Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
De Berner Sennen reu , genaamd X, met chip, die hier op de terugkeer van zijn baas wachtte werd gestolen. De ontvoering gebeurde zaterdag 3 januari omstreeks 15 uur. De criminelen rijden met een witte bestelwagen met zwarte belettering van een firma uit Sint Niklaas (Belgie) Hij mankt lichtjes aan een achterpoot Merkt u ergens (waarschijnlijk) in het Waasland (een) verdachte(n) op die plots een berner sennen heeft (hebben) , gelieve ons of de politie te verwittigen Ons telnr. 03 6771291
Dit dorp is makkelijk herkenbaar aan 2 stenen reuzen schildpadden in de ingang van het dorp. Het dorp leeft al van oudsher in harmonie met deze schildpadden, waarvan men geloofd dat ze nakomelingen zijn van heilige geesten. Deze schildpadden,"Tao Pek" in de plaatselijke volksmond, voeden zich enkel in de vroege morgen of avond. Een bezoek tijdens de dag heeft dus weinig zin, daar ze zich dan schuilen voor de hitte van de dag. Ingang gratis, plaatselijk kan je voor enkele luttele baht een beetje eten kopen om deze dieren te voederen.
De schildpadden zijn Asian brown and black Tortoise, en deze rond tijd mogen we weer nageslacht verwachten.....
BERLIJN - De kredietcrisis treft ook huisdieren. Dierenbezitters in Duitsland hebben geluk; zij kunnen naar een speciale voedselbank voor dieren toe. In Berlijn staan al 400 baasjes ingeschreven. Alleen gepensioneerden en werklozen mogen eten afhalen omdat de initiatiefnemers willen dat zij hun dieren niet weg hoeven te doen uit geldgebrek. Het afhaalpunt is een oud schoolgebouw in het oosten van Berlijn. "Er zijn al 400 aanmeldingen en de mensen staan in de rij om eten te halen", zegt hoofd van de dierenkeuken Julia Raasch. Tiertafel, een dierenwelzijnsorganisatie, runt de zaak. Berlijn heeft rond de 13 procent werkloosheid. Er staan 100.000 honden geregistreerd waarvan de baasjes veelal bejaard zijn. "We zien elke dag mensen voorbij komen die hun huisdier moeten wegdoen omdat ze het niet meer kunnen betalen", zegt Evamarie Koening, woordvoerder van de dierenbescherming in Berlijn. De vrijwilligers delen voedsel uit (genoeg voor vier tot vijf dagen) en geven advies over gezonde voeding. Niet alleen honden, ook katten, konijnen en andere dieren zijn welkom. Tiertafel begon er twee jaar geleden mee. Er zijn al 19 gaarkeukens in Duitsland. Het plan is, gezien de economische crisis, dat er dertig gaan bijkomen. De dierenbezitters moeten aantonen dat de dieren zijn gevaccineerd. Ook moeten ze met documenten aantonen dat ze een laag inkomen hebben. Want dat is voor vele eenzame mensen hun enige troost Een directeur van een fabriek heeft dit al voorgedaan dat in het begin veel kritiek kreeg maar nu veel navolging kent en dat zou ook een oplossing zijn in ons land en andere Bron De Telegraaf
Thailand is een wel zéér bijgelovig land. Zo is er het geloof dat er in de Mekhong rivier een vuurbolspuwende draak, genaamd Payanak, zit. Slechts één keer per jaar en steeds op de laatste dag van de Boeddhistische vastentijd laat deze draak zijn kunsten als het ware zien door vuurbollen uit te spuwen. Het fenomeen trekt dan ook duizenden Thai uit alle windstreken aan om dit te aanschouwen aan de oevers van de Mekhong rivier. Mijn journalistieke nieuwsgierigheid trok me vorig jaar dan ook aan om een kijkje te gaan nemen samen een landgenoot die ter plaatse woont.
Een verslag van deze dag......
Ondergetekende heeft geen vuurbollen gezien..... of toch wel? Het ganse gebeuren komt nogal verwarrend over. Na een hartelijk welkom ten huize van landgenoot "expat in isan", gaan we 's middags reeds op verkenning naar de geschikte plaats waar we ons tegen 18u een plaats willen verzekeren.
Aan de oevers van de Mekhong is het reeds een drukte van jewelste... business is business!
We keren terug ten huize van "expat" en na onze driemaandelijkse babbel en een stevige maaltijd keren we, gewapend met volgeladen batterijen van het fototoestel, 3Gb aan geheugen en 4 stoelen, terug naar onze observatiepost.
onderweg voel je bij de bevolking de gespannen sfeer al opkomen...
We hadden een rustige plaats uitgezocht, maar waren heus niet alleen..... Zowel langs Thaise oevers van de Mekhong als die van Laos, moeten werkelijk duizenden mensen gezeten hebben om het fenomeen te bewonderen.
Eens ons kamp, in vorm van die 4 stoelen, opgeslaan te hebben was het geduldig afwachten tot de eerste vuurbol verscheen. Plotse luide kreten en wijzende vingers duiden er op dat er iets was.... ik keek uiteraard juist in de andere richting en miste hierbij de eerste vuurbol of wat het ook mocht wezen..... Het word me onduidelijk en verwarrend. Een mengelmoes van vuurpijlen, heteluchtlantaarns, licht van zaklantaarns en brommertjes en kleine bootjes op de Mekhong, maakt dat je denkt "iets" gezien te hebben. Gezien de trage sluitertijd van het fototoestel tijdens nachtelijke opnames, brengt dat beelden op die des te meer onduidelijk zijn.
Een uurtje later, komt de maan door de bewolking heen, wat de Mekhong plotseling een romantische aanblik gaf.
Na een volgend uur wordt het rustig kwestie verschijnselen en besluiten we terug ten huize van "expat" te keren. Echter na pas een honderd meter te stappen, horen we luidkeels gejuich en keren terug op onze stappen naar onze observatiepost, waar volgend beeld nog uit het fototoestel komt......
