Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
Tinamoes hebben kleine, rond vleugels en een plomp lichaam. Hoewel deze Zuid-Amerkaanse vogels kunnen vliegen, gaat het ze niet makkelijk af en geven ze de voorkeur aan lopen. Hun uithoudingsvermogen is niet groot. Bij gevaar vertrouwen ze op hun schutkleur en drukken ze zich plat op de bodem. Ze nestelen op de grond. De mannetjes broeden en hebben daarom ook een betere schutkleur dan de vrouwtjes.
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/
Droge ogen ofwel KCS bij de hond en de kat (Tante Lotte)
Droge ogen ofwel KCS bij de hond en de kat
Droge ogen ofwel keratoconjunctivitis sicca (= KCS) is een uitdroging van het hoornvlies (= de buitenste, doorzichtige bekleding aan de voorzijde van het oog) en het oogslijmvlies. Het is een gevolg van een tekort aan tranen of het niet goed functioneren van het laagje traanfilm door een verkeerde samenstelling van het traanvocht.
KCS is een relatief veel voorkomende aandoening bij de oudere hond en mens. Hoewel de aandoening zowel bij kruisingen als bij rashonden en -katten wordt vastgesteld, zien we het vooral bij de kleine hondenrassen zoals de langharige Dashond, de West Highland White Terriër, de Yorkshire Terriër, de Cocker Spaniël, de Cavalier King Charles Spaniël, Pekinees, de Shih Tzu, de Lhasa apso, de Poedel en de Beagle.
Tranen dienen vooral om het oog vochtig te houden. Bij elke knipperslag wordt het traanvocht in een dun laagje gelijkmatig over het oog verdeeld. Dit dunne laagje noemt men de traanfilm en dient het oog te beschermen tegen de buitenlucht. Sommige dieren produceren onvoldoende traanvocht om hun ogen voldoende vochtig te houden. Dit heeft tot gevolg dat de ogen gaan branden, jeuken of slijm afscheiden.
Wat is de oorzaak van KCS?
Zogenaamde droge ogen worden in ons leefklimaat zeer vaak veroorzaakt door het eigen lichaam van de hond of kat en door factoren van buitenaf. Door het ouder worden van de huid en slijmvliezen worden de ogen wat droger. Te droge lucht in huis, vervuilde lucht in de randstad en/of harde wind geven dan bij veel van de oudere dieren bovengenoemde klachten.
Een andere belangrijke oorzaak bij de hond is een onvoldoende productie van tranen doordat de traanklieren worden vernietigd door het eigen lichaam.
Overige oorzaken van droge ogen zijn
te weinig of helemaal niet knipperen met de ogen (zoals bij dieren onder narcose),
onvoldoende sluiten van de oogleden tijdens het slapen (vooral bij de grootogig kortneuzige honden- en kattenrassen),
het gebruik van bepaalde medicijnen (zoals sulfapreparaten),
chirurgisch verwijderen van de traanklier in het derde ooglid,
aangeboren niet goed gevormde traanklieren en
letsels van de zenuwvoorziening van de traanklieren, de traanklieren zelf of hun afvoerbuisjes. Ook oorstekingen en letsels bij de basis van het oor kunnen de zenuwvoorziening van de traanklieren verstoren.
Hoe weet ik of mijn dier droge ogen heeft?
Het hoornvlies heeft een dof aspect en de slijmvliezen van het oog en de oogleden zijn rood. Soms kunnen droge ogen worden afgewisseld met tranende ogen: de basisbevochtiging is onvoldoende en als reactie daarop gaan de ogen zo nu en dan tranen.
Als de KCS al langer bestaat, is er ook een pussige ooguitvloeiing, die vaak op de oogbol blijft hangen in plaats van zich in de ooghoek te verzamelen.
In een nog later stadium kan het hoornvlies een grijsverkleuring en/of zweertjes gaan vertonen. Bloedvaatjes vanuit de slijmvliezen kunnen in het hoornvlies gaan groeien. Vaak is de neus droog.
De dierenarts kan de hoeveelheid traanproductie meten door een strookje vloeipapier om het onderste ooglid te leggen. Het traanvocht kan ook nader onderzocht worden door toevoeging van kleurstofdruppels.
Wat is de behandeling van KCS?
De meest gebruikte methode is het regelmatig druppelen van de ogen met kunsttranen of met vitamine A oogdruppels.
Ook zijn er medicijnen die de traanproductie kunnen stimuleren. Na 2 en 4 weken wordt het effect hiervan gecontroleerd door de traanproductie opnieuw te meten. Op die dag mogen geen medicijnen op het oog worden aangebracht.
Een speciale bril, die aan de zijkanten is afgesloten, kan ervoor zorgen dat de ogen tijdens het fietsen door de wind niet te veel uitdrogen. Het is tevens nodig zaken die extra droogte of irritatie geven te vermijden, zoals rook of een ventilator in de auto.
Voor de behandeling van een ernstige KCS is meer nodig, dan alleen het vochtig houden van de ogen met oogdruppels. De pussige ooguitvloeiing moet met het slijmverdunnende middel acetylcysteïne en een steriele fysiologische zoutoplossing worden opgelost en uitgespoeld, waarna een zalf met antibioticum en vitamine A op de ogen wordt aangebracht.
Bij katten en honden met totaal geen traanproductie of die slecht te hanteren zijn, kan een operatie worden overwogen, waarbij de speekselafvoerbuis wordt omgeleid naar het oog. Er dient dan echter wel een normale speekselproductie te bestaan. Deze "ductus parotis transpositie" zorgt dat het oog met speeksel wordt bevochtigd, waardoor de ogen niet vele malen daags gedruppeld hoeven te worden. Een nadeel van deze operatie is dat het speeksel kalkneerslagen op het hoornvlies, het onderooglid en de haren veroorzaakt. Tevens is deze operatie bij de kat (in tegenstelling tot bij de hond) lastig uit te voeren.
