Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
06-05-2010
Met je huisdier de auto in
Met je huisdier de auto in
29 april 2010, 00:14
Reisje gepland met de auto? En je wil je huisdier ook mee laten genieten van nieuwe oorden? Je kat of hond kan zonder problemen mee op reis, maar je moet wel de nodige voorzorgsmaatregelen nemen.
1) Dieren houden van hun vrijheid en kunnen angstig reageren als ze plots in de auto een hele rit moeten uitzitten. Schaf daarom het juiste materiaal aan. Als je kat mee reist, voorzie dan een draagkooi. Voor een hond kan je een transportmand gebruiken of hem achter een speciaal rooster of net zetten.
2) Om wilde taferelen te vermijden laat je je huisdier best op voorhand wennen aan het autorijden. Neem ze regelmatig mee voor een kort ritje voor je aan een langere reis begint.
3) Geef je huisdier een paar uur voor het vertrek geen eten meer. Hoeveel uur voor het vertrek verschilt van dier tot dier.
4) Stop onderweg minstens om de twee uur. Vooral voor een hond is het belangrijk dat hij een beetje kan bewegen, even plassen en iets drinken. Gebruik zijn eigen drinkbak en geef hem zijn vertrouwde hondenbrokken. Hou je huisdieren onderweg aan de leiband, je weet nooit hoe ze plots kunnen opschrikken door een vreemd geluid.
5) Was het al tijdens de korte ritjes al duidelijk dat je huisdier niet in de wieg gelegd is voor cruisen op de snelweg? Vraag dan aan de dierenarts iets tegen reisziekte.
6) Als je de grens oversteekt, informeer je dan voldoende over de gewoonten in andere landen. Niet alle landen hebben dezelfde regels voor het vervoeren van huisdieren in de wagen.
Hondeneigenaars doen er meestal alles aan om het hun huisdier zo aangenaam mogelijk te maken. Toch kan je niet altijd vermijden dat je favoriet ziek wordt. Kennelhoest bijvoorbeeld, een infectieziekte van de luchtwegen, is geen zeldzame aandoening bij honden. De naam zegt het al: een van de symptomen van kennelhoest is een droge hoest die soms gepaard gaat met braakneigingen of kokhalzen. In uitzonderlijke gevallen kan een longontsteking ontstaan en loopt de hond gevaar er aan te sterven.
Kan je kennelhoest volledig uitsluiten? Spijtig genoeg niet. De bacterie Bordetella bronchiseptica is in dit verhaal een van de voornaamste boosdoeners, maar die kan bij vaststelling bestreden worden met medicatie onder voorschrift waarin amoxicilline en clavulaanzuur zit. Er bestaan wel inentingen tegen Bordeletta en aansluitend het Canine para-influenza type 2-virus, al bestaat er geen inenting tegen alle gekende bacteriën.
Wanneer de hond te maken krijgt met virussen die kennelhoest veroorzaken, maakt hij afweerstoffen aan zodat zijn lichaam voor verschillende jaren bestand is tegen het virus. Een inenting helpt dus, maar de natuur doet ook haar duit in het zakje.
Wanneer je meerdere honden hebt en één hond met kennelhoest, zonder je het zieke exemplaar best af van de rest om verdere verspreiding te voorkomen. Daarnaast moet hij veel rust krijgen en hem een kleine maand lang geen grote inspanningen zoals lange wandelingen laten leveren. Pas daarnaast de voeding ook aan van de gebruikelijke maaltijden naar iets lichter verteerbaar voedsel.
Let er op dat een hond met kennelhoest niet in contact komt met (sigaretten)rook. Alle extra irritatie op de luchtwegen moet zo veel mogelijk vermeden worden. Koude is ook uit den boze, een voldoende warme ruimte is aan te raden.
Extra hulp: je kunt je zieke hond ook altijd een beetje (kinder)hoestsiroop toedienen die vrij te verkrijgen is in de apotheek.
Als je hond na een week behandeling nog steeds niet genezen is, moet je hem naar de dierenarts brengen. Vooral jonge en oude honden lopen extra gevaar, net zoals rassen die over het algemeen vaker last hebben met hun snuit.
Een populair gezegde over honden leert ons dat elke hondenjaar gelijk is aan zeven menselijke levensjaren. De realiteit is echter iets gecompliceerder gezien een hond in zijn eerste twee levensjaren een stuk sneller ouder wordt. Nadien is de ratio 5 op 1 voor de kleine en middelgrote hondenrassen en 6 op 1 voor de grote hondenrassen. Voor de reuzerassen gaan we wel naar een ratio van 7 op 1. Zo is een Deense dog op de leeftijd van 10 al gauw 80 mensenjaren oud terwijl een mopshond er dan pas 64 is. Hoe juist berekenen? Indien je een hond hebt waarvan je de leeftijd niet kent, kan je op een aantal eenvoudige manieren toch een indicatie krijgen over zijn leeftijd. De tanden: Honden hebben meestal een volledig gebid op de leeftijd van 7 maanden. Als je dus een hond hebt met een volledig gebid met hagelwitte tanden kan je er vanop aan dat die ongeveer die leeftijd heeft. Lichte vergeling van de achterste kiezen zal eerder wijzen op een hondenleeftijd van ongeveer 1 à 2 jaar. Als je echter al heel wat aanslag merkt zal dit eerder een hond zijn tussen de 3 en 5 jaar. Ontbrekende tanden of serieuze slijtage kan duiden op een oudere hond en vergt normaal toch wat speciale aandacht voor het gebid. Spiertonus: Jongere honden hebben meestal een meer uitgesproken spierstructuur gezien hun hoger activiteitsniveau. Oudere honden zijn daarentegen knokiger en/of vetter door de daling van hun activiteiten. De Vacht: Jongere honden hebben meestal een zachte, dunnere vacht, waar oudere dieren eerder een dikkere en meer olierijke vacht vertonen. De senioren onder onze viervoeters vertonen dan weer sneller grijze of witte verkleuringen, voornamelijk rond de snoet. Ogen: Jongere honden hebben meestal brilliante en zuivere oogjes zonder vochtverlies. Indien de ogen echter een lichte schijn of verkleuring vertonen kan dit wijzen op een ouder dier. Ouderdom bij honden Wanneer je een hond als "oud" kan beschouwen hangt sterk af van het ras. Meestal worden grotere honden sneller ouder. Zo is een Deense dog al een "senior" op de leeftijd van 5 daar waar een veel kleinere toypoedel dit maar is op de leeftijd van 10. Dit wil echter niet zeggen dat seniorhonden automatisch een aantal ziekteverschijnselen zullen vertonen. Ook bij honden zijn er onderling grote verschillen tussen honden van hetzelfde ras. In vele gevallen kunnen ouder honden vele gezonde, actieve en pijnvrije jaren beleven. Om het hondenleven te verlengen kan je best de energie-inname afstemmen op zijn noden. Oudere honden bewegen minder en hebben dus minder calorieën ( voedsel) nodig. Ook het feit dat ze hun voedsel minder goed kunnen verteren ( absorberen) en dus hoogwaardige voeding nodig hebben is een belangrijk aspect. Overmatig aanbod van proteïnen, fosfor,en sodium kunnen een aantal nier en hartkwalen veroorzaken. Bekijk de bijgaande foto om de juiste leeftijd van jouw hond te bepalen.
Mensen met een allergie zijn niet allergisch aan hun hond, kat, hamster of konijn, maar aan de huidschilfers die deze dieren afscheiden. Deze huidschilfers zijn vergelijkbaar met de roosschilfers die mensen afscheiden en zelfs dieren zonder beharing verspreiden deze schilfers in hun omgeving.
Hypoallergene Honden Meeste allergiespecialisten zullen je aanraden om geen huisdieren te houden als je allergisch bent. Het is een goed bedoeld advies dat honden niet goed zijn voor allergielijders. Dat klopt wellicht fysisch maar mentaal stuit dit toch op wat weerstand. Maar ook mensen met een allergie hebben nood aan wat vriendschap en aandacht. Mensen met een milde vorm van allergie kunnen emotionele voordelen van een huisdier afwegen tegenover het niezen en alle andere reacties zoals een lopende neus of tranende ogen. Mensen met zware allergie doen er dus inderdaad goed aan geen huisdieren te houden.