Trucage of gezichtsbedrog?.... ik gun aan eenieder die aanwezig was zijn persoonlijke overtuiging, en ga volgend jaar terug een plaats reserveren aan de soms verwoestende maar ook idyllische Mekhong.
Bij ons vierde bezoek aan "oma Moen" zijn de rupsen klaar om aan hun laatste slaap te beginnen. Daar ze tijdens de ontpopping naar zijdevlinder de fel begeerde zijdedraad doorbreken, zullen ze deze slaap niet meer overleven, en dienen ze gedood te worden vooraleer het zo ver is. Aan de gelige kleur van de rupsen weet "oma Moen" welke rupsen klaar zijn om in de manden geplaatst te worden.
waar ze zich beginnen in te weven....
Met trots laat de zoon van "oma Moen" ons reeds een van hun eigen gemaakte eindwerken zien.....
De Bengaalse varaan of dtua ngern dtua tong of "ตัวเงินตัวทอง" noemt men in de isaanstreek "ตัวเหี้ย" of dtua hîa. Voor de tweede keer hebben we er een opgemerkt in de Mae Nam Chi die kronkeld door het resort waar we wonen. Wikipedia schrijft: De Bengaalse varaan (Varanus bengalensis) is een grote hagedis uit de familie varanen. De ondersoort Varanus bengalensis nebulosus komt voor in Thailand en wordt tot bijna twee meter lang.
Een baby-bonobo van slechts 15 dagen oud, ook verstoten door de mama.
De drie maanden oude bonobo Bili stapte gisteren in het Engelse Birmingham met zijn paspoort in de hand op een vliegtuig naar Frankfurt. Hij verraste zijn (menselijke) medepassagiers door plaats te nemen op een passagierstoel. Bili vertrok naar een Duitse zoo, waar hij zijn nieuwe mama op hem wacht. Hij werd bij zijn geboorte door zijn natuurlijke moeder verstoten. Dat meldt de Daily Mail.
Paspoort De babybonobo werd zeer hartelijk verwelkomd aan de Lufthansa-incheckbalie. Naast de noodzakelijke documenten die nodig zijn om dieren te exporteren, had Bili ook een 'echt' paspoort met een pasfoto bij zich en een one-way-ticket naar een nieuw leven in Duitsland.
Verstoten Bili werd geboren in de Twycross Zoo in Leicestershire. Vlak na zijn geboorte werd hij verstoten door zijn moeder. "Toen hij geboren werd, was zijn moeder absoluut niet geïnteresseerd in hem. Dat gebeurt soms bij bonobo's die voor de eerste keer moeder worden. Ze weten gewoon niet wat ze moeten doen met het kind", zegt Kim Riley, woordvoerder van de Twycross Zoo.
Weesjes De verstoten baby-aap werd door de verzorgers met de hand grootgebracht. "Om de twee uur kreeg Bili een papfles met melk. Zijn verzorgers werkten echt dag en nacht, tot hij oud genoeg was om in een nieuwe bonobogroep geplaats worden", vertelt Riley. De zoo koos ervoor om hem naar een Duitse zoo te sturen, waar één vrouwelijke bonobo getraind is in het verzorgen van weesjes.
Bedreigd Bonobo's zijn een bedreigde diersoort. Er is nog maar één land op de hele wereld waar ze in het wild te vinden zijn en dat is in de Democratische Republiek Congo. Maar zelfs daar wordt hun aantal nog slechts op 10.000 geschat. (adb)
Machteld Indesteege, Lore Desagher en Joris Lopez, Leuven
Troost u, dames en heer, u bent niet de enige bezitters van een ongemanierde hond. Dierenartsen krijgen voortdurend de vraag wat er te doen valt aan het storende gedrag en er bestaat zelfs een deftige wetenschappelijke naam voor het eten van (eigen of andermans) uitwerpselen: coprofagie, van het Griekse kopros (ontlasting) en phagein (eten).
Wie de term intikt bij Google moet eerst voorbij enige pagina's met kinky seks laveren om te achterhalen dat de consumptie van ontlasting in het dierenrijk bepaald geen zeldzaamheid is. Konijnen en cavia's doen het, schildpadden ook, mestkevers ontlenen er zelfs hun naam aan - het mannetje van deze insecten biedt zijn wijfje een bruidsschat aan in de vorm van exquise plakjes mest, meldt de Amerikaanse bioloog Ralph Lewin in zijn bestseller Merde .
Bij mensen is coprofagie ongebruikelijk, op de kinky seks na dan, al komt het soms voor onder mensen met psychiatrische aandoeningen, net als spica overigens (het eten van niet-eetbare voorwerpen zoals matrassen).
Doorgaans berokkent het eten van eigen uitwerpselen een dier geen schade. Konijnen, hamsters en andere dieren met een rudimentair verteringsapparaat halen zelfs voordelen uit zo'n tweede rondje van hun voedsel doorheen het spijsverteringsstelsel. Wat de darmen er een eerste keer niet aan voedingsstoffen uit puren, lukt een tweede keer vaak wel. Ook dieren die de uitwerpselen van onverwante diersoorten eten, zitten redelijk safe: zo halen sommige schildpadden calcium en andere mineralen die ze niet in hun voedsel vinden, uit de uitwerpselen van vogels, honden of paarden, schijnbaar zonder daar nadelen van te ondervinden.
Anders ligt het bij honden die de uitwerpselen van hun soortgenoten of van verwante diersoorten eten, schrijven Erik Hofmeister, Melinda Cumming en Cheryl Dhein in het Journal of Veterinary Research. Die kunnen immers virussen en bacteriën bevatten waar ze zelf ook vatbaar voor zijn. Een hond kan zo hepatitis of voedselvergiftiging oplopen. En als hij de uitwerpselen van wilde dieren zoals herten of reeën eet, kan hij besmet raken met wormen en andere parasieten. Ook kunnen uitwerpselen , als ze al te lang hebben 'gelegen', besmet zijn met vliegenlarven, schimmels of bacteriën.