Wat is de prognose van KCS?
Zolang de ogen goed vochtig worden gehouden: goed.
Bij een chronische KCS treedt vaak wel enig herstel van de traanproductie op, maar meestal geen volledig herstel. Dit betekent: levenslang 2 tot 8 maal daags medicatie en de ogen regelmatig door de dierenarts laten controleren. De kat heeft over het algemeen een betere prognose dan de hond
Ieder dier dat ooit onderzocht is, slaapt, al hangt het er vanaf wat je precies onder slaap verstaat. In ieder geval kennen ze rustperioden die iedere dag op ongeveer dezelfde momenten terugkeren. Hoeveel ze slapen, en wanneer, verschilt van soort tot soort. De verschillen zijn groot, ook wanneer je verwante soorten bekijkt. Er zijn knaagdieren die kort slapen en er zijn ook langslapers bij. Hetzelfde geldt voor aapachtigen: sommige zijn slaapkoppen, anderen slapen juist heel weinig.
Kleine dieren de grootste slapers
De enige echte trend die we in het dierenrijk vinden is: hoe groter het dier, hoe minder slaap het nodig heeft. Olifanten en giraffen slapen maar een paar uur per dag. Katten en ratten zijn het grootste deel van de dag aan het slapen. De precieze reden hiervoor is onduidelijk, maar heeft misschien te maken met energiebesparing. Hoe kleiner een dier is, hoe meer energie het in verhouding nodig heeft om te functioneren. Tijdens de slaap vertraagt het metabolisme, waardoor het energieverbruik afneemt. Toch zegt grootte, zoals gezegd, ook niet alles. Er zijn veel uitzonderingen op de regel.
Vaker per dag
Mensen slapen één keer per etmaal, meestal ´s nachts, gedurende acht uur min of meer aaneengesloten. Bij de meeste dieren is het anders. Ze slapen wel overwegend ´s nachts (of bij nachtdieren: overdag), maar in kortere perioden. Ook doen ze overdag wel eens een kort dutje. Veel mensen doen trouwens ook wel eens een dutje overdag, dus misschien is het feit dat wij dat normaal niet doen meer een kwestie van cultuur dan natuur.
Ook dieren dromen
Wanneer ratten in een laboratorium worden uitgerust met electroden, kan worden aangetoond dat ze in hun dromen herbeleven wat ze overdag meemaken. Die electroden meten de activiteit van de hersenen dag en nacht. De ratten worden getraind om een parcours af te leggen, met aan het eind van de speurtocht een beloning in de vorm van een lekker hapje.s Nachts blijkt de hersenactiviteit tijdens de REM-slaap vaak precies hetzelfde patroon weer te geven als toen de rat de taak daadwerkelijk uitvoerde. Hij droomt s nachts van het parcours. Vrijwel alle warmbloedige dieren zoogdieren en vogels kennen de REM-slaap. Ze dromen dus misschien ook allemaal.
Jonge dieren
Net als bij mensen blijken de meeste warmbloedige jonge dieren veel slaap nodig te hebben. In de loop van het leven neemt die behoefte langzaam af. Het verschil gaat net als bij mensen vooral ten koste van de REM-slaap. Kennelijk is deze slaaptoestand vooral voor dieren die nog groeien en waar de hersenen zich dus nog van ontwikkelen bijzonder belangrijk.
VEENENDAAL - Menigeen vraagt zich wellicht af wat daar nu toch aan de gevel hangt in de Veenendaalse wijk Dragonder - Oost.
Aan het woongebouw nabij de brug tussen het Huzarenpad en het Jagerspad zijn de Nestelpokken van de Groninger kunstenaar Martin Borchert bevestigd. Het is een van de kunsttoepassingen in de wijk uit een serie van zes projecten, waarvoor het gemeentebestuur één procent van de opbrengst uit de nieuwbouw besteedt. De kunstbollen zijn bedoeld als nestplaats voor de gierzwaluwen, die rond Koninginnedag na een barre tocht van ruim achtduizend kilometer terugkeren van hun winterverblijf in Zuidelijk Afrika. Het kunstwerk wordt vrijdagmiddag 27 april feestelijk opgeleverd. Aardig is de speciale site van de vogelbescherming www.beleefdelente.nl voor wie iets meer wil weten over onder meer de gierzwaluwen.
(De Gelderlander)
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/
Vogels zijn net als zoogdieren warmbloedige gewervelde dieren met longen en een hart met twee boezems en twee kamers. Als lichaamsbeharing bezitten ze als enige groep in het dierenrijk een verenkleed. Alle vogels planten zich voort door het leggen van eieren.
Bijna alle vogels zijn aan het leven in de lucht aangepast. Ze hebben speciale lichaamsvoorzieningen, die het mogelijk maken om te vliegen. Daartoe behoort, dat ze in verhouding tot hun grootte een relatief gering gewicht bezitten, doordat hun beenderen dunwandig zijn en met lucht gevulde holle ruimten hebben. Tegelijkertijd zijn hun bovenste ledematen verlengd en tot vleugels omgevormd.
In plaats van zware kiezen en tanden in de kaak hebben ze een lichte snavel en hun snelle verteringssysteem zorgt ervoor dat het voedsel niet lang in het lichaam verblijft. De voorste ledematen hebben zich ontwikkeld tot vleugels en zijn bedekt met waterafstotende, lichte veren. Sterke vliegspieren, die aan het verlengde borstbeen hechten, dragen zorg voor voldoende kracht om te vliegen; deze alleen kunnen minstens 15% van het lichaamsgewicht uitmaken van een vogel die kan vliegen. De oudst bekende vogel leefde ongeveer 150 miljoen jaar geleden. Vogels stammen van reptielen af en hun veren hebben zich uit de typische reptielenschubben ontwikkeld. Er zijn overigens ook enkele wetenschappers die beweren dat vogels van dinosaurussen afstammen.