Ben je dan toch van plan om een viervoeter in huis te halen dan zijn er een aantal honden die weinig allergische reacties ontlokken. In het algemeen kan je stellen dat deze hondenrassen in het bezit zijn van een bepaald type haardos: heel erg gekrulde haren! Zo heb je Poedels in alle maten, Portugese Waterhonden, Bedlington Terriers, Bichon Frises), naakthonden (vb. American Crested, Chinese Crested Hairless), krulharige honden ( Puli, Komondor,), en draadharige honden (Fox Terrier, Broken Coat Parson/Jack Russell Terrier, draadharige Dachshund, en ruwharige Brussels Griffon, etc.).Deze honden hebben over het alegemeen de neiging minder te verharen, maar -nog belangrijker- ze scheiden veel minder huidschilfers af! De krulharige en draadharige rassen hebben daarentegen wel het nadeel dat ze meestal een stuk meer onderhoud vragen ( trimmen). Vele van deze rassen zijn tevens ook zeer energiek en vormen dus ook op dit vlak een echte uitdaging en kunnen dus enkel goed gedijen als ze voldoende mentale en fysieke stimulatie krijgen. Ze hebben dus meestal een ervaren hondenbaasje nodig dat weet van aanpakken. Als je toch zou overwegen om een hond binnenshuis te halen kan je best ook samen met je allergiespecialist bekijken welke filters en stofzuigers je kan aanbrengen in je huis om de allergiesymptomen te reduceren. Bespreek met hem ook de frequentie en manieren om het huis zo allergie-vrij mogelijk te houden en hou je hond in alle geval buiten je slaapkamer ! Was je hond ook eens om de vier weken met een anti-allergische shampoo. Vele allergiespecialisten zullen je aanraden om je hond buitenshuis te houden maar bijna elke hondengedragsspecialist zal het tegendeel beweren. Honden zijn sociale wezens die gezelschap erg op prijs stellen. Je hond zal dus veel beter gedijen binnenshuis want het houden van een hond in een hondenren kan op termijn leiden naar ongewenst gedrag. Je hoeft er dan ook niet van te schrikken dat deze honden gaan blaffen, graven, vernietigingsdrang vertonen en zich daarbij verwonden. In een later stadium kan dit een stuk verder evolueren naar aanvallen van andere honden, andere dieren of zelfs mensen. Als je dus een hond aankoopt maakt deze deel uit van je familie en dien je hem ook in huis toe te laten. Labradoodles De designergekte bij hondenfokkers heeft toegeslagen. Door het kruisen van poedels met andere hondenrassen hebben een aantal hondenfokkers de weg gevonden naar de harten en portefeuilles van menig allergielijder. Door deze zoektocht naar hypoallergene honden zijn al heel wat mensen misleid tot de aanschaf van een lieve puppie. Ga er dus niet vanuit dat elke kruising met een poedel automatisch een hypoallergene hond produceert. Fokkers van gekruiste hondenrassen zouden dezelfde hoge standaard,moeten opgelegd worden zoals dit bij echte rashonden gebeurt. Ook voor hen zouden gezondheidsonderzoeken voor beide ouderdieren, het te zien krijgen van beide ouderdieren, het bekijken van de fokruimtes, kennisname van de gebruikte socialisatiemethodes, etc.. de normaalste zaak van de wereld moeten zijn. Waarom ook voor deze honden geen standaard afspreken? De toekomst van hypoallergene honden Ook de wetenschap heeft in dit segment van het huisdierenbezit zijn intrede gedaan. Het bedrijf creëerde wat ze noemen "lifestyle pets". Het bedrijf slaagde erin om de eerste wetenschappelijk bewezen hypoallergene hond en kat te produceren.Voor een prijskaartje tussen de 5000 dollar ( introductieprijs) en 16000 dollar kan je zo'n huisdier in huis halen. Voor de aanschaf van deze dieren zijn wachttijden die oplopen tot 9-12 maanden. Alhoewel het prijskaartje buiten bereik is van velen onder ons, geeft deze ontwikkeling en onderzoek wel perspectieven voor de toekomst. Wellicht zullen er dus in de nabije toekomst ook huisdieren beschikbaar zijn voor zwaar allergische hondenliefhebbers. Tot dan zullen we ons moeten beperken tot de hierboven opgesomde rassen. Zorgvuldig onderzoek zal je wellicht een beetje duidelijker maken welk hondenras geschikt is voor jouw familie. Eens je een hond in huis hebt gehaald is het noodzaak dat je de huidschilfers regelmatig verwijderd en de juiste medicatie aangegeven door je allergiespecialist zorgvuldig gebruikt. Het grondig onderhouden van de vacht van je hond is een absolute noodzaak om allerieverschijnselen zoals niezen en tranende ogen te verminderen. Op zoek naar een hondje ? Kijk eens op onze site en doe de puppytest om te zie welk type van hond bij jouw leefomgeving past :
Hondenbezitters, opgelet: uw hond begrijpt u misschien beter dan u denkt. Duitse onderzoekers hebben een wonderhond ontdekt, die tweehonderd woorden kent, en die taal leert op een manier die verdacht veel lijkt op hoe peuters dat doen.
Wat ze er precies van moeten denken weten ze niet, maar taalonderzoekers zijn in elk geval flink van hun stuk gebracht door Rico, een 9-jarige bordercollie uit Duitsland. De hond blijkt tweehonderd verschillende voorwerpen bij naam te kennen. En alsof dat nog niet genoeg is, leert hij er schijnbaar moeiteloos nieuwe woorden bij. Niet door langdurig oefenen, zoals bij honden gebruikelijk is - maar door logische verbanden te leggen, net als een peuter zou doen.
Onderzoekster Juliane Kaminski en collegas van het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie in Leipzig kwamen het blaffende taalwonder enige jaren terug min of meer toevallig op het spoor. Ricos baasjes beweerden dat ze hun hond hadden geleerd tweehonderd voorwerpen, vooral speelgoed, te herkennen. In het laboratorium bleek dat inderdaad te kloppen. De onderzoekers namen een steekproef van veertig voorwerpen, legden die in een apart kamertje, en stelden experimenteel vast dat Rico er daarvan 37 op afroep kon apporteren.
Leuk voor een show op televisie misschien, maar écht interessant werd het pas toen de onderzoekers Rico nieuwe woorden begonnen aan te leren. De onderzoekers legden zeven bekende speeltjes in de kamer, plus één object dat Rico nog niet kende. Dat object duidden de onderzoekers aan met een fantasiewoord: haal-de-sirikid, Rico!
En met succes. In zeven van de tien experimenten die op die manier werden uitgevoerd, kwam Rico met het nieuwe voorwerp de kamer uit. Blijkbaar begrijpt Rico niet alleen dat voorwerpen namen hebben, hij kan ook logisch redeneren: "Het nieuwe woord zal wel slaan op dat ding dat ik niet ken".
En daarvan moeten taalkundigen toch even slikken. Woorden aanleren door erop los te associëren is een oude bekende in de ontwikkelingspsychologie. Taalkundigen hebben er zelfs een naam voor: fast mapping. En kleine kinderen gebruiken de techniek voortdurend bij het leren van taal. Maar Rico de hond blijkt het ook te kunnen. Zelfs veronderstelde taalwonders als de chimpansee, de dolfijnen, de papegaai en de zeeleeuw moeten hem dat nog nadoen.
Ricos geval kan verstrekkende gevolgen hebben voor het begrip van de diersoort mens, schrijven Kaminski en collegas in het blad Science van deze week. Blijkbaar is ons taalvermogen minder uniek dan we graag denken. Onze resultaten ondersteunen de visie dat schijnbaar ingewikkelde linguïstische vaardigheden, die we alleen kennen van kinderen, worden gedragen door eenvoudigere cognitieve bouwstenen die ook bij andere diersoorten aanwezig zijn.
Toch is daarover het laatste woord nog niet gezegd. Zoals de Amerikaanse taalkundige Paul Bloom opmerkt in een commentaar: Als een kind woorden zou aanleren zoals Rico dat doet, zouden de ouders er gillend mee naar de neuroloog rennen. Kinderen leren vanaf hun tweede levensjaar zon tien nieuwe woorden per dag, wonderhond Rico deed negen jaar over slechts tweehonderd woorden.
En dat is niet het enige verschil. Mensen denken in categorieën. Laat ons een paar autos zien, en we herkennen ook andere vervoermiddelen op wielen als auto. Mensen hebben veel meer soorten woorden dan alleen maar zelfstandig naamwoorden die een object aanduiden. En niet te vergeten: mensen kunnen praten, honden niet.
Niet dat Rico nu met de staart tussen de benen moet afdruipen. Uit andere studies blijkt namelijk dat de gemiddelde hond gedurende zijn leven drie tot vijf objecten bij naam leert kennen. Met zijn woordenschat van tweehonderd woorden is Rico dus echt een bolleboos, de Einstein van hondenland. Brááf.
Maarten Keulemans
Juliane Kaminski, Josep Call, Julia Fischer: Word learning in a domestic dog. Evidence for fast mapping. In: Science
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu.
Hoe optreden tegen een agressieve hond ?
Bij de eerste tekenen van agressiviteit bij uw pup of hond zou u een dierenarts moeten raadplegen. Wacht niet tot de hond bijt, want gedragstoornissen kunnen beter worden voorkomen dan genezen.
Wat zijn die tekenen ?
uw hond knapt, bijt of gromt wanneer u hem benadert, met hem speelt of hem borstelt
uw hond knapt, bijt of gromt wanneer iemand (uzelf, een kind, eender wie) hem wil strelen
uw hond gromt wanneer iemand (een kind of eender wie) hem of u benadert
uw hond gaat personen in beweging achterna (renners, fietsers, joggers)
uw hond valt uit naar andere honden
uw hond heeft u of iemand anders gebeten
Herkent u de dreigende lichaamstaal van uw hond ?
bij dominante honden die klaar staan om aan te vallen : kop en staart geheven, oren gespitst, rugharen overeind, lippen opgetrokken, de blik recht op de tegenstander gericht
bij bange honden : gedrukte lichaamshouding, oren plat, staart tussen de poten, soms ontblootte tanden en naar achter getrokken mondhoeken. Ze kunnen echter onmiddellijk bijten uit angst.
Waarom bijten honden ?
Om allerlei redenen. Sommige agressieve gedragingen maken deel uit van het normale gedrag van honden. Ondanks zijn socialisatie blijft een hond immers een dier dat kan bijten :
om zijn territorium te verdedigen
om zijn pups te beschermen
om te domineren, uit vrees, uit bezitsdrang of door jachtinstinct
uit irritatie (plagerijen door een kind, pijn …)
Hou hier rekening mee !!!
Hoe ongevallen vermijden ?
* Honden moeten worden opgevoed. Een hond wordt gehoorzaam, evenwichtig en sociaal als hij van jongsaf (tussen 3 en 12 weken) went aan sociale situaties : aanwezigheid van vreemden, van kinderen, van een massa volk, van mensen in beweging, van andere dieren, van lawaai, …
* Van bij zijn opname in het gezin moet het baasje de hond vaak in contact brengen met kinderen en volwassenen die hij niet kent. Dit leerproces maakt de hond verdraagzaam en vermindert zijn agressieve reacties, zonder evenwel zijn waakzaamheid te onderdrukken.
* Eenmaal opgenomen in een gezin gaat hij familiebanden leggen om zijn plaats (rangorde) te vinden in de "meute" die het gezin vormt. De hond mag niet het hoofd van het gezin worden. Hij moet integendeel gehoorzamen en zijn plaats als huisdier kennen.
Enkele raadgevingen :
de hond mag niet aan tafel gevoederd worden. Hij eet nà zijn baasjes.
Zijn slaapplaats is afgezonderd zodat hij niet in de weg ligt en zodat hij het doen en laten van zijn baasjes niet kan controleren.
De baasjes beslissen over spelen en strelen.
De hond mag zijn sexuele driften of dominant gedrag niet uiten door de benen van de mensen te berijden.
Zelfs spelenderwijs bijten kan men best van jongsaf afleren.
De pup kan best ook al jong ondervinden dat men wel eens zijn speeltje, kluif, voederbak, …, afneemt.
Lessen in hondenopvoeding kunnen u helpen om basishandelingen in de omgang met uw hond onder de knie te krijgen en hem te laten gehoorzamen (lig, zit, rustig, kalm, …). Die lessen zijn ten zeerste aanbevolen.
Het baasje moet de taal van de hond begrijpen. In de omgang met soortgenoten gebruikt de hond een gedragstaal en hij veronderstelt dat de mens deze taal ook begrijpt.
