U2 is een Ierse rockband met Bono (Paul David Hewson), zang en gitaar, The Edge (David Howell Evans) op gitaar, piano, zang en soms de bas, Adam Clayton op bas en soms gitaar, en Larry Mullen jr op drums.
Deze bezetting is van het begin af altijd ongewijzigd gebleven, wat een
unicum is in de popgeschiedenis. Zelfs de entourage van de groep -van manager en geluidstechnicus tot roadie en art director- is in de loop der jaren bij U2 grotendeels hetzelfde gebleven.
De band is politiek actief voor de mensenrechten en steunt vele goede doelen, onder andere door benefietconcerten en inzamelingsacties. Het benefietconcert Live Aid, op 13 juli 1985, vormde de definitieve doorbraak van de groep. In september 1997 speelde de band in het kader van de Popmart-toer in Sarajevo. Dit had een samenbindend effect op de diverse etnische bevolkingsgroepen in Bosnië en Herzegovina.
De eerste jaren
U2 begon in oktober 1976 op de Mount Temple Comprehensive School in Dublin onder de naam Feedback.
Larry Mullen jr. had een blaadje opgehangen in de schoolkantine waarop
je je kon aanmelden voor de band. Bono reageerde, waarbij hij zei dat
hij kon gitaarspelen en zingen, wat hij allebei (zoals hij in een
interview later zei) niet kon. Ook The Edge
reageerde. Adam Clayton zou er - volgens een interview - bijgevraagd
zijn; "Hij zag er zo stoer uit, als hij bij de band zou komen, zouden
we vast populair worden". De toen gevormde band bestond nog uit vijf
leden; naast de uiteindelijke U2-bezetting was dat Dik Evans (de broer van The Edge) op gitaar. Begin 1978 veranderde de band zijn naam in The Hype.
In die periode verliet Dik Evans de band. Vrijwel tegelijkertijd
wijzigt de band op advies van de Ierse zanger en reclameman Steve
Averill zijn naam in U2 (de naam van het in 1960 boven Rusland neergehaalde Amerikaanse spionagevliegtuig, met aan boord Gary Powers).
Doorbraak
Na een korte stilte rondom de band werd in 1983 het album War uitgebracht. Twee nummers van dit album werden hits over de hele wereld: New Year's Day en het krachtige Sunday Bloody Sunday, dat teruggrijpt op het bloedbad van zondag 30 januari 1972 (Bloody Sunday), waarbij dertien doden vielen tussen demonstranten en het Britse leger in County Londonderry, Noord-Ierland.
Na het album The Unforgettable Fire (1984) werd The Joshua Tree (1987) uitgebracht, door velen beschouwd als het hoogtepunt in het oeuvre van U2. Het album bereikte zowel in het Verenigd Koninkrijk als in de Verenigde Staten de eerste plaats in de hitlijsten en er werden wereldwijd meer dan 25 miljoen exemplaren van verkocht.
U2 hield zich hierna bezig met het album Rattle and Hum (1988)
en de gelijknamige documentaire over de band. Rattle and Hum trekt niet
de lijn door van de vorige albums, maar is een hommage aan Amerikaanse
muziek. Het is een mengelmoes van covers en eigen nummers, zowel in studio's als bij concerten opgenomen. Onder meer B.B. King werkte mee aan dit album.
Nieuwe weg
De band was op dat moment zo in de belangstelling dat de
over-exposure bijna het einde betekende van U2. De bandleden trokken
zich terug en sloegen, mede door een lang verblijf in Berlijn, een nieuwe weg in. Het resultaat van het verblijf in Berlijn, het album Achtung Baby (1991), was veel experimenteler dan de vorige albums. De band zocht een nieuwe stijl: De Zoo TV-tour en het album Zooropa (1993) hadden als thema een parodie op de amusementsindustrie. Dit thema werd verder voortgezet met het album Pop (1997) en de daarop volgende groots opgezette Popmart-tour.
De Elevation-tour, volgend op het album All That You Can't Leave Behind (2000),
was veel kleinschaliger. Dit album was wel weer ouderwets succesvol. Er
gingen bijna 12 miljoen exemplaren van over de toonbank. In Nederland
scoorde U2 voor het eerst een nummer één hit en later dat jaar nogmaals
met de nummers: Beautiful Day en Elevation.
Na Elevation werd het stil rond de band. Bono besteedde
ondertussen veel tijd aan zijn nieuwe organisatie DATA
(Debt-AIDS-Trade-Africa), die onder meer streeft naar vermindering van
de schuldenlast in Afrika. Op 22 november 2004 verscheen het volgende album van de band: How to Dismantle an Atomic Bomb. De eerste single hiervan, Vertigo, was vanaf 24 september 2004 op de Nederlandse radio te horen en was beschikbaar in de Nederlandse winkel vanaf 8 november
2004. De tweede single "Sometimes you can't make it on your own" heeft
Bono geschreven ten tijde dat zijn vader Bob Hewson stervende was aan
de gevolgen van kanker. Dit nummer heeft Bono ook gezongen tijdens de
begrafenis van zijn vader. Van HTDAAB zijn tot op vandaag wereldwijd 12 miljoen exemplaren verkocht.
Op 14 maart 2005 is U2 opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame. In 2006 nam U2 samen met Green Day een versie op van het nummer "The Saints are Coming" van de Schotse punkgroep The Skids, van de latere Big Country-voorman Stuart Adamson. De opbrengsten van deze single gaan naar de stichting Music Rising van The Edge voor de slachtoffers van de orkaan Katrina in New Orleans. En om het goede voorbeeld te geven op 1 januari 2007 de single Window in the skies
in de winkels. Beide singles zijn afkomstig van het verzamelalbum U218
Singles. Dit is tevens het laatste album dat U2 uitbrengt op het
Island-label. De band maakte in 2006 de overstap naar Mercury bekend.
Trance- en metal-invloeden
Vanaf september 2007 werkt U2 aan een nieuw album, wederom samen met
de producers Brian Eno en Daniel Lanois. Dit album zal in 2008
uitkomen. Voor dat nieuwe album zijn drie schrijfsessies gedaan, één in
Marokko en twee in Frankrijk. Beelden van een repeterende U2 zijn te
zien in een documentaire over Lanois, "Here Is What Is".
Op 3 december 2007 maakte de Britse krant "The Independent" bekend
dat U2 met het nieuwe album trance-, metal- en Marokkaanse invloeden
zal hebben