Waarom honden uitwerpselen eten, behalve dan om hun baasjes voor schut te zetten, is niet duidelijk. Mogelijk imiteren pups er het gedrag van hun moeder mee, die tijdens de kraamtijd uitwerpselen eet om het nest schoon te houden en geen roofvijanden aan te trekken. Een andere veronderstelling is dat het om een vorm van onderdanig gedrag gaat. Honden zouden de uitwerpselen van dominantere dieren uit hun roedel eten, om hun onderwerping te tonen. In zeldzamer gevallen zou een stofwisselingsziekte aan de basis liggen van coprofagie: honden met een alvleesklierontsteking of een darmziekte zouden proberen op deze manier vitamine- en mineraaltekorten aan te vullen.
Diverse hondenscholen bieden trainingen aan om honden het gedrag weer af te leren, maar gemakkelijk is het niet. Ook veterinaire handboeken komen met meer of minder haalbare remedies, zoals booby trapping : daarbij moet de hondeneigenaar een verse drol overlangs doorsnijden en binnenin met tabasco instrijken. Weer dichtvouwen en terugleggen, en de vingers kruisen dat de hond het zo afleert.
Vragen aangaande de wetenschappelijke achtergrond van alledaagse fenomenen kunt u sturen naar De Standaard, Wetenschapswinkel, Gossetlaan 28, 1702 Groot-Bijgaarden, of naar wetenschap@standaard.be, onder vermelding van voornaam, naam en adres. De redactie maakt een selectie uit de inzendingen; niet geselecteerde vragen krijgen geen persoonlijk antwoord. Eerder verschenen afleveringen van deze rubriek vindt u op www.standaard.be/wetenschapswinkel
ROTTERDAM - De voorouder van de huiskat leidde een solitair bestaan in de bossen. Zijn hedendaagse nazaten hebben een complexer sociaal leven.
BIOLOGIE
De hogestaartbegroeting van de huiskat is een teken van onderdanigheid. Dit blijkt uit een onderzoek van deze typische vriendelijke huiskattengroet in een kattenkolonie op een afgesloten pleintje in Rome.
De tien katten (4 katers, 5 poezen en een jonge poes) werden in totaal ruim 420 uur geobserveerd vanaf een balkonnetje. De Italiaanse biologen Simona Cafazzo en Eugenia Natoli beschrijven hun onderzoek in het januarinummer van het vakblad Behavioural Processes .
De sociale hiërarchie in een kattengroep kan worden afgeleid uit de uitkomsten van conflicten en uit de richting van bedreigingen. Sociaal hogere katten bedreigen anderen vaker en winnen ook vaker gevechten. Cafazzo en Natoli ontdekten dat deze hogere katten ook vaker worden begroet met hoge staarten. Zelf past de kattenadel die begroeting veel minder toe.
De vriendelijke hogestaartgroet van katten onderling (en ook wel ten opzichte van mensen) is hun eenvoudigste en meest voorkomende groet. Als de katten elkaar bevallen kan het ritueel uitlopen op besnuffelen of zelfs uitgebreid kopjes geven. De hogestaartgroet is typisch voor de huiskat; alleen bij leeuwen wordt hij ook gezien. Bij andere katachtigen komt de groet alleen voor bij jonge poesjes die er hun moeder mee begroeten.
Bij huiskatten is deze groet kennelijk overgegaan op het volwassen sociale leven. Dat is niet ongewoon in de evolutie: de menselijke kus komt mogelijk ook voort uit de moederkus. Dat de groet zou zijn ontstaan uit de geheven staart tijdens het sproeien van urine door katers of uit de geheven staart van krolse poes die klaarligt voor een kater, lijkt de onderzoekers onwaarschijnlijk.
De voorouder van de huiskat, die waarschijnlijk zo'n vierduizend jaar geleden definitief bij de mens is komen wonen, leefde oorspronkelijk solitair in de bossen. Maar als huiskat blijkt hij uitstekend in staat tot complex sociaal leven.
De enige andere sociaal levende katachtige is de leeuw en het is daarom interessant dat juist bij leeuwen ook de hogestaartgroet bij volwassenen is gezien. De onderzoekers vermoeden geen direct verband met de huiskatgroet, maar zien er een parallelle ontwikkeling in.
Vele plant- en diersoorten sterven uit, maar ontstaan er ook nieuwe?
Vele plant- en diersoorten sterven uit, maar ontstaan er ook nieuwe?
Darwinvink. cc
HUGO LOOSVELT uit Leuven
We krijgen vaak te horen welke dieren met uitsterven bedreigd zijn en welke nu al niet meer bestaan, maar intussen zuigen de nieuwe soorten ons het bloed uit het lijf. Of toch tenminste in de Londense metro. Een kleine tien jaar geleden ontdekten wetenschappers van het Westfield College in de Engelse hoofdstad dat in de tube muggen rondzwermen die genetisch zo sterk verschillen van hun lookalikes boven de grond dat ze als een nieuwe soort beschouwd kunnen worden.
'Een mooi voorbeeld van hoe zelfs een kunstmatige omgeving tot nieuwe soorten kan leiden', zegt Dominique Adriaens van de onderzoeksgroep Evolutionaire Morfologie van de Universiteit Gent. 'De mens doet inderdaad veel fauna en flora verdwijnen door natuurgebieden te vernielen, maar er komt telkens een nieuwe leefruimte in de plaats, waar andere soorten wel kunnen gedijen en evolueren. In een riolering vind je bijvoorbeeld een ongeziene weelde aan bacteriën.'
Maar eencelligen en muggen ogen natuurlijk niet zo mooi als een nieuwe tijger of een nieuwe olifant. 'Terwijl een bacterie genoeg heeft aan enkele vierkante centimeters om zich massaal voort te planten, hebben grote zoogdieren arealen van vele vierkante kilometers nodig om te overleven. Statistisch gezien hebben die grote dieren dan ook een veel kleinere kans om nog aanleiding te geven tot nieuwe soorten', aldus Adriaens.