Een gehoorzame hond die zich aangevallen voelt of agressie wil vermijden, zal een onderworpen houding aannemen door plat op de buik, op zijn zij op zijn rug te gaan liggen. Een hond in die houding mag men niet benaderen, noch straffen, anders loopt men het risico te worden gebeten.
Als een dominante hond zijn poten op de persoon legt die hij gebeten heeft of uitgedaagd heeft, doet hij dat niet om te worden vergeven. Hij uit zijn overwinning op die manier. Een hond in die houding mag men niet strelen, want dat bevestigt zijn dominantie.
Bewaak hond en kind !!
Als kind en hond samen zijn, moeten ze steeds in de gaten gehouden worden. Een groot aantal ongevallen gebeurt op onbewaakte momenten. Leer het kind de hond te respecteren (het is geen speelgoed), zijn taal te begrijpen, voorzichtig te zijn, ook met een hond die het goed kent.
Kinderen moeten leren :
De hond respecteren : rustig spreken met de hond hem laten snuffelen, hem zachtjes strelen. Trek niet aan de staart of aan de oren van de hond.
Een teef en haar jongen met rust laten, zo ook een hond die aangelijnd is, slaapt of aan het eten is, achter een hek of in een auto zit. Kom niet te dicht bij de hond, ga rustig en stil voorbij.
De hond bij zijn naam noemen vooraleer hem te strelen. Laat hem met rust als hij niet komt.
Een volwassene verwittigen als de hond gromt of zijn tanden toont. Kom niet te dicht en blijf kalm.
De toelating aan het baasje vragen vooraleer een onbekende hond te strelen.
Direct oogcontact met een onbekende hond te vermijden, dit contact is voor een hond bedreigend.
Ter plaatse blijven staan, armen los langs het lichaam, omhoog kijken en stil blijven staan als een hond naar hen toeloopt en ze bang zijn.
Het voorwerp dat ze vasthouden (speeltuig, koekje, …) laten vallen als de hond dit wil afpakken. Beweeg niet en wacht tot de hond wegloopt.
Een volwassene verwittigen wanneer honden vechten. Probeer ze niet uit elkaar te halen.
- Een hond van 1 jaar oud heeft een mentale rijpheid in mensenjaren van een 15 jarige
- Honden schudden vaak het hoofd als ze een speeltje in de muil hebben. Dit is instinctief jachtgedrag dat genetisch bepaald is en teruggaat tot de tijden dat honden hun prooi heen en weer schudden om ze te doden.
- honden hebben andere levensbehoeftes en levensstijl naarmate ze ouder worden. In hun eerste levensjaren zijn spelen en uitgelaten worden de hoogtepunten van de dag , bij oudere honden zijn dat de voedermomenten
- bij kruising van 2 hondenrassen vertonen honden meestal de karaktertrekken van het ras waar ze uiterlijk het meest op lijken.
Dat honden minder kleur waarnemen is al langer bekend, maar volgens de Amerikaanse psycholoog Stanley Coren is het niet juist wat veel mensen denken, namelijk dat honden alles in grijskleuren waarnemen. Uit recent onderzoek is gebleken dat honden de wereld voor een deel wel in kleur zien, maar met minder kleuren dan de mens.
Rood heeft voor honden een heel andere werking dan voor mensen, het is in ieder geval geen alarmkleur. Waarschijnlijk zien honden het `mensen-rood`als donkergrijs of zwart.
Kleuren zien heeft te maken met kegeltjes in het netvlies. Net als bij mensen bevat het netvlies van honden staafjes en kegeltjes. De staafjes verrichten hun diensten in weinig licht, zij kunnen geen kleuren doorgeven. Daarvoor zijn de kegeltjes. Maar anders dan bij de mens heeft de hond geen 3 maar 2 kegeltjes. Met zijn 3 soorten kegeltjes kan de mens de regenboog waarnemen, violet, blauw, blauwgroen, groen, geel, oranje en rood. De hond ziet deze regenboog waarschijnlijk als donkerblauw, lichtblauw, grijs, geel, donkergeel/bruin en zeer donkergrijs. Honden nemen de wereld dus vooral waar in de kleuren geel en blauw.
Buiten dat honden een minder breed kleurenbeeld hebben, kunnen ze ook minder scherp zien dan de mens. Ze kunnen minder details waarnemen. Volgens onderzoeker Stanley Coren is het scherptebeeld van de hond te vergelijken met mensenogen die bedekt zijn met een laagje folie waarop weer een dun laagje doorzichtige gel is gesmeerd.
Uit onderzoek is gebleken dat honden een gezichtsvermogen hebben van 6/23. Dit houdt in dat een hond op 6 meter nog net een voorwerp kan zien, terwijl een mens dit nog kan zien op 23 meter!
Tegenover de onscherpe waarneming van de hond staat echter het grote opvangvermogen. Doordat zij een grotere pupil hebben, vangen zij meer licht dan onze ogen waardoor zij beter kunnen zien in schemer en donker.
Handig om te weten bij het trainen van je hond, een klein arm of handgebaar zal hij niet kunnen zien, in sommige gevallen waarin de hond niet reageert op non-verbale commando´s kan dus liggen aan het feit dat de eigenaar niet duidelijk genoeg is voor de hond en niet omdat hij ongehoorzaam is!
Pups zijn het makkelijkst af te richten. Oudere honden doen er langer over om een nieuw persoon als leider te erkennen, maar als u consequent bent, zal de hond u gaan respecteren. Het aanleren van goede manieren is verrassend eenvoudig. De meeste honden geven graag gehoor aan deze opdrachten omdat ze hun leider gunstig willen stemmen en omdat het in hun eigen belang is. Straf uw hond nooit voor iets wat hij enige tijd geleden heeft gedaan. Het zou vb. voor je hond een raadsel zijn waarom hij straf krijgt wanneer je thuiskomt en vernielzucht aantreft. Hij zal er niets van begrijpen; hij weet alleen dat u boos op hem bent. Hij zal reageren door onderdanig gedrag te tonen om uw gezag te bevestigen. Mensen zien dit vaak ten onrechte als een teken van schuldbesef. Dat is het zeker niet. Achteraf straffen werkt averechts.
Hou de lessen kort. Eén of twee minuten is lang genoeg voor een pup. Vijf minuten is te lang, maar de pup kan zich wel een paar keer per dag kort concentreren. Oudere honden houden de aandacht er langer bij, maar zelfs honden met het grootste geestelijke uithoudingsvermogen kunnen zich niet langer dan een kwartier optimaal concentreren. Hou de lessen leuk. Als uw hond zich niet amuseert, zet de training dan maar uit uw hoofd. Na wat lichaamsbeweging zal uw hond beter luisteren. Oefen op een moment dat uw hond alert is. De perfecte tijd is vlak voor etenstijd. Bij pups betekent dit dat u drie of vier trainingskansen per dag heeft. Naarmate de pup ouder wordt en het aantal maaltijden minder wordt, kunt u met hem gaan oefenen als hij geslapen heeft en zijn behoefte heeft gedaan.
Combineer in het begin een lekker koekje met prijzende woorden. Daarna laat u geleidelijk de krachtigste beloning, het eten, af en toe weg. Soms wel en soms niet iets lekkers geven is de beste manier om de training met succes te laten verlopen. Beëindig de training altijd op een vrolijke manier. Bewaar de krachtigste beloning voor je hond niet voor het laatste omdat u dan ongewild aanleert dat het einde van de training iets is om naar uit te kijken, omdat dan de leukste beloning komt!
Begin met de training in uw eigen huis om afleiding te voorkomen.
Dit geldt voor eenvoudige oefeningen zoals zit, hier, blijf, en af, maar ook het lopen aan de lijn of het volgen aan de voet kan binnen worden aangeleerd. De gang is een prima oefenplek. Doet hij het binnenshuis eenmaal goed, zoek dan een plek waar meer afleiding is, zoals de achtertuin.
Pas wanneer de hond zich volledig naar wens gedraagt, kan de training worden verplaatst naar een uitdagendere plek, zoals het park.
Wees consequent. Sta rechtop, noem de naam van uw hond om zijn aandacht te trekken en gebruik alleen commandos of handgebaren als u oogcontact met hem hebt. Beloon hem zodra hij gehoor geeft aan uw opdracht, en geef nooit een commando als u het opvolgen ervan niet kunt afdwingen. Als u uw hond wil terecht wijzen, kijk dan streng, laat uw stem zakken en zeg scherp nee. Leer de hond te reageren op een combinatie van handsignalen en verbale commandos.
Laat je niet uitlachen als je aan de les wilt beginnen......
Herhaal commandos niet de hele tijd, hier zal uw hond alleen maar van in de war raken. Als de training niet goed gaat, stop er dan mee. Bedenk goed wat u aan het doen was: het probleem kan bij u liggen, en niet bij de hond. Aarzel niet om hulp te zoeken. Het team van dierenkliniek Causus staat voor u klaar met goed advies.
Als er nu meerdere gezinsleden trainen met de hond, let er dan goed op dat iedereen dezelfde commandos en signalen gebruikt. Zo raakt de hond niet in de war. Het idee om met meerdere honden te trainen is een onmogelijke opgave. Als u toch met twee honden wil trainen, doe het dan om de beurt. Zorg dat de ene hond buiten gehoorsafstand is, wanneer u met de andere oefent.
de vijf basiscommando's
De vier basiscommandos zijn hier, zit, blijf en af. Wanneer uw hond deze oefeningen feilloos onder de knie heeft, is hij klaar voor het volgen aan de voet. Het commando zit is belangrijk omdat dit telkens het vertrekpunt van de oefening is.
Honden worden aangeleerd om aan de linkerkant van de begeleider te lopen (de hond bevindt zich altijd ter hoogte van de voet van zijn begeleider, vandaar de term aan de voet volgen). Bij het leren volgen aan de voet maakt het geen wezenlijk verschil of de hond aangelijnd is of niet. Het gaat niet om goed of fout, maar om de manier waarop u en uw hond op een prettige manier samenwerken. Als uw pup u zonder riem vrijwillig volgt, kan u gemakkelijk overstappen naar het aangelijnd volgen aan de voet. Gebruik een riem met een kliksluiting die qua gewicht geschikt is voor uw hond. Als u niet eerder met een riem gewerkt hebt, laat uw pup er dan rustig naar kijken en aan ruiken.
Hoe gaan we deze 5 basiscommandos aanleren?
