Foto
Inhoud blog
  • Lieve AMY
  • Lieve Babs
  • Boyke
  • Jerommeke
  • Youry onze Golden Retriever
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Een huisdier neem je voor 't leven, niet voor heel even.
    Werkjes van Frean
    Categorieën
  • Apen (20)
  • Dagboek van Poessietje (15)
  • Diertjes van de leden (16)
  • Filmpjes (71)
  • Gedichtjes (22)
  • Gezondheid hond & kat (50)
  • Hond (59)
  • Humor (22)
  • Insekten (17)
  • Kat (24)
  • Konijn (5)
  • Nieuws (396)
  • nieuws uit Thailand (21)
  • Olifanten (14)
  • Opvoeding hond (8)
  • Opvoeding kat (4)
  • Paard (25)
  • REGENBOOGBRUG VAN ONZE MAILGROEP (5)
  • Verzorging hond (19)
  • Verzorging kat (0)
  • Vissen (31)
  • Vogels (91)
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Tuurke
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Victorijo
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Fien43
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Simone1
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Runne
    Foto
    Rondvraag / Poll
    Leest u graag de berichtjes over dieren ?
    1 ja
    2 nee
    3
    4
    5 of meer
    Bekijk resultaat

    Werkjes van Meiske
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Gwen
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
  • Apen (20)
  • Dagboek van Poessietje (15)
  • Diertjes van de leden (16)
  • Filmpjes (71)
  • Gedichtjes (22)
  • Gezondheid hond & kat (50)
  • Hond (59)
  • Humor (22)
  • Insekten (17)
  • Kat (24)
  • Konijn (5)
  • Nieuws (396)
  • nieuws uit Thailand (21)
  • Olifanten (14)
  • Opvoeding hond (8)
  • Opvoeding kat (4)
  • Paard (25)
  • REGENBOOGBRUG VAN ONZE MAILGROEP (5)
  • Verzorging hond (19)
  • Verzorging kat (0)
  • Vissen (31)
  • Vogels (91)
  • mailgroep huisdieren

    Hallo bezoeker, welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar. Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz. Veel kijk- en leesplezier!
    18-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maranon pijlgifkikker
    Het uiterlijk is heel mooi, de naam iets minder... Oordeel zelf maar :

    Maranon pijlgifkikker Te bezichtingen in: ZOO Antwerpen


    Dier in beeld Uitleg dier
    Diersoort: Maranon pijlgifkikker ( Dendrobates mysteriosus )
    Familie: Pijlgifkikkers ( Dendrobatidae )
    Orde: Kikkers en padden ( Anura )
    Klasse: Amfibieën ( Amphibia )

    Biotoop: Steile hellingen, drogere gedeelte van het regenwoud op circa 900 m.
    Verspreidingsgebied: Noord- Peru, op 600–1200 m hoogte. Er zijn nog maar twee vindplaatsen van de Maranon pijlgifkikker bekend.
    Gem. grootte: 25-27 mm
    Leefgewoontes: Zoals de meeste pijlgifkikkers, is ook deze soort door de dag actief.
    Speciale eigenschap: De Maranon pijlgifkikker leeft in bromelia's op bomen op circa 10 meter hoogte. Mannetjes en vrouwtjes zijn even groot en de mannetjes zijn goed te herkennen aan de grote keelzak nadat zij geroepen hebben. Het is een chocoladebruine kikker met ronde witte vlekken, die hier en daar in elkaar kunnen overvloeien.
    Voedsel in de natuur: Fruitvliegen, sprinkhanen, krekels en pissebedden.
    Voedselin de zoo: Fruitvliegen
    Status: Bedreigd


    18-11-2008 om 20:57 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gezellig huisje voor 't Lieveheersbeestje (Yradja)

    Lieveheersbeestjeshuis keramiek

    Lieveheersbeestjes zijn echte bladluizeneters. Zij kunnen wel 100 bladluizen per dag opeten. Een goede reden om het de lieveheersbeestjes in de tuin naar hun zin te maken. Om deze mooie, nuttige insecten naar onze tuin te lokken kun je gebruik maken van deze zeer decoratieve, veilige en droge nestkast. De lieveheersbeestjes zullen dit huis gebruiken voor overwintering en schuilplaats. Het huisje is zo ontworpen dat lieveheersbeestjes hier gemakkelijk toegang tot hebben. Tevens worden veel concurrenten en roofdiertjes buiten gehouden.

    Snij een punt aan een stok van bv snoeihout, zet het huisje erop. Plaats het naast planten (rozen) waarop bladluizen werden gezien. Om het de lieveheersbeestjes helemaal naar hun zin te maken, is het raadzaam enkele losse bladeren, wat stro of rolletjes golfkarton in het huisje te stoppen.

    Kleur: pot is licht grijs, het afneembare deksel rood/bruin of blauw geglazuurd.
    Hoogte: 18 cm. Diameter van het huisje 9 cm. Diameter van het deksel: 14cm

    De in een Nederlandse pottenbakkerij met de hand gedraaide lieveheersbeestjeshuisjes worden na afwerking en droging op 1200 °C gebakken. Daardoor is het huisje keihard, waterdicht en vorstbestendig en kunnen deze nuttige kunstwerkjes het jaar door buiten de tuin sieren.
    De geglazuurde lieveheersbeesthuisjes worden in de gasoven op 1265 °C reducerend gestookt waardoor er vaak prachtige kleuren ontstaan. Zo is elke met de hand gemaakte lieveheersbeestjespot uniek.
    Het is een veilige schuilplaats voor dieren maar ook zeer decoratief in de tuin. Elk huisje is een stukje nuttige en zeer mooie tuinkunst op zich waar de tuinbezoekers zeker even bij stil zullen staan.

    Bron : Tuinadvies

    Lieveheersbeestjeshuis keramiek -
    Lieveheersbeestje

    17-11-2008 om 14:57 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.garfield
    Garfield E-Comic by Jim Davis


    17-11-2008 om 14:55 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Democratische vissen
    Democratische vissen
    SAMENVATTING
    Met de Amerikaanse verkiezingen nog vers in het geheugen, richtte de Zweedse bioloog David Sumpter zich alweer op een ander democratisch besluit. Stekelbaarsjes die een nieuwe leider kiezen, gaan namelijk unaniem voor de meest aantrekkelijke kandidaat. En hoe groter de groep vissen, hoe sterker hun voorkeur wordt.

    Stekelbaarsjes leven in scholen. Binnen zo’n groep visjes komt het regelmatig voor dat er beslissingen moeten worden genomen. Welke kant gaan we bijvoorbeeld op bij een kruising? In dit soort situaties kiest een schooltje stekelbaarsjes zelf zijn leider. De vissen maken deze keuze op basis van uiterlijke kenmerken, deze zeggen namelijk iets over de gezondheid en fitness van een kandidaat. Zo is een dikke buik een indicatie dat het stekelbaarsje goed is in het verzamelen van voedsel. Stippen op de huid kunnen duiden op een infectie, waardoor de vis minder kans maakt om verkozen te worden. Bij het kiezen van een leider gaan stekelbaarsjes unaniem voor de meest aantrekkelijke kandidaat. Een democratisch besluit.

    Stekelbaarsjes kiezen hun leider op basis van uiterlijke kenmerken. Welk van deze visjes is de beste kandidaat? Foto: Jolyon Faria en Alex Poll



    Subtiele verschillen
    De Zweedse bioloog David Sumpter praat liever over consensus. Dit is een algemene beslissing waarbij alle beschikbare informatie door elk individu zo efficiënt mogelijk gebruikt wordt. Het idee van het begrip consensus komt uit de achttiende eeuw van de Franse filosoof Condorcet. Hij was ook de man die liet zien dat een jury bij rechtszaken een betere beslissing tussen ‘schuldig’ en ‘onschuldig’ kan maken, wanneer zij met meerdere personen zijn. De kans dat de meerderheid van een groep de juiste beslissing neemt, is groter dan de kans dat één persoon de juiste beslissing neemt. Speelt dit kanseffect ook mee wanneer stekelbaarsjes een leider kiezen?

    Om dat te testen, zette Sumpter verschillende trials op, waarin 1, 2, 4 of 8 stekelbaarsjes moesten kiezen tussen twee replica’s, een aantrekkelijke en een minder aantrekkelijke leider. In een grotere groep hebben de vissen een sterkere voorkeur voor de meest aantrekkelijke kandidaat. Volgens Sumpter kunnen de stekelbaarsjes, als zij met meer zijn, beter onderscheid maken tussen de subtiele verschillen tussen replica’s. In een grotere school maken de visjes dus eerder de juiste beslissing, maar dit gebeurt zeker niet bewust. Stekelbaarsjes bereiken consensus door een hele simpele regel.



    Visverkiezingen
    Sommige vissen in een school zien direct welke van de twee replica’s de meest aantrekkelijke leider is. Deze stekelbaarsjes slaan linksaf. Andere vissen maken een foute inschatting en gaan daardoor de verkeerde kant op, rechtsaf dus. De achtergebleven stekelbaarsjes houden als het ware bij hoeveel van hun groepsgenoten linksaf zijn geslagen en hoeveel juist rechtsaf. Deze besluitloze visjes volgen uiteindelijk gewoon de meerderheid. Dit verklaart ook waarom, in sommige gevallen, bijna alle stekelbaarsjes achter de minst aantrekkelijke kandidaat aangaan. In de visverkiezingen geldt: als er maar genoeg soortgenoten dezelfde keus maken, volgt de rest vanzelf.

    (Kennislink.nl)

    17-11-2008 om 14:53 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Splitsende stekelbaarzen
    Een beetje wetenschappen over dieren mag toch ook wel eens, hé? Nog een fijne dag gewenst voor mens én dier ! Ciska

    Splitsende stekelbaarzen
    SAMENVATTING
    Hoe kunnen uit één populatie stekelbaarzen twee aparte soorten ontstaan? In de afgelopen twee jaar hebben evolutiebiologen bewezen dat soortsvorming zonder geografische barrière theoretisch mogelijk is. Evolutiebioloog Sarah Kraak geeft een overzicht.

    Er zijn voorbeelden te over van een soort die zich splitst doordat twee populaties duizenden jaren apart van elkaar leefden - gescheiden door water of een bergrug. Charles Darwin leerde ons dat schildpadden- en plantensoorten zich konden splitsen doordat ze op verschillende eilanden leefden.
    Zelfs de mens zou zo zijn ontstaan. Aanhangers van de ‘East Side Story’ denken dat de voorouders van de mens geïsoleerd werden door het ontstaan van de Saraha. De voorvaderen van de mens bleven aan de oostkant, terwijl de chimpansee-voorouders zich afzonderden ten zuiden van de Sahara.
    Een soort kan zich echter ook splitsen zonder geografische afzondering. In 1984 ontdekte de Canadese vissenbioloog Don McPhail een soortenpaar van de driedoornige stekelbaars (Gasterosteus aculeatus). In Enos Lake, een meer op het Vancouver Island aan de westkust van Canada, leven twee vormen van de driedoornige stekelbaars vredig naast elkaar. De zogenoemde benthische vorm is gespecialiseerd op voedsel dat in en op de bodem leeft en de andere, de limnetische vorm, op voedsel dat in de waterkolom leeft. Deze twee stekelbaarsvormen staan op de grens van twee aparte soorten.

    Geen hybride
    Beide stekelbaarstypen zijn wat betreft hun lichaamsvorm door natuurlijke selectie aangepast aan de verschillende foerageer-methoden. De benthische stekelbaars heeft een hoog lichaam om beter te kunnen manoeuvreren tussen de planten, en een korte brede mond om de grotere prooidieren te kunnen verorberen. De limnetische vorm heeft een smaller gestroomlijnd lichaam om beter door het water te kunnen schieten, grotere ogen om beter te kunnen zien, en een lange dunne ‘snuit’ om water met plankton te kunnen opzuigen.

    In de jaren die volgden op deze eerste ontdekking, ontdekten McPhail en collega’s dergelijke soortenparen in nog vijf andere meren in de omgeving van Vancouver. Zij maakten aannemelijk dat het echt om twee soorten gaat. Tussenvormen zagen ze nauwelijks; slechts één procent van de stekelbaarzen in die meren bleek hybride.
    Ook vonden de Canadezen dat alle benthische vissen slechts één variant van een bepaald gen bezitten, terwijl de limnetische vissen meerdere allelen van dat gen kennen. Bovendien, als de onderzoekers de jonge visjes onder identieke omstandigheden opvoeden, wordt het nageslacht van benthische ouders altijd van het benthische fenotype. Hetzelfde geldt voor de limnetische vorm.
    Al in het midden van de twintigste eeuw benadrukte evolutiebioloog Ernst Mayr dat een soort zich zonder geografische barrière niet in twee soorten zou opsplitsen. Zolang alle individuen met elkaar kunnen voortplanten, zullen immers de aan verschillende niches aangepaste allelcombinaties steeds weer recombineren. Mayr veronderstelde dat alleen allopatrische soortsvorming mogelijk was: als twee populaties door bijvoorbeeld een bergrug van elkaar gescheiden leven, kunnen ze elk in een eigen richting divergeren zonder dat hun allelen elke generatie gemengd worden.

