Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
Deze afbeelding/foto is eigendom van mongabay.com. Vooropgesteld dat geen veranderingen worden aangebracht en dat het eigendoms/copyright logo niet wordt verwijderd, is het toegestaan om ;(1) De foto af te drukken voor persoonlijk gebruik. (2) De foto te gebruiken voor spreekbeurten, powerpoint presentatie ed. (3) De foto te plaatsen op een prive website danwel hiernaar te verwijzen.N.B. Gebruik van de inhoud van deze site voor commercieel gebruik is niet toegestaan.
De vacht van de sneeuwpanter is lichtgrijs en neigt soms iets naar geel. Hij heeft zwarte vlekken op zijn kop, hals en het onderste gedeelte van zijn poten. De vacht is dik en zijdezacht en de ronde kop is relatief klein. De sneeuwpanter kan van andere panters worden onderscheiden doordat hij kleiner is, en doordat zijn staart relatief langer is. Deze staart helpt hem om zijn evenwicht te bewaren bij de sprongen die hij maakt over de vaak diepe kloven in het bergachtige gebied waarin hij woont. Hij gebruikt hem ook om zijn neus en bek te beschermen als het erg koud is. Zijn grote harige poten functioneren als sneeuwschoenen, zoals die van de lynx.
Leefgebied
De sneeuwpanter komt voor in China, Rusland, Mongolië, Nepal, Bhutan en Afghantistan. De wereldpopulatie wordt geschat op 4.000 exemplaren, en daarmee is het een ernstig bedreigde diersoort. Vanwege zijn vacht wordt er veel jacht op hem gemaakt. De sneeuwpanter verblijft het liefst boven de boomgrens. Maar in de winter daalt hij af naar de dalbodems om de barre weersomstandigheden te ontvluchten en ook om zijn prooi te volgen die eveneens naar lager gelegen gebieden trekt.
Voedsel
De sneeuwpanter voedt zich opportunistisch met dieren die hem de weg kruisen. In de hogere gebieden zijn dat bijvoorbeeld geiten, steenbokken en muskusdieren. Lager in het bergland vangt hij herten en wilde zwijnen. De sneeuwpanter vangt weinig grote prooidieren, maar als ze dat toch doen dan deinst hij niet terug voor een prooi van drie maal zijn eigen afmeting. Deze grote prooien dienen dan als voedsel voor meerdere dagen.
Voortplanting
De paringstijd valt aan het begin van het jaar. Ander dan andere grote katachtigen brult de sneeuwpanter niet, maar beschikt hij over een groot arsenaal van kreten. De sneeuwpanter kan in een worp tot 5 welpen krijgen, maar meestal zijn het er 2 of 3. Deze welpen worden na een draagtijd van 90 tot 100 dagen geboren in een rotsholte. Bij de geboorte wegen de welpen 450 tot 550 gram en zijn ze ongeveer 40 centimeter lang. De vacht is wolliger en donkerder dan die van de volwassen dieren, met minder duidelijke vlekken. Na 3 maanden gaan de welpen hun moeder volgen en leren ze te jagen. De eerste winter blijven ze nog bij hun moeder, maar na 2 jaar zijn ze volledig zelfstandig. (Bron : WNF)
De St. Johns-hond werd door de eskimo's gebruikt voor de visvangst, de labrador werd gefokt voor de eendenjacht en voor de jacht in moerassige gebieden. De retriever heeft rudimentaire zwemvliezen tussen zijn tenen.
De vacht van de labrador is kort en dik met een waterafstotende ondervacht en heeft weinig verzorging nodig. Eenmaal per week borstelen is voldoende. De labrador komt voor in de kleuren zwart, geel, variërend van roomwit tot vossenrood,(ook wel fox genoemd), en chocolade(Bruin). In de vroege geschiedenis van dit ras waren de labradors hoofdzakelijk zwart, geel kwam ook wel voor maar in veel mindere mate. In de jaren 70 werd de de gele kleur pas echt populair. Chocolade werd gezien als een 'fout' en is pas vele jaren later als raskenmerkend toegevoegd aan de ras standaard. Schofthoogte van de reuen is ca. 58 cm. en van de teefjes ca. 56 cm. Een labrador weegt ongeveer 35 kilo.