AVES Vogels
APTERYGIFORMES Kiwi's
STRUTHIONIFORMES Struisvogels
RHEIFORMES Nandoes
CASUARIIFORMES Casuarisvogels (casuarissen en emoe's)
Sinds de mens de heersende en meest succesvolle soort op aarde is geworden, is hij door dit succes begonnen het milieu te veranderen en daarmee ook de levensomstandigheden van andere levensvormen. Honderden jaren lang kapten we zorgeloos hier een boom, wierpen daar ons afval neer, lieten gevaarlijke gassen in de atmosfeer ontsnappen, jaagden en doodden wilde dieren, visten ze uit de zeeën weg en realiseerden ons geen moment dat onze wereld daardoor in één of andere vorm zou kunnen veranderen. Nu pas dringt het langzaam tot ons door, dat we bezig zijn de aarde en haar bewoners te vernietigen als we al deze dingen als voorheen blijven doen.
Inmiddels hebben we door onze levensstijl het natuurlijk evenwicht in aanzienlijke mate verstoord en zijn er processen in gang gezet, die mogelijk verwoestende gevolgen hebben voor het toekomstig leven op onze planeet. Pas nu beginnen we te begrijpen dat alles wat we doen wereldomvattende gevolgen kan hebben. Met de verbranding van fossiele stoffen zoals kolen, en het kappen van gigantische bosgebieden dragen we bij tot de opwarming van de aarde. De geringste stijging van de aardtemperatuur kan echter tot veel grotere extremen in de weersomstandigheden leiden dan we op dit moment kennen. Dit zou bijvoorbeeld gigantische overstromingen tot gevolg kunnen hebben door het smelten van de poolijskappen. Bovendien moeten we beseffen dat het meeste wat we weggooien in feite niet verdwijnt, of het nu afval in zee betreft of gassen in de atmosfeer. Vaak ontstaan op deze manier grote hoeveelheden andere giftige stoffen, die het natuurlijk evenwicht op een manier aantasten die we nog niet begrijpen.
Iedere verandering die we in één of ander deel van onze wereld teweegbrengen, heeft negatieve gevolgen voor de inheemse planten en dieren. Door de vernietiging van leefgebieden waarin specifieke dieren- en plantensoorten leven, bedreigen we deze onafwendbaar met uitsterven. Het is nog erger: we vernietigden - en doen het nog steeds - een hele reeks van diersoorten, doordat we ze gewetenloos gejaagd en gedood hebben enkel en alleen om ons zaken te verschaffen die we even makkelijk op een andere, minder destructieve wijze hadden kunnen verkrijgen. Als we deze destructieve manier van leven op willen geven, is het absoluut noodzakelijk om ten aanzien van de aarde en onze medebewoners daarop een totaal andere instelling te ontwikkelen.
bron dierenjungle.nl
{ zolang er mensen zijn die denken dat dieren niet voelen,
De groep zoogdieren vormt de bekendste klasse van het dierenrijk, in het bijzonder omdat wij er zelf toe behoren evenals de dieren waarmee we het meest vertrouwd zijn. De zoogdieren worden in drie subklassen onderverdeeld: hogere zoogdieren (Placentalia ), waarvan de jongen ver ontwikkeld ter wereld komen; buideldieren (Marsupialia ), waarvan de jongen in embryonale toestand geboren worden en die hun ontwikkeling in de buidel van de moeder voltooien; en eierleggende zoogdieren of snaveldieren (Monotremata ).
Zoogdieren zijn gewervelde dieren met borstklieren, lichaamsbeharing en vier ledematen, die bij de meeste zeezoogdieren tot vinnen zijn omgevormd. Ze ademen via de longen en zijn warmbloedig, dat wil zeggen dat hun lichaamstemperatuur min of meer constant blijft, onafhankelijk van de omgevingstemperatuur waarin ze zich bevinden. Ze bezitten een goed functionerende bloedsomloop en een hart met twee boezems en twee kamers.
Zoogdieren planten zich door bevruchting tussen mannetjes en vrouwtjes voort. Met uitzondering van de Monotremata ontwikkelen de jongen zich in de baarmoeder van het vrouwtje. De jongen leven van de moedermelk. Zoogdieren komen sinds ruim 200 miljoen jaar overal op aarde voor, waarbij de grootste diversiteit van soorten ongeveer 15 miljoen jaar geleden voorkwam. Tegenwoordig bestaan er ongeveer 4000 verschillende soorten, waarvan ongeveer de helft uit knaagdieren bestaat. De grootste dieren die momenteel op aarde leven, zoals de reusachtige walvissen en olifanten, zijn zoogdieren. De blauwe vinvis is het grootste dier dat ooit heeft geleefd.
