Piloot eist nieuw onderzoek naar vliegtuigcrash waarin Buddy Holly omkwam
De Amerikaanse luchtvaartautoriteiten nemen een eis van een piloot in overweging om het onderzoek te heropenen naar de vliegtuigcrash waarbij in 1959 zowel Buddy Holly, Ritchie Valens, The Big Bopper en piloot Roger Peterson om het leven kwamen.
In de 56 jaar sinds 'the day the music died' is er geen tekort geweest aan geruchten, complottheorieën en natuurlijk dat bekende lied over de vliegtuigcrash dat de rock-'n-roll van één van haar meestbelovende sterren beroofde.
Fout van piloot? De officiële verklaring voor de crash op 3 februari 1959 was dat een relatief onervaren piloot fouten maakte in de sneeuwstorm. Maar velen vonden dat een te banale uitleg voor zo'n groot verlies. Buddy Holly was slechts 22 jaar toen, de van 'La Bamba' bekende Ritchie Valens was ocharme 17 en JP Richardson alias The Big Bopper was 28. Zo'n dramatisch verhaal, daar moest toch meer achter zitten dan een foutje van de piloot?
Kogelgat in stoel van piloot Er werd dan ook druk gespeculeerd over een revolver die eigendom was van Holly en teruggevonden werd in het maïsveld in Iowa waar het verhakkelde wrak van de Beechcraft Bonanza werd teruggevonden. Het gerucht dat er een kogelgat was in de stoel van de piloot en dat er twee kogels in het pistool ontbraken, werd nooit bewezen.
Cold case Wat er die kille ochtend precies gebeurde, kan nu opnieuw onderzocht worden. Federale veiligheidsagenten overwegen een verzoek om het onderzoek te heropenen. Dat verzoek komt van LJ Coon, een piloot die de crash zelf onderzocht en de Transport Safety Board aanmaande de 'cold case' opnieuw onder de loep te nemen.
Coon meent dat het resultaat van het onderzoek van de Civil Aeronautics Board uit 1959, namelijk dat het ongeval enkel te wijten was aan een fout van de piloot, onrechtvaardig is voor de piloot. Coon is van oordeel dat de 21-jarige Roger Peterson de luchthaven waar hij opsteeg als zijn broekzak kende. Coon wil dat de onderzoekers andere factoren overwegen die de ramp zouden kunnen veroorzaakt hebben.
Gewicht? Instrumenten? Schermutseling? Daarbij wijst hij op de mogelijkheid dat het gewicht in het kleine toestel ongelijk was verdeeld. Peterson en Holly wogen elk ongeveer 80 kilo en zaten vooraan in het vliegtuig. Valens en Richardson waren aanzienlijk zwaarder. Ook instrumenten die pas in het vliegtuig waren geïnstalleerd en de mogelijkheid dat er kort na het opstijgen een schermutseling plaatsgreep in het toestel wil hij onderzocht zien.
Het vliegtuig stortte vier minuten na het opstijgen neer. Het was op weg van Clear Lake, Iowa naar Fargo, North Dakota.
|