1. Uw hond leren komen
Ga op een plek, zonder afleiding, een klein stukje van de pup af staan. (De gang is ideaal). Zeg, met een koekje zichtbaar in uw hand, de naam van de pup. Zodra hij naar u toekomt zegt u: hier
Terwijl de pup op u af komt, roept u op hoge en vrolijke toon: Brave hond! Buig door uw knieën en spreid uw armen om de pup aan te moedigen direct naar u toe te komen.
Als de pup bij u is, kniel dan helemaal om op zijn hoogte te komen. Beloon hem met woorden, een knuffel of een koekje. Oefen af en toe ergens anders om de aandacht van de pup vast te houden.
2. Uw hond leren zitten
Hou een koekje in uw rechter hand, de riem in uw linker hand en stap met uw gezicht naar de pup toe. Hou de pup rustig terwijl u hem roept en hem dan pas het koekje laat zien.
Als de pup bij u is, brengt u het koekje omhoog tot boven zijn hoofd. De pup zal gaan zitten om naar het lekkers te kunnen blijven kijken. Zeg zit zodra hij door zijn achterpoten zakt.
Probeer de pup naast en voor u te laten zitten. Beloon elke reactie met woorden, knuffels of koekjes. Geef na een paar keer te oefenen steeds minder vaak koekjes, totdat uw stem alleen voldoende beloning is.
3. Uw hond leren zitten en blijven
Hou de looplijn opgerold in uw linkerhand, zodat er spanning op staat. Als de hond naar het koekje in uw rechterhand kijkt en gaat zitten, zegt u zit.
Hou spanning op de lijn en stap weg met uw rechtervoet, terwijl u blijf zegt.
Zet uw linkerbeen naast uw rechterbeen en houd de hele tijd enig oogcontact met je hond.
Oefen lichte druk uit op de lijn en houd die boven het hoofd van de hond. Keer uw lichaam naar de hond toe en houd zijn aandacht vast door het koekje hoog te houden.
Beloon de hond voor het blijven. Loop langzaam om hem heen, de lijn blijft waar hij is. Zeg zo weinig mogelijk om de hond niet in verwarring te brengen.
Na een paar keer oefenen moet de hond blijven zitten aan de lijn. Laat de lijn nu op de grond liggen en doe de oefening opnieuw. Vergeet niet de hond te belonen voor zijn goed gedrag.
Geef de beloning als de hond zit en hou de lijn op de grond. Beloon hem altijd als hij iets goed doet, niet erna.
Beëindig de training door met open armen oké te zeggen. Stop altijd op een goed moment. Maak uw hond niet te wild met uw eigen enthousiasme totdat de training voorbij is.
4. Uw hond leren te gaan liggen
Kniel links naast uw zittende pup en hou de halsband vast met uw rechterhand. Hou uw linkerhand met een koekje erin bij de neus van de pup en breng uw hand naar beneden.
Terwijl de neus van de pup achter het koekje aangaat, brengt u het dichter naar hem toe. Zodra de pup aanstalten maakt te gaan liggen, zegt u af. Wacht met de beloning.
Breng uw hand naar voren om de pup te verleiden om te gaan liggen. Beloon hem met uw stem en het koekje. Herhaal de oefening regelmatig totdat de pup op het commando reageert.
5. Uw hond leren aan de riem te lopen
Deze oefening begint binnenshuis. De pup heeft een goed passende, comfortabele halsband nodig. Laat hem aan de riem ruiken en kijken en klik die dan aan de halsband vast.
Ga rechts naast uw pup staan en hou de riem en een koekje in uw rechterhand. Uw linkerhand houdt u op de riem, klaar om naar zijn halsband te glijden. Laat de pup zitten.
U stapt nu weg, de linkervoet eerst. Terwijl de pup naast u loopt, zegt u voet. Als hij doorloopt, laat u uw linkerhand naar zijn halsband zakken om hem rustig naar achteren te trekken.
Als de pup eenmaal naast u stilstaat, beloont u hem met uw stem en het koekje. Laat hem dan zitten. Als de pup goed reageert op de commandos, kunt u steeds langere stukjes lopen.
Als de pup netjes naast u loopt en braaf gaat zitten, kunt u hem een bochtje naar rechts leren. Leid hem met uw rechterhand naar rechts en zeg voet.
Om linksaf te slaan gaat u sneller lopen. Het koekje houdt u voor de neus zodat hij langzaam blijft lopen. Houd de pup dicht tegen uw linkerbeen en zegt rustig terwijl hij snelheid terugneemt.
En even uitblazen na zo'n vermoeiende training en examen mag zeker. Een dikke knuffel van de eigenaar kan even leuk zijn dan een koekje als beloning.
Wanneer de eigenaar vaststelt dat een dier agressief is verwijst hij naar een waarneembaar gedrag. Agressie wordt opgedeeld in 13 categorieën. Dominantie- en angstagressie zijn de meest voorkomende gerapporteerde problemen bij onze huisdieren. Een combinatie van verschillende soorten van agressie binnen één individu komen ook regelmatig voor.
Dominantieagressie
Dominantieagressie is een vorm van agressie die wordt getoond t.o.v. mensen en die draait rond het verwerven van controle. Dominantie-uitingen zijn voornamelijk niet-agressief. Zo kunnen honden een pushy gedrag gaan vertonen t.o.v. hun eigenaar of kunnen dominante honden de toegang tot bepaalde plaatsen of objecten blokkeren.
Dit gedrag komt meestal voor rond de leeftijd van de maturiteit (18 tot 24 maanden leeftijd). Dit is ook de leeftijd waarop fobieën, scheidingsangst en andere angst-aandoeningen zichtbaar worden bij je huisdier. Het kan zichtbaar worden wanneer de eigenaar de hond benadert tijdens het eten, tijdens het spel met speelgoedjes of tijdens het slapen. Een dominantagressieve hond daarentegen kan agressief reageren wanneer over de hond wordt gestapt, wanneer de hond van bed of zetel wordt geduwd, wanneer de leiband wordt aangedaan, wanneer de hond wordt geduwd of wanneer de poten worden afgedroogd. De agressieve reacties op deze handelingen kunnen gaan van grommen tot happen en bijten.
Vaak lijkt de dominantieagressie plots te ontstaan maar dikwijls is er al, heel subtiel een voorgeschiedenis waarbij de eigenaar sommige signalen verkeerd inschat. Zo laat een eigenaar soms begaan dat een hond zijn voorpoten tegen zijn schouders zet waarbij de eigenaar dit interpreteert als een knuffel maar de hond dit kan zien als een uitdagend signaal.
Honden die dominantieagressie vertonen kunnen ruwweg in 2 groepen worden onderverdeeld. Een groep met honden die er zeker van zijn dat ze controle hebben over alles en denken dat ze aan de top staan. Een tweede groep zijn honden die onzeker zijn over hun sociale rol en agressieve gedragingen gaan gebruiken om informatie te verkrijgen over wat van hen verwacht wordt en wat hun rol is. Deze laatste groep vertoont ook vaak een aandacht-zoekend gedrag.
Belangrijk in een eerste fase van de behandeling is om alle omstandigheden waarin dominantieagressie kan optreden te vermijden. In geen geval mag fysiek gestraft worden, dit kan de toestand verslechteren en een gevaar betekenen voor de uitvoerder.
Angstagressie
Symptomen : Happen, grommen, vluchtpogingen, bijten en soms urineren en defaeceren kunnen tekenen van angstagressie zijn. Hierbij vertoont je huisdier lichaamshoudingen zoals het verlagen van de kop en het lichaam, wegstoppen van de staart, pilo-erectie, oren achterwaarts richten en tanden tonen.
Oorzaak : Angstagressie wordt uitgelokt door een actie die bedreigend wordt ervaren door de hond en waarop de hond angstig reageert. Een hond die bang is van een onbekend persoon die in dezelfde straat wandelt is niet normaal. Als die hond reageert door te grommen is dit een teken van angstagressie. Bepaalde situaties waarbij er schijnbaar geen bedreiging is, vb. een persoon die naar je hond reikt, een hond bij de dierenarts of een hond waarnaar geroepen wordt.
Gevolg : Angstagressieve honden proberen zon situatie te vermijden door zich terug te trekken. Veel honden met angstagressie grommen tot ze in een hoek worden gedreven en dan bijten ze. Deze gedragingen zijn in contrast met de gedragingen van een normale hond die zijn staart tussen zn poten steekt, zich klein maakt en zich verstopt bij angst, maar geen vocale of fysieke tekenen van agressie vertoont. Ook honden die een langdurige pijnlijke medische behandeling ondergaan kunnen angstagressie ontwikkelen en reageren op een benadering van de dierenarts. Ongepast straffen kan ook resulteren in een angstagressieve hond. Deze dieren associëren de benadering van de persoon met de straf, eerder dan de straf met de ongepaste handeling.
Honden die dus een angstig agressief gedrag vertonen mogen niet gerustgesteld worden (alles is in orde). Voor de hond is het niet oké en het kalme, geruststellende gedrag bekrachtigd hun ongepast gedrag.
De andere 11 categorieën zijn maternale agressie, spelagressie, pijnagressie, territoriale agressie, protectieve agressie, intraspecifieke agressie, voedselagressie, possessieve agressie, omgerichte agressie, prooiagressie, idiopathische agressie.
Honden zien er soms knotsgek uit. Grappen over hoe teckels eruitzien als worstjes of uiteraard hotdogs, worden nooit oud. Weer andere honden zijn hilarisch rond, dik en rimpelig of juist torenhoog en slank. Amerikaanse onderzoekers onthulden vorige week de DNA-geheimen achter deze merkwaardige vormen. Een schoolvoorbeeld van evolutie, oeroude biotechnologie en hoe onderzoekers genen ontdekken. Darwin zou trots zijn.
Haast dagelijks lees je erover: onderzoekers melden dat ze weer een nieuw gen hebben gevonden, en vertellen erbij wat dat gen doet. Maar hoe weten ze dat?
Dat valt prima aan de hand van mooie voorbeelden uit te leggen, maar geen is zo sprekend als degene die vorige week in het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS) verscheen. Bioloog Mark Neff en zijn collegas beschrijven hoe ze bij de hond 155 grotendeels onbekende genen opspoorden die het uiterlijk van honden bepalen. Ze vonden genen voor korte pootjes, vachtlengte en als hoogtepunt wijzen ze met zekerheid het gen aan dat de Shar-Pei-hond zijn aandoenlijke rimpels geeft.
