“Op tv komen geeft kick”
Francis Sanchez (54), de gevreesde werfleider uit ‘The Block’, maakt maandag na acht jaar zijn grote comeback op tv. In het VIER-programma ‘Ons Eerste Huis’ wordt ‘Sanchez’ ingeschakeld als raadgever om de deelnemers te behoeden voor al te grote bouwblunders. In Boom, waar hij sinds 2016 voor N-VA actief is als schepen van Openbare Werken, wordt alvast met veel belangstelling naar zijn nieuwe tv-avontuur uitgekeken. “Voor tv werken is plezant, als je er goed uitkomt. En ik heb het geluk gehad dat ik er tot nu toe altijd goed ben uitgekomen.”
Doe eens een kleine steekproef en vraag aan een aantal mensen wat ze zich nog herinneren uit het VT4-verbouwingsprogramma ‘The Block’. De kans is bijzonder groot dat ze het zullen hebben over Francis Sanchez: de strenge, besnorde werfleider die veel weghad van een Mexicaanse gangster uit een spaghettiwestern. Sinds zijn eerste verschijning in het programma in 2005, groeide ‘Sanchez’ seizoen na seizoen uit tot een absolute cultfiguur. Vandaag doet Francis Sanchez in bijna niets nog denken aan de ietwat corpulente boeman uit ‘The Block’. Hij is een pak kilo’s kwijt, heeft de snor ingeruild voor een ringbaardje en timmert volop aan een carrière in de lokale politiek. Sinds 2016 is hij in Boom namelijk aan de slag als schepen van onder meer Openbare Werken. Maar na acht jaar buiten de schijnwerpers lonkt nu een nieuw tv-avontuur : VIER vist de ‘bekendste werfleider van het land’ op voor het tweede seizoen van ‘Ons Eerste Huis’. Zijn taak: de deelnemers met raad en daad bijstaan bij het verbouwen van hun woning.
Mogen we ons opnieuw verwachten aan enkele pittige conflicten, zoals in ‘The Block’?
“Nee, het concept is anders. In ‘The Block’ was het de bedoeling om appartementen te verbouwen met het oog op een verkoop. Ik moest constateren wat er goed en slecht was en zeggen wat er beter kon. Als de deelnemers daar dan niet mee overweg konden, leidde dat inderdaad tot enkele flinke discussies. In ‘Ons Eerste Huis’ gaat het om huizen die de eigendom zijn van de deelnemende koppels zelf. Ik kan hen adviseren in de verbouwingswerken en zeggen hoe ik het zou aanpakken, maar als puntje bij paaltje komt, beslissen zij zelf wat ze doen. Zij zijn de eigenaar. In ‘The Block’ was ik een soort van boeman. Ik denk dat de deelnemers van ‘Ons Eerste Huis’ me een stuk liever zien komen.”
Uitgerekend één jaar voor de lokale verkiezingen duik je weer op het tv-scherm op. Je zou gewag kunnen maken van een ideale timing.
“Nochtans is het puur toeval. In juli, enkele weken voor de opnames van start gingen, heeft men mij gevraagd of ik wilde meewerken. Blijkbaar hadden er tijdens het eerste seizoen van ‘Ons Eerste Huis’ al een aantal kijkers de vraag gesteld: ‘Waar blijft de Sanchez?’ (lacht) Dat is natuurlijk plezant om te horen, maar ik moet toegeven dat ik getwijfeld heb. Ik ben naast schepen in Boom ook nog werfleider bij Baeten - Van Es in Rumst. Het leek me moeilijk om dat allemaal met de opnames te combineren. Maar uiteindelijk heb ik toegezegd. Als ik terugkijk op ‘The Block’, dan was dat een heel positieve ervaring voor mij. Voor tv-werken is plezant, als je er goed uitkomt. En ik ben er toen heel goed uitgekomen.”
Mede dankzij je bekendheid ben je schepen kunnen worden.
“Dat steek ik niet onder stoelen of banken. ‘The Block’ heeft daar vast en zeker een rol in gespeeld. Maar ik heb nooit mijn bekendheid gebruikt tijdens mijn verkiezingscampagne. Ik wil niet dat de mensen voor mij kiezen omdat ik op tv ben gekomen. Ik wil dat ze voor mij kiezen omwille van mijn capaciteiten.”
Hoe was het uiteindelijk om de opnames te combineren met je professionele bezigheden? Heeft je werk als schepen er niet onder geleden?
“Nee. Als dat het geval was geweest, zou ik er niet mee door zijn gegaan. Maar het was wel een bijzonder zware periode. De opnames hebben tien weken geduurd en de opnamedagen duurden van 9.30 tot 17 uur. Tegen 18 uur was ik terug op mijn bureau en kon ik verder werken voor Boom. Ik had bovendien een chauffeur die me naar de werven vervoerde, zodat ik onderweg nog wat werk kon doen. Het lastigst was het vooral voor mijn vrouw Gina. We moesten echt afspraken maken als we tijd wilden hebben voor elkaar.”
Je kan nu al raden wat de critici zullen zeggen. Heeft een schepen niets beters te doen dan zich bezig te houden met tv-opnames?
“Laat ze maar zeggen. Ik weet wat ik allemaal doe voor Boom en hoeveel tijd ik in mijn schepenambt steek. Er zijn dagen dat ik begin om 5 uur ’s ochtends en dat ik pas na middernacht weer thuis ben.”
In de Boomse gemeenteraad heb je zelfs al een paar keer complimenten gekregen van de oppositie voor je werk.
“Ik doe gewoon mijn plicht. Iedereen die mijn bureau binnenkomt, behandel ik gelijk. Als hij of zij een probleem heeft, probeer ik dat op te lossen. Als er ergens een tegel verkeerd ligt, maak ik daar werk van. Toen ik in 2016 schepen werd, zat de schrik er wel in. Men dacht: die strenge werfleider van tv gaat het hier eens komen zeggen. Maar de mensen denken dat ik streng ben door wat ze van me gezien hebben op tv. Ik probeer vooral rechtvaardig te zijn.”
Mogen ze je na ‘Ons Eerste Huis’ nog eens vragen voor een tv-programma?
“Graag. Ik sta voor alles open, zolang mijn werk er niet onder lijdt en zolang het plezant is. Het is waar wat sommige acteurs zeggen: op tv komen geeft een kick. Ik vind dat ongelooflijk leuk. Men heeft mij ooit gevraagd om deel te nemen aan het eerste seizoen van ‘Komen Eten’ , maar ik heb toen geweigerd, omdat ik niet goed wist wat voor programma het was. Nu zou ik er wellicht geen nee tegen zeggen. Maar kom niet af met ‘Temptation Island’, hé.” ‘Ons Eerste Huis’ is vanaf maandag 23 oktober om 20.35 uur te zien op VIER.
|