Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
23-01-2009
Babybonobo krijgt passagiersstoel op vliegtuig
Babybonobo krijgt passagiersstoel op vliegtuig
Een baby-bonobo van slechts 15 dagen oud, ook verstoten door de mama.
De drie maanden oude bonobo Bili stapte gisteren in het Engelse Birmingham met zijn paspoort in de hand op een vliegtuig naar Frankfurt. Hij verraste zijn (menselijke) medepassagiers door plaats te nemen op een passagierstoel. Bili vertrok naar een Duitse zoo, waar hij zijn nieuwe mama op hem wacht. Hij werd bij zijn geboorte door zijn natuurlijke moeder verstoten. Dat meldt de Daily Mail.
Paspoort De babybonobo werd zeer hartelijk verwelkomd aan de Lufthansa-incheckbalie. Naast de noodzakelijke documenten die nodig zijn om dieren te exporteren, had Bili ook een 'echt' paspoort met een pasfoto bij zich en een one-way-ticket naar een nieuw leven in Duitsland.
Verstoten Bili werd geboren in de Twycross Zoo in Leicestershire. Vlak na zijn geboorte werd hij verstoten door zijn moeder. "Toen hij geboren werd, was zijn moeder absoluut niet geïnteresseerd in hem. Dat gebeurt soms bij bonobo's die voor de eerste keer moeder worden. Ze weten gewoon niet wat ze moeten doen met het kind", zegt Kim Riley, woordvoerder van de Twycross Zoo.
Weesjes De verstoten baby-aap werd door de verzorgers met de hand grootgebracht. "Om de twee uur kreeg Bili een papfles met melk. Zijn verzorgers werkten echt dag en nacht, tot hij oud genoeg was om in een nieuwe bonobogroep geplaats worden", vertelt Riley. De zoo koos ervoor om hem naar een Duitse zoo te sturen, waar één vrouwelijke bonobo getraind is in het verzorgen van weesjes.
Bedreigd Bonobo's zijn een bedreigde diersoort. Er is nog maar één land op de hele wereld waar ze in het wild te vinden zijn en dat is in de Democratische Republiek Congo. Maar zelfs daar wordt hun aantal nog slechts op 10.000 geschat. (adb)
Machteld Indesteege, Lore Desagher en Joris Lopez, Leuven
Troost u, dames en heer, u bent niet de enige bezitters van een ongemanierde hond. Dierenartsen krijgen voortdurend de vraag wat er te doen valt aan het storende gedrag en er bestaat zelfs een deftige wetenschappelijke naam voor het eten van (eigen of andermans) uitwerpselen: coprofagie, van het Griekse kopros (ontlasting) en phagein (eten).
Wie de term intikt bij Google moet eerst voorbij enige pagina's met kinky seks laveren om te achterhalen dat de consumptie van ontlasting in het dierenrijk bepaald geen zeldzaamheid is. Konijnen en cavia's doen het, schildpadden ook, mestkevers ontlenen er zelfs hun naam aan - het mannetje van deze insecten biedt zijn wijfje een bruidsschat aan in de vorm van exquise plakjes mest, meldt de Amerikaanse bioloog Ralph Lewin in zijn bestseller Merde .
Bij mensen is coprofagie ongebruikelijk, op de kinky seks na dan, al komt het soms voor onder mensen met psychiatrische aandoeningen, net als spica overigens (het eten van niet-eetbare voorwerpen zoals matrassen).
Doorgaans berokkent het eten van eigen uitwerpselen een dier geen schade. Konijnen, hamsters en andere dieren met een rudimentair verteringsapparaat halen zelfs voordelen uit zo'n tweede rondje van hun voedsel doorheen het spijsverteringsstelsel. Wat de darmen er een eerste keer niet aan voedingsstoffen uit puren, lukt een tweede keer vaak wel. Ook dieren die de uitwerpselen van onverwante diersoorten eten, zitten redelijk safe: zo halen sommige schildpadden calcium en andere mineralen die ze niet in hun voedsel vinden, uit de uitwerpselen van vogels, honden of paarden, schijnbaar zonder daar nadelen van te ondervinden.
Anders ligt het bij honden die de uitwerpselen van hun soortgenoten of van verwante diersoorten eten, schrijven Erik Hofmeister, Melinda Cumming en Cheryl Dhein in het Journal of Veterinary Research. Die kunnen immers virussen en bacteriën bevatten waar ze zelf ook vatbaar voor zijn. Een hond kan zo hepatitis of voedselvergiftiging oplopen. En als hij de uitwerpselen van wilde dieren zoals herten of reeën eet, kan hij besmet raken met wormen en andere parasieten. Ook kunnen uitwerpselen , als ze al te lang hebben 'gelegen', besmet zijn met vliegenlarven, schimmels of bacteriën.
Waarom honden uitwerpselen eten, behalve dan om hun baasjes voor schut te zetten, is niet duidelijk. Mogelijk imiteren pups er het gedrag van hun moeder mee, die tijdens de kraamtijd uitwerpselen eet om het nest schoon te houden en geen roofvijanden aan te trekken. Een andere veronderstelling is dat het om een vorm van onderdanig gedrag gaat. Honden zouden de uitwerpselen van dominantere dieren uit hun roedel eten, om hun onderwerping te tonen. In zeldzamer gevallen zou een stofwisselingsziekte aan de basis liggen van coprofagie: honden met een alvleesklierontsteking of een darmziekte zouden proberen op deze manier vitamine- en mineraaltekorten aan te vullen.
Diverse hondenscholen bieden trainingen aan om honden het gedrag weer af te leren, maar gemakkelijk is het niet. Ook veterinaire handboeken komen met meer of minder haalbare remedies, zoals booby trapping : daarbij moet de hondeneigenaar een verse drol overlangs doorsnijden en binnenin met tabasco instrijken. Weer dichtvouwen en terugleggen, en de vingers kruisen dat de hond het zo afleert.