Het werk van Neff en zijn collegas is zon mooi schoolvoorbeeld voor DNA-onderzoek om verschillende redenen. De eerste: de biologen hebben zich behoorlijk uitgesloofd om goede DNA-detectives te zijn. Ze wilden niets missen, en dus plozen ze elk detail na om de juiste genen bij de pootjes, haren en rimpels te plaatsen. De tweede reden: bij honden zie je de belangrijkste DNA-verschillen direct aan de buitenkant. Althans, dat nemen onderzoekers aan omdat de hond sinds zijn afstamming van de wolf vooral qua uiterlijk is veranderd, juist omdat mensen ze op een gegeven moment puur op uiterlijk fokten voor vreemde verhoudingen als korte pootjes en een lang lijf.
DNA: hoe zit het ook alweer?
DNA is een molecuul dat zowat elk organisme op aarde draagt. Erin opgesloten zitten recepten om zon organisme te bouwen, gecodeerd in vier stoffen, bekend als de letters T, C, A en G. Elke cel in jouw lijf draagt een kopie van hetzelfde DNA-molecuul met daarin de gecodeerde recepten om jou te bouwen. Honden dragen hetzelfde DNA-molecuul, maar de receptencode is anders; die is typisch honds. Toch zijn niet alle hondenrassen hetzelfde, en dus zullen zij elk een iets ander receptenboekje in hun DNA dragen. Op sommige plekken in het honden-DNA is de code bijvoorbeeld T T A G G C, terwijl dit bij een ander ras T T C G G C is. Genetici zijn in deze verschillen geïnteresseerd, omdat ze geheimen over de recepten ook wel genen in de code onthullen.
De DNA-onderzoekers verwachtten daarom dat elk ras een of meer unieke stukjes DNA draagt die kenmerkend zijn voor eigenschappen die zo typisch zijn voor dat ras. Zoals korte pootjes of rimpels. Om zoveel mogelijk nieuwe genen te ontdekken kozen de Neff en zijn collegas daarom expres voor hondenrassen die flink zijn doorgefokt en nauwelijks op elkaar lijken. En dus verzamelden de biologen bijvoorbeeld stevige herdershonden, met hun redelijk lange poten, tengere poedels met korte pootjes, flapoor-labradors met hun korte haren, kleine Jackrussels en rimpelige Shar-Pei-hondjes. In totaal hadden ze 10 rassen en 275 honden bij elkaar gesprokkeld.
Vervolgens analyseerden Neff en zijn collegas van elke hond het DNA en plaatsten alle 275 genomen als een puzzel naast elkaar. En nu maar verschillen zoeken. In werkelijkheid is dat knap lastig. Het DNA in alle wezens verandert zo nu en dan wel eens per toeval het muteert zonder dat het een zinnig verschil voor het dier of plant inhoudt. Dat betekent dat van alle unieke stukjes DNA die de wetenschappers tegenkwamen, slechts een klein deel belangrijk is voor hondenuiterlijk en door fokken is veroorzaakt.
Gelukkig hebben DNA-onderzoekers verschillende trucs achter de hand om onderscheid te maken tussen belangrijke en onbelangrijke genen. De meest logische is deze: is er een bepaald stukje DNA-volgorde dat je alsmaar bij één ras vindt, terwijl de andere rassen het niet hebben? Dat is geen toeval meer, maar een belangrijk gen. Voor de honden-DNA-detectives kwam dat goed uit, want ze vonden nogal wat van die unieke genen. Van alle 155 genen die uiteindelijk bepalend voor uiterlijk bleken, was tweederde uniek. Zulke genen kwamen bij één of hooguit twee hondenrassen voor. Daarbij hoort ook een gen dat alleen het rimpelige Shar-Pei hondje bezit. Inkoppertje voor Neff de andere biologen: dat gen is voor de rimpels. Zeker weten deden ze dat nog niet, maar daarover later meer.
Voor genen die bij meer dan twee rassen voorkwamen, zat het speurwerk wat ingewikkelder. Denk maar aan pootlengte. Dat is niet zo zwart-wit als wel rimpels of geen rimpels: honden zijn niet netjes verdeeld in rassen met superkorte poten of ellenlange stelten, en hebben daar ook geen aparte DNA-code voor. Je hebt tenslotte ook honden met doodnormale poten, die niet bijzonder lang of kort zijn.
Om de subtiele verschillen toch te kunnen vinden, maakten de biologen van alle 275 honden een DNA-kaart. Op zon kaart zie je dan een patroon. Ook van elke eigenschap, zoals pootlengte of lichaamsgrootte, maakten de onderzoekers zon patronenkaart. Toen de wetenschappers deze kaarten over elkaar heen legden, konden ze snel zien welk soort DNA bij welke eigenschap past. Overigens waren de kaarten van de biologen in werkelijkheid getallen, en maakten ze berekeningen om de kaarten over elkaar te leggen.
Daar zijn we dan: 155 genen voor hondenuiterlijk. Althans, waarschijnlijk. Want wat je tot dusver hebt gelezen van het hondenonderzoek, is puur rekenkundig detectivewerk. Écht achterhalen wat een gen doet kan alleen met een experiment. Dan vergelijk je twee dieren waartussen het enige verschil het gen is dat je wilt onderzoeken.
Om hun vermoedens kracht bij te zetten, deden Neff en zijn collegas zon experiment bij één van hun nieuw ontdekte genen: het zogenaamde HAS2-gen, een gebied op het DNA dat de Shar-Pei vermoedelijk zijn rimpeligheid geeft.
De keus voor de Shar-Pei is niet zo vreemd, want er bestaan namelijk ook Shar-Pei-hondjes zonder rimpels. Ze lijken verder veel op elkaar, dus dat is makkelijk vergelijken. De biologen namen 32 gerimpelde en 18 gladde Shar-Pei-honden, en vergeleken de DNA-volgorde op het HAS2-gen. Niet verbazingwekkend ontdekten ze dat het HAS2-gen van de gerimpelde honden behoorlijk anders was dan dat van gladde honden.
Een DNA-feitje erbij: HAS2 is nu zeker weten een gen voor huidontwikkeling, en bij Shar-Pei het verschil tussen rimpels en gladde huid.
Als laatste detail maakt Neffs onderzoek inzichtelijk hoe snel evolutie op het uiterlijk van dieren kan werken. Dat was tot nog toe deels een mysterie: heeft de hond tijdens al dat fokken nieuwe genen gevormd, raakte hij oude genen kwijt, of leidde vooral het doorfokken van bestaande genen tot de uiteenlopende vormen; worstachtig, harig, flapoor of rimpelhuid? Het tweede, schrijven de biologen. Volgens hen liggen veel van de nieuw ontdekte genen in DNA-gebieden die zelf weinig doen, maar vooral andere genen beïnvloeden. Dat klopt met het idee dat eigenlijke bouw van honden voor alle rassen hetzelfde is, maar door een mysterieuze kracht uit verhouding lijkt getrokken.
Heb jij - net zoals vele andere belgen- je voorgenomen om dit jaar te stoppen met roken? Dan is dit alvast een leuke manier om eraan te beginnen. Heb je al eens geprobeerd maar lukt het maar niet, zelfs met behulp van kauwgom, pilletjes of een plakker? Dan kan deze methode misschien meer motiverend zijn? Stoppen met roken samen met je hond! Je hond kan een zeer waardevolle hulp zijn om eindelijk van die sigarettenpeuk af te raken. Hier een aantal tips om je alvast op weg te helpen. Doe het voor je hond
Studies wijzen uit dat meer mensen willen stoppen met roken als dit de gezondheid van hun hond kan bevorderen. Sterker nog, deze drang is sterker dan dat ze dit zouden doen voor zichzelf of hun kinderen. 30% van hondeneigenaars hebben aangegeven te willen stoppen nadat ze vernomen hadden dat het meeroken de gezondheid van hun hond kan schaden. Terwijl slechts 2% dit zouden doen nadat ze hoorden dat dit ook de gezondheid van hun kinderen kon aantasten. Onwaarschijnlijk ? Volledige studie kan je vinden op deze pagina.
Inhaleer de feiten! Ja, meeroken is erg slecht voor de gezondheid van je hond. Het kan zelfs je hond doden, net zoals dat het geval is bij mensen. Er worden beduidend meer kankers vastgesteld bij huisdieren in gezinnen die roken. Sigarettenrook heeft een zeer slechte invloed op de ogen en de neus van de hond. Deze beginnen naar verloop van tijd pijnlijk aan te voelen en er is ook een duidelijk effect vastgesteld op de bloedvaten in deze twee lichaamsdelen. Hondenneuzen zijn zeer gevoelig en vooral honden met lange spitse neuzen zijn zeer gevoelig voor rook. ( vb greyhounds, herders, ..) Rook kan er ook voor zorgen dat je hond sneller verkouden wordt en dan begint te hoesten of te niezen. De rook zal ook veel sneller de slokdarm van je hond irriteren en hem sneller allergisch maken aan diverse stoffen.
Maak van je hond je sparringpartner.
Sporten kan een geweldige hulp zijn om te stoppen met roken. Het houdt je bezig, verlost je van een gedeelte stress, vermindert depressies en je wil daardoor ook gezonder gaan leven.Wandelen is daarbij een van de meest eenvoudige manieren om in beweging te blijven. En met wie kan je dit beter doen als met je hond . Honden leven om te wandelen! Stoppen met roken is zeker geen kleine ochtendwandeling, maar met je hond gaat het zoveel eenvoudiger.
Maak gebruik van de onvoorwaardelijke hondenliefde
Als je wil stoppen met roken heb je de steun van familie en vrienden nodig. Wie staat er dichter bij jou en geeft steeds een onvoorwaardelijk oordeel? Je hond zal steeds daar zijn ook al loop je een beetje geïrriteerd rond. Laat je beste vriend ook in die momenten aan je zij staan. Haal hem eens meer aan en geef een knuffel meer op de dagen dat het jou wat minder gaat. Spreek met je hond want hij zal geenszinds grommen of bijten als jij chagrijnig bent.
Maak van je hond je niet-rokers uithangbord Koop voor je hond een T-shirt of embleem dat je herrinnert aan je missie. Door het dragen van dit duidelijke kenmerk zal je hond je elke dag opnieuw herinneren aan je doel: Stoppen met roken! Je zal het dus makkelijker hebben om aan de drang naar een sigaret te weerstaan. Je kan ook zelf een originele shirt ontwerpen met de foto van je hond en/of jezelf met daarop een slogan zoals ?uro; opgelet baasje en hond zijn gestopt met roken! ?uro; of iets dergelijks.