De lichaamstemperatuur van onze gezelschapsdieren kan onder diverse omstandigheden iets afwijken van bovenstaand staatje. Zo kunnen enkele dieren zich in de wachtkamer dusdanig opwinden dat de temperatuur hoger ligt. Bij hond en kat gaat men doorgaans pas echt van koorts uit als de temperatuur boven de 39 graden ligt (opnemen via de anus). Doorgaans ligt de temperatuur bij kleine rassen hoger dan bij grote. Let bij konijnen op dat zij niet in de felle zon staan: deze zijn gevoelig voor hitteslag, wat fataal kan blijken. Pas ook op met zon bij (gedeeltelijk) witte dieren; deze lopen gemakkelijk zonnebrand op.
levenscyclus
levenscyclus
dier (soort)
geslachtsrijp (weken)
draagtijd (dagen)
levensduur (jaren)
cavia
chinchilla
fret
gerbel
hamster
hond
kat
konijn
muis
rat
9
20-25
24-36
9-12
4-7
25-50
25
20-42
6-7
6-10
60-75
105-115
42
24-26
15-17
64-66
61-69
30-35
19-24
18-23
6-8
15-20
6-9
3-5
2-3
6-17
13-22
5-9
2
2-3
Binnen een diersoort kunnen bovenstaande waarden per ras wat variëren. Zo leven grote honden doorgaans korter dan kleine. Bovendien zal bijvoorbeeld een fret in de natuur veel minder lang leven dan zijn soortgenoot als huisdier. Uitzonderingen zullen er altijd zijn: zo worden sommige mensen ook meer dan 100 jaar oud....
Hartvormen zijn, de naam zegt het inderdaad al, wormen die zich in het hart kunnen bevinden bij hond- en katachtigen. Om u maar meteen enigszins gerust te stellen: de infectie wordt in Nederland alleen gezien bij dieren die afkomstig zijn uit gebieden waar deze parasiet voorkomt. De infectie wordt namelijk overgebracht door bloedzuigende muskieten en daarom met name gevonden in de tropische en warme streken van de wereld. Het gebied waar de ziekte kan optreden breidt zich echter wel steeds verder uit. De hartworminfectie is inmiddels al waargenomen tot in Noord- Frankrijk. De streken waar de besmetting echt veel voorkomt zijn Amerika, Afrika, Azië, Australië en Zuid-Europa. De diersoorten waarbij de worm kan voorkomen zijn de hond, dingo (Australië), wolf, vos, fret, zeeleeuwen, tamme en wilde katten.
Levenscyclus van de hartworm Volwassen wormen bevinden zich in de slagaders van de longen en bij zware infecties ook in het hart zelf. Soms kunnen ze doordringen in de grote holle lichaamsader (vena cava). De vrouwelijke exemplaren produceren larfjes die in het bloed gaan circuleren en daar wel twee en een halfjaar in leven kunnen blijven. Wanneer een muskiet bloed zuigt kunnen de larfjes in dit insect terechtkomen en zich binnen twee tot drie weken ontwikkelen tot een larve waarmee weer een ander dier, dit wordt de gastheer genoemd, besmet kan worden via de steeksnuit tijdens een volgende bloedmaaltijd. In het nieuwe slachtoffer ontwikkelt de larve zich onder de huid en in de spieren binnen enkele maanden tot jonge wormen die zich naar de bloedbaan toe bewegen om zo naar de longen en het hart vervoerd te worden. De wormen kunnen wel vijf tot zeven jaar in leven blijven. De kat blijkt minder gevoelig te zijn voor een hartworminfectie dan de hond. In Amerika zijn gemiddeld vijf tot twintig procent minder katten dan honden besmet. Daarnaast blijven de wormen in de kat kleiner en veel minder lang in leven (twee tot drie jaar). Bij de kat verdwijnt de infectie nog wel eens vanzelf, waarschijnlijk door een veel sterkere afweerreactie. Ook verschijnen er maar zelden larfjes in de bloedbaan van de kat.
Ziektebeeld Er treden klachten op doordat de wormen beschadigingen veroorzaken aan de wand van hel hart en de grote longslagaders. Hierdoor kan er vocht ontstaan in de longen en vergroting van het hart met uiteindelijk tekortschieten van de hartfunctie. Vanzelfsprekend kan een dier aan dergelijke ernstige klachten overlijden. Meestal zijn er bij het optreden van klinische verschijnselen meer dan 50 wormen aanwezig. De ziekte begint sluimerend. Het uithoudingsvermogen vermindert en er wordt een keertje gehoest. Later treden er ernstigere klachten op, zoals gewichtsverlies, leververgroting, vocht in de buikholte en ademhalingsproblemen. Bloedarmoede kan het gevolg zijn van beschadiging van rode bloedcellen en nierbeschadiging. In sommige gevallen kan het dier zonder voorafgaande verschijnselen in shock raken doordat wormen de vena cava bereiken en het hart plotseling tekort gaat schieten in de pompfunctie. In dat geval spreken we van een acuut ziektebeeld.
Diagnose De dierenarts denkt aan hartworminfectie wanneer uit de ziektegeschiedenis blijkt dat het dier afkomstig is uit een land waar de infectie bekend is. Ook dieren die op vakantie zijn geweest in zo'n land lopen een zeker risico. De ziektesymptomen wijzen op een hartaandoening en op een foto van de borstholte worden vaak de verwijde longslagaders al gezien samen met vocht in de longen en een vergroot hart. Daarnaast kan de diagnose nauwkeuriger worden gesteld met behulp van een echografie, het maken van een ECG (Electro Cardiogram) en bloedonderzoek. In bloeduitstrijkjes kunnen soms de kleine larfjes worden waargenomen en er bestaan sinds enkele jaren bloedtesten die de aanwezigheid van larfjes kunnen aantonen.
Voorkoming De eenvoudigste maatregel om de ziekte te voorkomen bestaat natuurlik uit het niet meenemen van huisdieren naar gebieden waar de ziekte voorkomt. Wanneer dit toch wordt gedaan, dient er iedere maand behandeld te worden met speciaal hiervoor ontwikkelde medicijnen. Met de behandeling wordt dan begonnen vlak voor vertrek en doorgegaan tot één maand na thuiskomst.