Bij bacteriën volgen de generaties elkaar razendsnel op: microbiologen zien evolutie plaatsvinden in een schaaltje. Maar bij de planten en dieren die we met het blote oog kunnen zien, is het ontstaan van nieuwe, standvastige soorten vaak een proces van vele duizenden of zelfs honderdduizenden jaren. Een mensenleven, en dus ook dat van een wetenschapper, is niet lang genoeg om de voor en na waar te nemen. Onderzoekers die de hedendaagse evolutie bestuderen, moeten het daarom stellen met aanwijzingen dat een soort langzaamaan verandert en eventueel opsplitst in steeds minder gelijkende afstammelingen.
'Op de Galapagoseilanden zien we dat binnen een groep darwinvinken de grootte van de bek kan verschillen', illustreert Anthony Herrel van de Universiteit Antwerpen. 'Het gezang van een vink met een grote bek klinkt anders dan dat van eentje met een kleine bek, waardoor de groter geschapen vogels de minderbedeelde soortgenoten moeilijker herkennen en omgekeerd. Bijgevolg gaan alleen de meer gelijkende individuen met elkaar paren, waardoor de genetische verschillen zich bij hun nakomelingen nog meer doordrukken en de tussenvormen verdwijnen.'
Onderzoekers van de Universiteit Leiden bemerkten enkele jaren geleden iets wat op evolutie lijkt bij cichliden, een groep vissen waartoe enkele duizenden kleurrijke soorten behoren. In het Victoriameer in Afrika zagen ze soorten opnieuw opduiken die ze sinds de jaren tachtig zo goed als uitgestorven waanden. De vissen zagen er evenwel niet meer hetzelfde uit: ze hadden een groter kieuwoppervlak, wat mogelijk een aanpassing is aan het verlaagde zuurstofgehalte in het water. Een nieuwe soort is het nog niet, maar de beestjes zijn ook niet meer helemaal de oude.
Evolutie mag dan wel te lang duren voor de mens om het grondig waar te nemen, om planten en dieren te zien uitsterven leven we wel lang genoeg. 'Voor we de wereld inpalmden, stierf er gemiddeld één plant per millennium uit', weet Olivier Honnay van de KU Leuven. 'Tegenwoordig zitten we aan een duizelingwekkende tienduizend extincties per millennium. Het ontstaan van nieuwe planten - een fenomeen dat we louter lokaal waarnemen - kan niet op tegen het verlies dat we in de hand werken.
AMSTERDAM - De mentale gezondheid van rashonden gaat snel achteruit, omdat er bij het moderne fokproces te veel op uiterlijk en een rustig karakter wordt geselecteerd. Dat hebben Zweedse wetenschappers vastgesteld.
Onderzoekers van de universiteit in Stockholm testten 13.000 honden van 31 verschillende rassen op eigenschappen als nieuwsgierigheid en sociale intelligentie.
Met name rassen die regelmatig te zien zijn op hondenshows, scoorden teleurstellend. De kortharige collie en de Rhodesische pronkrug zijn er volgens de wetenschappers mentaal het slechtste aan toe.
Angstig
De dieren toonden tijdens het onderzoek vaak totaal geen interesse in oefeningen waarbij hun nieuwsgierigheid werd getest. Ze liepen bijvoorbeeld angstig weg bij voorwerpen die hen onbekend waren.
En dat terwijl de Rhodesische pronkruggen vroeger juist werden ingezet bij de jacht en het hoeden van schapen.
Karakter
Hoofdonderzoeker Kenth Svartberg vermoedt dat er bij het fokken van rashonden te veel voorrang wordt gegeven aan eigenschappen die door moderne hondenbezitters op prijs worden gesteld, zoals een rustig karakter en specifieke uiterlijke kenmerken.
"Het moderne fokproces heeft een sterke invloed op het gedrag en de mentale eigenschappen van rashonden", zo beweert hij in de Britse krant Daily Telegraph .
Introvert
Bij het onderzoek werd ook vastgesteld dat honden met een aantrekkelijk uiterlijk opvallend vaak een introvert en angstig karakter hebben. Svartberg kan alleen maar gissen naar een verklaring voor die link. "Misschien zitten de genen die zorgen voor het aantrekkelijke uiterlijk op hetzelfde chromosoom als de genen die de angstigheid veroorzaken."
Mysterieuze sterfte bij krokodillen in Kruger Park
Mysterieuze sterfte bij krokodillen in Kruger Park
In het Kruger Park in Zuid-Afrika zijn de voorbije maanden al zowat 170 krokodillen gestorven. Wetenschappers proberen te achterhalen waaraan ze zijn gestorven en vooral te vermijden dat ook andere diersoorten besmet raken en eveneens omkomen. De krokodillen zouden gestorven zijn aan een infectie die de vetlaag in hun lijf verhardt, zoals rubber. De dieren kunnen nog amper bewegen en zijn niet meer in staat om eten te bemachtigen, te baden of weerstand te bieden aan aanvallen van andere roofdieren.
Geen verklaring Het hoofd van de wetenschappelijke dienst van Kruger, Danie Pienaar, betreurt dat er nog geen enkele verklaring bestaat voor de epidemie. Mogelijk liggen problemen met de waterhuishouding in het park aan de basis. De ziekte zou niet besmettelijk zijn voor de mens. Een eerste balans maakt melding van 170 sterftegevallen, maar mogelijk zijn er dat dubbel zoveel. Kruger Park is één van de meest uitgestrekte natuurparken van Afrika. Het ontvangt ongeveer 1,3 miljoen toeristen per jaar. (belga/bf)
Kikkers worden met uitsterven bedreigd omdat de mens zo graag kikkerbilletjes eet. Elk jaar sterven 1 miljard kikkers om de honger naar hun billen te stillen. Dat hebben Australische wetenschappers vandaag bekendgemaakt.