Vragen aangaande de wetenschappelijke achtergrond van alledaagse fenomenen kunt u sturen naar De Standaard, Wetenschapswinkel, Gossetlaan 28, 1702 Groot-Bijgaarden, of naar wetenschap@standaard.be, onder vermelding van voornaam, naam en adres. De redactie maakt een selectie uit de inzendingen; niet geselecteerde vragen krijgen geen persoonlijk antwoord. Eerder verschenen afleveringen van deze rubriek vindt u op www.standaard.be/wetenschapswinkel
ROTTERDAM - De voorouder van de huiskat leidde een solitair bestaan in de bossen. Zijn hedendaagse nazaten hebben een complexer sociaal leven.
BIOLOGIE
De hogestaartbegroeting van de huiskat is een teken van onderdanigheid. Dit blijkt uit een onderzoek van deze typische vriendelijke huiskattengroet in een kattenkolonie op een afgesloten pleintje in Rome.
De tien katten (4 katers, 5 poezen en een jonge poes) werden in totaal ruim 420 uur geobserveerd vanaf een balkonnetje. De Italiaanse biologen Simona Cafazzo en Eugenia Natoli beschrijven hun onderzoek in het januarinummer van het vakblad Behavioural Processes .
De sociale hiërarchie in een kattengroep kan worden afgeleid uit de uitkomsten van conflicten en uit de richting van bedreigingen. Sociaal hogere katten bedreigen anderen vaker en winnen ook vaker gevechten. Cafazzo en Natoli ontdekten dat deze hogere katten ook vaker worden begroet met hoge staarten. Zelf past de kattenadel die begroeting veel minder toe.
De vriendelijke hogestaartgroet van katten onderling (en ook wel ten opzichte van mensen) is hun eenvoudigste en meest voorkomende groet. Als de katten elkaar bevallen kan het ritueel uitlopen op besnuffelen of zelfs uitgebreid kopjes geven. De hogestaartgroet is typisch voor de huiskat; alleen bij leeuwen wordt hij ook gezien. Bij andere katachtigen komt de groet alleen voor bij jonge poesjes die er hun moeder mee begroeten.
Bij huiskatten is deze groet kennelijk overgegaan op het volwassen sociale leven. Dat is niet ongewoon in de evolutie: de menselijke kus komt mogelijk ook voort uit de moederkus. Dat de groet zou zijn ontstaan uit de geheven staart tijdens het sproeien van urine door katers of uit de geheven staart van krolse poes die klaarligt voor een kater, lijkt de onderzoekers onwaarschijnlijk.
De voorouder van de huiskat, die waarschijnlijk zo'n vierduizend jaar geleden definitief bij de mens is komen wonen, leefde oorspronkelijk solitair in de bossen. Maar als huiskat blijkt hij uitstekend in staat tot complex sociaal leven.
De enige andere sociaal levende katachtige is de leeuw en het is daarom interessant dat juist bij leeuwen ook de hogestaartgroet bij volwassenen is gezien. De onderzoekers vermoeden geen direct verband met de huiskatgroet, maar zien er een parallelle ontwikkeling in.
Vele plant- en diersoorten sterven uit, maar ontstaan er ook nieuwe?
Vele plant- en diersoorten sterven uit, maar ontstaan er ook nieuwe?
Darwinvink. cc
HUGO LOOSVELT uit Leuven
We krijgen vaak te horen welke dieren met uitsterven bedreigd zijn en welke nu al niet meer bestaan, maar intussen zuigen de nieuwe soorten ons het bloed uit het lijf. Of toch tenminste in de Londense metro. Een kleine tien jaar geleden ontdekten wetenschappers van het Westfield College in de Engelse hoofdstad dat in de tube muggen rondzwermen die genetisch zo sterk verschillen van hun lookalikes boven de grond dat ze als een nieuwe soort beschouwd kunnen worden.
'Een mooi voorbeeld van hoe zelfs een kunstmatige omgeving tot nieuwe soorten kan leiden', zegt Dominique Adriaens van de onderzoeksgroep Evolutionaire Morfologie van de Universiteit Gent. 'De mens doet inderdaad veel fauna en flora verdwijnen door natuurgebieden te vernielen, maar er komt telkens een nieuwe leefruimte in de plaats, waar andere soorten wel kunnen gedijen en evolueren. In een riolering vind je bijvoorbeeld een ongeziene weelde aan bacteriën.'
Maar eencelligen en muggen ogen natuurlijk niet zo mooi als een nieuwe tijger of een nieuwe olifant. 'Terwijl een bacterie genoeg heeft aan enkele vierkante centimeters om zich massaal voort te planten, hebben grote zoogdieren arealen van vele vierkante kilometers nodig om te overleven. Statistisch gezien hebben die grote dieren dan ook een veel kleinere kans om nog aanleiding te geven tot nieuwe soorten', aldus Adriaens.
Bij bacteriën volgen de generaties elkaar razendsnel op: microbiologen zien evolutie plaatsvinden in een schaaltje. Maar bij de planten en dieren die we met het blote oog kunnen zien, is het ontstaan van nieuwe, standvastige soorten vaak een proces van vele duizenden of zelfs honderdduizenden jaren. Een mensenleven, en dus ook dat van een wetenschapper, is niet lang genoeg om de voor en na waar te nemen. Onderzoekers die de hedendaagse evolutie bestuderen, moeten het daarom stellen met aanwijzingen dat een soort langzaamaan verandert en eventueel opsplitst in steeds minder gelijkende afstammelingen.
'Op de Galapagoseilanden zien we dat binnen een groep darwinvinken de grootte van de bek kan verschillen', illustreert Anthony Herrel van de Universiteit Antwerpen. 'Het gezang van een vink met een grote bek klinkt anders dan dat van eentje met een kleine bek, waardoor de groter geschapen vogels de minderbedeelde soortgenoten moeilijker herkennen en omgekeerd. Bijgevolg gaan alleen de meer gelijkende individuen met elkaar paren, waardoor de genetische verschillen zich bij hun nakomelingen nog meer doordrukken en de tussenvormen verdwijnen.'
Onderzoekers van de Universiteit Leiden bemerkten enkele jaren geleden iets wat op evolutie lijkt bij cichliden, een groep vissen waartoe enkele duizenden kleurrijke soorten behoren. In het Victoriameer in Afrika zagen ze soorten opnieuw opduiken die ze sinds de jaren tachtig zo goed als uitgestorven waanden. De vissen zagen er evenwel niet meer hetzelfde uit: ze hadden een groter kieuwoppervlak, wat mogelijk een aanpassing is aan het verlaagde zuurstofgehalte in het water. Een nieuwe soort is het nog niet, maar de beestjes zijn ook niet meer helemaal de oude.
