14 Mei 1942
De vetverzorging van Europa.
Het moeilijkste Vraagstuk.
Een der moeilijkste problemen voor Europa is voorzeker de voorziening in vetstoffen.In de grond is het een bodem-vraagstuk.Een verhoging van plant en diervet- voortbrengt vereist een uitbreiding van desbetreffende bebouwde oppervlakten Op het vasteland van Europa-Rusland uitgezonderd- zijn 227plm.H.A.landbouw gronden,90miljoen H.A. graanland,1,5 miljoen H.A.tuinland,2 miljoen H.A. -olie-vruchtenland en 10 miljoen H.A. braakgrond. Het overwegende deel van den bodemopbrengst wordt niet door mensen verbruikt,maar verdwijnt in de magen der dieren,want het levend gewicht van het vee(paarden uitgezonderd dat is met zijn 50 miljoen ton driemaal zo groot als het gewicht van de bevolking op ruim 17 miljoen berekend wordt. In vredestijd gebruikt het vaste land van Europa jaarlijks 135 miljoen graan;141 miljoen aardappelen, 11 miljoen ton vlees, 71/2 miljoen ton vet, 6 miljoen ton suiker, en 3 miljoen ton eieren. Het gebruikt is,wat het gewicht betreft,dus betrekkelijk klein. Van de totale hoeveelheid -71 1/2 mljoen ton ( inbegrepen technisch vetten) zijn 3 miljoen ton planten vet.2.8milloen ton melkvet,0.9 miljoen ton varkensvet,0.4miljoen ton van rundvet,en 0.4miljoen van walvistraan. Deze behoeften werd in 1937 met 60%gedekt.zodat een invoer van ongeveer 311/2 miljoen nodig was. De grootste helft daarvanvan N.l.:1.9millioen met 60%gedekt,zodat een invoer van 311/2 ton nodig is.de grootste helft daarvan n.l.:1.9miljoen ton bestond uit plantenvet;de rfest werd op eigen bofem voortgebracht:0.75miljoen ton uit olijven olie en 0.35 miljoen ton uit olijfzadn,om het tekort van 1.9miljoen aan te vullen zou men de olievruchten-cultuur met minstens 6 miljoen HA. moeten uitbreiden.zoals m en weet werd daarmee reeds een begin gemaakt.voorfal in het Zuid-Oosten en het Oosten,doch deze uitvinding is nog lang niet voldoende. De melkvet-voorvet voortbrengt per H.A.kan nog verhoogt worden.Maar het hangt af van het andere;Wanneer men er in slaagt de olie product verbouwting te vergrote,kan men grote hoeveelheden voederkoeken fabriceren,waaraan de Europese veestapel sterk behoeft heeft.Voor de oorlog bedroeg het verbruik 5 miljoen ton.Daarvan werden 4.4miljoen ton ingevoerd.Dedoor eigen voedingsproducten verzekerd. Melkvet voorrengst op het vastnland werd voor 80%door eigen voedingsproducten verzekerd.
Melkvet,varkensvet en andere dierlijke vetten kunnen verhoogt worden,doch dit verondersteld een voorafgaande uitbreiding van den landbouw.Door de oorlogsomstandigheden zijn de veestapels der meeste landen aanzienlijk verminderd.Zij zullen eerst weer kunnen opgebouwd worden, wanneer Europa zijn landouwslag zal gewonnen hebben. Alles bijeen genomen kan derhalve zeggen dat de tekorten,zowel op het gebied van planten en dierlijke vetten,voor Europa een vraagstuk vormen het welk niet op de tekorten termijn is op te lossen.Europa moet boeren,vooral in het Oosten.Daardoor zal het mogelijk zijn men en dier bbeter te voeden en tergerlijkertijd een hoger vetransoen te bekomen. Maar dat is niet in een vloek en een zucht te verwezenlijken,en ondertussen zal Europa op zijn minimum oorlogs-ve-vetrantsoen moeten leven. Het minimum verschild van land tot land en de vraag stelt zich tussen de landen van de Europese lot gemeenschap geen betere verdeling tot stand gebracht worden.
|