Krimpende habitat "De habitat van de kikkers wordt steeds kleiner, dat vormt op zich al een groot probleem voor hun overleving, maar op de koop toe worden nog eens een miljard kikkers per jaar gedood voor hun billetjes. Echt helpen doen we hen dus niet", zo stelt Corey Bradshaw van de universiteit van Adelaide.
Niet meer seizoensgebonden Het probleem zit hem volgens de onderzoekers in de verschuiving van seizoensgebonden kikkerbilletjes eten naar een consumptie het hele jaar rond. Bradshaw wijst er op dat kikkers een belangrijke rol spelen in bijna alle ecosystemen omdat ze insecten eten. (dpa/eb)
Vrolijk draait hij een rondje, Hé, wat zit daar aan mijn kontje? Wat is dat rare lange ding voor iets, ik vind het toch maar niets. Vlug probeer ik het te pakken, maar ik kom niet verder dan mijn hakken. Harder en harder draai ik rond. Is dit wel gezond? Ik word dol, maar wel verdraaid: Hoera, ik heb hem te pakken... Au, au.."het is mijn staart!
Een tweede bezoek aan "oma Moen" bracht de volgende beelden op.
De eitjes zijn, zoals ze voordien voorspelde, op de juiste dag uitgekomen.
Wegens hun vraatzucht, worden ze aanstonds gevoederd met bladeren van de Moerbeiboom, een plant die overvloedig voorhanden is in haar tuin.
Naar mate de rupsen nu gaan groeien, gaan ze eveneens tot vier maal vervellen vooraleer ze zich in hun cocoon gaan nestelen. Ieder stadium wordt een 'instar' genoemd.
Vrijdag aanstaande hebben we dus nogmaals een afspraak met "oma Moen" gemaakt om het vervolg te kunnen bewonderen.
Dit wordt een onderwerp in een aantal afleveringen en waarschijnlijk vooral interessant voor de vrouwelijke leden van deze mailgroep.
Toevallig leerden we een echt Isaans gezin kennen, die zich bezig houden met het kweken van de zijderups op de traditionele wijze.
Het proces om Thaise zijde te produceren is verbazingwekkend. Alle verschillende stadia, van zijderupsen die moerbeiboombladeren eten tot aan het definitieve product, zullen we proberen in woord en beeld te brengen.
Deze stofferige eitjes......
moeten uiteindelijk dit kleed worden.
We bevinden ons ergens langs een verlaten zandweg te Chum phae, een 90 kilometer van Khon Kaen, waar we in contact komen met "oma Moen", een gezellige oude vrouw die ons met plezier het ganse stadia gaat uitleggen.
In de schaduw onder het primitieve huis , staat een rek van bamboestokken, waar meerdere rieten manden of "kra_tjaat" gestapeld zijn met een doek er over om uitdroging te verhinderen.
Met enige trots in haar ogen, mogen we een eerste blik werpen in één van deze manden....
Hier gaat het dus allemaal om.... de zijderups of "mai" of "ไหม"
Morgen brengen we haar terug een bezoekje om enkele beelden van de pas uitgekomen eitjes te nemen.... en hier een vervolg voor jullie aan te maken.
Angstig gedrag bij honden kent velerlei oorzaken maar ook diverse verschijningsvormen. Bij een angstige hond denkt u wellicht in eerste instantie alleen of vooral aan een hond die zijn staart tussen de poten drukt, een lage houding aanneemt en/of probeert te vluchten. Veel angstige honden vertonen inderdaad dit soort gedrag; deze vormen komen voort uit zogenaamde passieve verdedigende reflexen. Dat wil zeggen dat de hond wanneer hij zich bedreigd voelt, probeert de bedreiging uit de weg te gaan door zich zo klein en onderdanig mogelijk te tonen en/of door te vluchten.
Maar: angst of onzekerheid bij honden kan zich ook uiten door het tegenovergestelde gedrag (actieve verdedigende reflexen). In dat geval toont de hond zich, wanneer hij zich bedreigd voelt, juist heel stoer. Hij gromt en/of blaft, de haren op zijn rug komen overeind, zijn staart staat hoog en de hond maakt zich zo groot mogelijk. U kunt dit vergelijken met sommige mensen, die zich heel stoer voordoen om hun eigen verlegenheid te "overschreeuwen". Bij honden is er bij dit gedrag vaak sprake van "geconditioneerde (=aangeleerde) dominantie". De hond toont zich dus heel dominant, terwijl hij eigenlijk heel onzeker of zelfs angstig is. Dit kan het gevolg zijn van een leerproces; de hond heeft dan meermalen ervaren dat de "bedreiger" afdruipt wanneer de hond zich dominant voordoet, dreigt aan te vallen of zelfs daadwerkelijk aanvalt. Vaak zien we bij een hond die geconditioneerd dominant gedrag vertoont, tegenstrijdige signalen. Bijvoorbeeld: zijn nekharen komen overeind (groot maken = dominant/actief verdedigend), maar zijn staart wijst naar beneden (klein maken = onderdanig/passief verdedigend).
Angst bij honden kan voortkomen onder andere uit (een combinatie van):
Genetische aanleg Eventueel in combinatie met het imiteren (als jonge pup) van het angstige gedrag van de moederhond
Een slechte inprenting / socialisatie Tot zon 12 weken oud doorloopt iedere hond de zogenaamde inprentings- en socialisatieperiode, ofwel primaire socialisatieperiode. In deze gevoelige perioden staat de hond open om te leren wat er normaal is in het leven en wat niet. Dit is als het ware zo voorgeprogrammeerd. Daarom is het heel belangrijk om een jonge pup met van alles te laten kennismaken (drukke mensenmenigte, lawaai, andere beesten, andere honden, kinderen, bezoekers, verkeer enzovoort). Hoe meer een jonge pup opdoet aan positieve ervaringen hoe beter. Hij zal dan later tegenover die dingen waarmee hij als jonge pup uitgebreid en op een positieve manier heeft kennisgemaakt op een ontspannen, vrolijke manier reageren. Heeft een hond de eerste 1 tot 3 maanden van zijn leven weinig kennisgemaakt met allerlei zaken, dan is de kans groot dat hij op latere leeftijd angstig zal zijn (en blijven!) voor deze zaken. Overigens: het socialisatieproces stopt niet abrupt op de leeftijd van 3 maanden. Wanneer een pup op jonge leeftijd bijvoorbeeld prima is gesocialiseerd met allerlei andere honden maar in de periode tussen 3 en 6 maanden geen (of vervelende) ervaringen opdoet met andere honden, dan kan het oorspronkelijk positieve effect van een goede socialisatie weer teniet worden gedaan.
