Bob Dylan beschuldigd van plagiaat
Bob Dylan wordt door bezoekers van een tentoonstelling in New York en
door fans van de zanger en liedjesschrijver beschuldigd van plagiaat. In
The Big Apple zou een serie schilderijen te zien zijn waarop Dylans
reizen door Japan, China, Vietnam en Korea te zien zijn, maar veel
schilderijen lijken geverfde kopieën van beroemde foto's van Henri
Cartier-Bresson, Dmtri Kessel en Léon Bussy.
The New York Times
schrijft dat na opening van The Asia Series, zoals de tentoonstelling
heet, vraagtekens werden gezet bij de autenthiciteit van Dylans
schilderijen. Een aantal afbeeldingen lijken exacte kopieën in verf van
beroemde foto's. De krant zet een aantal van de beelden onder elkaar.
De
vraag op fanfora over Dylan en zijn werk is nu: zijn het kopieën, of
kunstzinnige citaten? Dat figuren, patronen of ideeën worden hergebruikt
is in de beeldende kunst immers geen uitzondering.
De
Gagosian Gallery, waar het werk van de zanger te zien is, stelde
maandag bij wijze van promotie over de pas geopende tentoonstelling: 'De
composities van een aantal van de schilderijen van Bob Dylan zijn
gebaseerd op een groot aantal bronnen, inclusief archieven, historische
beelden. De frisheid en levendigheid van de schilderijen komt door de
kleuren en alledaagse taferelen die hij tegenkomt op zijn reizen.'
Dylan
zelf doet er nog een schepje bovenop: 'Ik schilder meestal het echte
leven. Daarmee moet het beginnen. Echte mensen, echte straattaferelen
[...] foto's, architectuur, design.' De vraag is alleen: hoe ver mag je
gaan in het (her-)gebruik van die bronnen?
Overigens
is Dylan vaker van plagiaat of het handig lenen van andermans teksten
beticht. In zijn beginperiode was dat overigens geen schande: Dylan
vertolkte veel Amerikaanse folkklassiekers. Later probeerde critici
Dylan vast te pinnen op de overeenkomsten van teksten op zijn laatste
album Modern Times en gedichten van de Amerikaanse dichter Henry Timrod.
Ook zijn in 2004 verschenen memoires (althans het eerste deel) zouden
zinnen en frasen staan van schrijvers Jack London en Robert Greene en
dichter Archibald MacLeish.
Dylan weigerde elk commentaar. En doet dat, bij monde van een woordvoerder, nu ook. (br.hln)
|