Evolutie mag dan wel te lang duren voor de mens om het grondig waar te nemen, om planten en dieren te zien uitsterven leven we wel lang genoeg. 'Voor we de wereld inpalmden, stierf er gemiddeld één plant per millennium uit', weet Olivier Honnay van de KU Leuven. 'Tegenwoordig zitten we aan een duizelingwekkende tienduizend extincties per millennium. Het ontstaan van nieuwe planten - een fenomeen dat we louter lokaal waarnemen - kan niet op tegen het verlies dat we in de hand werken.
AMSTERDAM - De mentale gezondheid van rashonden gaat snel achteruit, omdat er bij het moderne fokproces te veel op uiterlijk en een rustig karakter wordt geselecteerd. Dat hebben Zweedse wetenschappers vastgesteld.
Onderzoekers van de universiteit in Stockholm testten 13.000 honden van 31 verschillende rassen op eigenschappen als nieuwsgierigheid en sociale intelligentie.
Met name rassen die regelmatig te zien zijn op hondenshows, scoorden teleurstellend. De kortharige collie en de Rhodesische pronkrug zijn er volgens de wetenschappers mentaal het slechtste aan toe.
Angstig
De dieren toonden tijdens het onderzoek vaak totaal geen interesse in oefeningen waarbij hun nieuwsgierigheid werd getest. Ze liepen bijvoorbeeld angstig weg bij voorwerpen die hen onbekend waren.
En dat terwijl de Rhodesische pronkruggen vroeger juist werden ingezet bij de jacht en het hoeden van schapen.
Karakter
Hoofdonderzoeker Kenth Svartberg vermoedt dat er bij het fokken van rashonden te veel voorrang wordt gegeven aan eigenschappen die door moderne hondenbezitters op prijs worden gesteld, zoals een rustig karakter en specifieke uiterlijke kenmerken.
"Het moderne fokproces heeft een sterke invloed op het gedrag en de mentale eigenschappen van rashonden", zo beweert hij in de Britse krant Daily Telegraph .
Introvert
Bij het onderzoek werd ook vastgesteld dat honden met een aantrekkelijk uiterlijk opvallend vaak een introvert en angstig karakter hebben. Svartberg kan alleen maar gissen naar een verklaring voor die link. "Misschien zitten de genen die zorgen voor het aantrekkelijke uiterlijk op hetzelfde chromosoom als de genen die de angstigheid veroorzaken."
Mysterieuze sterfte bij krokodillen in Kruger Park
Mysterieuze sterfte bij krokodillen in Kruger Park
In het Kruger Park in Zuid-Afrika zijn de voorbije maanden al zowat 170 krokodillen gestorven. Wetenschappers proberen te achterhalen waaraan ze zijn gestorven en vooral te vermijden dat ook andere diersoorten besmet raken en eveneens omkomen. De krokodillen zouden gestorven zijn aan een infectie die de vetlaag in hun lijf verhardt, zoals rubber. De dieren kunnen nog amper bewegen en zijn niet meer in staat om eten te bemachtigen, te baden of weerstand te bieden aan aanvallen van andere roofdieren.
Geen verklaring Het hoofd van de wetenschappelijke dienst van Kruger, Danie Pienaar, betreurt dat er nog geen enkele verklaring bestaat voor de epidemie. Mogelijk liggen problemen met de waterhuishouding in het park aan de basis. De ziekte zou niet besmettelijk zijn voor de mens. Een eerste balans maakt melding van 170 sterftegevallen, maar mogelijk zijn er dat dubbel zoveel. Kruger Park is één van de meest uitgestrekte natuurparken van Afrika. Het ontvangt ongeveer 1,3 miljoen toeristen per jaar. (belga/bf)
Kikkers worden met uitsterven bedreigd omdat de mens zo graag kikkerbilletjes eet. Elk jaar sterven 1 miljard kikkers om de honger naar hun billen te stillen. Dat hebben Australische wetenschappers vandaag bekendgemaakt.
Krimpende habitat "De habitat van de kikkers wordt steeds kleiner, dat vormt op zich al een groot probleem voor hun overleving, maar op de koop toe worden nog eens een miljard kikkers per jaar gedood voor hun billetjes. Echt helpen doen we hen dus niet", zo stelt Corey Bradshaw van de universiteit van Adelaide.
Niet meer seizoensgebonden Het probleem zit hem volgens de onderzoekers in de verschuiving van seizoensgebonden kikkerbilletjes eten naar een consumptie het hele jaar rond. Bradshaw wijst er op dat kikkers een belangrijke rol spelen in bijna alle ecosystemen omdat ze insecten eten. (dpa/eb)
Vrolijk draait hij een rondje, Hé, wat zit daar aan mijn kontje? Wat is dat rare lange ding voor iets, ik vind het toch maar niets. Vlug probeer ik het te pakken, maar ik kom niet verder dan mijn hakken. Harder en harder draai ik rond. Is dit wel gezond? Ik word dol, maar wel verdraaid: Hoera, ik heb hem te pakken... Au, au.."het is mijn staart!
Een tweede bezoek aan "oma Moen" bracht de volgende beelden op.
De eitjes zijn, zoals ze voordien voorspelde, op de juiste dag uitgekomen.
Wegens hun vraatzucht, worden ze aanstonds gevoederd met bladeren van de Moerbeiboom, een plant die overvloedig voorhanden is in haar tuin.
Naar mate de rupsen nu gaan groeien, gaan ze eveneens tot vier maal vervellen vooraleer ze zich in hun cocoon gaan nestelen. Ieder stadium wordt een 'instar' genoemd.
Vrijdag aanstaande hebben we dus nogmaals een afspraak met "oma Moen" gemaakt om het vervolg te kunnen bewonderen.
Dit wordt een onderwerp in een aantal afleveringen en waarschijnlijk vooral interessant voor de vrouwelijke leden van deze mailgroep.
Toevallig leerden we een echt Isaans gezin kennen, die zich bezig houden met het kweken van de zijderups op de traditionele wijze.