Behandeling De behandeling van een dier met een hartworminfectie brengt risico's met zich mee. Met behulp van injecties kunnen de volwassen parasieten in het hart en in de bloedbaan worden gedood. Wanneer deze massaal loslaten en worden meegevoerd met de bloedstroom, kunnen problemen ontstaan door- dat bloedvaten worden afgesloten (trombose). In ernstige gevallen kunnen de wormen ook operatief worden verwijderd. Zes weken later wordt de behandeling herhaald, maar dan met een ander middel gericht op het onschadelijk maken van de larfjes in het bloed. Wanneer het dier op deze wijze is behandeld en de parasieten zijn verdwenen, dan zijn de vooruitzichten goed.
dierenarts/parasitoloog Via Hofstadklanken Uit Over Dieren
Uit: Over dieren.
Auteur: dierenarts/parasitoloog Paul Overgauw
{ zolang er mensen zijn die denken dat dieren niet voelen,
Zij hebben een rond, afgeplat gezicht met grote naar voren gerichte ogen die vast in de schedel staan. Om dus in diverse richtingen te kunnen kijken moet de uil steeds de kop draaien, wat uilen dan ook zeer goed kunnen. Ze hebben een haaksnavel en krachtige klauwen aan hun poten, die vaak dicht bevederd zijn. Uilen hebben grote ogen die helpen een prooi in het donker te ontdekken. Zij vliegen vaak geruisloos door de nacht op zoek naar prooidieren, zoals muizen . Overdag wordt een slapende uil soms aangevallen door kleinere vogels, die hem proberen te verjagen. Uilen nestelen in een holle boom, op de grond of in gebouwen.
Uilen hebben een bijzonder goed gehoor. Ze zijn in staat om bij complete duisternis hun prooi te vinden. In een experiment wisten ze in 13 van de 17 gevallen een muis te vangen die in een compleet donkere kamer was losgelaten.
Bij een aantal geslachten van de uilen is er sprake van asymmetrie in de ooropeningen. De oren van uilen bestaan uit een ooropening, in sommige soorten bedekt met een oordeksel (operculum ). De oren moeten niet verward worden met de oorpluimen die uilen zoals de ransuil hebben, oorpluimen worden door veren gevormd, en zitten ook niet op de plaats waar de ooropeningen zitten.
De asymmetrie van de oren bij uilen bestaat eruit dat de ooropeningen links en rechts niet op dezelfde hoogte zitten. Ook de vorm van de ooropening (in de huid, maar ook in de schedel) en van het oordeksel kan links en rechts verschillen. De functie van deze asymmetrie is een betere bepaling van de richting waar geluiden vandaan komen voor de verticale component. Het mechanisme werkt vergelijkbaar met de horzontale plaatsbepaling: geluiden uit een bepaalde richting komen iets eerder aan bij het ene oor. Uilen kunnen een verschil tot 30 microseconden in aankomsttijd tussen beide oren waarnemen (een microseconde is een miljoenste seconde).
Om de informatie te verwerken is het deel van de hersenen wat met horen in verband staat bij uilen veel groter dan bij andere vogels. Uilen vormen een plattegrond van de omgeving op basis van geluidsinformatie, zoals mensen dat doen met visuele informatie. Uilen hebben een gebied in de middenhersenen met ongeveer 10.000 neuronen dat net zo georganiseerd als de visuele cortex . De activiteit van de neuronen in dat gebied is geassocieerd met geluid uit een specifieke richting.
Dieren met verticaal symmetrisch geplaatste oren zijn soms ook zeer goed in staat zijn om de bron van een geluid te bepalen, ook verticaal. Ze gebruiken dan echter een volstrekt ander mechanisme voor verticale plaatsbepaling.
Resultaten van genetisch onderzoek wijzen erop dat de uilen zich ongeveer 80 miljoen jaar geleden hebben afgesplitst van andere vogels. Ze hebben een gemeenschappelijke voorouder met de nachtzwaluwachtigen (Caprimulgiformes).
Het oudst gevonden fossiel van de kerkuilen (Tytonidae) dateert van 58 miljoen jaar geleden. De familie van kerkuilen lijkt eerder ontstaan te zijn dan de Strigidae , het oudst gevonden fossiel van deze familie dateert van 40 miljoen jaar geleden.
Op Cuba leefde tot 8-10 duizend jaar geleden een uil die bijna een meter groot was, Ornimegalonyx oteroi. Deze uil had lange poten, als een loopvogel, maar was waarschijnlijk nog wel in staat om te vliegen.
Uilen zijn de enige dieren waarbij asymmetrisch geplaatste oren zijn gevonden2. Omdat de asymmetrie bij verschillende geslachten zo verschilt, gaan onderzoekers ervan uit dat deze asymmetrie in de verschillende geslachten onafhankelijk van elkaar is geëvolueerd (zie ook convergente evolutie ). Er zijn ook uilen waarbij de oren wel symmetrisch zijn geplaatst, en het blijkt dat deze uilen niet graag in complete duisternis vliegen. Uilen met asymmetrische oren hebben daar geen problemen mee.
Asymmetrische oren komen voor bij alle soorten van de geslachten Tytoen Asioen bij enkele soorten van onder meer de geslachten Bubo, Strixen Aegolius. Het is denkbaar dat bij de "symmetrische" uilen de asymmetrie verloren is gegaan. De asymmetrie bij de verschillende groepen is echter zodanig verschillend dat wordt aangenomen dat het in elke groep onafhankelijk is ontstaan. Het opmerkelijke is dat dat dan minstens vier en maximaal zeven maal in gebeurd.
De auteurs van "Ecology and conservation of Owls" concluderen dat de asymmetrie in vijf fylogenetische lijnen onafhankelijk van elkaar is ontstaan.