Train je hond als rookalarm Sommige mensen trainen hun hond als rookdetector die begint te blaffen elke keer wanneer er een teken van rook is. Deze levende versie is veel effectiever dan de plastic versie met batterijen. Als je hond er echt goed in is kan deze de ontbrekende schakel zijn om het vol te houden. Op onze site kan je alvast wat trainingstips vinden om van je hond een echte rookdetector te maken.( engelse versie)
Verdeel de financiële bonus met je hond Stoppen met roken kan je alvast een hele hoop geld opleveren. Dit kan oplopen tot 1500? per jaar. Voor dat geld kan je een aantal leuke en nuttige zaken aanschaffen voor je hond. Het geld dat nu in rook opgaat kan op deze manier de levenskwaliteit van jou en je hond verbeteren. Enkele tips ? Een innovatief hondenspeeltje, gezondere( dus meestal duurdere) voeding voor je hond of evt een verzekering die dierenartskosten dekt. Met dit geld kan je ook een leuk tripjes maken of zijn verblijf in het hotel betalen.Veel plezier!
Indianen geloven nog steeds dat de ziel van hun voorvaderen, vermomd als een wolf, voortleeft. Ze onderteken daardoor enkel een contract als er een wolf ( of dezer dagen een hond) aanwezig is .
Wolven en sommige honden bezitten de kracht om te doden en dreigen daar voortdurend mee, maar gebruiken hem enkel indien het echt nodig is .Ze kunnen op leven en dood vechten om hun familie te beschermen, voedsel te beschermen maar hebben respect voor hun tegenstanders uit andere roedels.Toch heeft dit dreigend gedrag hen een slechte reputatie opgeleverd. Mensen daarentegen respecteren hun tegenstanders niet. Wij kunnen doden met een enkel druk op de knop zonder te weten wie eigenlijk onze tegenstanders zijn.....en kunnen zinloos doden.
Wist je dat het heel wat moeite kost aan een hond om te apporteren? Het is voor een hond heel onnatuurlijk om iets af te geven wat hij in de natuur heeft te pakken gekregen. Alles wat een wolf pakt in de natuur is zijn bezit en ze maken dit snel duidelijk in de roedel door niemand anders daarvan in de buurt te laten komen.
Voor de aankomst van uw nieuwe aanwinst, en dit geldt met name voor een puppy, dient u in huis en tuin dezelfde veiligheidsmaatregelen te treffen als bij een jong kind. Berg schoonmaakmiddelen, medicijnen e.d. goed op, sluit vuilnisbakken af, zorg dat kinderen niet overal hun speelgoed laten slingeren, werk electriciteits snoeren weg. Ook voor u vanzelfsprekende dingen zoals sigaretten en vooral chocolade zijn bijv. zeer giftig voor honden, evenals sommige planten zowel binnen- als buitenshuis. Bij het spelen en knagen op takken kan de hond zijn mond flink bezeren met houtsplinters. Verder zorgt u er natuurlijk voor dat de tuin goed afgezet is, zodat uw hond niet weg kan lopen. Verstandig is om de komst van uw hond voor te bereiden door een goed hondeninformatie boek te lezen. Ook in de bibliotheek zijn dergelijke boeken te verkrijgen.
2. Kennismaking
Een pup zal doorgaans zonder al te veel problemen door een andere hond geaccepteerd worden, maar met een oudere hond erbij zal de rangorde bepaald worden. Dit kan er heftig uit zien, maar grijpt u niet te snel in, want daarmee maakt u het probleem alleen maar groter. Is de rangorde eenmaal bepaalt, bevestig met uw gedrag dan de positie van de leider, bijvoorbeeld door hem als eerste eten, aandacht e.d. te geven, zodat de leider zich niet geroepen voelt de rangorde keer op keer te moeten bevechten. Om een en ander te voorkomen kunt u vaak het beste bij thuiskomst eerst met beide honden een stuk gaan wandelen zodat de eerste kennismaking op neutraal terrein gebeurt en de honden nadien samen het huis binnengaan. Bij kennismaking met een kat moet u de hond goed in de gaten houden, evt. zelfs aanlijnen en muilkorven, wanneer u de zaak niet vertrouwd. Biedt de kat altijd een vluchtkans en beloon de hond wanneer hij de kat met rust laat en afstand houdt. Wees geduldig, de relatie kat - hond heeft vaak enige tijd nodig en wanneer de hond de kat als prooi ziet, niet altijd kans van slagen. Kinderen en honden kunnen een geweldige combinatie zijn waar beide partijen veel van kunnen leren en veel plezier aan kunnen beleven, maar een hond is geen speelgoed voor kinderen. Laat de hond ook nooit alleen met kleine kinderen. Leer de kinderen de hond met rust te laten, wanneer hij slaapt, op zijn eigen plaats ligt, eet, of met zijn eigen speelgoed bezig is. Verder zorgt u ervoor dat kinderen in hun onwetendheid de hond geen pijn doen of met hun speelgoed laten spelen.
3. Slapen en alleen zijn
Zorg dat de hond een eigen (slaap)plaats heeft. Nog beter voor een pup is een bench. Met een hondenkussen en een speeltje erin is dit een vertrouwde, veilige plek, waarbij hij geen verboden zaken kapot kan maken en waarmee u meteen zijn zindelijkheid kan trainen, aangezien een hond niet snel zijn nest zal bevuilen. Puppies hebben trouwens nog erg veel slaap en rust nodig. Het kan zijn dat uw pup zich de eerste nachten nog erg eenzaam voelt en gaat janken. Ga niet meteen naar hem toe en haal hem niet uit de bench, want het kan zijn dat dit hem stimuleert tot janken. Wel kunt u bijvoorbeeld de bench/mand tijdelijk even op de slaapkamer zetten tot de hond meer met zijn nieuwe situatie vertrouwd is. Laat de hond niet meteen van de een op de andere dag langere tijd alleen, maar begin ermee hem af en toe op zijn plaats/in zijn bench leggen en loop even de kamer uit, zodat hij leert dat u altijd weer terugkomt. Ga niet meteen naar hem toe als hij blaft. Wanneer u terugkomt van weggeweest, kunt u beter niet direct op hem toe snellen en begroeten, maar doe of zijn alleen zijn de gewoonste zaak van de wereld is. Voer de tijden van alleen zijn langzaam op en probeer janken voor te zijn. Zorg wel dat hij een speeltje en botje heeft zodat hij zich niet gaat vervelen. Als u de radio aanzet voelt de hond zich misschien ook minder eenzaam.
4. Voeding en gezondheid
Omdat een pup het eerste half jaar hard groeit, vooral natuurlijk de grotere rassen, heeft hij verschillende malen per dag goed uitgebalanceerd puppyvoer nodig. Dit voer is compleet en rijk aan voedingsstoffen die de pup voor zijn snelle groei nodig heeft. Men kan daarbij beter geen toevoegingen geven. Vervolgens kunt u overgaan op juniorenvoer of voer voor volwassen honden. Wanneer uw puppy veel last van diarree heeft, kan het zijn dat hij een zwak spijsverteringsgestel heeft en het voer (nog) niet kan verdragen. Waarschijnlijk groeit hij hier gewoon overheen, wanneer u hem een speciale dieetvoeding geeft die te verkrijgen is bij een goede dierenwinkel of dierenarts. Wanneer een hond al 2 dagen niet meer eet, 1 dag niet meer drinkt, zeer lusteloos is, waterdunne ontlasting heeft, schuimt op zijn bek, gaat u dan direct naar de dierenarts. Om een maagtorsie te voorkomen, kan men bij de grotere honden de voerbak beter op een verhoging zetten en nooit direct na het eten een lange wandeling maken, maar de hond rustig houden. Bij grote rassen geldt verder dat tot 1,5 jaar de wandelingen langzaam opgebouwd moeten worden en traplopen, veel opspringen en fietsen slecht is voor de heupen.
5. Ontwormen
Bij de geboorte zijn puppies doorgaans al besmet met wormen. Een ernstige besmetting belemmert hun groei en bevordert ziekten. Belangrijk is dus dat ze regelmatig ontwormt worden, bijv. om de 2 weken tot een leeftijd van 8 weken, daarna met 12 weken en vervolgens tot de pup 1 jaar is om de 2 maanden. U dient uiteraard een goed all-round ontwormingsmiddel te gebruiken, deze zijn te verkrijgen bij de dierenarts. Verder is het verstandig de hond goed vlo- en teekvrij te houden, aangezien zij parasieten overdragen.
6. Inenten
Gedurende de tijd dat de pup bij de moeder drinkt krijgt hij antistoffen binnen en heeft hij dus voldoende afweer tegen ziekten.Na de zoogperiode moet de pup zelf antistoffen gaan vormen, derhalve dient hij op een leeftijd van 6 weken zijn 1e enting te krijgen. Hierdoor maakt de pup zelf antistoffen aan, die echter snel minder worden.Daarom volgt er een 2e enting wanneer de pup 9 tot 10 weken oud is. Het afweersysteem reageert hierop door nog meer antistoffen aan te maken, maar ook deze afweer wordt minder, zodat de pup met 12 tot 14 weken zijn 3e enting moet hebben. Hierna is een jaarlijkse enting voldoende om het afweersysteem van uw hond op peil te houden. Onze buitenlandse honden zijn altijd geënt en in het paspoort kan men zien, wanneer de volgende enting dient plaats te vinden. Het is belangrijk dat de pup ook zijn 2e en 3e enting op tijd krijgt, want anders heeft hij tussentijds onvoldoende bescherming. Honden die ouder zijn dan 6 maanden worden ook tegen hondsdolheid geënt, voordat ze naar Nederland reizen. U kunt deze enting zelf, indien nodig, vervolgen, bijvoorbeeld wanneer u met de hond naar het buitenland gaat.
7. Wisselen
Uw pup zal rond een maand of 4 zijn gebit gaan wisselen. Dit kan gepaard gaan met hangerigheid, diarree en veel behoefte aan kauwen en bijten. Geef de hond daarom voldoende eigen (veilig) speelgoed om op te knagen, want anders loopt u het risico dat hij zelf een keuze uit uw spullen maakt. Let u er verder op dat de melktanden er na een half jaar niet meer zitten.