Het proces om Thaise zijde te produceren is verbazingwekkend. Alle verschillende stadia, van zijderupsen die moerbeiboombladeren eten tot aan het definitieve product, zullen we proberen in woord en beeld te brengen.
Deze stofferige eitjes......
moeten uiteindelijk dit kleed worden.
We bevinden ons ergens langs een verlaten zandweg te Chum phae, een 90 kilometer van Khon Kaen, waar we in contact komen met "oma Moen", een gezellige oude vrouw die ons met plezier het ganse stadia gaat uitleggen.
In de schaduw onder het primitieve huis , staat een rek van bamboestokken, waar meerdere rieten manden of "kra_tjaat" gestapeld zijn met een doek er over om uitdroging te verhinderen.
Met enige trots in haar ogen, mogen we een eerste blik werpen in één van deze manden....
Hier gaat het dus allemaal om.... de zijderups of "mai" of "ไหม"
Morgen brengen we haar terug een bezoekje om enkele beelden van de pas uitgekomen eitjes te nemen.... en hier een vervolg voor jullie aan te maken.
Angstig gedrag bij honden kent velerlei oorzaken maar ook diverse verschijningsvormen. Bij een angstige hond denkt u wellicht in eerste instantie alleen of vooral aan een hond die zijn staart tussen de poten drukt, een lage houding aanneemt en/of probeert te vluchten. Veel angstige honden vertonen inderdaad dit soort gedrag; deze vormen komen voort uit zogenaamde passieve verdedigende reflexen. Dat wil zeggen dat de hond wanneer hij zich bedreigd voelt, probeert de bedreiging uit de weg te gaan door zich zo klein en onderdanig mogelijk te tonen en/of door te vluchten.
Maar: angst of onzekerheid bij honden kan zich ook uiten door het tegenovergestelde gedrag (actieve verdedigende reflexen). In dat geval toont de hond zich, wanneer hij zich bedreigd voelt, juist heel stoer. Hij gromt en/of blaft, de haren op zijn rug komen overeind, zijn staart staat hoog en de hond maakt zich zo groot mogelijk. U kunt dit vergelijken met sommige mensen, die zich heel stoer voordoen om hun eigen verlegenheid te "overschreeuwen". Bij honden is er bij dit gedrag vaak sprake van "geconditioneerde (=aangeleerde) dominantie". De hond toont zich dus heel dominant, terwijl hij eigenlijk heel onzeker of zelfs angstig is. Dit kan het gevolg zijn van een leerproces; de hond heeft dan meermalen ervaren dat de "bedreiger" afdruipt wanneer de hond zich dominant voordoet, dreigt aan te vallen of zelfs daadwerkelijk aanvalt. Vaak zien we bij een hond die geconditioneerd dominant gedrag vertoont, tegenstrijdige signalen. Bijvoorbeeld: zijn nekharen komen overeind (groot maken = dominant/actief verdedigend), maar zijn staart wijst naar beneden (klein maken = onderdanig/passief verdedigend).
Angst bij honden kan voortkomen onder andere uit (een combinatie van):
Genetische aanleg Eventueel in combinatie met het imiteren (als jonge pup) van het angstige gedrag van de moederhond
Een slechte inprenting / socialisatie Tot zon 12 weken oud doorloopt iedere hond de zogenaamde inprentings- en socialisatieperiode, ofwel primaire socialisatieperiode. In deze gevoelige perioden staat de hond open om te leren wat er normaal is in het leven en wat niet. Dit is als het ware zo voorgeprogrammeerd. Daarom is het heel belangrijk om een jonge pup met van alles te laten kennismaken (drukke mensenmenigte, lawaai, andere beesten, andere honden, kinderen, bezoekers, verkeer enzovoort). Hoe meer een jonge pup opdoet aan positieve ervaringen hoe beter. Hij zal dan later tegenover die dingen waarmee hij als jonge pup uitgebreid en op een positieve manier heeft kennisgemaakt op een ontspannen, vrolijke manier reageren. Heeft een hond de eerste 1 tot 3 maanden van zijn leven weinig kennisgemaakt met allerlei zaken, dan is de kans groot dat hij op latere leeftijd angstig zal zijn (en blijven!) voor deze zaken. Overigens: het socialisatieproces stopt niet abrupt op de leeftijd van 3 maanden. Wanneer een pup op jonge leeftijd bijvoorbeeld prima is gesocialiseerd met allerlei andere honden maar in de periode tussen 3 en 6 maanden geen (of vervelende) ervaringen opdoet met andere honden, dan kan het oorspronkelijk positieve effect van een goede socialisatie weer teniet worden gedaan.
Een traumatische ervaring Honden kunnen angsten overhouden aan ingrijpende gebeurtenissen, zoals een auto-ongeluk, een ernstig gevecht met een andere hond, al dan niet opzettelijke mishandeling enzovoort.
Wanneer u een hond heeft die angstig gedrag vertoont, dan raden wij u aan de hulp van deskundige gedragsbegeleiders in te schakelen wanneer dit gedrag van uw hond gepaard gaat met een hoge mate van stress en/of agressie. In dit geval kan (goed bedoelde) verkeerde begeleiding van de hond namelijk al snel leiden tot verergering van het probleem en tot ongelukken!
Wanneer uw hond wel eens ergens bang voor is, zonder dat er sprake is van regelmatig terugkerende grote stress en/of agressie, dan heeft u wellicht iets aan de volgende adviezen:
Troost uw hond nooit wanneer hij angstig gedrag vertoont! Hoe begrijpelijk en menselijk troosten van een angstig dier ook is, het werkt absoluut averechts. Immers: de hond verstaat uw uitleg dat er geen reden is om bang te zijn niet, het enige dat hij hoort is dat u vriendelijk/belonend klinkt. U beloont de hond dus (onbedoeld) voor zijn angstige gedrag, waarmee u bevestigt dat dat gedrag is wat u graag van de hond wilt zien. Belonen van gedrag leidt altijd tot herhaling en intensivering van dat gedrag; uw hond zal dus steeds vaker en heftiger angstig gedrag laten zien!