He, poezepoes ja, jullie twee dribbelend hier in huis spelend, rennend met elkaar ja, ik weet het dit is jullie thuis
Ho, poezepoes ja, jullie twee al vroeg het warme nest verlaten ik zie het jullie liggen op de loer voor de dweil die beweegt over de vloer
Ha, poezepoes ja, jullie twee jullie zijn leuk om te zien lief, spelend bovendien ja, ik weet het jullie willen weer spelen poezepoes het mag, jullie kunnen mij niet vervelen
Slaap maar lekker verder 'k stoor jullie niet meer mijn werk is gedaan zal weer stilletjes naar mijn huis toe gaan dag poezepoes, tot de volgende keer
De eekhoorn behoort als eekhoornachtige tot de grote groep van de knaagdieren. Deze in bomen levende eekhoornachtige komt voor in Europa en in grote delen van Azië. Hij geeft de voorkeur aan naald- of gemengde bossen.
Het ongeveer 20-24 cm lange dier heeft een grote snuit en grote ogen, waarmee het zelfs kleuren kan onderscheiden. De haren zijn bruin en zacht, de 15-20 cm lange staart is pluimachtig.
Met zijn krachtige achterpoten kan de Eekhoorn in de bomen, maar ook op de grond, grote sprongen maken. De voorpoten zijn veel korter en van stevige klauwen voorzien. Hiermee grijpt het dier zich aan de boomstam vast als hij omhoog of omlaag (met de kop naar beneden) klimt. Bij het springen door de takken doet de omvangrijke pluimstaart dienst als evenwichtsorgaan. Hij is in staat aan één poot te hangen. Soms springt een Eekhoorn pardoes uit een boom naar omlaag, bijvoorbeeld wanneer hij door een boommarter wordt achtervolgd. Bij dergelijke sprongen, die soms meer weg hebben van een glijvlucht spreidt het dier de poten. Een bijzonderheid van de Eekhoorn is dat het een van de weinige overdag actieve zoogdieren is. In de bomen heeft hij vrijwel alleen iets van de boommarter te vrezen, maar op de grond ook van roofvogels en vossen.
Eekhoorns herkennen voedsel aan de geur. Bij een gevarieerd aanbod van plantaardig voedsel, vruchten, noten, zaden en paddenstoelen, gedijen ze het best. Een enkele keer wisselen ze hun vegetarisch menu af met insecten, eieren en jonge vogels. Voedsel wordt met de voorpoten vastgehouden. Om bij de sappige bast van bomen te komen, schillen ze de schors van de stam. Van kegels bijt de Eekhoorn de schubben af om bij de zaden te komen. Losse schubben en kernen van kegels onder de bomen duiden op zijn aanwezigheid. In de herfst, wanneer er voedsel in overvloed is, leggen Eekhoorns wintervoorraden aan van eikels en beukennoten. Ze eten dan ook extra veel om een vetreserve te vormen voor de komende winter. Eekhoorns houden geen winterslaap (ze blijven alleen bij nat weer in hun nest). Ze kunnen slechts enkele dagen zonder voedsel. Op winterochtenden zijn Eekhoorns soms reeds in alle vroegte op zoek naar voedsel, zoals de zaden van lariksappels.