Een traumatische ervaring Honden kunnen angsten overhouden aan ingrijpende gebeurtenissen, zoals een auto-ongeluk, een ernstig gevecht met een andere hond, al dan niet opzettelijke mishandeling enzovoort.
Wanneer u een hond heeft die angstig gedrag vertoont, dan raden wij u aan de hulp van deskundige gedragsbegeleiders in te schakelen wanneer dit gedrag van uw hond gepaard gaat met een hoge mate van stress en/of agressie. In dit geval kan (goed bedoelde) verkeerde begeleiding van de hond namelijk al snel leiden tot verergering van het probleem en tot ongelukken!
Wanneer uw hond wel eens ergens bang voor is, zonder dat er sprake is van regelmatig terugkerende grote stress en/of agressie, dan heeft u wellicht iets aan de volgende adviezen:
Troost uw hond nooit wanneer hij angstig gedrag vertoont! Hoe begrijpelijk en menselijk troosten van een angstig dier ook is, het werkt absoluut averechts. Immers: de hond verstaat uw uitleg dat er geen reden is om bang te zijn niet, het enige dat hij hoort is dat u vriendelijk/belonend klinkt. U beloont de hond dus (onbedoeld) voor zijn angstige gedrag, waarmee u bevestigt dat dat gedrag is wat u graag van de hond wilt zien. Belonen van gedrag leidt altijd tot herhaling en intensivering van dat gedrag; uw hond zal dus steeds vaker en heftiger angstig gedrag laten zien!
Stel u in plaats van troostend juist kordaat en vrolijk op wanneer uw hond bang is. Wanneer uw hond u als zijn leider ziet en u laat zien dat er geen enkele reden is om bang te zijn (door vrolijk en zonder aarzeling gewoon recht op "het gevaar" af te gaan), dan draagt u ertoe bij uw hond over zijn angst heen te helpen. Neem een houding aan die uitstraalt "kom op, stel je niet aan" en beloon de hond pas op het moment dat die besluit om ondanks zijn angst toch maar met u mee te lopen. Wanneer u op dat moment met uw stem beloont, zorg er dan voor dat u oprecht vrolijk en dus niet geruststellend/troostend klinkt.
Welke beloning u ook gebruikt, zorg dat de timing van die beloning precies goed is. Het is dus niet goed om een hond die al angstig gedrag vertoont, af te leiden met iets lekkers of een speeltje! Dan beloont u immers precies het gedrag dat u niet wilt zien en beloond gedrag zal zich steeds vaker en heftiger herhalen. Wat wel kan is om te proberen het ontwikkelen van angstig gedrag vóór te zijn. Bijvoorbeeld: wanneer uw hond bang is voor andere honden en u ziet in de verte een andere hond naderen, doe dan iets met uw hond dat hij heel leuk vindt (vóórdat uw hond de eerste tekenen van angst of opwinding i.v.m. de naderende hond vertoont!). Speel met hem met een balletje of laat hem simpele gehoorzaamheidsoefeningetjes doen waarbij u beloont met iets lekkers. Stop het spel/de beloning zodra uw hond toch angstig gedrag gaat vertonen! Hervat het spel/de beloning zodra uw hond zich weer "gedraagt". In de tussentijd negeert u het angstige gedrag van uw hond volkomen (niet mopperen, niet troosten; gewoon niet reageren). Wanneer u dit consequent herhaalt dan gaat uw hond de komst van een andere hond zien als de voorbode van iets leuks in plaats van als iets bedreigends (namelijk dat u met hem gaat spelen of dat hij iets lekkers kan verdienen).
Of angstig gedrag kan worden afgeleerd is vooral afhankelijk van de oorzaak. Wanneer de basis van de angst een slechte inprenting / socialisatie is, dan is de kans op verbetering klein (maar niet onmogelijk). Is de angst op latere leeftijd ontstaan, dan is in de meeste gevallen verbetering of zelfs "genezing" mogelijk.
In sommige gevallen is het raadzaam om in geval van angsten gedragstherapie te ondersteunen met medicijnen, al dan niet op natuurlijke basis. Bach Bloesem Remedies bijvoorbeeld, hebben ons al heel vaak bewezen zeer effectief te kunnen zijn tegen allerlei angsten!
Aanbevolen boeken over hondengedrag / hondengedragsproblemen (click op de titel voor meer informatie):
*De teksten over hondengevechten hebben betrekking op de normale hondenrassen die een bijtrem hebben. Voor bloedlijnen uit vechtrassen waar de bijtrem is uitgefokt of voor gestoorde honden zijn de raadgevingen niet van toepassing en is het aangeraden de confrontatie te vermijden.
Tom is een langharige Duitse herder geboren in 1997. Sinds hij pup was heb ik met hem jarenlang cursussen hondengedrag, congressen en workshops afgelopen, mijn schuif ligt vol certificaten en er staat nog een pak boeken te wachten... en Tom, die vindt nog altijd maar 3 dingen belangrijk : loslopen, konijnen vangen en pakwerk.
Door de jaren heen heeft hij mij zo een lijst van trucjes geleerd om honden te begrijpen als je los gaat wandelen.