Stel u in plaats van troostend juist kordaat en vrolijk op wanneer uw hond bang is. Wanneer uw hond u als zijn leider ziet en u laat zien dat er geen enkele reden is om bang te zijn (door vrolijk en zonder aarzeling gewoon recht op "het gevaar" af te gaan), dan draagt u ertoe bij uw hond over zijn angst heen te helpen. Neem een houding aan die uitstraalt "kom op, stel je niet aan" en beloon de hond pas op het moment dat die besluit om ondanks zijn angst toch maar met u mee te lopen. Wanneer u op dat moment met uw stem beloont, zorg er dan voor dat u oprecht vrolijk en dus niet geruststellend/troostend klinkt.
Welke beloning u ook gebruikt, zorg dat de timing van die beloning precies goed is. Het is dus niet goed om een hond die al angstig gedrag vertoont, af te leiden met iets lekkers of een speeltje! Dan beloont u immers precies het gedrag dat u niet wilt zien en beloond gedrag zal zich steeds vaker en heftiger herhalen. Wat wel kan is om te proberen het ontwikkelen van angstig gedrag vóór te zijn. Bijvoorbeeld: wanneer uw hond bang is voor andere honden en u ziet in de verte een andere hond naderen, doe dan iets met uw hond dat hij heel leuk vindt (vóórdat uw hond de eerste tekenen van angst of opwinding i.v.m. de naderende hond vertoont!). Speel met hem met een balletje of laat hem simpele gehoorzaamheidsoefeningetjes doen waarbij u beloont met iets lekkers. Stop het spel/de beloning zodra uw hond toch angstig gedrag gaat vertonen! Hervat het spel/de beloning zodra uw hond zich weer "gedraagt". In de tussentijd negeert u het angstige gedrag van uw hond volkomen (niet mopperen, niet troosten; gewoon niet reageren). Wanneer u dit consequent herhaalt dan gaat uw hond de komst van een andere hond zien als de voorbode van iets leuks in plaats van als iets bedreigends (namelijk dat u met hem gaat spelen of dat hij iets lekkers kan verdienen).
Of angstig gedrag kan worden afgeleerd is vooral afhankelijk van de oorzaak. Wanneer de basis van de angst een slechte inprenting / socialisatie is, dan is de kans op verbetering klein (maar niet onmogelijk). Is de angst op latere leeftijd ontstaan, dan is in de meeste gevallen verbetering of zelfs "genezing" mogelijk.
In sommige gevallen is het raadzaam om in geval van angsten gedragstherapie te ondersteunen met medicijnen, al dan niet op natuurlijke basis. Bach Bloesem Remedies bijvoorbeeld, hebben ons al heel vaak bewezen zeer effectief te kunnen zijn tegen allerlei angsten!
Aanbevolen boeken over hondengedrag / hondengedragsproblemen (click op de titel voor meer informatie):
*De teksten over hondengevechten hebben betrekking op de normale hondenrassen die een bijtrem hebben. Voor bloedlijnen uit vechtrassen waar de bijtrem is uitgefokt of voor gestoorde honden zijn de raadgevingen niet van toepassing en is het aangeraden de confrontatie te vermijden.
Tom is een langharige Duitse herder geboren in 1997. Sinds hij pup was heb ik met hem jarenlang cursussen hondengedrag, congressen en workshops afgelopen, mijn schuif ligt vol certificaten en er staat nog een pak boeken te wachten... en Tom, die vindt nog altijd maar 3 dingen belangrijk : loslopen, konijnen vangen en pakwerk.
Door de jaren heen heeft hij mij zo een lijst van trucjes geleerd om honden te begrijpen als je los gaat wandelen.
Tom's 10 hondse geboden
Geef geen eten voor de wandeling en neem verschillende verse snoepjes mee : stukjes vlees, kaas, nicknacks om te belonen als je de hond toch eens moet roepen. Roep hem alleen als het écht niet anders kan, als er bvb gevaar dreigt. Honden roepen elkaar nooit tenzij de pups in gevaar zijn. Je verlaagt je positie door hem te roepen. Verstop je regelmatig en leer hem op te letten. Sta je ver, beweeg dan even je armen of je lichaam : een hond ziet slecht een stilstaand beeld.
Spreek niet tot hem zonder reden : honden leven in stilte met elkaar en communiceren met bewegingen van het lichaam. Waarom blijven mensen de honden met woorden commando's geven terwijl zij veel beter handgebaren verstaan. Om aan elkaar duidelijk te maken dat ze een bepaalde richting gaan inslaan, kijken ze eerst in die richting, keren zich dan demonstratief om en stappen snel weg in die richting. Maak het hem verstaanbaar en doe hetzelfde : stap met een boog weg in de richting waar je hem wil hebben. Als je blijft staan en hem roept, zal hij het minder goed begrijpen dan als je je rug keert en weg stapt zonder spreken.
Een andere hond strelen of voedsel geven is afschuwelijk t.o.v. je hond : je verheft de vreemde hond tot een hogere rang, die enorme fout mag nooit gemaakt worden door een roedelleider, je eigen hond zal de vreemde hond moeten aanvallen om de rangorde te herstellen, en hij heeft gelijk !
Benader elkaar zijdelings en respectvol in een boog zoals honden doen, recht op elkaar aflopen geeft fixerend oogcontact en daagt uit.
Blijf niet stilstaan, praat al wandelend : bij stilstaan bouwen honden hun territorium op met als gevolg een grotere waakzaamheid, stress en kans tot uitvallen.
Grommende honden : normaal gedrag.
Als reuen elkaar traag benaderen en fixeren, peilen ze elkaar rangorde. Door grommend stijf rond elkaar te draaien en te besnuffelen volbrengen ze hun ontmoetingsritueel. Dit ritueel duurt een paar minuten. Gun hen de tijd voor dit sociaal contact. Respecteer hun privacy door niet stil te staan of ernaar te kijken maar verder te wandelen.
Bij die rangordebepaling hoort U soms wat grommen. Reageer daar zeker niet op en stap door. Dit is een normale uiting van dominantie en wijst niet op agressie. Soms ontstaat even een schijngevecht : als U gewoon onverschillig zwijgend verder stapt lost dit zich vanzelf op, de honden DOEN ALSOF ze elkaar verscheuren (kijk naar wolvendocumentaires). Bij dit ritueel kan de ene zelfs hevig grommen en de andere gillend janken, maar zij raken elkaar praktisch niet door hun aangeboren bijtrem, het hondse ridderlijkheidsinstinct (*weggefokt bij vele staffords : bovenstaande tekst geldt dus niet altijd voor dit ras).