De paartijd begint al in december. Op mooie dagen maakt het mannetje het vrouwtje onder veel gejacht het hof. Per seizoen heeft het wijfje diverse partners. Het wijfje werpt gewoonlijk, na een draagtijd van ca. 38 dagen, eenmaal per jaar drie of vier jongen. Soms zijn het er zes, maar in grote nesten treedt meer sterfte op. Oudere vrouwtjes produceren tegen het einde van de voortplantingsperiode, in augustus, nog een tweede worp. De jongen worden in een speciaal kraamnest geboren, dat bestaat uit een vlechtwerk van takken, gevoerd met een dikke laag gras. De doorsnee is ca. 40 cm en het is dicht tegen de stam gebouwd. Eerst zijn de jongen naakt en blind, maar na 3 weken zijn ze volledig behaard en na 4 weken kunnen ze zien. Als het kraamnest wordt verstoord, brengt het wijfje de jongen stuk voor stuk in haar bek naar een noodnest. De mannetjes helpen met het grootbrengen van de jongen. Op een leeftijd van circa 2 maanden verlaten de jongen het nest. Kort daarna worden ze onafhankelijk van de moeder en krijgen ze het volwassen kleed. De grootste risico's lopen Eekhoorns gedurende de eerste paar maanden van hun leven, nadat ze het nest hebben verlaten en voordat ze volkomen zelfstandig zijn. Voor de jongen zijn de belangrijkste vijanden eksters, kraaien en vlaamse gaaien.
Dit had ik nooit kunnen weten, dit had ik nooit gedacht. Nooit had ik zo iets vertederends verwacht. Donkerbruine oogjes, een zwart neusje en een roze tongetje, een heerlijk geurend velletje en koddige pootjes. Een trots omhoog gedragen staartje, ja.....je bent een echt jongetje. Vertederend kijk je mij aan, ....zullen wij weer naar buiten gaan? Ik moet zo nodig weer naar de gootjes. Met veel plezier ga ik voor jou in de regen staan. Door jou weet ik nu dat er nog meer op de wereld is, maanden zat ik binnen omdat ik mijn geliefde zo mis. Nu moet ik er wel uit, jij dwingt mij daar toe, geen smoesjes meer van .....ik ben zo moe. Door jou zie ik de zon weer schijnen, en zullen langzaam mijn tranen ook verdwijnen. Bedankt mijn lieve puppy.
Vergis je nooit in de Garfields van deze wereld. Je zou toch zeggen dat een dikke rode kater van 12 kilo niet veel klaarspeelt tegen een wilde zwarte beer. Wel dus.
Ziehier Jack, een rode dikzak uit West Milford, New Jersey. Hij beschermt de tuin van zijn baasjes tegen opdringerig beervolk. Zodra deze zwarte indringer het terrein van Jack betrad, ging Jack op furieuze wijze achter hem aan en joeg de beer hoog in een boom. Toen de beer na een kwartier weer naar beneden kwam, joeg Jack hem binnen drie minuten nóg een keer de boom in!
Jacks baasjes keken vanachter het raam in de huiskamer verbijsterd toe, maakten deze foto en riepen hun rode held toen terug naar binnen, uit bezorgdheid voor zijn veiligheid.
De een zegt tegen de ander, go die raken ook snel hun winter vacht kwijt.
******
Een pastoor in Spanje vindt een dode ezel voor zijn deur. Hij belt de burgemeester op en verzoekt het dier weg te halen. Niks mee te maken antwoordt de burgemeester. Per slot van rekening is het uw taak de doden te begraven rept hij nog. Daarom bel ik je nu net zegt de geestelijke : De wet schrijft namelijk voor dat eerst de familie moet worden geraadpleegd !
******
Jantje komt van school en huilt van het lachen. Zijn vader vraagt:"Van waar die pret?" Jantje:"Ik moest vijfhonderd keer 'IK BEN EEN EZEL' schrijven." Zijn vader:"Wat is daar zo grappig aan?!" Jantje:"Jij moet het ondertekenen!"
******
De juf In de les gaat het over dieren en de juf wil wel eens weten of de kinderen ook wel een dier hadden willen zijn. Aan Frank vraagt ze Frank als jij mocht kiezen of je een zebra, een paard of een ezel zou mogen zijn wat zou je dan kiezen. Frank zegt : een ezel De juf zegt, maar Frank een zebra of een paard is toch een veel edeler dier waarom dan een ezel? Nou juf, ik heb gehoord dat iedere ezel schoolmeester zou kunnen worden en dat wil ik wel.