    Paren
    Inmiddels bestaat al wel een verklaring voor het niet meer paren van eenmaal gesplitste soorten. In de jaren negentig vonden Dolph Schluter en collega’s hoe de twee stekelbaarssoorten in de natuur uitelkaar gehouden worden. Hybriden kunnen in het lab normaal overleven. In de natuur kunnen de tussenvormen niet met de limnetische vorm concurreren om plankton. Maar het bodemvoedsel gaat ook hun neus voorbij, dat gaat naar de breedgebekte benthische vorm.
    De intermediaire lichaamsvorm is dus in het nadeel. Bovendien paren de stekelbaarzen bij voorkeur met ‘vormgenoten’, waarbij ze zich baseren op lichaamsvorm. Dat is ook logisch: daardoor voorkomen de vissen dat ze ‘onfitte’ hybriden produceren. Zo blijven de twee vormen ‘reproductief geïsoleerd’.
    Een verklaring voor het ontstáán van sympatrische soorten ontbreekt nog. Tenminste, voorlopig. De Canadese stekelbaarsonderzoekers konden moeilijk verklaren hoe maar liefst zes keer een soort zich in tweeën had kunnen splitsen. In 1993 kwam Don McPhail met het allopatrische ‘double invasion’-scenario (zie kader). Deze hypothese zou ook verklaren waarom slechts zes meren soortenparen hebben, terwijl in alle andere meren slechts één soort voorkomt.
    McPhail voerde wat geologische aanwijzingen voor zijn hypothese aan, maar ze is nooit aan uitgebreid onderzoek onderworpen. Moleculair-genetische gegevens sluiten noch de sympatrische noch de allopatrische hypothese uit.




    Voedsel
    De hegemonie van Mayrs allopatrische soortsvorming brokkelt nu snel af. Vorig jaar verschenen artikelen in Nature, met algemene wiskundige modellen die aantonen dat sympatrische soortsvorming toch makkelijker kan geschieden dan men dacht.
    Die artikelen behandelen complexe materie. De theoretische modellen gaan uit van bepaalde aannames. Bijvoorbeeld: stekelbaarzen kiezen hun partner op basis van lichaamsvorm. Nu is het zo dat de lichaamsvorm van die partner bepaalt hoe die vis zijn voedsel verkrijgt. De stekelbaarzen die voedsel op de bodem zoeken, paren bij voorkeur alleen met soortgenoten met een hoog lichaam - de benthische vorm dus. Zo kunnen de twee door elkaar heen levende populaties zich toch genetisch van elkaar verwijderen.
    Niet altijd wordt partnerkeuze bepaald door een eigenschap die de niche bepaalt (i.e. het gebruik van voedings- of omgevingsfactoren). Zo paren Afrikaanse cichliden bij voorkeur met een soortgenoot van de juiste kleur. Maar kleur is niet direct betrokken bij eigenschappen die zorgen voor niche-differentiatie. Bij stekelbaarzen is dat wel het geval: zij kiezen partners met een gelijke lichaamsvorm, één van de eigenschappen die een stekelbaars benthisch of limnetisch maakt.

    Deze twee vormen stekelbaarzen staan op de grens van twee aparte soorten. De bovenste eet alleen plankton. De onderste stekelbaars leeft alleen op de bodem en eet grotere dieren. Paren kunnen de vissen nog wel, maar dat doen ze niet in de natuur. Het levert hybriden op die met geen van beide typen om voedsel kunnen concurreren.



    Alternatieve verklaring
    Zelf heb ik in de groep van vissenbioloog Paul Hart (Universiteit van Leicester, Engeland) simulatiemodellen ontworpen om de soortsvorming bij stekelbaarzen te kunnen begrijpen. Die modellen laten zien dat sympatrische soortsvorming mogelijk is.
    Ook laten ze zien dat bij bepaalde aannames de kans daarop zeer laag is. Dit zou een alternatieve verklaring kunnen zijn voor het feit dat in Canada maar zo weinig meren twee soorten hebben.

    Nu blijkt dat sympatrische soortvorming theoretisch mogelijk is, ontstaat een nieuwe uitdaging. De post-Mayr-biologen moeten testen of sympatrische soortsvorming ook feitelijk heeft plaatsgevonden, van stekelbaarzen en hagedissen tot planten.
    Op basis van deze ‘sympatrische theorieën’ kunnen evolutiebiologen genetische en gedragspatronen in nu levende soorten voorspellen. Vervolgens kunnen empirici die voorspellingen toetsen.

    (NIBI - Kennislink - Nederland)

    17-11-2008 om 14:52 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als een puppy geboren is: wat gebeurt er daarna? (deel 4)
     

    Puppies van 3 weken oud

    Wanneer komen de tanden door?
    Bij de geboorte zijn de tanden van de puppies nog niet te zien. Ze zitten nog onder het slijmvlies.. De eerste elementen van het melkgebit komen 3-4 weken na de geboorte door het slijmvlies te voorschijn.

    Tand Doorbraaktijdstip Melkgebit Wisseltijdstip Blijvend gebit



    Snijtanden 3 – 4 weken 3 – 5 maanden
    Haaktanden 3 – 5 weken 5 – 7 maanden
    Premolairen 4 – 12 weken 4 – 6 maanden
    Molairen
    4 – 7 maanden
    Doorkomen van melk- en blijvend gebit

    (zie verder de mail die ik hierover onlangs doorstuurde en neem ook eens een kijkje op Dierengebit.nl)

    Met dank aan Dierenkliniek Wilhelminapark in Utrecht

    16-11-2008 om 17:44 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als een puppy geboren is: wat gebeurt er daarna? (deel 3)

    De overgangsfase: 10 - 21 dagen leeftijd


    De pups gaan rondkruipen
    De overgangsfase is de periode voorafgaand aan de socialisatiefase. De pups openen hun oogjes en gaan ook horen. De pups gaan een beetje op onderzoek uit en wennen geleidelijk aan de twee zintuigen (zien en horen) die ze erbij gekregen hebben.

    puppies drinken melk bij de moeder

    Wat eet een pup en waneer beginnen met voer?
    Een pup drinkt melk bij de moeder. Dit is vooral belangrijk omdat ze in de eerste dagen antilichamen tegen allerlei ziektes binnenkrijgen via de eerste moedermelk: het colostrum. Als de pup de tepel niet kan vinden leg de pup zijn mond om de tepel of probeer de mond zachtjes open te wrikken met je vinger en druk wat melk uit de tepel. Met als doel dat de pup de melk proeft en vervolgens zelf gaat drinken.
    Blikvoer voor puppies

      Wat eet een pup
    • Zorg dat de pup voldoende moedermelk krijgt, weeg de pups dagelijks om de groei in de gaten te houden.
    • Indien de pup pieperig blijft en de moeder niet voldoende melk geeft ga dan bijvoeren met puppymelk
    • Vanaf 3-4 weken kunt u beginnen met de puppies pap aan te bieden.
      Dit mag ad lib (onbeperkt) de puppies eten zoveel ze opkunnen of nodig hebben
    • Na een paar dagen kunt u blikvoer (puppyvoer) door de pap beginnen te mengen.
      Een paar dagen hierna kunt u stoppen met de pap en alleen nog blikvoer aanbieden
    • Vanaf 5-6 weken kunt u beginnen met naast het blikvoer brokjes aan te bieden.
      De kiezen beginnen dan door te komen en ze kunnen echt gaan bijten/kauwen Hoe vaak moet je een pup voeren
    • Biedt een pup tot 3 maanden leeftijd 4x per dag eten aan
    • Vanaf 3 maanden 3x per dag
    • Vanaf 6 maanden 2x per dag

    Ontwormen: begin al op 2 weken leeftijd
    Pups kunnen reeds in de baarmoeder besmet raken met wormen. Ook via de moedermelk kunnen de pups besmet raken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zo'n 90-95% van de puppy's vlak na de geboorte al besmet is met wormen. Omdat een worminfectie de ontwikkeling van een pup nadelig kan beinvloeden is het van belang pups goed te ontwormen. Over het algemeen hebben volwassen honden zelf weinig last van een worminfectie. Zij vormen echter wel een besmettingsbron voor andere dieren en, belangrijker, voor uzelf. Daarom raden wij aan ook de volwassen honden 2x per jaar te ontwormen.Wij hanteren hiervoor het volgende schema:

    Pup

    Volwassen hond

    2 wkn

    4 wkn

    6 wkn

    8 wkn

    4mnd

    6 mnd

    1 jaar

    1,5 jaar

    2 jaar

    Etc.

    Ontwormen

    Mochten er zich in het huishouden hele jonge kinderen of een zwangere vrouw bevinden dan adviseren wij om vaker te ontwormen, namelijk elke 3 maanden.


    (wordt vervolgd) Met dank aan Dierenkliniek Wilhelminapark in Utrecht

    16-11-2008 om 17:43 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als een puppy geboren is: wat gebeurt er daarna? (deel 2)

    De voorbereiding op de geboorte


    Voorbereiding
    Zorg voor een geschikte werpkist. Deze behoort ergens rustig en beschut te staan. Voorkom tocht en zorg dat er niet teveel afleiding voor de teef is. Een warmtelamp is ook ideaal als het koud is rondom de werpkist. Hang eventueel een thermometer in de de werpkist zodat je de temperatuur kunt controleren.

    Als dierenartsenadviseren wij puppyvoer van het merk Hills Pet Nutrition Voeding tijdens en na de dracht
    Zorg dat de moeder genoeg te eten krijgt tijdens de dracht om de ongeboren pups goed te laten groeien. Om melk te kunnen geven heeft ze na de bevalling veel energie nodig: dus voer nodig. De moederhond moet onbeperkt eten tot haar beschikking hebben (dit heet ad lib voeren). Het beste is om de teef al vanaf de 4e week van de dracht langzaam op puppyvoer over te zetten, meng het gedurende 1 week met het oude voer. Vanaf de 2e helft van de dracht (de 5e week) raden wij aan om alleen om alleen nog maar puppyvoer te geven. Gedurende het einde van de dracht en tijdens het zogen krijgt ze dan voer met een hoog energiegehalte. Een extra voordeel is, dat zodra de puppy's vast voer gaan eten kunnen ze mee kunnen eten met de moeder.

    Draagtijd
    Puppies worden geboren na een draagtijd van gemiddeld 9 weken (62 dagen, gemiddeld 59-63 dagen).

    De neonatale fase: 0 - 14 dagen leeftijd


    Bevalling van een pup, 1 dag oude pup, schoonlikken van een pup

    Doof en blind geboren
    De pups worden doof en blind geboren en blijven dit de eerste 10-14 dagen. Voelen en ruiken kunnen ze wel. Met hun tastzin en neus vinden zij de weg naar moeders tepel en leren zij haar geur en die van hun broertjes en zusjes (her)kennen.

    Wennen aan mensen
    Ook nemen ze in deze periode de mensengeur op. Deze fase is dus belangrijk voor de hond-mens binding. Houd de pups af en toe tegen u aan, maar laat niet te veel vreemde mensen bij de teef en haar kroost. Rust is in deze fase belangrijk.

    pup met navelstreng toelichting puppies drinken melk bij de moeder, het rode licht is an de warmtelamp

    Geboortegewicht
    Puppies wegen afhankelijk van het ras bij de geboorte tussen de 100 en de 500 gram. Iedere 2-3 uur drinken de puppy's melk bij de moeder. In de eerste dagen is het belangrijk om bij te houden of een pup goed groeit. Weeg daarom elke pup minstens 1x per dag, dan kun je zien of deze genoeg melk binnenkrijgt en goed aankomt. Maak bijvoorbeeld een lijst waarop je elke dag opschrijft hoeveel gram de pup is gegroeid.

    Hoe herkent u een hongerige pup
    Indien de pups erg pieperig zijn en niet aankomen qua gewicht, dan kan het zijn dat de moeder niet voldoende melk geeft. Het is dan van belang dat de puppies met puppymelk bij te voeren.

    Weeg elke dag de pup!

    Navelstreng
    Na de eerste dag begint de navelstreng steeds meer in te drogen. Ongeveer een week na de geboorte valt de navelstreng eraf.