Een kleine verwonding is echter altijd wel het risico van een vrij leven, daar heeft mijn hond Tom zijn spaarpot voor. Ieder levenslustig kind komt met schaafwonden thuis, maar wil je de confrontatie toch vermijden, dan heb je 2 opties.
Vooraleer hij naar de hond gaat : wandel een andere richting uit en lok je hond op een vrolijke manier met een speeltje of stok.
Als hij al naar de hond gaat : loop weg zo snel je kan en verstop je; als hij je dan vindt moet hij een zeer hoge beloning krijgen zoals heel lekker eten, speeltje, stok en dit met laaiend enthousiasme dwz : je springt en gilt van blijdschap als een indiaan. De hoogste beloning in het leven van een hond is de adrenalinekick. Die vindt hij bij een conflict, jij neemt het hem af, geef hem die terug door hem zo op te winden. Gedragsleken zullen je voor gek aanzien, so what. Gedragskenners zullen je begrijpen.
Vechtersbaasjes !
Je veroorzaakt een gevecht als je het ontmoetingsritueel verstoort door :
- je hond te roepen (als je hond je op dat ogenblik gehoorzaamt zal de andere hond dit zien als vluchten en je hond aanvallen)
- de naam van je hond te zeggen, te blijven stilstaan of erger nog, erheen te gaan : je aandacht verstoort de rangorde en hitst op tot vechten.
Als het gevecht ontstaan is :
- zal de kans op verwonding het kleinst zijn : indien de eigenaars in tegenovergestelde richting weglopen
- zal de kans op verwonding het grootst zijn : indien de eigenaars blijven staan, naar de honden toe gaan, willen uit elkaar halen, roepen, trekken of slaan; de honden zien dit als meevechten, je verstoort de balans hond-hond en je neemt de bijtrem weg.
Een aangelijnde hond hoort niet in een losloopzone, de lijn geeft stress en belemmert zijn lichaamstaal, hij wordt niet begrepen door je loslopende hond en lokt agressie uit, vraag de aangelijnde hond los te maken of neem een andere richting.
Notenkraker De notenkraker (Nucifraga caryocatactes ) behoort tot de kraaiachtigen . Deze vogel is in de Benelux een dwaalgast . De notenkraker is een vogel van het hoge noorden. Nucifraga is Latijn, samengesteld uit nux (=noot) en fraga (=breken). Caryocatactes is grieks en een samentrekking van karuon (= noot) en katagnunai (= breken). Dit is dus eigenlijk een beetje dubbelop. Dit wordt emfatische ofwel benadrukkende naamgeving genoemd. De nominaat ondersoort Nucifraga caryocatactes carycatactes of Dikbeknotenkraker komt voornamelijk voor in de boreale naaldboomgordel van Scandinavië tot aan de Oeral en in de berggebieden van Midden en Zuidoost-Europa. De ondersoort Nucifraga carycatactes macrorynchos komt voor in de taiga van Siberië tot aan de Pacifische kust. Macrorynchos is een samentrekking van het griekse macros (= groot of lang) en rynchos (= bek of snavel). Afmeting 32-35cm, spanwijdte 49-53. De afmeting is vergelijkbaar met zijn naaste familielid de Vlaamse gaai , die echter een langere staart en iets langere vleugels heeft. Gezonde volwassen vogels wegen ongeveer 150-200 gram.
Het is vooral de Siberische ondersoort macrorynchos, die in sommige jaren als invasievogel in herfst en winter naar Nederland komt. Dit soort invasies wordt meestal veroorzaakt door voedselgebrek, hoewel invasies, die vrijwel geheel uit eerstejaars vogels bestaan ook wijzen op een uitzonderlijk goed broedjaar. De laatste grote invasie in Nederland vond plaats in 1968 toen waarschijnlijk meer dan 10.000 Notenkrakers ons land bezochten. Minder talrijke invasies vonden plaats in 1971, 1977, 1985 en 1991. Het opvallende van deze invasies is, dat meestal geen terugtrek wordt waargenomen. Het lijkt erop, dat veel vogels hier door voedselgebrek sterven. In 1968 zijn er bijvoorbeeld bij erkende preparateurs ongeveer 800 dieren aangeboden om op te laten zetten. Opvallend is, dat de vogels vaak bijzonder tam zijn. Sommige eten zelfs uit de hand en komen een huis binnen. Ook begeven ze zich vaak dicht in de buurt van boeren of boswerkers om de verstoorde insecten te vangen.
Het voedsel bestaat voornamelijk uit zaden van diverse naaldbomen zoals Siberische spar (Pinus sibiricus), Alpenden (Pinus cembra), Macedonische den (Pinus peuce) en Hazelaar (Corylus avellana). De relatie met de Siberische den en alpenden is opmerkelijk. Sommige onderzoekers spreken in dit opzicht van een symbiotisch verband. De zaden van deze dennen zijn niet gevleugeld en nogal zwaar (0.3g), waardoor ze onmogelijk door de wind verspreid kunnen worden. Hier komt de Notenkraker te hulp, omdat deze de gewoonte heeft voorraden van deze zaden aan te leggen voor het winterseizoen. De alpenden (Pinus cembra) heeft op die manier veel van zijn habitat weer kunnen innemen nadat hij eerst door de mens was gekapt. In Siberië is waargenomen hoe hele stukken bos binnen een week van zaadkegels ontdaan kunnen zijn. De vogels verstoppen de zaden net als Gaaien in (meestal ondergrondse) bergplaatsen. Ze zoeken voedsel in een groot gebied rondom het territorium, maar de bergplaatsen zitten allemaal binnen het territorium. Om de zaden te vervoeren beschikken de vogels over een krop onder de tong, waarin ze een aantal zaden kunnen vervoeren. Maximaal worden ongeveer 200 zaden tegelijk vervoerd, wat dus 60 gram weegt. Ook is een keer een vogel gevangen met 26 hazelnoten in de krop, deze noten worden echter meestal met 10-15 stuks tegelijk vervoerd. Het lijkt erop, dat de vogels meestal alle zaden uit een enkele kegel (40-60 stuks) in de krop bergen en vervolgens hiermee naar het territorium terugvliegen om ze in een aantal bergplaatsen te verstoppen. Dit vaak in twee stappen, waarbij eerst de hele voorraad uit de krop in een tijdelijke bergplaats wordt gelegd en vervolgens van hieruit kleinere porties over de uiteindelijke bergplaatsen verdeeld worden. Deze bergplaatsen bevatten dan 2 tot 50 zaden (gemiddeld 12). Geschat wordt, dat iedere vogel zon 100.000 (50.000 250.000) zaden verstopt, waarvan hij ongeveer er ongeveer 27.000 nodig heeft om te overleven. Waarnemingen aan individuen toonde aan, dat de vogels in ongeveer 65% van de gevallen rechtstreeks naar een bergplaats vliegen en de zaden eruit halen. Na enig zoeken wordt 80-90% van de bergplaatsen gevonden. Een vogel in Siberië vond binnen 15 minuten 8 bergplaatsen. Eenmaal werd vastgesteld, dat een vogel een bergplaats terugvond 17 maanden, nadat deze gemaakt was. Ook sneeuwbedekking (tot zelfs meer dan 1 meter) is geen onoverkomelijke hindernis bij het terugvinden van de bergplaatsen.
