bescherming door de vorming van antistoffen in het bloed. De eerste keer moet de inenting 2 x worden gegeven met een tussentijd van een maand. Daarna is een jaarlijkse herhalingsenting voldoende. Vanwege de betere bescherming adviseren wij de neusdruppel vaccinatie.