    Oogjes open
    Op ongeveer 10 dagen gaan de oogjes en de oren open.



    Controleer de pup na de geboorte op een open gehemelte
    Zodra de pup geboren zijn moet u ze nakijken of er geen afwijkingen zijn. Kijk de pootjes goed na en controleer het gehemelte door de mond open te maken. Vaak wordt dit vergeten. De pup groeit niet en heeft moeite met het zuigen op de tepel of op de speen van het flesje. Kijk op de foto hieronder. Als u een vergelijkbaar beeld ziet als op de foto hieronder dan moet u met die pup naar uw dierenarts gaan!

    pup met een open gehemelte

    (wordt vervolgd) Met dank aan Dierenkliniek Wilhelminapark in Utrecht

    16-11-2008 om 17:42 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als een puppy geboren is: wat gebeurt er daarna? (deel 1)
    De belangrijkste tijd in het leven van een hond is de socialisatieperiode, die de eerste maanden van zijn leven beslaat. De socialisatieperiode bestaat uit twee fasen. Alles wat hij in deze korte periode leert (of juist niet leert) bepaalt voor een groot deel zijn latere ervaringen. Hij leert hoe hij met zijn soortgenoten, andere dieren en mensen moet omgaan, maar ook went hij in deze tijd het gemakkelijkst aan vreemde geluiden of rare voorwerpen. Een pup die in deze periode weinig of niet te maken heeft gehad met al deze prikkels, zal op latere leeftijd altijd wat moeite blijven houden er aan te wennen. Dit kan zich uiten in diverse gedragsproblemen, zoals bijvoorbeeld agressie of angst. Alle reden dus om hier veel aandacht aan te besteden bij de opvoeding van uw nieuwe pup!

    De eerste socialisatiefase: 3 - 12 weken leeftijd

    Deze fase is een heel belangrijke periode in het leven van de pup. In deze periode moeten de pups de rest van de buitenwereld als normaal gaan beschouwen.

    Nieuwsgierig
    Ze maken kennis met van alles en iedereen en zijn onderzoekend en nieuwsgierig. In deze periode moeten de hondjes met een zo breed mogelijk menselijk als dierlijk publiek in aanraking komen.
    Dit is dan ook de goede periode om met je pup naar een hondenschool te gaan!

    Wennen aan prikkels
    Ook moeten ze leren dat allerlei prikkels als bv. lawaai van auto's, treinen, apparaten enz. niet eng is. Dit proces wordt socialisatie genoemd. De 1e solcialisatieperiode moet rustig gebeuren, anders krijgt de pup een overkill aan informatie en kan hij dat niet op de juiste manier verwerken. Het is prima om de pup op de arm te nemen en rustig te laten wennen aan de nieuwe prikkel(s). U merkt snel genoeg of uw pup angstig of nieuwsgierig is. In het eerste geval is uw hond nog niet toe aan de prikkel. In het tweede geval is de pup klaar om op de grond op verkenningstocht te gaan. Als het nog wat angstig is negeer uw angstige pup en troost het niet, want dan versterkt u de angst. Breng in een later stadium de pup opnieuw met de prikkel in aanraking, na een paar keer zal de hond de prikkel als normaal gaan beschouwen en er niet meer angstig voor zijn.

    De tweede socialisatiefase: 12 weken tot 6 maanden leeftijd


    Deze fase wordt ook wel angstfase genoemd.

    De nieuwsgierigheid die de 1e socialisatiefase kenmerkt, heeft plaatsgemaakt voor angst. De pup zal niet meer enthousiast de wereld tegemoet treden, maar juist terughoudend zijn en vluchtgedrag vertonen.

    Het herstelvermogen na een vervelende ervaring is lang en in deze fase is de kans dat de pup blijvend bang blijft voor bepaalde dingen groot. De hond moet leren, dat alle dingen waarmee hij al ooit geconfronteerd was voorheen, nu ook niet gevaarlijk zijn en dat er dus niets nieuws onder de zon is wat dat betreft.

    Het fnuikende van deze fase is dat uw pup weer gedesocialiseerd kan raken als deze het bovenstaande proces niet leert.




    (wordt vervolgd) Met dank aan Dierenkliniek Wilhelminapark in Utrecht

    16-11-2008 om 17:41 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soorten vogels in de tuin.
    We kennen ze ondertussen wel allemaal denk ik, maar toch... soms twijfel ik nog eens, daarom nog even 't geheugen opgefrist.

    Soorten vogels in de tuin.

    Tijdens de anders zo stille en doodse wintermaanden zorgen de vele soorten vogels toch voor heel wat leven in de Kijken en luisteren naar vogels vanachter het warme keukenraam met een kopje thee in de hand kan zeer rustgevend zijn.

    De volgende soorten vogels kan men tijdens de winter in de tuin aantreffen:

    • koolmees (Parus Major) Gele buik met zwarte lengtestreep, witte kaken met zwarte pluimen boven de ogen.

    • pimpelmees (Parus Caeruleus) De zwarte oogstreep en het blauw op de kop en vleugels vallen goed op.

    • staartmees (Aegithalos caudatus) Valt erg op door de zeer lange staart (8 tot 10 cm). Ze vertoeven meestal in groepjes.

    • kuifmees (Parus cristatus) De kuifmees is door het zwartwitte koppatroon met opvallende kuif  zeer eenvoudig van andere mezensoorten te onderscheiden.

    • boomklever (Sitta europaea) De  boomklever klimt schoksgewijs in bomen en klimt in alle richtingen.

    • winterkoning (Troglodytes Troglodytes) Zeer klein, zenuwachtig vogeltje. Kan zijn staartje opvallende rechtop zetten zoals op de foto.

    Goudhaantje (Regulus Regulus) een frequent bezoeker van tuinen waar veel naaldbomen staan, het kleinste vogeltje van Europa.

    • roodborstje (Erithacus Rubecula) Een vrij nieuwsgierig vogeltje die U bij Uw tuinwerk volgt.

    • huismus (Passer domesticus) Meest voorkomende mus.

    • ringmus (Passer montanus) Deze kun je onderscheiden van de huismus door de zwarte vlek op de wangen en de doorlopende grijze ring rond de nek.

    • heggenmus (Prunella modularis) Iets groter dan een huismus. Heeft een nogal verdoken levenswijze.

    • houtduif (Columba palumbus) De grootste inheemse duif. Ze hebben een opvallende witte halsring.

    • Turkse tortel (Streptopelia decaocto) Een klein duifje met fijn zwart bekje en zwarte halsring.

    • grote bonte specht (Dendrocopos major) Opvallende rode onderstaartdekveren.

    • vink (Fringilla Coelebs) Lijkt veel op een gewone mus maar heeft opvallende veel wit aan de vleugels.

    • groenling (Carduelis chloris) Groenachtige gele vogels die meestal in groep rondvliegen.

    • sijs (Carduelis spinus) De wijfjes van de Sijs zijn grijzig bruin, bijna zonder geel, behalve aan de staartbasis en gestreepte witachtige onderdelen. De mannetjes zijn geelgroen met een zwart petje en kin en veel geel in vleugel en staart.

    • merel (Turdus merula) De mannetjes zijn zwart en hebben hebben een oranje snavel. De vrouwtjes zijn bruin met bruine snavel.

    • zanglijster (Turdus philomelos) Net iets groter dan een merel met een bruine rug en witte borst met bruine vlekken.

    • spreeuw (Sturnus vulgaris) ± even groot als de merel. Zwart van kleur met opvallend gespikkelde rug en borst. Ze leven in groep.

    • ekster (Pica pica) Grote vogel met lange staart. Zwarte kop en vel wit aan de onderborst en vleugels.

    • kraai (Corvus corone) Nog groter dan de ekster. volledig zwart.

    • kauw (Corvus monedula) Kleiner dan de kraai met opvallende grijze hals.

    • Vlaamse gaai (Garrulus Glandarius) Even groot als de kauw met mooi opvallend blauw op de vleugels.



    Bron : Tuinadvies (Vossaert L.)


    15-11-2008 om 19:40 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Als je veel geduld hebt..
    Lieve vrienden, als jullie véél geduld hebben en er wat ontspannen en dromerig willen bijzitten, kijken jullie dan even en klik op onderstaande link.


    http://cdn1.ustream.tv/swf/4/viewer.45.swf?cid=317016

    Schrijf fouten in zand en weldaden op marmer.


    211anim.gif

    15-11-2008 om 19:39 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Buizerd kan kraai wel schieten

    Gerrit Jansen: Buizerd kan kraai wel schieten

    vrijdag 14 november 2008 | 06:20

    De zwarte kraai toont voor de buizerd weinig respect. 
Hij jent de roofvogel net zo lang tot hij weer op de wieken gaat. 
foto Otto Faulhaber

    De zwarte kraai toont voor de buizerd weinig respect. Hij jent de roofvogel net zo lang tot hij weer op de wieken gaat. foto Otto Faulhaber

    Buizerd met prooirest. 
foto Otto Faulhaber

    Buizerd met prooirest. foto Otto Faulhaber

    ‘Buizerdje pesten’ is een spel dat veel zwarte kraaien dagelijks spelen. Natuurlijk is de buizerd veel sterker dan een zwarte kraai, maar de roofvogel is niet snel en de kraai weet heel goed hoe ver hij kan gaan. Ook eksters tonen weinig respect voor onze meest algemene roofvogel.

    Buizerds moeten wel een gruwelijke hekel aan kraaien hebben. Bij ons slaapt buiten het broedseizoen een buizerd in een notenboom en dat doet hij al jaren. Ook overdag zit hij vaak op een vaste plek in deze boom en dat kun je ook wel zien. Als het een paar dagen niet geregend heeft, ziet de bodem wit van de kalkrijke vogelpoep.

    Elke dag, als het al stevig begint te schemeren, komt onze buizerd rustig en langzaam aanvliegen. We zien hem al van verre komen en hij wordt elke keer als het ware opgevangen door twee soms zelfs drie zwarte kraaien. Die proberen hem met schijnaanvallen de tuin uit te jagen. Af en toe, als een aanvaller al te dichtbij komt, wentelt de roofvogel in zijn vlucht, soms lijkt het of hij een looping in wil zetten. Tot een complete lus weet hij het echter nooit te brengen en de kraaien raken van deze luchtacrobatiek dan ook weinig onder de indruk. De buizerd accepteert het pesten gelaten en vliegt meestal zonder al te veel van de route af te wijken naar de slaapboom. Als hij eenmaal zit, staken de kraaien het spelletje. Zij slapen honderd meter verder, ook in een notenboom. Een paar kilometer van ons huis weet ik nog een slaapplaats van een buizerd. De roofvogel heeft voor zijn nachtrust een hoogspanningsmast uitgekozen en rond schemer speelt zich hier hetzelfde tafereel af. De kraaien daar zijn nog veel feller: ik heb ze de buizerd bijna van zijn zitplaats af zien vliegen. De zwarte kraai staat bij mijn weten bij de buizerd niet op de menulijst. Hij jaagt dus niet op kraaien, tenzij het zieke of jonge, te vroeg uitgevlogen vogels zijn.

    De jachtstrategie van de buizerd oogt lui, maar is wel efficiënt. Aan energieverslindende achtervolgingsvluchten, zoals wij die van sperwer en havik kennen, waagt de roofvogel zich niet. Hij vindt aas niet te min, maar heeft liever muizen, jonge konijnen en… regenwormen.

    Van een buizerd langs de snelweg kijkt geen mens meer op. Duizenden vogels uit Zweden, Denemarken en Duitsland brengen hier de winter door. Urenlang bezetten ze een weidepaal of een boomtak in het veld speurend naar iets eetbaars op de grond. Dat kan van alles zijn, want een buizerd is wat de prooikeus betreft bepaald niet kieskeurig.

    Langs de snelweg aast de roofvogel vooral op verkeersslachtoffers. Afhankelijk van het seizoen zijn dat egels, konijnen, hazen en verongelukte vogels. Ook muizen, kikkers en padden die door het verkeer geslachtofferd zijn, worden niet versmaad. Deze kleinere verkeersslachtoffers zijn echter vaak voor de snellere kraaien, eksters en meeuwen. Vooral eksters, zeker als ze met z'n tweeën zijn, weten een buizerd nogal eens een prooi afhandig te maken. Ik heb zo'n tweetal wel eens aan het werk gezien: de een leidt de buizerd af en de andere vliegt met de prooi weg. Op afstand doen ze zich dan samen te goed aan de door de buizerd gevangen muis of kikker. Kostelijke taferelen spelen zich af als de buizerd een grotere prooi heeft. Zo heb ik de roofvogel in de winter eens op een dode meerkoet zien zitten. Twee kraaien en drie eksters zorgden ervoor dat hij geen hap naar binnen kreeg. Regelmatig dekte de buizerd met beide vleugels zijn buit af. Wel een half uur heb ik vanuit de auto het tafereel gadegeslagen. Op een gegeven moment kreeg de roofvogel er genoeg van; hij zette zijn klauwen in de meerkoet en vloog uiterst moeizaam, vanwege het gewicht van de prooi, vijftig meter verder. Omdat ik ook verder moest, weet ik niet of de kraaiachtigen nog een graantje hebben kunnen meepikken.