Tom's 10 hondse geboden
Geef geen eten voor de wandeling en neem verschillende verse snoepjes mee : stukjes vlees, kaas, nicknacks om te belonen als je de hond toch eens moet roepen. Roep hem alleen als het écht niet anders kan, als er bvb gevaar dreigt. Honden roepen elkaar nooit tenzij de pups in gevaar zijn. Je verlaagt je positie door hem te roepen. Verstop je regelmatig en leer hem op te letten. Sta je ver, beweeg dan even je armen of je lichaam : een hond ziet slecht een stilstaand beeld.
Spreek niet tot hem zonder reden : honden leven in stilte met elkaar en communiceren met bewegingen van het lichaam. Waarom blijven mensen de honden met woorden commando's geven terwijl zij veel beter handgebaren verstaan. Om aan elkaar duidelijk te maken dat ze een bepaalde richting gaan inslaan, kijken ze eerst in die richting, keren zich dan demonstratief om en stappen snel weg in die richting. Maak het hem verstaanbaar en doe hetzelfde : stap met een boog weg in de richting waar je hem wil hebben. Als je blijft staan en hem roept, zal hij het minder goed begrijpen dan als je je rug keert en weg stapt zonder spreken.
Een andere hond strelen of voedsel geven is afschuwelijk t.o.v. je hond : je verheft de vreemde hond tot een hogere rang, die enorme fout mag nooit gemaakt worden door een roedelleider, je eigen hond zal de vreemde hond moeten aanvallen om de rangorde te herstellen, en hij heeft gelijk !
Benader elkaar zijdelings en respectvol in een boog zoals honden doen, recht op elkaar aflopen geeft fixerend oogcontact en daagt uit.
Blijf niet stilstaan, praat al wandelend : bij stilstaan bouwen honden hun territorium op met als gevolg een grotere waakzaamheid, stress en kans tot uitvallen.
Grommende honden : normaal gedrag.
Als reuen elkaar traag benaderen en fixeren, peilen ze elkaar rangorde. Door grommend stijf rond elkaar te draaien en te besnuffelen volbrengen ze hun ontmoetingsritueel. Dit ritueel duurt een paar minuten. Gun hen de tijd voor dit sociaal contact. Respecteer hun privacy door niet stil te staan of ernaar te kijken maar verder te wandelen.
Bij die rangordebepaling hoort U soms wat grommen. Reageer daar zeker niet op en stap door. Dit is een normale uiting van dominantie en wijst niet op agressie. Soms ontstaat even een schijngevecht : als U gewoon onverschillig zwijgend verder stapt lost dit zich vanzelf op, de honden DOEN ALSOF ze elkaar verscheuren (kijk naar wolvendocumentaires). Bij dit ritueel kan de ene zelfs hevig grommen en de andere gillend janken, maar zij raken elkaar praktisch niet door hun aangeboren bijtrem, het hondse ridderlijkheidsinstinct (*weggefokt bij vele staffords : bovenstaande tekst geldt dus niet altijd voor dit ras).
Een kleine verwonding is echter altijd wel het risico van een vrij leven, daar heeft mijn hond Tom zijn spaarpot voor. Ieder levenslustig kind komt met schaafwonden thuis, maar wil je de confrontatie toch vermijden, dan heb je 2 opties.
Vooraleer hij naar de hond gaat : wandel een andere richting uit en lok je hond op een vrolijke manier met een speeltje of stok.
Als hij al naar de hond gaat : loop weg zo snel je kan en verstop je; als hij je dan vindt moet hij een zeer hoge beloning krijgen zoals heel lekker eten, speeltje, stok en dit met laaiend enthousiasme dwz : je springt en gilt van blijdschap als een indiaan. De hoogste beloning in het leven van een hond is de adrenalinekick. Die vindt hij bij een conflict, jij neemt het hem af, geef hem die terug door hem zo op te winden. Gedragsleken zullen je voor gek aanzien, so what. Gedragskenners zullen je begrijpen.
Vechtersbaasjes !
Je veroorzaakt een gevecht als je het ontmoetingsritueel verstoort door :
- je hond te roepen (als je hond je op dat ogenblik gehoorzaamt zal de andere hond dit zien als vluchten en je hond aanvallen)
- de naam van je hond te zeggen, te blijven stilstaan of erger nog, erheen te gaan : je aandacht verstoort de rangorde en hitst op tot vechten.
Als het gevecht ontstaan is :
- zal de kans op verwonding het kleinst zijn : indien de eigenaars in tegenovergestelde richting weglopen
- zal de kans op verwonding het grootst zijn : indien de eigenaars blijven staan, naar de honden toe gaan, willen uit elkaar halen, roepen, trekken of slaan; de honden zien dit als meevechten, je verstoort de balans hond-hond en je neemt de bijtrem weg.
Een aangelijnde hond hoort niet in een losloopzone, de lijn geeft stress en belemmert zijn lichaamstaal, hij wordt niet begrepen door je loslopende hond en lokt agressie uit, vraag de aangelijnde hond los te maken of neem een andere richting.
Notenkraker De notenkraker (Nucifraga caryocatactes ) behoort tot de kraaiachtigen . Deze vogel is in de Benelux een dwaalgast . De notenkraker is een vogel van het hoge noorden. Nucifraga is Latijn, samengesteld uit nux (=noot) en fraga (=breken). Caryocatactes is grieks en een samentrekking van karuon (= noot) en katagnunai (= breken). Dit is dus eigenlijk een beetje dubbelop. Dit wordt emfatische ofwel benadrukkende naamgeving genoemd. De nominaat ondersoort Nucifraga caryocatactes carycatactes of Dikbeknotenkraker komt voornamelijk voor in de boreale naaldboomgordel van Scandinavië tot aan de Oeral en in de berggebieden van Midden en Zuidoost-Europa. De ondersoort Nucifraga carycatactes macrorynchos komt voor in de taiga van Siberië tot aan de Pacifische kust. Macrorynchos is een samentrekking van het griekse macros (= groot of lang) en rynchos (= bek of snavel). Afmeting 32-35cm, spanwijdte 49-53. De afmeting is vergelijkbaar met zijn naaste familielid de Vlaamse gaai , die echter een langere staart en iets langere vleugels heeft. Gezonde volwassen vogels wegen ongeveer 150-200 gram.