Een vader loopt met zijn zoontje door de dierentuin, en het jongetje blijft gefascineerd staan kijken naar de ezels. Plots vraagt hij:" Papa, trouwen ezels ook?" Waarop de vader zegt:" Alleen ezels, jongen..."
Wat zie je in het bovenstaande plaatje? Een tekenaar die een tekening maakt of iemand die op een ezel rijd? Of zijn het zelfs vier figuren...?
Gaat een Belg naar een paardeverhuur en vraagt: "Kan ik een paard huren?" Zegt de paardenverhuurder: "Hoe lang wilt u hem hebben?" Zegt de Belg: "de langste die u heeft want we zijn met z'n achten."
In expiriment in dierentuin Blijdorp wil de dierentuinbeheerder een paard met een zebra laten kruisen.Na veel lawaai en gerommel lukte het toch niet. De man vroeg aan het paard: wat zit je nou te donderjagen, wat is er mis? Het paard antwoordde: "zij wil haar pyama niet uittrekken!"
Er komt een cowboy bij een ranch die een paard wil huren. Dat kan en de eigenaar zegt tegen de cowboy: "Als je 'poeh' zegt stopt ie en als je 'poehpoeh' zegt gaat ie lopen." De cowboy stijgt op en rijdt weg. Hij zegt "poeh" en het paard staat stil. Hij zegt "poehpoeh" en het paard gaat weer lopen. Dan komen ze opeens bij een ravijn. De cowboy herinnert zich net op tijd hoe hij het paard moest stoppen en roept "poeh!!!". Het paard staat net voor de rand stil. Zegt de cowboy: "Poeh poeh, dat scheelde niks!!!"
Simone vraagt aan haar moeder of ze een pony mag. Haar moeder zegt: "Nee". "Alsjeblieft alsjeblieft...!!!", blijft Simone zeuren. Uiteindelijk zegt moeder: "Ok dan, dan gaan we morgen naar de kapper.
Man: "Dat paard dat ik vorige week huurde ..." Manegehouder: "Ja......?" Man: "Dat paard geeft mijn schoonmoeder gebeten!" Manegehouder: "O, wat spijt me dat, Hoe kan ik dit ooit nog goed maken?" Man: "Goed maken?! Ik wil dat paard nóg een keer huren!"
"Een cowboy stopt bij een café en bestelt voor zijn paard een grote emmer bier. Als het paard de emmer heeft leeg gedronken, brengt de cowboy de emmer weer terug. "Wilt u zelf niets drinken?" vraagt de man achter de bar. "Nee" is het antwoord. "Ik moet nog rijden."
weten jullie nog enkele weken geleden die berichten over die hond in Beersel die hondsdolheid had? Vandaag werd daarover in de commissie volksgezondheid een vraag gesteld aan de minister, en ik geef jullie dan ook heel graag - een beetje samengevat en heet van de naald - zijn antwoord met al de informatie in.
"Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de gevallen van inlandse hondsdolheid, waarmee België voor het laatst af te rekenen kreeg in 1999, en de gevallen van ingevoerde hondsdolheid. In het eerste geval bestaat er een actieve en duurzame circulatie van het virus binnen een dierenpopulatie, terwijl in het tweede geval, dat ons hier aanbelangt, het slechts gaat om het punctueel opsporen van een geïsoleerd geval van hondsdolheid bij een welbepaald dier. Stricto sensu kan men dus niet zeggen dat de hondsdolheid, zoals wij die in de jaren '90 kenden, terug opgedoken zou zijn.
In de betrokken gemeente Beersel en 6 buurgemeenten werden de volgende maatregelen getroffen: - men raadt ten sterkste aan dat de honden en katten daar een anti-rabies (=hondsdolheid) vaccin zouden krijgen, - in de betrokken gemeenten moeten de honden aan de leiband worden gehouden en dit eveneens wanneer men met de honden buiten die gemeenten gaat wandelen, - er werden door de gemeenten waarschuwingsborden geplaatst, - de katten moeten, zoveel mogelijk, binnen gehouden worden, - in geval van een honden- of kattenbeet moet men contact opnemen met zijn huisarts of dierenarts - er werd een diepgaand onderzoek uitgevoerd om na te gaan welke mensen of dieren allemaal in contact geweest zijn met het zieke dier tijdens de kritieke periode.