    Uit onderzoek is gebleken dat de buizerd niet alleen aas eet, maar ook veel prooidieren vangt: maar liefst 37 vogelsoorten, 18 zoogdieren en verschillende amfibieën, reptielen en zelfs vissen staan op de menulijst. Daar past ook een krielkip in, maar het is dan wel specialistenwerk en bepaald geen reden om de buizerd als 'kiekendief' in het verdomhoekje te plaatsen. Toch ben ik bang dat onze buizerd zich ook aan het specialiseren is. Ik verdenk hem er sterk van dat hij alle jonge waterhoentjes van dit jaar naar binnen heeft gewerkt. De twee oude vogels zijn er nog wel. We schonen de grote vijver daarom dit jaar maar niet op. Hoe meer begroeiing, des te meer kans hebben we volgend jaar op jonge waterkippetjes.

    Ook liefhebbers van postduiven kunnen vaak ten onrechte de buizerd wel schieten. De meeste jonge, onervaren duiven en duiven die oververmoeid van een wedvlucht onderweg zijn, worden echter niet door de buizerd, maar door de havik geslagen. Vergeleken met de buizerd is de havik een uiterst behendige vliegenier. Geen kraai of ekster zal het dan ook in zijn hoofd halen om deze roofvogel lastig te vallen. Haviken eten duiven en konijnen, maar met kraaiachtigen weten ze ook wel raad.

    Bron : De Gelderlander

    15-11-2008 om 19:35 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat moet je doen bij een aangereden dier?

    Wat moet je doen bij een aangereden dier?

    Ik ga het hier niet hebben over verzekeringen, politie verwittigen, enz.... maar wel uitsluitend over wat je met het gewonde dier moet doen, wanneer je in contact komt met een aangereden dier.

    De allereerste en belangrijke EHBO

    Probeer zo snel mogelijk met het dier naar de dierenars toe te gaan. De dierenarts naar de plek van het ongeluk laten komen is meestal tijdverlies: veel kan hij ter plekke niet doen en hij zal het dier toch weer mee moeten nemen, naar de praktijk. Daarenboven kan de dierenarts thuis na je telefoontje al alles voorbereiden om de patiënt op te vangen en te helpen, wat weer (kostbare) minuten scheelt.
    In sommige grote steden (Antwerpen, Gent, Brussel ) bestaat er een dierenambulance die gebeld kan worden om het dier te vervoeren naar een dierenarts.

    Intussentijd kan je EHBO toepassen.

    Beperkt je tot de hoofdzaken: een gebroken poot is lang niet zo erg als een slagaderlijke bloeding! De dingen waarop je moet letten en iets aan doen in DALENDE ernstigheidsgraad:

    • ademhalingsproblemen waarbij het dier niet meer ademt
    • problemen met het bloedvatstelstel:
      • hartstilstand
      • (slag)aderlijke bloeding
    • breuken:
      • open breuk
      • gesloten breuk
    • zenuwstelsel: letsel hersenen ruggegraat
    1. Ademhaling

    Door talloze redenen kan de ademhaling belemmerd worden: een voorwerp in de keel, een wonde aan de borstkast, een scheur in het middenrif, etc...
    Wanneer het dier niet meer ademt, zal je kunstmatige ademhaling moeten toepassen tot het dier zelf weer ademt of tot diergeneeskundige hulp geboden wordt.
    Een ademhalingsstilstand van langer dan 2 minuten is fataal voor het dier. De kunstmatige ademhaling moet soms tot 20 minuten lang volgehouden worden vooraleer het dier weer zelfstandig kan of zal ademhalen.

    De verschillende technieken:
    • Drukken op borstkas:
      Eerst eventueel vreemde voorwerpen uit de keelholte verwijderen en de tong uit de mond trekken. Het dier op een harde achtergrond leggen en de poten goed strekken. Zet de 2 handen op de borstkas juist achter het schouderblad en druk de borstkas in, nadat de borstwand is ingedrukt laat je deze plots weer los zodat de borstkas weer in de oorspronkelijke stand terugveert waarbij lucht wordt aangezogen. En dit herbegin je. Dit indrukken en terug veren moet ongeveer 12x per minuut gedaan worden.
    • Mond-op-neus beademing:
      Sluit de bek en trek de bovenlippen strak over de onderlippen zodat geen lucht kan ontsnappen via de mond. Plaats je lippen over beide neusgaten van het dier en blaas met veel kracht lucht door de neus naar binnen. De borstkas van het dier moet omhoog gaan. Laat de lucht weer uit de longen van het dier stromen en herhaal de procedure. Als u dit een beetje vies vindt, kan u eerst een zakdoek over de neus van het dier leggen en door de zakdoek heen aan beademing doen.
    • Bij poes: zwaaitechniek
      Neem poes bij de achterpoten vast en zwaai ze krachtig 1x heen en weer. Even het dier op de zijkant laten liggen, en indien nodig de procedure herhalen.
    2. Hartstilstand

    Je merkt dat op doordat het dier buiten bewustzijn is en je de borstkas niet meer ziet trillen net als de achterpoten.Het hoeft geen betoog dat een hartstilstand levensbedreigend is.
    Het komt vaak voor kort na ademhalingsstilstand, dus meestal moet je naast hartstimulatie ook kunstmatige ademhaling verrichten.
    • Methode van hartstimulatie bij kat of kleine hond
      Leg het dier op de zij en leg de voorpoot zo veel mogelijk naar voren. Je neemt het borstbeen vast in de palm van je hand vlak achter de voorpoten. Je knijpt de ribben tussen duim en andere vingers krachtig in, gedurende 1 seconde, dan laat je 1 seconde los en je herhaalt de procedure tot het hart zelfstandig klopt.
    • Methode van hartstimulatie bij grote hond
      Bij een grote hond kan je met bovenstaande methode onvoldoende kracht uitoefenen. Daarom deze methode: het dier ligt op de zij, de voorpoot zo ver mogelijk naar voor. Plaats je vuist ongeveer 5 cm boven het borstbeen, vlak achter het schouderblad op de borstkas. Stoot eens per 2 seconden de vuist krachtig naar beneden zodat de borstkas ingedrukt wordt.Volhouden tot het hart het zelf gaat doen.
    3. Heftige bloeding
    • Bloeding op kop of romp
      Neem een doek en leg dit op de wonde: je moet dan druk uitoefenen en dit blijven doen tot de bloeding stopt of deskundige hulp komt opdagen. Het maakt op dat moment niet veel uit of de doek steriel is of niet, neem desnoods je trui of jas.
    • Bloeding aan poot of staart
      Oefen druk uit met je vinger of doekje op de het bloedingspunt. Indien dit niet voldoende is moet er een "tourniquet-verband" gelegd worden: je neemt een band of reep stof en bindt die op de poot tussen de wonde en het hart vast met een knoop. Neem dan een stokje (of pen) en bind dat stokje vast aan de band net boven de knoop. Draai het stokje langzaam rond met de wijzers van de klok mee zodat de druk van de band op de poot wordt vergroot: blijf draaien tot de wonde niet meer bloedt. Verminder elke minuut de druk door het stokje een klein stukje terug te draaien, bloedt de wonde weer, draai je het stokje weer iets aan.
    4. Open breuk

    Dit wil zeggen dat de huid kapot gescheurd is en dat je de gebroken stukken bot kan zien zitten. Een bot is zeer gevoelig aan infectie, wat de genezing van het bot en van het dier in het algemeen erg kan verstoren. Zo’n open breuk moet dan verbonden worden met (ditmaal een proper !) doek, zodat er geen vuil meer in de wonde kan komen. Dit verband zal ook een bescherming zijn tegen likken en bijten van het dier aan de wonde en de botten.
    Tijdens het vervoer goed opletten dat het gebroken lidmaat niet beweegt.

    5. Gesloten breuk

    Dit wil zeggen dat het lidmaat gebroken is, maar de huid nog netjes gesloten is. Dit moet je ten allen tijde behouden, wegens het ernstig infectiegevaar wanneer de huid open scheurt. Je moet dus zorgen dat het dier zo weinig mogelijk beweegt en let goed op tijdens het vervoer. Desnoods leg je een noodspalkje aan om te voorkomen dat de breuk erger wordt. Let wel op : een breuk is pijnlijk en het dier zal zich verweren (krabben-bijten) : tips hiervoor: zie verder.
    • Methode noodspalk
      Om de gebroken poot heen, wikkel je een laag watten, of een doek. Op dit "verband" leg je de spalk (stuk hout, meetlat, etc..) aan beide kanten van de gebroken poot : de spalk moet vrij lang zijn. Rond de spalk draai je tape of een verband (doek in repen) redelijk strak aan.
    6. Bewusteloosheid

    Een bewusteloos dier moet goed gecontroleerd worden in verband met ademhaling en hartactiviteit (zie 1 en 2). Leg het dier op de zij met het hoofd iets lager dan de rest van het lichaam. Probeer nooit water in de bek te gieten. Leg het dier warm : lek een deken over hem heen.

    7. Ruggegraat letsel = verlamde achterhand

    Hierbij is het van cruciaal belang het dier niet te erg te bewegen tijdens het transport. Schuif een plank onder het dier en transporteer het zo, zo snel mogelijk naar de dierenarts.

    8. Dwanggrepen

    Een aangereden dier heeft meestal pijn en is vaak in paniek, zodat het zou durven bijten en/of krabben, wanneer je het wil helpen. Daarmee is noch mens noch dier gebaat: daarom moet je soms gebruik maken van dwanggrepen.
    Uiteraard doe je dat enkel bij dieren waarbij het hoeft, want dwangrepen op zich brengen al stress teweeg bij het dier en stress moet men zoveel mogelijk vermijden.
    • de hond
      • Het enige gevaar bij de hond is zijn bek en de tanden. Een goede noodmuilband is snel gelegd : neem een soepele band (ev. een ceintuur van een jas, schoenveters aan elkaar geknoopt, etc..), maak van de band een lus met een knoop naar boven, schuif de lus over de bek van het dier en trek de knoop strak aan, ga met de band terug onder de bek langs en leg een 2de knoop, daarna worden de uiteinden van de band om de kop geslagen en achter de oren geknoopt (om weg glijden van de neus te voorkomen)
      • Methode om de hond plat op de grond te houden wanneer 1ste hulp moet gegeven worden : leg het dier op de zij, leun over het dier vanachter zijn rug en houd de onderliggende voorpoot en achterpoot stevig vast, zodat je ellebogen druk uitoefenen in de hals en in de liezen van het dier. Laat de druk niet minderen, want als de hond meent een kans te zien om te ontglippen, zal ie het zeker doen.

    • de kat
      • Bij katten is het heel belangrijk rustig, voorzichtig doch vastberaden op te treden : het is zo dat wanneer een kat ruw behandeld wordt of door de 1ste hulp plots veel pijn voelt, kan veranderen in een woeste furie waarmee niets meer te beginnen is.
      • Best neem je poes stevig in het nekvel beet en til ze van de grond: meestal heeft poes de reflex te verstijven zodat 1ste hulp toedienen mogelijk wordt.
      • Een andere manier is poes stevig in het nekvel te pakken, de beide achterpoten met de andere hand te grijpen, poes op de zij te leggen en het dier uit te rekken.
      • Is de poes in een furie veranderd, moet je een deken of jas over het dier leggen en de poten doorheen de jas vastgrijpen.

    • Vervoeren van een aangereden dier
      • Dit is afhankelijk van de situatie. Een dier dat zwak en suf is wordt op een deken (of jas) vervoerd : men schuift het deken onder het dier door. Til daarbij het dier enkel op aan de lichaamsdelen die niet gewond of gebroken zijn. Neem dan de 4 punten van het deken op zodat het dier als het ware in een zak ligt.
      • Poes vervoer je best in een wasmand of grote doos waarover je een deken legt.
      • Zorg in ieder geval dat het dier voldoende warm blijft; leg er een deken of jas overheen. Zorg voor stilte (geen radio aan, geen horde mensen mee in de auto) en duisternis: ev. kan je een doek over het hoofd van het dier leggen.


