Slot van Amsterdamse Stone Roses-show verpest: "De drummer is een zak"
Geen vlekkeloze doortocht voor The Stone Roses - op 17 augustus headliner op Pukkelpop - in Amsterdam gisteren. Het ging fout net voor de bisronde. Toen zagen we hoe gedonder om drummer Reni, die het voor bekeken hield en publiekelijk de mantel werd uitgeveegd door zanger Ian Brown, een voortijdig einde maakte aan het concert.
"Dit is geen grap: de drummer is naar huis", zo kwam Ian Brown na het laatste nummer van de groep het podium op, net voor iedereen als bisnummer de klassieker 'I am the Resurrection' verwachtte. "Werk het maar op mij uit, ik kan er tegen. Wat kan ik zeggen? De drummer is een zak."
Het incidentje tussen Brown en Reni, naar verluidt omdat er problemen zouden zijn geweest met de drumkit van laatstgenoemde, maakte een vroegtijdig en ontgoochelend einde aan een voorts bijzonder aardig concert in de Amsterdamse Heineken Music Hall.
Van de reünieconcerten van de groep wordt nochtans veel verwacht. Dat mag vreemd lijken, want zelfs in hun hoogdagen in de jaren '80 en de vroege jaren '90 hadden The Stone Roses al geen geweldige livereputatie, en ze brachten welgeteld twéé volwaardige albums uit. Je kan je dus afvragen waarom de reünietournee van de Britten op zoveel gejuich wordt onthaald en tijdens de voorbije NME Awards zelfs als 'muziekgebeurtenis van het jaar' werd bestempeld.
Wel, hierom: omdat het titelloze debuut van de groep uit 1989 nog steeds een parel van perfecte popsongs en uiterst dansbare psychedelica is, gebracht met een dosis gezonde arrogantie die de weg plaveide voor latere Britpopbands als Oasis, Blur, Pulp en Suede. Niet toevallig werd voormalige Oasis-brulboei Liam Gallagher eerder deze week nog gespot in de Razzmatazz in Barcelona, waar The Stone Roses hun eerste tournee in zestien jaar aftrapten. Het momentum van hun debuut hebben de Mancunians achteraf niet kunnen vasthouden, ook al werd opvolger 'Second Coming' (1994) minder naar waarde geschat dan het album verdiende - voor nummers als 'Ten Storey Love Song' of zeker 'Love Spreads' zouden mindere goden een arm, een been en een paar zintuigen naar keuze over hebben.
In de Heineken Music Hall kenden de Britten - die wel openden met een massaal meegezongen 'I Wanna Be Adored' - geen gemakkelijke start. Nummers als 'Mersey Paradise' en ' Shoot You Down' werden vooral voor de eerste rijen gespeeld terwijl veel concertgangers eerder een makkelijk zitje achteraan in de zaal verkozen. Niet dat het aan Browns enthousiasme lag. Die vroeg herhaaldelijk of iedereen z'n 'dancing shoes' mee had en nodigde ook de muurbloempjes achteraan uit om niet bij de pakken te blijven zitten.
Halfweg het concert sloeg de motor aan, met een geweldig dansbaar 'Fools Gold', dat 'vintage' Stone Roses was. Mani - met een psychedelisch gekleurde bas - en Reni koppelden als vanouds acid aan rockritmes, John Squire mocht uithalen op gitaar, een de hele avond erg goed bij stem zijnde Ian Brown deed de rest. 'Fools Gold' gaf het startschot voor een rondje hits en dansen, met onder meer 'This Is The One', 'She Bangs the Drums' en een schitterend 'Love Spreads'. Tussendoor was er Britpop-karaoke bij 'Waterfall' en 'She Bangs the Drums'. Hele fijne momenten, maar net toen de zaal zich opmaakte voor 'I Am the Resurrection' - hét anthem van de groep - was het dus plotseling uit met de pret. Bob Marley's 'Redemption Song' door de speakers, zaallichten aan en iedereen naar huis. Net te vroeg om van een foutloos concert te kunnen spreken. (br.hln)
|