......... Ik kan u wel degelijk bevestigen dat het bij het geval van rabies in Beersel gaat om een puppy die illegaal ingevoerd werd uit Marokko..... Tot op heden werden er 32 personen geïdentificeerd die in verschillende mate mogelijke risicocontacten gehad hebben met het zieke dier. Al die personen worden opgevolgd door het Pasteur Instituut. Daarenboven hebben 18 eigenaren van dieren , katten of honden, die mogelijke risicocontacten gehad hebben met het zieke dier zich bekend gemaakt bij de bevoegde instanties.
De maatregelen hebben tot doel te voorkomen dat het virus zich verder zou verspreiden in de zone waarin het zieke dier ontdekt werd en zullen 6 maanden van toepassing blijven - 6 maanden is de maximum besmettingsduur voor hondsdolheid.
Dit dossier wordt van heel nabij opgevolgd door de betrokken mens- en diergeneeskundige diensten, die, indien nodig, zullen ingrijpen."
Vooraanstaande wetenschappers uit 31 Europese landen vragen dringend acties om de dramatische achteruitgang van dagvlinders in Europa te stoppen. Deze oproep komt er naar aanleiding van het uitsterven van de eerste Europese vlindersoort en de sterke achteruitgang van algemenere soorten.
Deze onheilspellende vaststelling werd wereldkundig gemaakt op een ontmoeting van vlinderexperten uit 31 Europese landen. Verschillende landen rapporteerden het uitsterven van 10 of meer soorten binnen hun landsgrenzen. Voor het eerst werd bevestigd dat een Europese vlindersoort is uitgestorven, namelijk het Madeira groot koolwitje.
In Noordwest-Europa is de situatie voor dagvlinders het meest dramatisch. België en Nederland zijn hier de trieste koplopers. De Vlinderwerkgroep van Natuurpunt en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) hebben aangetoond dat in België ongeveer een derde van alle dagvlindersoorten verdwenen is en dat een ander derde is bedreigd. Oorzaken van dit lokaal uitsterven en de achteruitgang is de intensivering van het landgebruik, waardoor waardevolle vlindergebieden steeds verder in de verdrukking geraken.
Dirk Maes (INBO) : "Steeds meer landen in Europa slagen erin om betere gegevens over de verspreiding en de aantallen dagvlinders te vergaren. Deze nieuwe gegevens geven steeds vaker aan hoe slecht het wel gaat met de dagvlinders in heel Europa. Deze crisis is zeker niet beperkt tot de dichtbevolkte landen en regio's, maar strekt zich uit van vlinderrijke gebieden zoals Turkije, over Oekraïne tot de Baltische staten. Ook het intensiveren van de landbouw in vele Oost-Europese landen baart wetenschappers zorgen."
Behoud- en herstelacties
De vlinderexperten roepen op tot meer actie van zowel de Europese als de nationale en regionale overheden. Ze zullen dit doen door samen te werken in de nieuwe koepelorganisatie Butterfly Conservation Europe, die de acties over het Europese continent zal coördineren.
Twee leden van de raad van bestuur van Butterfly Conservation Europe, Martin Warren (Butterfly Conservation Groot-Brittannië) en Chris van Swaay (Nederlandse Vlinderstichting) hebben een boek gepubliceerd met daarin de 400 belangrijkste vlindergebieden in Europa. De vlinderexperten zullen behoud- en herstelacties voor vlinders concentreren op deze gebieden, die samen ongeveer 2% van de Europese oppervlakte beslaan. Een van hun andere doelen is om vlinders erkend te krijgen als indicatoren voor het leefmilieu in Europa.