    Een bijzondere knuffel voor uw huisdier vanwege het VvD Team

    14-11-2008 om 22:58 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat gebeurt er met uw hond of kat vlak voor de operatie?

    Gratis : een tip van Dierenkliniek VvD …

    Wat gebeurt er met uw hond of kat vlak voor de operatie?

    Wat gebeurt er met uw hond of kat vlak voor de operatie?
    Ass. Oushoorn Bénédicte, dierenarts-assistente

    1. ALGEMENE ANESTHESIE

      Algemene anesthesie wordt bereikt door het gebruik van technieken en agentia gekozen door de dierenarts wat het anesthetisch protocol genoemd wordt. De keuze van het anesthetische protocol varieert voor elk dier naargelang factoren zoals algemene toestand van het dier, aard van de operatie welke uitgevoerd dient te worden, voorkeur en ervaring van de dierenarts, ...

      Ongeacht voor welk protocol geopteerd wordt, kan elke algemene anesthesieprocedure opgedeeld worden in de volgende componenten:

      • Preanesthesie
      • Inductie of inleiding
      • Onderhoud
      • Recovery of uitleiding

    2. PREANESTHETISCHE VERZORGING

      De preanesthetische periode is de periode onmiddellijk voorafgegaan aan de anesthesie waarin o.a. gegevens omtrent de patiënt worden verzameld, waarin de patiënt wordt uitgevast met verzekering van een voldoende waterhuishouding en waarin eventuele preanesthetische geneesmiddelen worden toegediend.

      Gedurende de preanesthesie is de dierenarts-assistent verantwoordelijk voor de nodige verzorging van uw huisdier.

      • Uitvasten van de patiënt

        De dierenarts of assistente vermelde reeds dat uw huisdier nuchter moet zijn voor de operatie. Nu, waarom moet een dier uitvasten? Dieren welke anesthesie (verdoving) ondergaan zonder vooral te vasten kunnen braken tijdens de anesthesie of tijdens de ontwakingsperiode. Dit kan leiden tot irritatie van de slokdarm. Of nog erger, het braaksel kan daarbij in de luchtwegen terechtkomen en geaspireerd worden tot in de luchtpijp, bronchiën en longblaasjes. Wanneer dit braaksel de luchtwegen blokkeert, zal een onmiddellijke ademstilstand het resultaat zijn. Indien het dier dit overleeft, kan het verschillende dagen na het incident een ernstige aspiratiepneumonie (longonsteking) ontwikkelen. Door het instellen van een uitvastperiode wordt de kans op regurgitatie en braken aanzienlijk gereduceerd!!

        Door het uitvasten van de dieren, wordt tevens getracht de buikinhoud te reduceren zodat de druk uitgeoefend door de buikorganen op onder meer het middenrif en de borstorganen vermindert.

        Hoelang uitvasten? Als algemene regel geldt: dieren mogen geen vast voedsel opnemen 8 à 10 uur voor de anesthesie. Om de kans op regurgitatie of braken tijdens de anesthesie te reduceren wordt water weerhouden vanaf 2 uur voor de anesthesie. Gedehydrateerde dieren ontvangen voldoende vocht via onze intraveneuze vochttherapie om verdere uitdrogingen te voorkomen. Bij dringende operaties kan uiteraard geen uitvastperiode ingesteld worden.

        Indien geweten is dat uw huisdier gegeten heeft kunnen we ervoor opteren bij kleine huisdieren uw dier te doen braken door het toedienen van een braakmiddel (apomorfine bij de hond) (xylazine bij de kat).

        Ondanks het nemen van de nodige voorzorgen kan braken nog optreden gedurende de anesthesie. Indien dit gebeurt is er enige vorm van bescherming tegen aspiratie en blokkade van de luchtwegen indien er een endotracheale tube met cuff aanwezig is. Dit is de reden waarom we deze tube ter plaatse laten tot het slikreflex bij het dier terug aanwezig is tijdens de recovery

        Men moet er zich van bewust zijn dat een preanesthetische vastperiode aangeraden wordt, maar te lang vasten kan nadelig zijn voor het dier.

      • Profylactische antibiotica

        Antibiotica moeten toegediend worden aan patiënten welke een infectie hebben of welke chirurgie moeten ondergaan van een besmette zone. Specifieke richtlijnen worden gegeven door onze dierenartsen.

    3. INDUCTIE OF INLEIDING

      Het proces waarbij een dier zijn normale staat van bewustzijn verlaat en het onbewustzijn binnentreedt, wordt inductie of inleiding genoemd.
      Bij ons op de kliniek wordt dit inductieproces pas gestart nadat premedicatie werd toegediend en nadat voldoende tijd gepasseerd is opdat deze geneesmiddelen hun effect hebben kunnen uitoefenen. Bij katten wordt premedicatie en agentia voor inductie simultaan en intraveneus toegediend d.w.z. in één spuit.

      Het geneesmiddel voor inductie wordt ofwel via inspuiting (injectie) ofwel via inademing (inhalatie) toegediend aan de patiënt. Wanneer gekozen wordt voor injectie, zal dit altijd gevolgd worden door intubatie met een endotracheale tube om de toediening van inhalatieanesthetica via een anesthesietoestel mogelijk te maken.

      Wanneer uw huisdier rechtstreeks geïnduceerd wordt aan de hand van gas anesthetica via een masker of een anesthetische kamer, dan is er geen nood aan een injecteerbaar anestheticum.

      • Verdoving via injectie
        Anesthesie wordt bij ons geïnduceerd door intraveneuze injectie. Dit wil zeggen dat wij in het voorpootje van uw dier een katheter plaatsen waarbij wij de dosis rechtstreeks in de bloedcirculatie kunnen aanbrengen.

        Thiopental, ketamine en propofol zijn voorbeelden van inducerende agentia welke intraveneus toegediend worden.

        Een standaard dosis van het agens wordt berekend, opgetrokken in een spuit en daarna geïnjecteerd via de katheter in de vene. Het doel van deze methode is dat de patiënt op een snelle en veilige manier de eerste twee fasen van de anesthesie doorloopt en een zeker anesthesiediepte bereikt welke endotracheale intubatie zonder weerstand toelaat.

        Wat is endotracheale intubatie en waarvoor dient het?
        Eenmaal anesthesie geïnduceerd is bij uw huisdier, opteert onze kliniek voor het plaatsen van een flexibele buis in de luchtpijp, een zogenaamde endotracheale tube. Deze tube geleidt de lucht rechtstreeks van de mondholte tot in de luchtpijp, zo de neusgaten en de keelholte omzeilende.

        Waarom kiezen wij voor intubatie?
        Intubatie bij uw huisdier laat een efficiëntere levering van gas aan het dier toe dan een masker dit doet. Endotracheale tube met de correcte diameter en lengte voor de patiënt zal de efficiëntie van de ademhaling verbeteren door vermindering van de hoeveelheid anatomische dode ruimte in het ademhalingsstelsel. Het begrip anatomische dode ruimte slaat op die delen van het ademhalingsstelsel die wel lucht bevatten maar waar geen gasuitwisseling optreedt. Dus dat is de mond, neusgaten, keelholte, luchtpijp en bronchen. Door het reduceren van de anatomische dode ruimte, verzekert de endotracheale tube dat een grotere hoeveelheid lucht, welke geleverd wordt aan de patiënt, het uitwisselingsoppervlak ter hoogte van de longblaasjes bereikt.

        Ook laat intubatie de assistente toe om zuurstof te leveren en dit rechtstreeks aan de patiënt wanneer een ademhaling ondersteund dient te worden. En tot slot, een aanwezigheid van een endotracheale tube met een opgeblazen cuff reduceert het risico op aspiratie van braaksel, bloed, speeksel of ander materiaal sterk. Dit materiaal kan ophopen gedurende elke procedure, maar het risico op aspiratie is vooral hoog bij orale chirurgie of tandheelkunde of bij onvoldoende uitgevaste patiënten. Omwille van het nut van een endotracheale tube in het vrijhouden van de luchtweg is het de gewoonte deze op zijn plaats te houden gedurende de hele anesthesie inclusief de recoveryperiode totdat het dier zijn slikreflex herwonnen heeft. Deze controles worden uitgevoerd door onze anesthesist.

        Hoe plaatsen wij een endotracheale tube?
        Bij intubatie gebruiken wij steeds een laryngoscoop voor de visualisatie van de oropharynx bij de huisdieren. Laryngoscopen zijn voorzien van een lichtbron en kunnen aangewend worden voor het manipuleren van de weefsels zodat men een beter zicht krijgt op de luchtweg en intubatie makkelijker kan verlopen. Als een laryngoscoop wordt aangewend verloopt de intubatie in het algemeen minder traumatisch en is de kans op een foute plaatsing van de tube in de slokdarm kleiner.
        We verzamelen het nodige materiaal voor de intubatie en schatten de lengte en de diameter van de tube. We smeren de tube in met een steriel glijmiddel om minder trauma te veroorzaken. Wanneer we zien dat de patiënt de geschikte anesthesiediepte bereikt heeft, kan de eigenlijke intubatie beginnen:

        • We brengen het dier in sternale positie
        • De nek en de kop vormen één rechte lijn.
        • De bovenkaak wordt stabiel gehouden door de lippen naar boven te trekken. De onderkaak wordt naar beneden gebracht door de tong naar voor en beneden te trekken. De mond moet voldoende wijd opgetrokken worden zodat we de epiglottis kunnen zien.
        • De laryngoscoop wordt al hulpmiddel gebruikt
        • De tube wordt achter de stembanden in de luchtpijp gebracht.
        • Nu kijken we als de tube zich niet in de slokdarm bevindt.
        • De tube wordt gefixeerd adhv een gazen bandje bevestigd rond de top van de snuit of rond het achterhoofd.
        • De tong brengen we naar buiten
        • De cuff wordt opgeblazen.

        Eenmaal geïntubeerd, wordt het dier onder matige of diepe anesthesie gehouden door de toediening van een inhaleerbaar anestheticum. Het gebruik van zo een inhalatieanestheticum is echter niet altijd noodzakelijk omdat kleine chirurgische ingrepen en korte diagnostische procedures dikwijls worden uitgevoerd terwijl de patiënt zich enkel onder injectie anesthesie bevindt.

        Wanneer een eenmalige balus van een inducerend agens wordt gegeven, varieert de duur van de anesthesie met het gebruikte agens, maar bedraagt gewoonlijk minder dan twintig minuten. Indien nodig, kan de anesthesie verlengd worden door een herhaalde toediening van het intraveneus geïnjecteerde agens.

      • Verdoving via inhalatie

        Inductie van anesthesie kan bekomen worden door het gebruik van snel inwerkende inhaleerbare anesthetica, zoals isofluraan. Het anestheticum wordt toegediend aan de wakkere patiënt met behulp van een gasmasker.
        De inductie met inhaleerbare anesthetica verloopt veel geleidelijker dan de intraveneuze inductie met een injecteerbaar agens.

        Bij gasmaskerinductie maken wij gebruik van snel inwerkende inhaleerbare anesthetica isofluraan. Inductie via een masker is meer geschikt voor kritische patiënten dan inductie met injecteerbare agentia omdat de anesthesist in staat is snel de diepte van de anesthesie bij het dier te wijzigen door het aanpassen van de instelling van de verdamper van het anesthesietoestel. Indien er ernstige problemen optreden kan de inductie zelfs onmiddellijk onderbroken worden op een eenvoudige manier, namelijk door het verwijderen van het masker.

        Omwille van de tragere inductie is maskerinductie niet geschikt voor dieren met ademhalingsproblemen. Snelle inductie met een injecteerbaar anestheticum en onmiddellijke endotracheale intubatie geniet bij ons de voorkeur voor zulke patiënten.

    4. ONDERHOUD

      Na de periode van inductie volgt de periode van onderhoud, gedurende de welke voldoende anestheticum wordt toegediend aan de patiënt om deze voldoende diep in anesthesie te houden. Chirurgie en andere procedures worden uitgevoerd gedurende deze periode.

      In onze kliniek hebben wij steeds een anesthesist ter beschikking die deze handelingen uitvoert. Gedurende de onderhoudsperiode heeft de anesthesist twee belangrijke taken:

      Ten eerste moet het dier nauwgezet gemonitord worden om de vitale functies (in het bijzonder de hartslag en de ademhaling) binnen aanvaardbare grenzen te houden. Ten tweede moet de anesthesist het dier houden in de vereiste anesthesiediepte d.w.z. noch een te lichte nog een te diepe anesthesie.

      De belangrijkheid van deze twee taken wordt héél goed benadrukt in ons protocol. Aan de ene kant kan het niet slagen in het behouden van een voldoende diepe anesthesie leiden tot de gewaarwording van pijn door het dier en het vroegtijdig wakker worden uit anesthesie. Aan de andere kant kan het houden van een dier onder te diepe anesthesie leiden tot een anesthetische overdosis of tot een zeer lange ontwakingsperiode.