De band binnen een paartje is vermoedelijk net als bij de Kauw voor het leven. Ze leggen meestal 3 à 4 eieren. Beide vogels bebroeden de eieren, duur van het broeden ±18 dagen. Het aandeel mannetje is met 32% iets minder, dit komt omdat het vrouwtje meestal de nacht op het nest doorbrengt. De jongen worden door beide ouders verzorgd. Tot 15 dagen na het uitkomen worden ze warm gehouden door beurtelings één van de ouders, daarna alleen s nachts en bij slecht weer. Na 21 dagen kunnen ze op de nestrand komen en als ze ongeveer 25 dagen oud zijn lokken de oudervogels ze het nest uit, wat gemiddeld na 28 lagen lukt. Hierna blijven ze de eerste dagen in een boom vlakbij het nest zitten. De jongen worden tot een leeftijd van 120 dagen (gemiddeld ongeveer 100 dagen) door de ouders verzorgd. Het voeden van de jongen is een tijdrovend karwei, omdat de oudervogel eerst een zaadje uit zijn krop naar zijn snavel moet manoeuvreren. Hierna moet, om te vermijden dat het zaad in de krop van het jong komt, de ouder zijn snavel diep in de geopende snavel van het jong steken alvorens het zaad los te laten. Naarmate de jongen groter worden moet de ouder hierbij steeds dieper doorsteken. De vogels zijn in beperkte mate territoriaal. Het lijkt erop, dat ze hun naaste buren herkennen en deze minder agressief benaderen dan vreemde soortgenoten. Bij het nest worden ook roofvogels en Gaaien verjaagd. Indien mogelijk blijft een paartje het eenmaal gekozen territorium trouw. Een paartje in Zweden kwam minimaal 14 jaar in hetzelfde territorium broeden.
Nu stellen we de graag de enige echte ZapDog Verjaardagstaart voor Honden voor: een worteloranje kippencake besmeurd met een dikke laag carobe yoghurt. Dit wordt een klapper op het volgende verjaardagsfeestje van je pup!
Voor de taart heb je nodig:
500 gr patisseriebloem
1 soeplepel bakpoeder
100 gr margarine
4 eieren, lichtjes geklutst
200 gr ongezoet appelmoes (met stukjes mag best)
150 gr gekookte en tot moes gemalen wortel
300 gr gekookte en in kleine stukjes gesneden kip
Voor het glazuur:
200gr volle Griekse yoghurt
2 eetlepels carobe poeder (te verkrijgen in de natuurvoeding winkel)
2 honden snack sticks (als pseudo kaarsjes)
Verwarm de oven voor op 170°C. Mix de bloem en de bakpoeder in een grote kom. Meng de gesmolten boter, de eieren en de appelmoes en voeg bij de bloem. Voeg de wortelpuree en kip toe. Vul een ingevette en bebloemde cakevorm met het mengsel. Wij verdeelden het deeg over 3 roze siliconen tulbandvormpjes van Hema met 14 cm diameter. De perfecte maat voor een honden taart!
Plaats in de oven en bak 40 minuten of tot wanneer een prikker droog uit de taart komt. Laat de cake een weinig afkoelen in de vorm. Stort het baksel op een rooster om helemaal af te koelen.
Bereid het glazuur door de carobepoeder met de yoghurt te mengen. Strijk het glazuur over de taart.
Knip de snack sticks in twee en steek ze in de taart. Klaar
Honden blijven onze passie, maar koken volgt al snel op een tweede plaats. Een combinatie van beide kon niet langer uitblijven. En zo sloeg de ZapDog redactie aan het weekend kokerellen. Een vijftal hondjes (alle rassen, leeftijden en karakters) werd omgedoopt tot een gewillige proef-honden jury. Het eerste koekje - de I Koe U (halfzacht koekje met rundshart) - bleek meteen een schot in de roos. Week(end) no. 2 leverde Lik en Lever (knapperig volkoren koekje met vaarzenlever). Mmmmmmm, lekker! En op zondag zagen de eerste KukelleKoekkie (hard maismeel koekje met kippenlever) het levenslicht.
Met vreugdedansjes, het onophoudend gekwijl en verwoede pogingen om ons een testhapje te ontfutselen uit onze broekzak laat het proefpubliek ons weten: Méér van dat!. Dus gaan we onverwijld door. We noteren minutieus alle recepten en zullen ze aan het einde van de rit graag met jullie delen via een heus ZapDog Honden Koekjes Boek. Hier volgt alvast een voorsmaakje.
Recept voor KukelleKoekkie
750 gr volkorenbloem 200 gr maismeel (polenta) 200 ml lauw water waarin 1/2 kippenbouillonblokje werd opgelost 500 gr kippenlever (verkrijgbaar bij de poelier) peterselie (smaak) bakpapier pizzasnijder of mes
Verwarm de oven voor op 180°C. Pureer de kippenlevers tot een vloeibare pasta. Meng in een grote kom met 500 gr bloem. Voeg de polenta toe. Meng met de bouillon en de peterselie. Voeg de resterende bloem toe en kneed het deeg tot een stevige massa. Verdeel in twee gelijke porties. Leg de mix op een bakplaat met bakpapier dat werd bestrooid met wat maismeelkorrel. Gebruik een deegrol om het met bloem bestrooide mengsel gelijkmatig uit te rollen tot een dikte van 3/4 cm. Met de pizzasnijder snij je rijen en kolommen om zo de koekjes voor te vormen. Bak 45′ tot 1 uur. De koekjes moeten droog zijn. Laat afkoelen in de oven.