8. Zindelijkheid
Een pup zal nog zindelijk gemaakt moeten worden, en misschien een jonge of volwassen hond uit het asiel ook. Ga regelmatig even met de hond naar buiten naar een dicht bij gelegen vaste plek, vooral na het slapen, spelen en eten. Verder moet u natuurlijk goed opletten of de hond niet een signaal geeft dat hij zijn behoefte wil doen. Bij ongelukjes kunt u de hond alleen bij heterdaad terecht wijzen, maar het beste werkt toch wel het de hemel in prijzen wanneer hij het netjes buiten doet.Maak na een ongelukje de vloer weer geurloos, bv. door wat met water verdunde azijn. En vooral: Wanhoop niet!! Zindelijk maken kost nu eenmaal even wat tijd, aandacht en geduld.
9. Spelen en leren
Zeker een pup en jonge hond hebben veel aandacht nodig en er zal regelmatig met ze gespeeld moeten worden (leuk toch!) anders gaan ze kattenkwaad uit halen. Een pup moet leren rustig te spelen en niet uw hand of broek te perforeren met zijn vlijmscherpe tandjes. Maak hem duidelijk wanneer hij u pijn doet door au te roepen en stop direct met spelen. Zorg voor voldoende speeltjes, botjes en leer hem direct van andere zaken af te blijven. Het is zowel voor uw hond als voor u heel erg leuk en leerzaam om een (puppy)cursus te volgen. Probeer hiermee zo snel mogelijk te beginnen, want het sterkt het vertrouwen tussen u en uw nieuwe aanwinst, bovendien ontmoet u gelijkgestemden en kunt u bij een goede cursusleider altijd terecht met uw vragen. Ook de dierenbescherming verzorgt cursussen.
10. Socialisatie en rangorde
Laat uw puppy zoveel mogelijk positieve ervaringen op doen met andere mensen, dieren en verschijnselen in de grote buitenwereld. Wanneer een hond bang is, moet u nooit zijn angst bevestigen door te veel geruststellende aandacht. Dwing hem echter ook niet, maar probeer het goede voorbeeld te geven en hem zo over te halen. Verbind bijvoorbeeld lawaai met iets leuks als een spelletje of iets lekkers. Tussen de 6 en 12 maanden (bij heel grote rassen zelfs 30) is de hond in de puberteit, en kan hij uw geduld en gezag flink op de proef stellen. Blijf in ieder geval zelf de baas. Wees consequent en geduldig, tenslotte gaat deze periode weer over en houdt u er een lieve en trouwe metgezel aan over. Bij honden met een dominante aanleg moet u altijd zorgen dat u dominanter bent dan zij, door bijv. te zorgen dat u bij (trek)spelletjes wint, zorgt dat uw commandos opgevolgd worden, u hoger zit/ligt dan zij en u bepaalt wanneer ze eten enz. Belangrijk hierbij is dat u altijd consequent bent en nee is nee! Bij een onderdanige hond kunt u zijn vertrouwen sterken door veel positieve ervaringen en door het veel belonen bij het goed uitvoeren van taken. Uiteindelijk voelt een hond zich pas prettig als hij zijn plaats in de roedel kent. Aan u de taak om hiervoor te zorgen, zodat u vele jaren kunt genieten van een betrouwbare metgezel.
NVT- Hij weegt meer dan 110 kilo, meet één meter van poot tot schouder en is meer dan twee meter lang. Met die afmetingen kan George, een vier jaar oude Blauwe Duitse Dog, tot grootste hond ter wereld gekroond worden.
De baasjes van George, David en Christine Nasser uit Arizona, hebben het Guinness Recordboek alvast op de hoogte gebracht van hun uitzonderlijk grote huisdier. 'George is uniek', benadrukt David. 'Per maand verorbert hij meer dan 50 kilogram eten en hij slaapt in zijn eigen kingsize-bed.'
Dokter William Wallace van het dierenziekenhuis in Tucson is overtuigd dat George een plaats in het Guinness Recordboek verdient. 'Ik heb al meer dan 45 jaar ervaring met reuzehonden', benadrukt hij. 'George is zonder twijfel de grootste hond die ik ooit heb gezien.' ()
Niet iedereen hanteert dezelfde omrekentabel. Voorheen was het gebruikelijk om ieder hondenjaar te vermenigvuldigen met 7. Echter: rekening houdend met allerlei fysiologische verschijnselen blijkt dit niet te kloppen. Immers: een hond van 1 jaar zou dan pas 7 jaar zijn, terwijl een teefje van deze leeftijd al pups kan werpen! Kijken we nu naar bovenstaande tabel dan zien we direct dat ook 15 jaar wel wat jong is om kinderen te krijgen voor de mens! Echter: qua ontwikkelingen in hormoonhuishouding, skelet en spierstelsel benadert de tabel het beste een "mensenleeftijd".
Er gebeurt van alles bij de ouder wordende hond. In de eerste plaats en het meest opvallend is de slijtage aan de tanden (zie ook onder gebit). De dierenarts kan meestal goed vast stellen hoe oud een hond is door naar het gebit te kijken. Andere uiterlijke kenmerken kunnen nauwelijks gebruikt worden om leeftijd vast te stellen, omdat de ene hond nu eenmaal eerder grijs wordt dan de ander, de ene hond eerder last krijgt van troebele ogen etc.
Leeftijdsbepaling aan de hand van het gebit
Pups hebben nog een melkgebit dat zal gaan wisselen en met ongeveer 5 a 6 maanden vervangen zal zijn door het definitieve gebit. Met ongeveer 3 a 4 maanden zullen de snijtanden uitvallen, daarna zullen de molaren en premolaren wisselen. Overigens zijn sommige rassen erg laat met wisselen en vallen de eerste tanden pas met 5 maanden uit! Maak u niet direct bezorgd wanneer de melktanden niet direct uitvallen en een "dubbele tandenrij" ontstaat. Duurt het te lang, dan kan de dierenarts de melktandjes gemakkelijk weghalen.
Voor de volwassen hond kan men de volgende tandformule aangeven:
links rechts M P C I I C P M boven 2 4 1 3 3 1 4 2 onder 3 4 1 3 3 1 4 3
Links en rechts zijn dus gelijk, alleen is de onderkaak niet gelijk aan de bovenkaak, in die zin dat in de onderkaak drie molaren zitten en in de bovenkaak slechts 2. De eerste premolaar is een heel klein kiesje dat laat verschijnt terwijl de pup nog zijn melkgebit heeft en dat niet meer zal wisselen.
In een van de vorige mailtjes over de reisgrage kat zagen we daarnet het nut van een chip bij kat/hond/paard/... Daarom mail ik jullie graag meer info daarover:
De identificatie door middel van een chip:
Sinds een aantal jaren is het in België mogelijk om dieren via een elektronisch implantaat (de transponder of 'chip') van een identificatie te voorzien. Deze methode is in hoog tempo de tatoeage aan het vervangen. De in België gehanteerde technieken voldoen aan de ISO-norm. Sinds januari 1996 zijn er namelijk afspraken over de standaard waar chips aan moeten voldoen. De nu gebruikte chips voldoen allen aan deze ISO-standaard en zijn dus wereldwijd afleesbaar. De chip is een klein stukje elektronica dat onder de huid wordt ingebracht. Dit gebeurt via een injectienaald. De chip wordt afgelezen via een 'reader'. Via een centrale databank is 24 uur per dag op te vragen waar het dier met deze identificatie thuishoort. Het telefoonnummer hiervoor is: 070/222445. Daarmee is in principe gewaarborgd dat van een in België "gechipt" dier de gegevens van dit dier (en zijn eigenaar) vanuit iedere plaats over de wereld terug te vinden zijn.
Kan er niets mislopen bij het inbrengen van een chip? De techniek wordt in België al geruime tijd toegepast. Dat houdt in dat we niet te maken zullen krijgen met onverwachte "kinderziekten". Alles is al jarenlang getest en verbeterd. Een voorbeeld hiervan is het aanbrengen van een speciale coating over het bioglas. Deze zorgt ervoor dat de chip binnen enkele uren "verkleeft" met de omgeving en dus niet door het lichaam gaat "zwerven". (Een chip die bij grote uitzondering wat 'wandelt' richt geen schade aan doordat deze altijd in de onderhuidse laag blijft en maximaal een paar centimeter opschuift.)
Doet het inbrengen van de chip pijn? Het inbrengen van de chip gebeurt met een injectienaald. Hoewel die naald wel wat dikker is dan een naald waarmee de dieren hun jaarlijkse prik krijgen, is er nauwelijks reactie waar te nemen. De verklaring is dat door de elasticiteit van de huid alleen het hele dunne scherpe puntje van de naald een gaatje in de huid maakt. Daarna "rekt" dit gaatje gewoon een beetje en kan het dikkere deel van de naald erdoor. Omdat er onder de huid bijna geen gevoelszenuwen zitten doet het opschuiven van de naald onder de huid verder geen pijn. Al met al is het niet pijnlijker dan de jaarlijkse vaccinatie met het veel dunnere naaldje.
Hoe werkt zo'n chip? Een chip bestaat uit: Een omhulsel van bio-glas Een hele kleine spoel Als de spoel in een magnetisch veld wordt gehouden zal hierin een kleine inductiestroom ontstaan. Deze stroom is voldoende om de chip te activeren. Die chip is in wezen een vrij dom ding, want het enige wat hij kan is een code uitzenden. Deze code is altijd hetzelfde en bestaat uit 15 cijfers die niet veranderd kunnen worden. Voor België zijn de eerste 3 cijfers 985. Ieder dier waarvan de chipcode begint met 985 is dus een dier dat in België gechipt is. De volgende 3 cijfers geven aan welke categorie dieren het betreft (bijv gezelschapsdier) en door welke fabrikant de chip gefabriceerd is. Dan blijven er nog 9 cijfers over (dus 10 miljard verschillende nummers!) om voor elk dier een unieke herkenbaarheid te garanderen.
Moet mijn hond een chip dragen? Alle honden in België die geboren zijn na 31 augustus 1998 moeten kunnen geïdentificeerd worden en geregistreerd staan bij de Belgische Vereniging voor identificatie en Registratie van Honden (BVIRH). Deze identificatie moet kunnen gebeuren door middel van een microchip of door middel van een duidelijk leesbare tatoeëring. Wanneer je de grens oversteekt moeten volgens een verordening van de Europese Raad honden, katten en fretten voor reizen naar het buitenland, ook binnen de EEG, een officieel hondenpaspoort meehebben. De identificatie van de honden moet vermeld staan op het hondenpaspoort. Deze Europese richtlijn bepaalt dat de identificatie moet gebeuren door middel van een ingeplante microchip. Een goed leesbare tatoeëring ontslaat hen van deze verplichting. Let er evenwel op dat deze tatoeëring duidelijk leesbaar is om aan de grens geen moeilijkheden te krijgen. Vanaf 2011 moeten echter ALLE honden een microchip dragen indien zij de grens oversteken of ze nu getatoeërd zijn of niet.