Wouter Vanreusel (Vlinderwerkgroep van Natuurpunt): "Verschuivingen in de verspreiding van soorten vertellen ons over de gevolgen van klimaatswijzigingen. Hierdoor zullen sommige soorten in onze contreien verschijnen, terwijl andere soorten verdwijnen omdat hun leefgebieden niet meer geschikt zijn of te ver uit elkaar liggen om er nog spontaan te geraken."
Hoestende honden en niezende katten Door dierenarts Emmy Diepenbroek
Net als bij mensen, ligt ook bij huisdieren een verkoudheid op de loer. Katten kunnen last hebben van niesziekte en honden van kennelhoest. Vaak is zo'n koutje onschuldig, maar houd je dier wel goed in de gaten.
Anders dan bij mensen vaak het geval is, zijn honden en katten nauwelijks om de haverklap verkouden. Bij katten komt het niesziektevirus erg veel voor. Dit kan leiden tot een voorste luchtweginfectie. Als een kat eenmaal besmet is, kan hij de rest van zijn leven bevattelijk blijven voor verkoudheid. Daarom wordt er zoveel mogelijk tegen ingeënt.
Honden kunnen last hebben van het kennelhoestvirus. De dieren hoesten hard en braken dikwijls slijm. Soms komt er zelfs groen snot uit de neus. Een cocktail-inenting beschermt niet afdoende tegen kennelhoest, omdat dit door verschillende ziekteverwekkers wordt veroorzaakt.
Er zijn verschillende inentingen tegen kennelhoest verkrijgbaar. Sommige vaccinaties zijn met een spuit onder de huid te injecteren en andere medicijnen kun je in de neus sprayen.
Honden krijgen kennelhoest meestal door het opsnuiven of oplikken van speeksel van een andere hond die met het virus is besmet. Als ze de ziekte eenmaal hebben, kun je de inenting niet geven.
Wat rest is het geven van medicijnen, zodat de hond het virus zelf kan overwinnen. Een inenting is niets anders dan het toedienen van het virus in een verzwakte vorm, zodat het lichaam er antistoffen tegen kan maken.
Een enkele keer wordt een dier toch wat ziek van het verzwakte virus, omdat zijn weerstand net te laag was. Of omdat hij al besmet was met het virus, maar nog in de incubatietijd zat, waardoor je nog geen ziekteverschijnselen zag.
Kleine hondjes kunnen soms verkouden lijken, het lijkt dan net alsof ze last hebben van een benauwdheidsaanval. Dat komt door een verkramping van spieren in de keel. Het is ook wel bekend als reversed sneezing, omgekeerd niezen.
Het komt niet door ziekte, maar heeft eerder met stress of opwinding te maken. Even over het keeltje wrijven helpt om de spieren weer te laten ontspannen. Maar een hond kan ook niezen als hij speelt in zand of gras en hij iets in zijn neus krijgt.
Als de overlast niet vanzelf over gaat, of als medicijnen niet voldoende helpen, laat je huisdier dan in de neus kijken om uit te vinden wat er precies dwars zit. Want heel vervelende verschijnselen, zoals tumoren, komen ook regelmatig in de neus voor.
Zo zijn er veel ziektes of aandoeningen die op een simpele verkoudheid kunnen lijken, maar het niet hoeven te zijn.
De grijze roodstaart (Psittacus erithacus ) is een papegaaiensoort met een effen zilvergrijs verenkleed, rond de ogen een lichtgrijze huid, en een korte rode staart . Lengte van kruin tot staartpunt is ongeveer 35 - 40 centimeter. De vogels komen van nature voor in equatoriaal Afrika maar worden in Nederland veel als huisdier gehouden.
De grijze roodstaartpapegaai heeft twee ondersoorten:
Congo grijze roodstaart (P. e. erithacus ); de papegaai heeft grijze veren, een zwarte snavel en een felrode staart. Deze ondersoort komt voor in Midden en West Afrika.