1). De juiste naam van dit fossiel is Ogygoptynx wetmoreiIn sommige publicaties wordt echter ook Ogygopteryx wetmorei gebruikt. 2). Asymmetrische oren zijn ook gevonden bij de humboldt pinguin. Zie Martin en Young, The eye of the humboldt penguin, Spheniscus humboldti: visual fields and schematic optics. Proc. R. Soc. Lond. B 233, 197-222 (1984).
DE ZINTUIGEN DIE UILEN TOT ZULKE GOEDE NACHTJAGERS MAKEN (Yradja)
DE ZINTUIGEN DIE UILEN TOT ZULKE GOEDE NACHTJAGERS MAKEN De kringen van veren rond de ogen van een uil dienen niet om het dier beter te laten zien, maar om scherper te horen. Aan de rand ervan zit een ring van dicht opeengepakte veertjes die geluiden van hoge frequentie, zoals het gepiep van een muis, naar de oren leiden, die achter de oogkringen liggen. In feite werken ze dus op een zelfde manier als de vlezige uitwendige oren van zoogdieren als konijnen en katten. Met hun enorme ogen zijn uilen zeer goed uitgerust voor de jacht bij zwak licht. Maar ook hun formidabele gezichtsvermogen is niet voldoende om te kunnen zien in de absolute duisternis die 's nachts onder de bomen eerst. Daar moeten ze dan vertrouwen op hun extreem scherpe gehoor. Uilen lokaliseren geluiden op dezelfde wij ze als wij. Een geluid dat van rechts komt, bereikt het rechteroor een fractie van een seconde eerder dan het linker. Dit minieme verschil is voor de hersenen voldoende om de richting van het geluid te bepalen. Op dezelfde wijze kunnen sommige soorten uilen ook de hoogte van een geluidsbron vaststellen, doordat een van hun oren hoger is geplaatst dan het andere. Ze draaien hun kop zodanig dat het geluid in beide oren in balans komt, zo kunnen ze in het donker precies vaststellen waar hun prooi zich bevindt. Alsof dit nog niet genoeg is, hebben uilen ook nog eens bijzonder zachte veren, waardoor hun aanvalsvlucht bijna onhoorbaar is. Voor een muis in het kreupelhout is het een vrijwel hopeloze zaak om aan een uil te ontsnappen. Bron : The Readers' Digest
ziet jou hond je als 'baas' of als kind? (Tante Lotte)
ziet jou hond je als 'baas' of als kind?
Gekke vraag hè? In een lezing vertelde Jan Fennell (straks meer over haar) dat veel eigenaars zichzelf als baas zien. Hun hond luistert toch! Volgens de visie van Jan ziet de hond de mens vaak als een kind waarvoor gezorgd moet worden. De hond gaat overal naar toe waar jij gaat. Hij volgt je overal. Klink mij in ieder geval al niet gek in de oren. En jou? Om je te laten zien waar je naar toe moet, trekt hij aan de lijn, jij weet het volgens de hond anders niet
Maar op de hondenschool luistert mijn hond toch goed! Hoor je het al zeggen? De verklaring die Jan Fennell geeft is dat de hond je dit gunt. Ze zegt: 'Het 'kind' mag ook wel eens zijn zin krijgen.' Volgens haar mag je het vergelijken met een kind dat met zijn ouders naar de speeltuin gaat. De ouders hebben er geen probleem mee als ze van het ene speeltuig naar het andere getrokken worden. Als het tijd is om naar huis te gaan laten de ouders hun overwicht merken en vertrekken ze of het kind er nu zin in heeft of niet. Zo ziet de hond de hondentraining volgens Jan Fennell ook. Na de hondenschool is het gedaan met de speeltijd!
Hoe kan je de positie tegenover je hond bevestigen of verbeteren? Hoe ben je een goede baas? Je kan je hond tiranniseren en met schreeuwen en intimidatie je wil opleggen.
Als je een relatie wil met je hond waarbij hij met plezier jou als een natuurlijke leider ziet kan het ook anders.
Jan Fennell geeft als basis de drie C's Calm, Consistent en Convincing (kalm, consequent en overtuigend). De meeste problemen met honden beginnen volgens Jan bij het gebrek aan een van deze punten bij de omgang met de hond.
Voorbeelden: Tegen je opspringen = gebrek aan respect. Trekken aan de lijn = ik neem de leiding. Niet komen als je roept = Pf, jij moet mij volgen hoor!
Verschillende gedragstherapeuten zullen dit verhaal beamen. Een hond die gehoorzaamt zolang het in zijn straatje past en zodra hij er geen zin in heeft niets doet, moeten we dus leren leiding geven zoals het in de 'hondenwereld' gaat.
In dit boek lees je over:
De leiding nemen. Zonder geweld, consequent, rustig en overtuigd de hond laten merken wat je wilt. Dit op een manier die voor hem meteen duidelijk is en waardoor hij je graag gehoorzaamt.
De eerste test. Zo kan je zien of de communicatie met je hond de juiste is of aangepast moet worden zodat de relatie verbetert.
Vaststellen wie de leider van de roedel is. Door het gedrag van een roedelleider te leren herkennen leer jij hoe je op de juiste manier je boodschap kan overbrengen en de hond jou als 'leider' gaat zien.
Hoe je verlatingsangst moet aanpakken. Je hond raakt niet meer in paniek als je weg gaat.
Wat je moet doen bij nerveuse agressie. Hier is het belangrijk dat je hond jouw leiderschap erkent. Het beschreven praktijkvoorbeeld zegt genoeg.
Honden die bijten. Honden die bijten, bijten vaak niet echt. Ze geven je een waarschuwing. Jan laat zien hoe je ze kan laten zien dat je goede bedoelingen hebt.
Overdreven beschermende honden. Laat je inzien dat je door bepaalde reactie het gedrag juist bevordert. Met de hulp van je buren, wat vrienden en het advies van Jan kom je een heel eind.