      Het letten op de vitale functies is zelfs nog meer van cruciaal belang omdat wanneer men er niet in slaagt te waken over de vitale functies en deze te houden binnen aanvaardbare grenzen; dit kan leiden tot blijvende hersenschade of zelfs tot de dood.

      Bijkomend aan de monitoring van de vitale functies en reflexen van de patiënt, is de positionering en het comfort van de patiënt gedurende de anesthesie ook van belang. Enkele hiermee in verband zijnde richtlijnen die duidelijk in ons protocol vermeld staan.

      • Gedurende inductie wordt het dier telkens ondersteund wanneer het zijn bewustzijn verliest. In het bijzonder letten wij erop dat de kop niet tegen de tafel botst tijdens de inductie of tijdens het transport naar onze operatieruimte.
      • Er wordt met de endotracheale tube héél voorzichtig te werk gegaan bij het draaien van het dier daar de tube kan dichtgedrukt worden met als resultaat een luchtwegobstructie of beschadiging van de luchtpijp door het einde van de endotracheale tube.
      • Voor de voorbereiding van de chirurgie begint, moet men de endotracheale tube van de patiënt nogmaal controleren zodat die correct geplaatst werd (dus niet in de slokdarm) en dat deze groot genoeg is om verloren gas door lekkage rond de tube te vermijden. Eenmaal de chrirurgische voorbereiding aangevangen is, is het moeilijk de ligging van het dier te veranderen om reïntubatie te realiseren zonder de steriliteit van de operatie te garanderen.
      • Wanneer de patiënt op de operatietafel in positie is gebracht, let men erop dat het dier een zo normaal mogelijke houding aanneemt.
      • Elke 90 minuten van een operatie druppelt men kunsttranen in de ogen van een patiënt onder anesthesie. Algemen anesthesie onderdrukt de traansecretie gedurende een periode van meer dan 24 uur bij honden. Het vochtig houden van het hoornvlies is belangrijk.

    5. RECOVERY

      De onderhoudsperiode begint en de recoveryperiode begint wanneer de concentratie van het anestheticum in de hersenen begint te dalen. De manier waarop het anestheticum de hersenen en het bloed verlaat varieert naargelang het anestheticum.

      • De meeste injecteerbare geneesmiddelen worden verwijderd uit de bloedbaan door de lever en ondergaan daar metabolisatie door enzymen. De metabolieten worden uitgescheiden via het urinair stelsel. Sommige geneesmiddelen ondergaan geen metabolisatie door de lever en worden onveranderd uitgescheiden door de nieren.
      • In het geval van kortwerkende thiobarbituraten daalt de spiegel van het anestheticum in de hersenen snel omdat het anestheticum snel herverdeeld wordt naar andere weefsels, voornamelijk het vetweefsel en de spieren.
      • Inhaleerbare anesthetica worden hoofdzakelijk geëlimineerd via het ademhalingsstelsel. De moleculen van het anestheticum verlaten de hersenen, komen eerst in de bloedbaan en vervolgens in de longblaasjes terecht en worden op die manier uitgeademd.
      Hoe dit ook bereikt wordt, de recovery kan in vele opzichten gezien worden als het tegenovergestelde van de inductie. Gevoeligheid voor pijn, spiertonus en reflexen worden geleidelijk herwonnen naarmate het bewustzijn terugkeert.

      Dus de recovery of ontwakingsperiode is de periode tussen het stoppen met de toediening van anesthetica (zowel injecteerbare als inhaleerbare) en het in staat zijn van het dier te staan en te wandelen zonder hulp.

      De lengte van de recovery is afhankelijk van verschillende factoren:

      • De lengte van de anesthesie: als algemene regel geldt, hoe langer de periode van toediening van anesthetica, hoe langer de verwachte recoveryperiode.
      • Het type anestheticum en de toedieningsweg: dieren waaraan inhaleerbare anesthetica werden toegediend zoals isofluraan vertonen in het algemeen langere ontwakingsperiodes dan dieren waaraan injecteerbare anesthetica zoals barbituraten en ketamine werden toegediend.
      • De conditie: langere recoveryperiodes worden gemeld bij dieren welke lijden aan een verzwakkende ziekte.
      • De lichaamstemperatuur: verlengde recovery wegens vertraagde metabolisatie en excretie van anesthetica.
      • Het ras: sommige hondenrassen zoals greyhounds, afghaanse windhonden, whippets,... vertonen lange ontwakingsperioden bij bepaalde anesthetica, in het bijzonder barbituraten.

      Een dier ontwakende uit algemene anesthesie doorloopt achtereenvolgens dezelfde anesthesiestadia welke werden ervaren tijdens inductie, uiteraard in omgekeerde volgorde. Naarmate het dier overgaat van een diepte tot lichte anesthesie, veranderen de vitale functies en de reflexen op een voorspelbare manier. Hart-, ademhalingsfrequentie en ademhalingsvolume stijgen. Reflexen die afwezig waren zoals de slikreflex, terugtrekreflex, ... keren terug en nog aanwezige reflexen worden sterker. Het dier kan beginnen trillen, slikken, kauwen of proberen slikken. Kort na het verschijnen van het slikken zal het dier normaal tekenen van bewustzijn beginnen te vertonen, inclusief gewillige beweging van het hoofd of poten, knippering van de ogen en vocalisatie.

      Deze periode is vooral de verantwoordelijkheid van onze dierenarts-assistente. Complicaties en sterfte kunnen optreden gedurende deze periode, zelfs bij dieren waarbij de inductie en onderhoudsperiode vlekkeloos zijn verlopen. Daarom hebben wij een dierenarts-assistente die deze patiënten niet uit het oog verliest en begeleid en controleert tijdens deze periode. De recovery van de dieren gebeurd in onze ruime hospitalisatieruimte waar het dier continue in de gaten kan worden gehouden en waar een emergency kit, toestellen voor monitoring en zuurstof onmiddellijk beschikbaar zijn.

      De plichten volgens het protocol waaraan onze assistente zich moet houden zijn:

      • Monitoring van de vitale functies
        Vitale functies moeten elke 10 minuten geëvalueerd worden tijdens de ontwakingsperiode. Bijzonder aandacht gaat naar de kleur van de slijmvliezen, de CVT en de ademhaling. Toestanden zoals shock, bloeding, hypoglycemie en hypothermie kunnen optreden en dienen zo snel mogelijk behandeld te worden. Het is dan ook héél belangrijk dat de patiënt in het oog gehouden wordt voor problemen zoals braken, beroertes, laryngospas

    14-11-2008 om 22:32 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Acupunctuur in de diergeneeskunde

    Acupunctuur in de diergeneeskunde

    Wat is (veterinaire) acupunctuur?


    Acupunctuur is een Oosterse manier van behandelen die al meer dan 3000 jaar op mens en dier wordt toegepast. Het is een techniek om pijn te verlichten en het functioneren van verschillende organen te verbeteren door welbepaalde punten op het lichaam te stimuleren. Deze stimulatie kan op verschillende manieren gebeuren: door middel van massage (acupressuur) van de punten, het prikken van naalden al dan niet gestimuleerd door hitte (moxibusti) of electrische stroom , laserstralen, injecties of inplanteren van bepaalde stoffen.

    Hoe werkt acupunctuur?


    Volgens de traditionele Chinese geneeskunde (TCM ) stroomt er energie   doorheen het lichaam van mens en dier. Deze energie stroomt door energiebanen (meridianen) op welbepaalde plaatsen gelegen in het lichaam. Ziekte en pijn ontstaan doordat deze energie niet harmonieus kan doorstromen in de meridianen.
    Via de welbepaalde acupunctuurpunten kan men toegang krijgen tot de meridianen. En door de stimulatie van de correcte punten kunnen die energieblokkades opgeheven worden en kan de energie weer doorstromen , wat genezing tot gevolg heeft.
    De Westerse geneeskunde is wetenschappelijk gaan onderzoeken wat er nou precies gebeurt wanneer een acupunctuurpunt geprikkeld wordt.
    Er zijn vooreerst plaatselijke reacties: er is een sterkere doorbloeding , bepaalde zenuwbanen worden geprikkeld zodat reflexreacties tot stand komen, etc.
    Maar er zijn ook reacties die effect hebben op het gehele lichaam : het autonoom zenuwstelsel (sympaticus en parasympaticus) wordt geprikkeld die een cascade van reacties kan teweeg brengen thv organen, gladde spieren, etc. Verschillende lichaamseigen hormonen worden vrijgezet, bijv.cortisol uit de bijnierschors, endorfines (pijnstillende hormonen) in het centraal zenuwstelsel, serotonines, groeihormoon, insuline,humorale stoffen (immunoglobulines, interferon, antistoffen ...).
    Wanneer dus de juiste punten worden geprikkeld zullen bovenvernoemde reacties in het lichaam tot stand komen die zullen bijdragen tot de genezing .
    De Westerse benadering "ziet" dan wel geen meridianen en hun sleutelgaten (acupunctuurpunten), maar kan wel de acupunctuurpunten precies lokaliseren omdat deze punten op de huid een andere electrische weerstand vertonen in vergelijking met de rest van de huid.

    Wanneer kan acupunctuur hulp bieden?


    Vooreerst moet gesteld worden dat acupunctuur een behandeling op zich kan zijn, of perfect kan gecombineerd worden met de Westerse geneeskunde om aldus bepaalde medicijnen te kunnen vermijden of lager in dosis te houden.
    Acupunctuur kan op vele gebieden hulp bieden, maar moet niet beschouwd worden als het ultieme wondermiddel: het is een vorm van geneeskunde, doch wanneer iets onherroepelijk beschadigd is, of het lichaam echt op is, dan helpen daar noch medicijnen, noch acupunctuurnaalden voor.

    Acupunctuur wordt met succes toegepast bij:
    • orthopedische problemen: elke huisdiereigenaar kent de problemen van arthrose, H.D. (heupdysplasie), discus hernia (beter bekend onder de naam van teckelverlamming), spierproblemen, gescheurde kruisbanden , ...
    • luchtwegaandoeningen: asthma bij de kat, COPD bij het paard, ...
    • huidproblemen: allergische huidaandoeningen, likgranulomen bij honden...
    • maag-darm-problemen: obstipatie bij de (zware) kat, braken, diarree, krampen...
    • vruchtbaarheidsproblemen: bij het mannelijke en vrouwelijke dier.
    • centraal zenuwstelsel-problemen: epilepsie,...
    • problemen met specifieke organen zoals lever, nier,...
    De acupunctuurbehandeling op zich
    • 1) Pijnlijk?
      • Door het gebruik van flinterdunne flexibele naalden zullen alleen zeer gevoelige individuen reageren op het doorprikken van de huid. Als de naald op de juiste plaats terecht komt kan men ook een kleine reactie opmerken.
      • Vaak ziet men tijdens de behandeling reacties van het lichaam, zoals hijgen, relaxatie (gaan liggen of zitten), dwangbewegingen (zoals continu likken op dezelfde plaats), de haren die recht komen staan, etc.Dit zijn echter geen uitingen van pijn en na de sessie verdwijnen deze reacties.
      • Bij het gebruik van laserstralen voelt de patiënt absoluut niets.
    • 2) Veilig?
      • Bij gebruik van steriele wegwerpnaalden is er geen gevaar voor infecties.
      • Wat de bijwerkingen betreft: het enige wat af en toe wordt opgemerkt is een korststondige verergering van de symptomen een dag of paar dagen na de sessie.
      • Bijwerkingen op lange duur zijn er niet.
    • 3) Hoe lang duurt de sessie en hoe vaak wordt ze herhaald?
      • De duur van de sessie hangt af van de aandoening. Bij acute gevallen duurt de behandeling een paar minuten, chronische gevallen moeten rekenen op ½ uur.
      • Ook de frequentie hangt af van geval tot geval. Een acuut probleem moet om de 2 à 3 dagen behandeld worden, een chronische patiënt zowat om de week.
      • En voor hoe lang ? Gemiddeld moet men rekenen op een 3 à 6 weken. Enige reactie moet men ten laatste na een 4 tal sessies opmerken, ook weer afhankelijk van welk probleem.
    • 4) Wie voert de behandeling uit, waar vindt zo'n sessie plaats?
      • Belangrijk is dat er eerst een correcte diagnose wordt gesteld door een dierenarts zodat een behandeling kan ingesteld worden: Westers, acupuncturistisch of een combinatie van beiden. De dierenarts in kwestie moet geschoold zijn in beide disciplines om het dier correct te kunnen begeleiden.
      • BEVAS (zie verder) kan u een lijst doorgeven van dierenartsen geschoold in beide disciplines.
      • Kleine huisdieren worden steeds in de praktijkruimte van de dierenarts behandeld. De hond of kat is in een vreemde omgeving veel timider, zodat de soms lange duur van een sessie veel geduldiger wordt verdragen.
      • Paarden en runderen kunnen het best in hun rustgevende stal behandeld worden.