Timneh grijze roodstaart (P. e. timneh ); de papegaai is kleiner, heeft een meer donkergrijs kleur veren, een bruin-rose snavel en een roestbruine staart. Deze ondersoort komt voor in West Afrika; Ivoorkust , Liberia , Guinee en Sierra Leone .
Er wordt soms ook nog gesproken over twee andere varianten maar deze zijn niet officieel erkend.
Principe, deze is kleiner en donkerder van kleur als de Congo en zou in Ghana moeten leven en de
Papegaaien zijn intelligente dieren die, volgens sommige onderzoekers, een intelligentie hebben van een kind van 3 tot 5 jaar oud. (Zie de grijzeroodstaart papegaai Alex bij 'bekende exemplaren'). Hun intelligentieniveau wordt daarom ook wel vergeleken met de intelligentie van chimpansees en dolfijnen. Een goed opgevoede (huiskamer)papegaai is zeer zeker niet eenkennig. Een papegaai die knauwt is een onzekere papegaai. Onzekerheid kan weggenomen worden door goede omgang.
De grijze roodstaart is een typische boomvogel, en leeft in tropische regenwouden , mangroven en de vochtige savannen . Aan de randen van het woud in het overgangsgebied naar het open land vindt hij zijn ideale habitat. De roodstaart is schuw en blijft weg van mensen, dorpen en steden. Net als alle andere vogels hebben de papegaaien géén stembanden, en communiceren met elkaar met harde schreeuw- en fluittonen door trillingen in de syrinx . Ze kunnen enorm goed geluiden imiteren en in gevangenschap kunnen ze tot wel 750 verschillende woordjes leren. Berucht zijn ringtones , die de papegaai steeds uit het hoofd leert. Er zijn echter ook grijze roodstaarten die helemaal géén woord leren spreken. De grijze roodstaart kiest een partner voor het leven, samen maken ze een nest in boomholtes, het wijfje krijgt buiten het regenseizoen 2 tot 5 eieren waarop ze gedurende ongeveer 4 weken broedt terwijl de man oppast en voor het eten zorgt. Beide ouders verzorgen de kuikens gedurende ongeveer 3 maanden. Ze brengen de dag door met hun partner en soms in kleine groepjes van pakweg 20 tot 30 vogels. Als het begint te schemeren vormen ze grotere groepen en gaan gezamenlijk op zoek naar voer. Ze vliegen rechtlijnig en soms in grote hoogte. In het wild worden vruchten, noten, bessen, zaden, bloemen en bloemknoppen gegeten, palmnoten zijn beslist erg favoriet.
Natuurlijke vijanden zijn roofvogels en slangen . Kuikens worden ook wel door apen uit de nesten gehaald. De grootste bedreiging is echter de mens, door habitatvernietiging maar zeker voor deze soort ook de illegale handel in exotische dieren .
Een opmerkelijke grijze roodstaart is de papegaai Alex . Deze vogel werd van jongs af aan door de Amerikaanse onderzoeker Irene Pepperberg getraind om te onderzoeken welke mogelijkheden hij had om de menselijke taal te gebruiken. Alex leerde onder andere vragen stellen, verzoeken weigeren, voorwerpen benoemen, de overeenkomsten dan wel verschillen tussen voorwerpen benoemen en tellen. Alex is in September 2007 op 31 jarige leeftijd overleden. Zie ook: Alex Foundation
Een andere bekende grijze roodstaartpapegaai is Polly Grey, mascotte van het 322 squadron van de Koninklijke Luchtmacht
Vandaag moest ik je loslaten, je laten gaan. Hart en ziel zijn in 2 verscheurd maar ik had geen keus. Tranen biggelen over mijn wangen. Waar ben je nu, ik zie je voor me in huis ik mis je op je vertrouwde plaats. Ik loop doelloos rond, verdwaasd. Je lijden en pijn zijn nu voorbij, zachtjes ben je ingeslapen, je van niks meer bewust. Je bent o zo ver weg nu, maar in mijn hart blijf je nabij.