Het dagboek van Gilles De Coster: “We zaten met een groot koffieprobleem”
Elke week blikt Gilles De Coster voor u terug op de aflevering van ‘De Mol’ van de voorbije zondag. Zijn ervaringen ter plekke, zaken die u misschien niet op het eerste gezicht heeft opgemerkt, of een extra woordje uitleg bij de opdrachten. Kortom: een exclusieve, unieke kijk achter de schermen.
Na enkele dagen in Hanoi en Ho Chi Minh City zijn we de stad weer uit, en dat heeft vreemde gevolgen. Afgelopen nacht schoot ik bijvoorbeeld in paniek wakker door de afwezigheid van het brommerlawaai. Dat alomtegenwoordige tweetaktgezoem dat zich na drie dagen in Vietnamese miljoenensteden in mijn oren had genesteld. Gek hoe snel dat went. Hoe diep mijn slaap ook was, het feit dat mijn oren minder dan 370 claxons per minuut registreerden, moet een of ander primitief alarm in mijn hoofd hebben veroorzaakt. ‘Wakker worden, al het leven op aarde is verdwenen!’ schreeuwden mijn idiote hersencellen ietwat melodramatisch. Maar ik lag dus gewoon in een hotelkamer op het platteland, badend in een vredige stilte die ik niet meer kende, dichter bij de echte dan de figuurlijke mierennesten.
Afkicken geblazen
Een veel erger gevolg van onze plattelandsvlucht is Het Grote Koffieprobleem. Je moet weten: koffie behoort voor een filmcrew tot het basispakket Overleving. Veel belangrijker dan luxebehoeftes als eten, slapen of ademhalen. En laat koffie nu net iets speciaals zijn in dit mooie land. Het is een overblijfsel van de Franse kolonisator, wat ook te merken is aan het Vietnamese woord ervoor: cà phê. Maar daar houdt elke vergelijking wel op. Je krijgt in je kopje een geconcentreerd bruin siroopje waarop ze warm water en een camionlading gecondenseerde zoete melk gieten. En vaak ook ijsblokjes. Begrijp me niet verkeerd: het resultaat is, behalve mierzoet, iets wat niet verkeerd smaakt. Maar het is géén koffie. En dat maakt onze vroege ochtenden er niet makkelijker op. In de grote steden hadden we dat probleem niet. Plots bulkte het overal van de koffiebars en espresso’s - waar we ons dan ook als een roedel hyena’s op hebben gestort. Maar hier, op het magnifieke platteland rond Ho Chi Minh City, is het weer afkicken geblazen. Misschien is het daarom dat mijn hersencellen gekke dingen doen.
Professionele artiest
Gisteren hebben we één van de moeilijkste uitdagingen van deze reis tot een goed einde gebracht. Pieter en Tom, onze geweldige decormannen, stonden terecht te glunderen naast hun zelfgebouwde Banksy-shredder, die het schilderij van de mol reduceerde tot een hoopje slierten. Je kan het belang van die twee mannen en wat zij betekenen voor ‘De Mol’ echt niet overschatten. In ons enthousiasme vragen we hun de gekste dingen. (Een vuurspuwende drakenkop! Een yoghurtbom in een bloemstuk! Een silent disco op een verlaten strand zonder elektriciteit!) En zij, zij glimlachen eens en maken het onmogelijke waar, telkens weer. En dan te denken dat we hun niet eens koffie kunnen aanbieden.
Maar met ‘uitdaging’ bedoelde ik vooral het schilderij zélf. Alsof het allemaal niet al moeilijk genoeg was. Boven op de verrassing om plots als mol te worden aangeduid en dus amper voorbereid aan sabotages te beginnen, moest die dus ook nog zitten schilderen tijdens de veel te korte briefings. En dan nóg een werk afleveren dat niet te onderscheiden bleek van het werk van een professionele artiest... Had ik al gezegd dat mijn respect voor deze mol eindeloos groot is?
Vleermuizen
Al wil ik daar meteen aan toevoegen dat ze vandaag alle vijf indruk op me hebben gemaakt in de Cu Chi-tunnels. Een plek die respect afdwingt, een uitvalsbasis voor de Vietnamese guerillastrijders die eerst tegen de Franse en daarna de Amerikaanse bezetters streden - en die bezetters uiteindelijk ook konden verdrijven. Tijdens de briefing vooraf van de kandidaten was het muisstil op de set. Iedereen, kandidaten én crew, was onder de indruk van de geschiedenis die deze plaats ademt.
Maar tegelijk is het een beangstigende plek. Donkere, lage, nauwe, vochtige, beklemmende tunnels. De kandidaten hebben er niet alleen hun angsten, maar ook tientallen vleermuizen in de ogen gekeken. Gelukkig was iedereen ingeënt tegen hondsdolheid en zijn ze zonder schuim op de lippen de tunnels uit geraakt.
Intussen zijn we weer een kandidaat kwijt, een hoofdverdachte. Blijven over: vier topkandidaten die doorstomen naar de beslissende weken. Alle vier perfect in staat om op hun heel eigen manier en vanuit hun persoonlijkheid de mol te kunnen zijn. Maar slechts één van hen is het.
De mol is weer bovengronds. En is net als ik helemaal klaar voor de laatste rechte lijn. (br.hln)
|