    Een bijzondere knuffel voor uw huisdier vanwege het VvD Team




    14-11-2008 om 22:31 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat gedaan met een gestrande vleemuis in de tuin ?

    Wat gedaan met een gestrande vleermuis in de tuin ?

    Eerst even wat algemene informatie over de vleermuis, want de meeste mensen kennen niet veel over dit sympathieke zoogdiertje.

    Een vleermuis kan 6 à 10 jaar oud worden en het vrouwtje heeft 1 à 2 jongen per jaar. De dracht duurt een tweetal maanden en op 6 weken leeftijd kan de jonge vleermuis het leven alleen aan. De vleermuis houdt een winterslaap omdat ze in de winter onvoldoende voeding kan vinden, daarom moet ze leven van haar lichaamsvetreserves in de zomer opgedaan en kan ze haar lichaamstemperatuur laten dalen tot de omgevingstemperatuur en haar hartslagritme verminderen met een factor 20: ze is in lethargie. De vleermuis voedt zich met vliegende insecten en ze eet veel: ze verorbert per dag makkelijk haar eigen gewicht aan insecten.

    De vleermuis heeft een slecht gezichtsvermogen en desalniettemin "ziet" ze perfect in het donker en dit dankzij haar uniek "sonar-systeem". De vleermuis maakt geluiden van hoogfrequente trillingen (door ons niet te horen), deze ultrasonen botsen tegen voorwerpen of levende (bewegende) wezens en kaatsen terug, deze teruggekaatste trillingen worden opgevangen door de vleermuizenoren: zo krijgt het dier een perfect beeld van de omgeving, prooien etc.... Zo kunnen vleermuissoorten o.a. gedetermineerd worden door middel van ‘batdetectors’: elke soort heeft zijn eigen specifiek ultrasontrillingspatroon!

    Het zomerverblijf van de vleermuis bevindt zich in bomen, spouwmuren, kerktorens, zolders etc.: de temperatuur bedraagt daar tussen 10 en 40° c. Het winterverblijf in grotten, ijskelders, holle bomen en speciale vleermuiskasten kent temperaturen van 5 à 10°c, maar nooit vriestemperaturen, er moet ook een erg hoge luchtvochtigheidsgraad (meer dan 80 %) heersen en absolute rust.

    Deze info is enorm belangrijk voor wanneer u een vleermuis zou opvangen, maar daarover straks meer. Het kleine fladderbeest behoort spijtig genoeg tot de bedreigde diersoorten , de oorzaken hiervan zijn talrijk: chemische bestrijdingsmiddelen in land- en tuinbouw, het verdwijnen van de overwinteringsplaatsen: de grotten krijgen te kampen met overrecreatie: toeristen die aan speleologie doen maken veel herrie, roken en vervuilen de boel, kalkgroeven en mergelgrotten worden nu gebruikt als rioolwaterbergplaats of vuilnisbelt, oude forten en kelders worden afgebroken.
    Ook dieren die overwinteren op kerkzolders, schuren, dakomlijstingen en spouwmuren worden ten onrecht uitgemoord door de bewoners. De meest voorkomende soorten vleermuizen in België zijn de dwergvleermuizen en de laatvliegers. Vooral de dwergvleermuis heeft zich wonderwel aangepast aan het stadsleven.

    Vleermuisopvang

    De gouden top 3 van de vleermuis:
    1. optimale temperatuur:
      • zomer: 10 à 40° c
      • winter: 5 à 10° c
    2. zeer hoge relatieve vochtigheidsgraad van de lucht : meer dan 80 %
    3. absolute rust

    Indien u in de zomer een vleermuis vindt, is het vaak een jong dier dat leert vliegen met vallen en opstaan: het best hangt u het diertje in een boom, beschut voor poezen. Is het diertje gewond of verzwakt, plaatst u het dan in een warme kist, in vochtig papier. Als voeding kunt u stukjes meelworm geven, met honing en kindervitaminen: met een pincet in het muiltje steken. Als drank gewoon water of kunstmelk voor pupjes (nutriwelp).

    Indien u een wonde ontdekt in de vlieghuid moet u het dier een kraagje om de nek doen om verdere automutilatie te beletten. Een gebroken vleugel geeft grote genezingsproblemen. Nadat u deze eerste hulp hebt toegediend, kan u best advies vragen en het dier naar een vleermuisopvangcentrum brengen zodat het dier optimale overlevingskansen krijgt.

    Koninklijk Belgisch instituut voor natuurwetenschappen chiropterologisch onderzoek, Vautierstraat 29, 1000 Brussel tel: 02/627.43.71 of Natuur 2000 vzw Bervoetstraat 33 2000 Antwerpen 03 231 26 04

    Men vraagt vanuit het centrum ook dat wanneer u een dode vleermuis zou vinden, het naar een centrum in uw buurt te brengen, zodat de doodsoorzaak kan onderzocht worden, dit is van belang voor de levende dieren.

    Enkele "oude wijven praatjes" over vleermuizen ontkrachten:
    • een vleermuis vliegt NIET in je haren
    • een vleermuis in je spouw of zolder brengt GEEN ziekten of geuroverlast mee.
      Indien u het niet prettig vindt dat ze bij u logeren, moet u wachten tot augustus tot de jongen volwassen zijn om ze verdrijven: u brengt motteballen of wc-blokjes in hun slaapruimte of u plaatst een uitvlieghekje voor het gat (principe duivenhok).
    • een vampier is GEEN groot beest dat mensen leegzuigt: de vampier is 2 cm groot, woont in Zuid-Amerika en bijt liever het vee dan mensen; mensenbloed is niet smakelijk voor de vampier.


    Dit artikel is tot stand gekomen dankzij de welwillende medewerking van chiropteroloog Alex Lefevre.


    Een fladderende knuffel voor uw huisdier vanwege het
    VvD team


    00008.gif

    14-11-2008 om 22:28 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uw huisdier als bloeddonor?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Uw huisdier als bloeddonor?

    Kan uw huisdier het leven van een ander dier redden?

    Geregeld hebben dierenartsen "bloed" nodig om hun patiënt te behandelen en/ofte redden. Hiervoor zijn er dus bloeddonoren nodig, net zoals in de menselijke geneeskunde. In de diergeneeskunde bestaat er helaas geen bloedbank, zodat dierenartsen aangewezen zijn op bloed van bereidwillige dieren met bereidwillige baasjes.
    Dus ook onze kliniek is telkens weer op zoek naar nieuwe bloeddonoren.
    Als u wenst kan uw huisdier ook een bloeddonor worden. Heeft u interesse, lees dan even goed de onderstaande informatie door. Vul dan de onderstaande vragenlijst in en bezorg deze aan de kliniek.

    Welke huisdieren komen in aanmerking?

    De Hond

    De ideale donor is een volwassen dier (1-8 jaar) met een gewicht van minstens 30 kg. Deze grootte van hond heeft makkelijke bloedvaten om te hanteren en kan een ruime hoeveelheid bloed afstaan. Het dier mag niet extreem mager zijn of aan overgewicht lijden. Uiteraard moet het dier in een goede algemene gezondheid verkeren. Een zachtaardig, geduldig en handelbaar dier is een absolute vereiste, omdat we de donor niet willen verdoven noch kalmerende middelen willen toedienen tijdens de bloedafname. Is de donor van het vrouwelijk geslacht, mag ze niet drachtig zijn of reeds drachtig zijn geweest (dit in verband met vorming van mogelijke antistoffen door de donor).
    De hond moet gevaccineerd zijn (hondenziekte, kattenziekte, rattenziekte en hepatitis) en de vaccinaties moeten regelmatig (dwz elk jaar) herhaald zijn. Het dier moet ook geregeld ontwormd zijn geweest. De donor mag zelf geen chronische ziekten hebben (vb hartpatiënten, nierpatiënten, suikerzieken, etc ... en mag zelf nooit een bloedtransfusie hebben gehad.
    Op het moment dat de donor zou moeten bloed geven, mag hij niet ziek zijn (bijtwonden, braken, diarree, hoestje..), noch medicatie nemen en het vaccin mag niet korter dan 2 weken voor de donatie toegediend zijn.


    De Kat
    De ideale kat is eveneens een volwassen dier (1-8jaar), dat minstens 5 kg weegt (lichtere dieren kunnen te weinig bloed geven in 1 keer) en in goede gezondheid verkeert. Het spreekt voor zich dat de kat in kwestie rustig, geduldig en goed hanteerbaar moet zijn. Denk er wel aan dat een vorm van kalmering meestal wel noodzakelijk is bij de bloedafname van onze feliene vriendjes.
    De kat moet gevaccineerd zijn (kattenziekte, niesziekte en leucose), jaarlijks herhaald. De kat moet vrij zijn van het FIV-virus (de zogenaamde katten-aids) , het FeLV-virus (virale leukemie) en FIP (besmettelijke buikvliesontsteking).
    De kat mag zelf ook nooit een bloedtransfusie hebben gehad. De vrouwelijke donor mag een nestje hebben gehad, maar ze mag uiteraard niet drachtig zijn op het moment van de donatie. De ideale donor is een binnenshuislevende kat.
    Op het moment van de donatie mag het dier niet ziek zijn of te recent zijn gevaccineerd (korter dan 2 weken).

    Wat gebeurt er als uw dier wordt opgeroepen tot bloeddonatie?

    Na aankomst in de kliniek, zal de behandelende dokter u eerst enkele vragen stellen over de gezondheidstoestand van uw huisdier. Daarna zal hij/zij uw dier grondig klinisch onderzoeken. Indien op dat moment afwijkingen worden gevonden, wordt uw huisdier geweigerd. Waarschijnlijk zal de arts dan adviseren om uw huisdier verder te laten onderzoeken (eventueel op een later tijdstip).
    Indien uw dier gezond wordt bevonden, mag het bloed afstaan. Katten die erg opgewonden zijn of moeilijk te hanteren zijn, zullen eerst kalmeringsmiddelen toegediend krijgen. Een klein staal bloed wordt afgenomen om de hematocriet te bepalen. Dit vertelt hoeveel procent van het bloed uit rode bloedcellen bestaat. Indien dit bij uw dier te laag is, mag het op dat moment geen bloed doneren.
    De kat zal ook vooraf ook getest worden op FIV en FeLV. Als alles normaal is, gaat uw dier nu bloed doneren. Hierbij wordt een naald gestoken in een pootader ofwel in de halsader. Aan de naald zit een zakje verbonden met antistollingsmiddel, waarin het bloed wordt opgevangen.

    Hond
    • de hoeveelheid bloed dat wordt afgenomen bedraagt 16-18 ml/kg lichaamsgewicht
    • een hond kan elke 2-3 maanden bloed afstaan.
    • gedurende enkele dagen moet overvloedige beweging vermeden worden.
    Kat
    • de hoeveelheid bloed dat wordt afgenomen bedraagt 11-13 ml/kg lichaamsgewicht
    • een kat kan elke 2-3maanden bloed afstaan.
    • het dier zeker een weekje binnen houden na een donatie.


    Wanneer u denkt dat uw huisdier in aanmerking komt en u bent geïnteresseerd om uw huisdier op te geven als bloeddonor, mag u de vragenlijst invullen en terugbezorgen aan de kliniek. Mocht u nog vragen hebben, mag u steeds contact opnemen.

    Alvast bedankt voor uw tijd en uw interesse, en een dikke knuffel voor uw huisdier, al dan niet toekomstige donor.


