"Vader gaf me een ongelukkige jeugd, maar toch werd ik dankzij hem acteur"
Carry Goossens speelt decaan in 'Professor T.', gevangene in 'Cordon' en vanaf volgende maand grootmoeder in 'A Bomma!', een theaterproductie met Johny Voners. Als hij niét acteert, is Goossens bij zijn beesten en voelt hij zich een beetje een cowboy. De liefde voor dieren begon in zijn kindertijd, en die was niet gelukkig. Voor zijn acteerwerk graaft hij nog altijd in dat verleden. "Het is mijn archief."
Carry Goossens woont in het Oost-Vlaamse Wachtebeke, in een omgebouwde boerderij vlak naast de expresweg tussen Knokke en Antwerpen, dicht bij de Nederlandse grens. Hij kocht het in zijn glorietijd bij 'F.C. De Kampioenen', bijna twintig jaar geleden. De eigenaar kon het niet geloven - "Oscar van den teevee op mijn erf!" - en deed van pure alteratie meteen een stuk van de prijs. Op het erf van de brave boer wordt nu aan yoga gedaan - de vrouw van Goossens (Chris Bus, red.) geeft er les in haar eigen centrum - maar ook nog mest geruimd. Dat doet Goossens.
"Voor en na elke werkdag ben ik boer. Elke ochtend begint met het verzorgen van mijn paard, pony en drie geiten. Een uur en een kwart ben ik daarmee bezig: eten geven, stallen kuisen, knuffelen. Als ik vroeg weg moet, sta ik om halfzes op. En als ik thuiskom, is dat ook het eerste wat ik doe. Dan trek ik één van mijn overalls aan die ik in Amerika heb gekocht, draai ik een sigaretje, pak ik een pintje of een glas wijn en ga ik naar mijn beesten. Elke dag hetzelfde, altijd dezelfde handelingen - en toch verveelt het me nooit. Het is zelfs dat repetitieve dat me rustig maakt, denk ik. Zoals een mantra in yoga."
|