Ondanks crisis recordprijzen op kunstveiling van Christie's

Ondanks de economische crisis heeft het veilinghuis Christie's bij de veiling van hedendaagse kunst in New York vijf nieuwe wereldrecords gevestigd. Voor werken van David Hockney, Claes Oldenburg, Douglas Wheeler, Tony Smith en Kerry James Marshall werd nooit eerder zoveel geboden voor deze kunstenaars op een veiling.

Hockney
Koploper was Hockney's monumentale doek 'Beverly Hills Housewife' van 1966/67, dat voor 7,9 miljoen dollar (5,8 miljoen euro) naar een anonieme bieder aan de telefoon ging.

Sotheby's doet het minder goed
In totaal bracht de traditionele avondverkoop bijna 94 miljoen dollar in het laatje - ruim meer dan het verwachte minimumbedrag van 72 miljoen dollar. Slechts vijf van de 54 aangeboden werken vonden geen afnemer. Toch viel opnieuw de massale instorting van de kunstprijzen op. Afgelopen jaar had Christie's bij een vergelijkbare veiling nog 348 miljoen dollar opgehaald. Bij aartsrivaal Sotheby's bleef de veiling van hedendaagse kunst dinsdagavond met 47 miljoen dollar duidelijk onder de verwachtingen.

Betty Freeman
Vaklui weten de relatief goede beurt van Christie's aan de eerder voorzichtig ingeschatte prijzen en het veelzijdige aanbod. Neusje van de zalm waren 20 werken uit de verzameling van de vroegere Amerikaanse kunstmecenas Betty Freeman, die in januari op 87-jarige leeftijd overleed.
"De resultaten tonen aan dat er net zoals vroeger bereidheid is om te bieden op zeldzame en hoogstaande werken - vooral wanneer ze uit een erfenis, een museum of een privéverzameling afkomstig zijn", zei Christie's-directeur voor Amerika Marc Porter.