Honden die tegen mensen opspringen. Leer je hond respect hebben voor mensen zodat je niet meer hoeft te betalen voor de stomerij omdat je hond weeral met modderpoten tegen je bezoek sprong.
Hoe je hond meteen terug komt als je hem roept. Zonder angst de hond even vrij laten om zijn benen te strekken.
De scherpte uit vechtpartijen halen. Leer agressieve neigingen te onderdrukken en je hond op een gezonde manier kennis maken met andere honden. Jane laat zien dat zaken zoals omgeving belangrijk zijn bij confrontaties.
Angst voor geluiden. Eenvoudige principes die je helpen om de angst te verminderen.
Een puppy in huis nemen. Tips die teleurstellingen voorkomen.
Omgaan met probleempups. Opvoedingsmethode waarbij de pup spelenderwijs en met plezier belangrijke levenslessen opneemt.
Onzindelijkheid. Hoe voorkom je plassen tegen meubels?
De problemen van de samengestelde roedel. Meerdere honden in huis? Lees hoe je de orde bewaart.
Honden met eetproblemen. Leer signalen herkennen die dit gedrag kunnen veroorzaken en wat je moet doen om de eetlust weer te bevorderen.
Chaos in de auto aanpakken. Je hond kan eindelijk weer mee op reis.
Voetknagers en staartbijters. Hoe je 'zenuwpezen' tot rust kan brengen.
Asielhonden. Hoe je problemen kan aanpakken en samen kan genieten van het verdere leven.
Spelen met je hond. Regels om via spel controle over je hond te bevestigen.
...
Het koste Jan Fennel vijfentwintig jaar om haar ideeën te ontwikkelen en deze in dit boek vast te leggen. Haar succes bij 'probleem' honden bewijzen dat haar methode werkt. Jan Fennel is daarom ook een veel gevraagd spreekster die veel hondenliefhebbers weet te boeien met de ervaring die ze deelt. Jij kan ook leren van haar methode van haar boek 'De vrouw die naar honden luistert'.
Ik vond het prachtig toen ik van het werk hoorde dat Jan Fennel in Engeland verichtte. Ik was zo gelukkig om haar daar te ontmoeten en veel van wat ze mij vertelde deed mij terugdenken aan mijn ervaringen van vroeger. Evenals ik, vindt Jan het een groot onrecht dat de mens een dier dat hij zijn grootste vriend noemt, zo vaak slecht behandelt. Ook gelooft zij er vast in dat geweld niet op zijn plaats is in de omgang met dieren. Zij droomt net als ik van een wereld waarin alle diersoorten met elkaar in vrede leven... . Ik ben er trots op dat ik door mijn opvatting te volharden, heb geholpen om de wereld een betere plek voor paarden te maken en hopelijk ook voor mensen. Ik hoop dat dit boek hetzelfde weet te bereiken voor een ander zeer bijzonder schepsel, de hond. Monty Roberts, paardenfluisteraar
Over het product Titel: De vrouw die naar honden luistert Schrijfster: Jan Fennell Jaar van uitgave: 2000 voor de eerste druk Taal: Nederlands Kaft: Paper back Paperback | 191 Pagina's | Tirion Uitgevers | 2002 ISBN10: 9043903523 | ISBN13: 9789043903523
Yoga voor honden: ontspan u samen met uw hond! (Ereli)
Gezondheid Huisdieren
Yoga voor honden: ontspan u samen met uw hond!
Canicross, agility en recenter nog dog dancing... het zijn allemaal disciplines die aan honden en hun baasjes de kans bieden om samen prettige dingen te doen en tegelijk iets te doen aan hun conditie. Sinds kort kunnen mensen en honden nu ook samen de stress van alledag verjagen met lessen yoga .
Rust voor lichaam en geest voor u
Yoga bestond al 3000 jaar voor onze tijdrekening. Deze discipline richt zich tot mensen die innerlijke rust proberen te bereiken door deze ware wetenschap van de geest te beoefenen. Deze bestond in het volgen van een morele code, het beoefenen van bepaalde lichaamshoudingen en een specifieke manier van ademhalen en zou dus lichaam en geest tot rust brengen. Maar vandaag kunnen yogaliefhebbers hun passie ook delen met hun viervoetige vriend! « Dog yoga » is een discipline die kan helpen om nieuwe interacties tot stand te brengen tussen de eigenaar en zijn hond . Niet alleen ervaren yogabeoefenaars kunnen hun passie met hun hond delen, ook beginnelingen kunnen deze discipline op een originele manier ontdekken.
en voor uw hond
Yoga voor honden is een initiatief van een yogaleraar uit de staat Washington in de Verenigde Staten en werd uitgewerkt in samenwerking met een plaatselijke vereniging voor dierenbescherming. Met de hulp van twee honden werden lessen van 40 minuten ontwikkeld waarin de baasjes en hun trouwe metgezel samen een spirituele en lichamelijke ontspanning nastreven om zo af te raken van de dagdagelijkse stress. Deze nieuwe discipline wint stukje bij beetje terrein en heeft al nieuwe leraren voor « dog yoga » aangetrokken in New York, Los Angeles en Pittsburgh. Misschien waait het straks ook over naar Europa
Hondenyoga in de praktijk
Tijdens de lessen die door de leraren worden aangeboden doet de hondeneigenaar yoga door traditionele houdingen uit te voeren en intussen lichamelijk contact te houden met hun hond. Daarna krijgt de hond een massage en doet hij zachte rekoefeningen. Soms fungeert hij ook als accessoire om zijn baasje te helpen bij het uitvoeren van bepaalde houdingen. Zo wordt hem ook gevraagd te gaan liggen en als hoofdsteun te dienen voor zijn baasje Deze discipline is dus alleen bedoeld voor volgzame honden die een goede verstandhouding hebben met hun baasje
Een Nederlands bedrijf beweert het probleem van hondenpoep te hebben opgelost door een speciaal soort hondenvoeding te maken dat geen 'afval' achterlaat.