Hoe en door wie kunnen deze nummers afgelezen worden? Iedereen die beschikt over een ISO-aflezer kan íedere ISO-chip over de hele wereld aflezen. In België zijn het de dierenartsen die het initiatief hebben genomen om huisdieren te chippen. Deze beschikken dan ook vrijwel allemaal over een reader. Ook dierenambulances en asiels zijn tegenwoordig steeds meer in het bezit van zo'n reader. Belangrijk is wel dat zij beschikken over readers die ook niet ISO-chips kunnen aflezen, omdat er met name in de voorafgaande jaren ook wel dieren zijn ge-chipt met een niet ISO-chip.
Hoe vindt de registratie plaats? Op een registratieformulier worden de gegevens van het dier, zijn eigenaar en degene die de chip heeft aangebracht vermeld.Deze formulieren worden door de dierenarts in orde gebracht. Vervolgens wordt dit formulier opgestuurd naar de Belgischee Databank voor Gezelschapsdieren (ABIEC-BVIRH.) in Brussel.
Een chip zorgt er dus voor dat huisdieren die vermist of verwond zijn weer snel bij de eigenaar terugbezorgd kunnen worden. Daarnaast kunnen gestolen dieren zo ook makkelijker opgespoord worden (het bewijs van eigendom is in het dier aanwezig!).
Welke voordelen heeft de "chip" boven tatoeëren? Het inbrengen van de chip is vrijwel pijnloos. Bij tatoeëren moeten er tientallen gaatjes gemaakt worden! Een chip werkt altijd! Bij 60% van de tatoeages is na 2 jaar het nummer niet meer afleesbaar! Een chip is niet ontsierend voor het dier. Het aflezen van een chip met een reader duurt nog geen seconde. Probeer dit zelf eens met het aflezen van de tatoeage bij uw eigen hond (of kat). Alle dieren, van muis tot olifant kunnen gechipt worden. De chip kan niet veranderd worden; hij kan maar één nummer weergeven. In de meeste gevallen kan de plaats van de chip niet meer nauwkeurig worden bepaald zodat hij in geval van diefstal niet te verwijderen is. Doordat alle gegevens van alle dieren in één centrale Databank komen hoef je je niet af te vragen bij wie je voor de informatie moet zijn. Door middel van het unieke nummer kan de herkomst van het dier overal ter wereld vastgesteld worden. In de ISO-standaard staat dat chips getest moeten zijn door een onafhankelijke instantie genaamd ICAR. Hierbij wordt ook fraudebestendigheid en leesvastheid getest: het nummer op de chip is dus niet te wissen of te veranderen.
Zijn er ook nadelen verbonden aan het chippen? Eigenlijk is het enige nadeel dat je aan de buitenkant niet kunt zien of een dier gechipt is. Het is dus gewoon nodig om zo snel mogelijk te zorgen dat ieder dier in België zijn eigen chip heeft.
In het kader van de langverwachte Ecologische top in Kopenhagen deze week besteden we in deze nieuwsbrief wat meer aandacht aan ecologisch opvoeding van de hond. Een aantal tips kunnen je zeker helpen om je hond op een ecologisch verantwoorde manier op te voeden
1.De ecologische voetafdruk van je hond verbeteren
Op een groene manier leven is niet alleen goed voor de planeet maar ook voor de gezondheid van je hond.We recycleren, eten gezond, trekken eerder een trui aan dan de verwarming wat hoger te draaien . Maar heb je er al bij stilgestaan dat ook je hond een effect kan hebben op je ecologische voetafdruk? En weet je wel wat de effecten van het milieu kunnen zijn op je hond? Een heleboel, zoals je hieronder zal kunnen ontdekken!
Een recente studie van een aantal eco-watchdogs "The Enviromental Working Group " kwam tot de conclusie dat honden zo'n 48 verschillende industriële chemicals meedragen in hun lichaam. Velen daarvan werden gevonden in veel hogere concentraties dan dat dit bij mensen het geval is .Deze stoffen kunnen schildklierproblemen, geboorteafwijkingen of kanker en nog een heleboel andere aandoeningen veroorzaken.
De meest voorkomende stoffen die bij honden deze accumulatie veroorzaken zijn: brandvertragers van bedden of zetels, bevuilde voedingsstoffen, producten om vet en vlekken te voorkomen op tapijten of hondenbedden, giftige voedingsverpakkingen, plasticverzachters en giftige stoffen die voorkomen in shampoos, speelgoed en medicatie.
Daarnaast is er ook Detol die onze planeet betaalt. Massa's hondenpoep en de chemische fall-out van hondenspray's tegen teken, vlooien en ander ongedierte. Ben je klaar voor ook wat goed nieuws? Je kan heel eenvoudig de ecologische voetafdruk van je hond minimaliseren zonder daarvoor je hele leven overhoop te moeten halen.Tevens zal ook je hond een positief gezondheidseffect ondervinden van deze kleine aanpassingen.
1. Kies voor ecovriendelijke hondenbenodigdheden. Er zijn nu voor bijna elk hondenproduct ecologische varianten op de markt. Zo zijn er ecologische poepzakjes, bedden, shampoos en halsbanden. Kijk vooral naar materialen die biologisch afbreekbaar zijn en/of kunnen gerecycleerd worden. Kijk ook of deze spullen niet werden behandeld met brandvertragers en dat ze niet al te veel plastic bevatten. Indien je hond zijn speeltje beu is kan je beter een speeltje omruilen met een van je hondenvrienden dan steeds weer nieuwe spullen aan te kopen.
2.Ruim de hondenpoep ecologisch op. Ideaal is het om je hondenpoep door te sassen zodat deze dezelfde behandeling ondergaat dan humane uitwerpselen. Er bestaan zelfs biologisch afbreekbare poepzakjes die je gewoon in het toilet mee kan doorspoelen. In tweede instantie kan je kiezen om de uitwerpselen mee te laten weghalen met al je ander huisvuil. Compostering van hondenpoep is nogal controversieel gezien de afgebroken stoffen later op je groententuin belanden en daar een bacteriele besmetting kunnen veroorzaken die mensen kan ziek maken.Wil je zelf een apart composteervat voor je hond maken dan kan je hier zin hoe dat moet: http://homepage.mac.com/cityfarmer/PhotoAlbum22.html
Laat je hondenpoep niet te lang in je tuin liggen maar ruim hem op! Door de hondenpoep te laten liggen kan deze door de regen worden weggewassen of door kevers volledig worden ontrafeld en zo in ons kostbaar drinkwater terechtkomen.
3.Hou je hond aangelijnd in wildrijke gebieden.We houden er allen van om onze honden vrij los te zien lopen maar je hond beseft niet altijd dat jagend en blaffend rondlopen en achter het lokale wil aanhollen heel veel schade kan berokkenen aan de natuur.Ga hem dus vrijlaten in gebieden waar geen wild of broedende vogels voorkomen.
4.Bevecht vlooien en teken met de minst toxische oplossingen. Hoe groen je wil omgaan met de bestrijding van ongedierte hangt af van hoeveel tijd je er wil aan besteden en hoe fel je ze ook weg wil. Er bestaan diverse mogelijkheden om vlooien te bestrijden zonder pesticiden: zo kan je bvb eucalyptus ( blaadje en zaden ) in de hondenmand deponeren of het regelmatig besproeien met een half om half van water en azijn. Als je dan toch voor pesticiden kiest ga je beter voor een druppelsgewijze toediening ipv een spray of een poeder.Als je in een gebied leeft met koude winters kan je beter enkel in de warme periodes de vlooienbehandelingen toepassen.
5.Kook zelf voor je hond of koop lokaal bereid organisch voedsel. Kies zoveel mogelijk voor ecologische vlees en groentengebruik.Door te kiezen voor dichtbij aangemaakt voedsel bespaar je op verpakkingen transportbelasting voor het milieu.Ga ook na bij je hondenshop of zij je kunnen vertellen wat het meest ecologisch verantwoorde commerciële voer is.Ze helpen u graag verder.
6.Denk na voor je iets weggooit. Medicatie, vlooienproducten, shampoos enz... kunnen water en grond vervuilen als je ze zomaar weggooit. Ga na wat je waar moet deponeren en vraag desnoods hulp bij je lokaal containerpark.
Vergeet uw trouwe hond, haal een halve wolf in huis
Vergeet uw trouwe hond, haal een halve wolf in huis
In steeds meer Britse huisgezinnen wordt de 'gewone' hond als huisdier vervangen door een 'hybride wolf', die nauw verwant is met het wilde dier dat ooit zo gevreesd werd, zo meldt de Sunday Telegraph.
Die dieren, waarvoor meer dan 5.000 euro moet worden neergeteld, lijken als ze volgroeid zijn sprekend op een echte wolf en maken zelfs hetzelfde jankende geluid, in plaats van het ons vertrouwde geblaf. Het gaat om dieren die het resultaat zijn van het vermengen van Europese of Noord-Amerikaanse wolven met gewone honden. Tsjechoslovaakse wolfshond Hondenrassen die het vaakst worden gebruikt voor deze vorm van kweken zijn Duitse herders, huskies of akilas. Populaire rassen die nauw verwant zijn met wolven zijn de sardoo en de
Tsjechoslovaakse wolfshond, een kruising tussen een herder en een Karpatische wolf die tijdens de Koude Oorlog veel werd gebruikt door communistische grenspatrouilles langs de Muur.
In de Verenigde Staten zijn deze halve wolven al enige tijd legaal en gegeerd. Nu heeft ook de Britse overheid beslist dat dergelijke rassen zonder speciale vergunning kunnen worden gekweekt en gekocht, vooropgesteld dat ze minstens drie generaties verwijderd zijn van hun wilde voorouder. Fatale incidenten De beslissing heeft tot verontwaardigde reacties geleid bij dienrenbeschermers, vooral omdat de wolfhonden in Amerika al verantwoordelijk zijn geweest voor enkele fatale incidenten met kinderen.
Een woordvoerder van de Britse dierenbescherming waarschuwde dat "in een huiselijke omgeving de uiting van natuurlijk gedrag bij dergelijke dieren gevaren met zich kan brengen. Dit worden nooit gewone honden". Vooral kinderen lopen gevaar, omdat de dieren hen volgens deskundigen gemakkelijk als potentiële prooi kunnen zien. (belga/mvdb)