Koud en kil Koud en kil zweven de wolken ons leven voorbij. Zware grote lompe zwermen grijs gedoe hangen boos boven ons. door de regen geen druppels meer te zien. Alles voelt nu koud en kil. zal het ooit nog overgaan of zijn wij stilaan aan't vergaan. De Grijzigheid heeft ons besmet. Vrolijk zijn we niet. Waar is die zomer op dat terrasje met een goeie kriek. We leven in het Sombere Westen. We zijn niet goed gezind. Laat deze wolken niet winnen. ---Laat ons elkaar beminnen---
|