Uitvinders Jos van der Linden en Nanette Waldrop zeggen dat 90% van het voedsel, dat de naam 'Energiek' draagt, geabsorbeerd word in het lichaam van de hond. De overige 10% zou er achteraan reukloos uitkomen en kan makkelijk opgeraapt worden met een doekje.
Uit een onderzoek van de Universiteit van Utrecht blijkt dat een hond normaal gezien drie keer per dag zijn behoeft moet doen. 'Energiek' zou er echter voor zorgen dat dat gereduceerd wordt tot één keer per dag.
Het echtpaar verkoopt het voedsel, dat helemaal op vlees is gebaseerd, zo snel als ze kunnen vanuit hun fabriek in Friesland. Gewoon hondenvoer bestaat slechts uit 15% vlees, de rest is gemaakt uit maïskroppen en water. ,,Het voedsel komt eruit zoals het erin ging, het probleem is dat hondendarmen niet gemaakt zijn voor maïskroppen'', aldus Van der Linden. ,,Het geheim achter het succes van 'Engergiek' is de eenvoudige benadering dat honden enkel vlees zouden eten als ze geen huisdieren waren.''
Het nieuwe product is verwelkomd als een belangrijke steun in het gevecht tegen het probleem van de hondenpoep in de straat. Enig minpunt is de prijs. 'Energiek' kost immers dubbel zo veel als gewoon hondenvoer. Dat heeft er echter niet verhinderd dat het bedrijf bestellingen krijgt uit de VS, Canada en Israel.
(DS)
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/
Zwarte weduwe toch nog nuttig voor ...... (Cis-ka)
Zwarte weduwe als middel tegen impotentie
Israëlische onderzoekers die gespecialiseerd zijn in de behandeling van seksuele impotentie, onderzoeken de kracht van spinnengif om dit euvel te behandelen, schrijft de krant Yediot Aharonot.
Onder de spinachtigen is er de zwarte weduwe, een spin met dodelijk gif, net als twee andere insecten uit Afrika en Latijns-Amerika.
Aan de basis van de onderzoeken ligt de ondervinding van mannen die door spinnen werden geprikt en die daarna te maken hadden met "langdurige erecties", schrijft de Israëlische krant.
De lopende onderzoeken staan onder leiding van dokter Ilan Grinolad, van het departement urologie van het ziekenhuis Rambam in Haifa.
"Het gaat over de eerste onderzoeken van dit soort. Ze zijn bedoeld om een hulp te bieden aan een groot aantal mannen", verklaarde de arts aan de krant.
(GVA)
We zijn er voor, door en met elkaar ! http://blog.seniorennet.be/mailgroephuisdieren/
Kippen houden: verzorging tijdens het broeden. (Yradja)
Kippen houden: verzorging tijdens het broeden.
In het voorjaar is er dan ook heel wat te beleven in het kippenhok. De hennen leggen terug verse eieren en binnenkort lopen de kuikentjes terug te pronken in het gras!
Zorg ervoor dat de vroeg broedende hennen alle nodige zorg krijgen die ze verlangen door extra veel stro in het nest te verwerken zodat de kans op afkoeling van de eieren gering blijft. Ook heel belangrijk is de voeding van onze kippen. Een goede, sterke graanmengeling is dan ook aan te bevelen. De kippen moeten wat aansterken om de kans op ziektes te vermijden. Geef ook af en toe voldoende groenvoer zoals vogelmuur en diverse grassoorten. Ook een vitaminekuur kan wonderen doen bij kippen, je ziet ze opvrolijken.
Kippen en broeden: Kippen gaan over tot broeden omdat hun natuurlijk instinct dit verlangt. Zoals ieder levend wezen hebben zij ook de drang om zich voort te planten en voor nakomelingen te zorgen.
Wie een broedse hen heeft, houdt best rekening met volgende factoren.
Zorg ervoor dat je eieren van kleine krielkipjes niet laat uitbroeden door zware hoenderrassen. Er bestaat gevaar voor het vertrappen van de kleine kuikens.
Bij hoenders met pluimen op de poten gaan we deze afknippen om te voorkomen dat bij het verlaten van het nest de kloek de eieren stuk maakt.
Bij hoenders zoals Cochins en Brahmas moet soms dons geknipt worden rondom de cloaca ( aarsopening) om de bevruchting te bevorderen.
Broeden: Wanner u een ras hebt dat vrij gemakkelijk broeds wordt, kan u deze op vrij eenvoudige wijze natuurlijk laten uitbroeden. Indien een van uw hennen goed broeds is, en dus al een dag of 3 weinig of niet van het nest komt, kan u deze best van de rest afzonderen en er enkele eitjes onder leggen.
Het best zet je de hen op een donkere plaats.
Hier enkele kenmerken waaraan je kunt zien dat een hen broeds is:
Ze blijft op het nest zitten en pikt de verzorger als hij dichter komt.
Ze zet haar pluimen wijd open en maakt een klokkend geluid.
Als je haar een ei geeft, zal ze het onder haar verstoppen.
Vooral ook niet te veel eieren onder de hen schuiven, anders bestaat de kans dat er eieren wegrollen en afkoelen, waardoor het embryo zal afsterven.
Een broedse hen eet en drinkt minder, maar heeft toch elke dag vers water en een beetje graanvoer nodig. Als het hele broedproces goed verloopt dan zullen de kuikens 21 dagen na de start van het broeden uit hun ei breken.