Het is vooral de Siberische ondersoort macrorynchos, die in sommige jaren als invasievogel in herfst en winter naar Nederland komt. Dit soort invasies wordt meestal veroorzaakt door voedselgebrek, hoewel invasies, die vrijwel geheel uit eerstejaars vogels bestaan ook wijzen op een uitzonderlijk goed broedjaar. De laatste grote invasie in Nederland vond plaats in 1968 toen waarschijnlijk meer dan 10.000 Notenkrakers ons land bezochten. Minder talrijke invasies vonden plaats in 1971, 1977, 1985 en 1991. Het opvallende van deze invasies is, dat meestal geen terugtrek wordt waargenomen. Het lijkt erop, dat veel vogels hier door voedselgebrek sterven. In 1968 zijn er bijvoorbeeld bij erkende preparateurs ongeveer 800 dieren aangeboden om op te laten zetten. Opvallend is, dat de vogels vaak bijzonder tam zijn. Sommige eten zelfs uit de hand en komen een huis binnen. Ook begeven ze zich vaak dicht in de buurt van boeren of boswerkers om de verstoorde insecten te vangen.
Het voedsel bestaat voornamelijk uit zaden van diverse naaldbomen zoals Siberische spar (Pinus sibiricus), Alpenden (Pinus cembra), Macedonische den (Pinus peuce) en Hazelaar (Corylus avellana). De relatie met de Siberische den en alpenden is opmerkelijk. Sommige onderzoekers spreken in dit opzicht van een symbiotisch verband. De zaden van deze dennen zijn niet gevleugeld en nogal zwaar (0.3g), waardoor ze onmogelijk door de wind verspreid kunnen worden. Hier komt de Notenkraker te hulp, omdat deze de gewoonte heeft voorraden van deze zaden aan te leggen voor het winterseizoen. De alpenden (Pinus cembra) heeft op die manier veel van zijn habitat weer kunnen innemen nadat hij eerst door de mens was gekapt. In Siberië is waargenomen hoe hele stukken bos binnen een week van zaadkegels ontdaan kunnen zijn. De vogels verstoppen de zaden net als Gaaien in (meestal ondergrondse) bergplaatsen. Ze zoeken voedsel in een groot gebied rondom het territorium, maar de bergplaatsen zitten allemaal binnen het territorium. Om de zaden te vervoeren beschikken de vogels over een krop onder de tong, waarin ze een aantal zaden kunnen vervoeren. Maximaal worden ongeveer 200 zaden tegelijk vervoerd, wat dus 60 gram weegt. Ook is een keer een vogel gevangen met 26 hazelnoten in de krop, deze noten worden echter meestal met 10-15 stuks tegelijk vervoerd. Het lijkt erop, dat de vogels meestal alle zaden uit een enkele kegel (40-60 stuks) in de krop bergen en vervolgens hiermee naar het territorium terugvliegen om ze in een aantal bergplaatsen te verstoppen. Dit vaak in twee stappen, waarbij eerst de hele voorraad uit de krop in een tijdelijke bergplaats wordt gelegd en vervolgens van hieruit kleinere porties over de uiteindelijke bergplaatsen verdeeld worden. Deze bergplaatsen bevatten dan 2 tot 50 zaden (gemiddeld 12). Geschat wordt, dat iedere vogel zon 100.000 (50.000 250.000) zaden verstopt, waarvan hij ongeveer er ongeveer 27.000 nodig heeft om te overleven. Waarnemingen aan individuen toonde aan, dat de vogels in ongeveer 65% van de gevallen rechtstreeks naar een bergplaats vliegen en de zaden eruit halen. Na enig zoeken wordt 80-90% van de bergplaatsen gevonden. Een vogel in Siberië vond binnen 15 minuten 8 bergplaatsen. Eenmaal werd vastgesteld, dat een vogel een bergplaats terugvond 17 maanden, nadat deze gemaakt was. Ook sneeuwbedekking (tot zelfs meer dan 1 meter) is geen onoverkomelijke hindernis bij het terugvinden van de bergplaatsen.
De band binnen een paartje is vermoedelijk net als bij de Kauw voor het leven. Ze leggen meestal 3 à 4 eieren. Beide vogels bebroeden de eieren, duur van het broeden ±18 dagen. Het aandeel mannetje is met 32% iets minder, dit komt omdat het vrouwtje meestal de nacht op het nest doorbrengt. De jongen worden door beide ouders verzorgd. Tot 15 dagen na het uitkomen worden ze warm gehouden door beurtelings één van de ouders, daarna alleen s nachts en bij slecht weer. Na 21 dagen kunnen ze op de nestrand komen en als ze ongeveer 25 dagen oud zijn lokken de oudervogels ze het nest uit, wat gemiddeld na 28 lagen lukt. Hierna blijven ze de eerste dagen in een boom vlakbij het nest zitten. De jongen worden tot een leeftijd van 120 dagen (gemiddeld ongeveer 100 dagen) door de ouders verzorgd. Het voeden van de jongen is een tijdrovend karwei, omdat de oudervogel eerst een zaadje uit zijn krop naar zijn snavel moet manoeuvreren. Hierna moet, om te vermijden dat het zaad in de krop van het jong komt, de ouder zijn snavel diep in de geopende snavel van het jong steken alvorens het zaad los te laten. Naarmate de jongen groter worden moet de ouder hierbij steeds dieper doorsteken. De vogels zijn in beperkte mate territoriaal. Het lijkt erop, dat ze hun naaste buren herkennen en deze minder agressief benaderen dan vreemde soortgenoten. Bij het nest worden ook roofvogels en Gaaien verjaagd. Indien mogelijk blijft een paartje het eenmaal gekozen territorium trouw. Een paartje in Zweden kwam minimaal 14 jaar in hetzelfde territorium broeden.