De koekjes kunnen tot 1 week in de koelkast bewaard worden in een afsluitbare doos. Je kan de koekjes ook invriezen nadat ze volledig afgekoeld zijn. Ze ontdooien in minder dan een kwartiertje. Smakelijk!
Cavia's rennen zich rot, hamsters zijn nachtbrakers
Cavia's rennen zich rot, hamsters zijn nachtbrakers
Cavia's en hamsters zijn leuke huisgenoten. Kinderen zijn er dol op om hen te verzorgen. Maar ook al zijn het allebei knaagdieren, de beestjes vragen een heel eigen verzorging.
'Hamsters houden van de nacht, ze komen pas goed tot leven zodra het donker wordt', zegt dierendokter Rob Lückerath. 'Cavia's zijn dan weer heel sociaal. Ze houden ervan als baasje hen veel aandacht schenkt.'
Als je een cavia of een hamster in huis haalt, heb je ongeveer hetzelfde basismateriaal nodig. Een kooi die voldoende groot is en bij voorkeur tralietjes heeft, een aparte slaapruimte, een voederbakje en een drinkflesje. De kooi van een cavia moet minstens tachtig bij zestig centimeter zijn en het diertje moet kunnen rechtstaan. Daarom moet de kooi ook minstens vijftig centimeter hoog zijn, de maximumhoogte waar een cavia over kan klauteren. Voor een hamster mag de kooi iets kleiner zijn (30 bij 40 centimeter) en bij voorkeur een dakje en horizontale tralietjes hebben, want de diertjes klauteren graag.
Voor beide dieren kun je houtkrullen, aangevuld met hooi en stro, gebruiken als onderlaag in de kooi. Leg er wat kranten onder, dat maakt het gemakkelijker voor het schoonmaken. Het hok moet je heel schoon houden: minstens één keer per week helemaal proper maken.
'Cavia's vinden het leuk om, behalve in hun kooi, ook in huis rond te rennen', zegt Rob Lückerath. 'In tegenstelling tot konijnen zijn ze echter niet zindelijk. Ze houden er ook van om overal aan te knabbelen, dus daar moet je rekening mee houden als je kleine vriend even de vrijheid krijgt. De dieren kunnen ook in een hok in de tuin maar moeten dan wel altijd goed beschut staan tegen regen en wind. Cavia's die altijd binnen zitten, mogen alleen naar buiten bij droog en warm weer. En ook dan moet je opletten, want ze lopen snel een zonnesteek op.'
Cavia's houden geen winterslaap, sommige hamsters wel. Soorten die in de natuur voorkomen in woestijngebieden leggen zich te slapen zodra het onder de tien graden afkoelt. Een Chinese gestreepte hamster is dan weer redelijk ongevoelig voor de kou en blijft ook tijdens de winter wakker.
'Een hamster is 's avonds op zijn best, dan hoor je hem in een radje trappelen', zegt Rob Lückerath. 'Als je een hamster koopt, kijk dan vooral naar de soort. Sommige leven solitair, andere zijn groepsdieren: dat maakt een heel groot verschil. De solitaire hamsters, zoals de goudhamster, leeft het liefst op zijn eentje en zal zijn territorium duidelijk afbakenen met urine, uitwerpselen en een uitscheiding via de flankklieren.'
Het mysterie van de verdwenen tutten is opgelost. Een Amerikaanse familie snapte het niet. Ze bleven maar fopspenen kopen voor hun dochtertje en in geen tijd waren ze verdwenen. Tot ze met de hond naar de veearts gingen, hij haalde vijftien tutten uit het beestje.
Vrij uitzonderlijk De bulldog had ook nog stopsels van flessen en een stuk van een basketbal opgegeten, schrijft de St. Louis Post-Dispatch. Een paar van de fopspenen waren al zwart geworden door het maagzuur van de hond. De kosten voor de operatie werden betaald door een verzekeraar. Volgens de 'Veterinary Pet Insurance' ging het toch om een vrij uitzonderlijk geval. David en Jennifer Swart uit Warson Woods zullen voortaan beter opletten als ze nog eens een nieuwe tut voor hun achttien maanden oude dochter kopen. (vsv)
Parkiet Chico is dankzij een Prozac-kuur genezen van een gebroken hart. De vogel was smoor op zijn baasje, de Engelse Joyce Greenslade. Toen het dier door kreeg dat hij de vrouw niet kon krijgen - de dame is al jaren getrouwd - werd de parkiet depressief en begon hij zijn veren uit te rukken.
Woedeaanval Telkens Stephen Greenslade zijn vrouw Joyce een knuffel gaf, kreeg Chico een woedeaanval en ging hij de man te lijf. Het koppel wilde tot elke prijs hun lievelingsdier helpen en gingen te rade bij een 'parkietenpsychiater'.
Kind des huizes Die schreef Halperido voor, het vogelalternatief voor het menselijke antidepressivum Prozac. Bovendien moesten de Greenslades zich gaan gedragen alsof Chico hun kind was. Het koppel volgde de raadgevingen en inmiddels is Chico weer een wolk van een huisdier. (eb)
Een kip is op een Chinese boerderij ingetrokken in het hondenhok en helpt daar met de opvoeding van drie puppies. Dat meldt Southeast Express.
Nieuw samengesteld gezin De drie hondjes werden een maand geleden geboren en sindsdien is de hen niet meer uit het hondenhok weg te slaan. Het teefje heeft zich inmiddels neergelegd bij haar nieuw samengestelde gezin en doet geen moeite meer om de kip te verjagen.
Kinderloos Boer Yang uit Fuqing zegt dat de kip zich enkel discreet terugtrekt wanner het teefje de puppies zoogt. "Misschien is de kip wat jaloers omdat ze zelf geen nakomelingen heeft", denkt de man. (eb)