    Vragenlijst

    Datum:  

    Un aam  :  

    Ua dres  :  

    UT elefoonnr  :  

    N aam  H uisdier  :  

    D iersoort 
    mannelijk                    vrouwelijk
    Gesteriliseerd/gecastreerd
    ja                    nee
    G eboortedatum  :  

    R as  :  

    G ewicht  :  

    G eboortedatum  :  

    E ventuele ziektengeschiedenis  :  



    Hond

    Verkeert uw hond in een algemene goede gezondheid: ja      neen
    Gaat het om een teef?ja      neen
    Indien ja: heeft ze reeds nesten gehad? ja      neen
    Wordt uw hond jaarlijks gevaccineerd?ja      neen
    tijdstip laatste vaccin en type vaccin   
    Is uw hond het afgelopen jaar naar het Middellandse Zeegebied/Afrika geweest?ja      neen
    Lijdt uw dier aan een chronische aandoening (bv hart- of nierlijden,diabetes)?ja      neen
    Drinkt en/of urineert uw hond veel?ja      neen
    Is uw hond gemakkelijk hanteerbaar?ja      neen
    Moet uw hond regelmatig medicatie nemen?ja      neen
    welke   
    Heeft uw hond ooit zelf een bloedtransfusie gekregen?ja      neen


    Kat

    Verkeert uw kat in een algemene goede gezondheid?ja      neen
    Wordt uw kat jaarlijks gevaccineerd?ja      neen
    tijdstip laatste vaccin en type vaccin   
    Is uw dier besmet met het FIV-, FeLV-virus  of FIP-virus?ja      neenonbekend
    is dit ooit via bloedonderzoek getest geweest?<ja      neen
    tijdstip   
    Lijdt uw kat aan een chronische aandoening (vb hart-of nierlijden,diabetes)?ja      neen
    Drinkt en/of urineert uw kat veel?ja      neen
    Is uw kat makkelijk hanteerbaar? ja      neen
    Moet uw kat regelmatig medicatie nemen? ja      neen
    welke   
    Heeft uw kat ooit zelf een bloedtransfusie moeten ondergaan?ja      neen
    Leeft uw kat uitsluitend binnenshuis? ja      neen


    Dank u voor het aanmelden van uw huisdier als bloeddonor, misschien kan uw dier in de toekomst het leven redden van een ander dier!


    Dierenkliniek VvD
    Victor Jacobslei 42-44
    2600 Berchem
    tel 03 239 31 75

    14-11-2008 om 19:42 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hond redt Australiër van dodelijke slang

    Hond redt Australiër van dodelijke slang

    Een bastaardhond met de naam Diesel heeft vandaag een prijs gekregen voor zijn moed en het grootste bot uit de slagerij nadat hij had bewezen dat hij echt de beste vriend van de mens is. Diesel riskeerde vorige maand zijn leven om een driejarig jongetje te redden van een dodelijke bruine slang op de boerderij van zijn gezin in Queensland, in het noordoosten van Australië.

    De moedige hond kreeg twee beten toen hij zich tussen de kleine Drew en het twee meter lange reptiel wierp. "Diesel gooide zichzelf in de lucht en viel de slang aan", zei de grootvader van de jongen. "Zijn actie redde het leven van Drew, want de slang was gigantisch en de beet zou dodelijk geweest zijn."

    Diesel stortte zelf ook in en had een dubbele dosis antigif nodig tegen de slangenbeet. Hij moest twee dagen in een dierenziekenhuis verblijven voor hij terug op zijn poten stond. (belga/bdr)

    (HLN)

    14-11-2008 om 18:35 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Agapornis

    De Agapornis

    De agapornis

    Agapornissen (Agaporniden) of Dwergpapegaaien horen tot de familie van papegaaien. In het wild komen ze voor in Afrika ten zuiden van de Sahara, waar ze meestal in kleine groepen samenleven. Er zijn meerdere soorten, maar in Europa wordt het meest met de Agapornis Fischeri gekweekt.
    De naam Agaporniden betekent: de onafscheidelijken. Ze zijn zo genoemd omdat ze huwelijken voor het leven sluiten en veel met elkaar tortelen. Daarom worden ze ook wel lovebirds genoemd.
    Ze zijn ong. 15cm groot en lijken nog het meest op minipapegaaien met een naar verhouding te grote kop. Ze leven bij voorkeur met een groep in een wat grotere binnen-of buitenvoliere, maar kunnen ook alleen gehouden worden in een kooi. In dat geval gaat de vogel zijn tortelgedrag geheel op de eigenaar richten. U heeft dan een vogeltje, dat heel erg van U houdt. Agapornissen kunnen bij de dierenwinkel of bij een kweker aangeschaft worden. Koop alleen een gezond, stevig uitziend vogeltje.

    Dier Geslachtsrijp Broedtijd Eieren Aanschaf Leeftijd
    Agapornis 9–12 maanden 22–24 dagen 4–6 8 weken 12–15 jaar

    Verzorging, voeding, huisvesting

    Als u een volière wilt beginnen, moet U daarover advies inwinnen bij bijv. een goede dierenwinkel. Ook op internet zijn veel tips en websites te vinden.
    Houdt U de agapornis(sen) in een kooi, dan voldoet een flinke parkietenkooi, dus hoog en met horizontale spijltjes. Op de bodem komt een laag schelpenzand, die U regelmatig ververst. De stokken, minstens 3 en van hout en niet van plastic, moeten de juiste dikte hebben. Vogelgrit, slijpsteentjes, sepia moeten in de kooi aanwezig zijn.

    BELANGRIJK: Vogeltjes kunnen heel slecht tegen Tefal, het spul wat op pannen zit. De kooi mag dus nooit in de keuken staan en niet in de buurt van een open keuken. Als U in de kamer gaat gourmetten of zo, zet dan de kooi weg.
    Voor agapornissen bestaan goede voeren bij de dierenwinkel, wat U aanvult met eivoer, kiemzaad, stukjes appel en peer, bessen en trosgierst. Ze hebben ook grit nodig. Het drinkwater moet altijd vers en schoon zijn.

    Agapornis en dierenarts

    Een agapornis komt alleen bij de dierenarts als-ie ziek is. Bij de volgende verschijnselen is het belangrijk advies aan Uw dierenarts te vragen: slecht eten, bol zitten, vermageren, kale plekken, overmatig plukken en krabben, dunne en vreemd gekleurde uitwerpselen, lusteloosheid.
    Verder kunnen ze last hebben van te lang doorgegroeide nagels en snavel en van het ringetje om hun poot.
    Als U met Uw agapornis naar de dierenarts gaat, lees dan onze adviezen

    Links

    Over agapornissen (eigenlijk: agaporniden)
    Uitvoerige informatie over agaporniden
    Uitvoerige info Belgische Vereniging Agaporniden
    Soorten agaporniden met een foto

    (met dank aan Dierenkliniek Strijthagen)

    14-11-2008 om 00:24 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Interessante tips voor de vogelliefhebbers

    Tip!

    Voerbakjes en drinkflesjes kunt u het beste schoonmaken en desinfekteren in een (afgesloten) emmer met een oplossing van water en bleekwater. Laat dit enkele dagen staan, spoel het af en alles is weer super schoon en fris!

    Tip!

    Zitstokken kunnen het beste gemaakt worden van natuurhout, zoals bijvoorbeeld wilgen- en fruittakken. Dergelijke takken geven de vogel tevens gelegenheid tot knagen. Een juiste dikte van de stok is, als de tenen van de vogel de stok ongeveer voor 3/4 omvatten.

    Tip!

    Houten wasknijpers kunnen prima gebruikt worden als bevestigingsmethode voor groente, fruit en takjes. De knijpers zelf zullen bij kromsnavels uiteindelijk ook ten prooi vallen aan hun knaaglust. Dit is voor deze vogels echter niet gevaarlijk.

    Tip!

    De voeding van papegaaien, zoals grijze roodstaart en amazone papegaaien moet niet uitsluitend bestaan uit "gewoon papegaaienvoer" . Ze eten hier namelijk heel selectief zonnebloempitten en pinda's uit. Hierdoor ontstaan op den duur ernstige vitaminetekorten. 

    Tip!

    Vitamine druppels kunnen het beste gegeven worden op voedsel wat de vogel erg lekker vindt, bijvoorbeeld op een stukje appel.

    Tip!

    Zachtvoer is voor veel vogels onmisbaar. Als een vogel dit moeilijk wil eten kun je de hoeveelheid zaden het best een tijdje verminderen, terwijl je de rest van het voer constant houdt. Op die manier moet je vogel wel wat zachtvoer eten. Probeer je vogel nooit te ‘dwingen’ door ál het zaad weg te nemen, want dat kan leiden tot een energietekort. Zo’n onevenwichtige voeding kan fatale gevolgen hebben!

    Tip!

    Bij vorst is de luchtvochtigheid in de kweekruimte vrijwel altijd te laag. Hierdoor bestaat de kans dat eitjes uitdrogen. De luchtvochtigheid is op peil te houden door een kletsnatte deken/kleed in de kweekruimte te hangen.

    Tip!

    Een (haar)hygrometer (instrument die de luchtvochtigheid meet) moet regelmatig geijkt worden. De eenvoudigste manier is de volgende. Wikkel een vochtige doek om de hygrometer en laat deze een uur zitten. Haal de doek weg. De hygrometer moet nu op 100% staan. Indien dit niet het geval is, de wijzer op 100% zetten met de stel- cq ijkschroef.

    Tip!

    Vervuild/besmet drinkwater is doodsoorzaak nummer 1 bij sterfte onder vogels. Drinkwater dient daarom elke dag ververst te worden. Verstrek het water op ongeveer kamertemperatuur.

    Tip!

    Ongewenst gedrag bij tamme vogels (bijvoorbeeld papegaaien) is snel aangeleerd en kan het meest effectief bestreden worden door de vogel totaal te negeren.

    Tip!

    Bij papegaaien kan gebrek aan aandacht en verveling leiden tot onophoudelijk krijsen en verenplukken. In een papegaaiensamenleving geldt een strikte rangorde. Dominante vogels zitten meestal op hogere plaatsen dan ondergeschikte vogels. Een papegaai die regelmatig op het hoofd van zijn baas of op andere hoge plekken mag zitten kan zich snel dominant gaan voelen en zich ontwikkelen tot bijtend en krijsend probleemdier.

    Tip!

    Controleer regelmatig de nagels van de vogels. Voor een goede bevruchting moeten de nagels van de man niet te lang zijn,anders steken ze als dolken in de rug van de pop.

    Tip!

    Nagels kunnen het beste geknipt worden door de nagels voor een lamp te houden. Op deze wijze zijn de bloedvaatjes goed zichtbaar en kunnen ze geknipt worden zonder 'in het leven' te knippen.

    Tip!

    Bij twijfel over de levensvatbaarheid van het jong in het ei kan 2 tot 3 dagen voor het uitkomen, het ei voorzichtig in een glas met lauw water worden 'gelegd'. Zet het glas op een stabiele plaats. Het ei zal blijven drijven en indien het jong leeft zal het ei lichtelijk schommelen in het water. Een teken dat het jong leeft. Laat het ei niet langer dan 1 minuut in het water liggen. Pas op bij het uitnemen van het ei, deze is nu zeer glad!!

    Tip!

    Na reiniging/ontsmetten van voerbakjes kunt u deze het beste drogen met keukenpapier i.p.v. een droogdoek. Droogdoeken bevatten namelijk, zeker als ze al in gebruik zijn geweest, bacteriën. De kans is hierdoor aanwezig dat je bacteriën overbrengt naar de voerbakjes (Tip van Anja, die ze via de dierenarts heeft gekregen).

    Tip!

    Om zaad te besparen kun je deze 'uit blazen'. Door het blazen worden de losse velletjes uit het voerbakje geblazen en blijft het nog aanwezige zaad liggen. Draag wel oogbescherming zodat de velletjes niet in het oog terecht kunnen komen.(Tip van Petra Hermsen)

    Tip!

    s' Winters als het wat vroor deed mijn vader altijd een heel klein beetje suiker in het water dat schijnt een beetje antivriezend te werken.(Tip van Petra Hermsen).

    Tip!

    Pas uit het ei gekomen vogels en jonge vogels als voeding gewelde puppybrokjes geven, vermengd met eivoer. De jonkies krijgen dan extra eiwitten.(Tip van John en Annette).

    Tip!

    Veel vogels gebruiken graag (dons)veertjes voor het bekleden van hun nest. Groot voordeel hiervan is een perfecte isolatie van de eitjes. (Voldoende) donsveertjes kunnen gemakkelijk verkregen worden uit een (oude) donzen kussen. (Tip van Ton Koek).

    Tip!

    Indien je een stuk schors of karton voor de opening van een nestkast hangt
    (voor parkietachtigen) dan zullen ze,als ze in broedstemming komen, er aan gaan
    knagen. Door het knagen wordt de broedlust (extra) aangewakkerd en heb je minder kans op onbevruchte eieren!
    (Tip van Gert Overweg).

    Tip!

    Het is handig om de nachthokken van binnen niet te schilderen, anders krijg je namelijk condens aan de binnenkant van het hok. Als de binnenzijde van het nachthok niet geschilderd is, heb je hier geen last van! (Tip van Phil).

    Tip!

    Bij last van bloedluis in het broedblok, shag of potpouri, onder de   houtkrullen strooien. (Tip van Arie van Dalen)

    Tip!

    Bij grasparkieten en andere soorten kun een grote dennenappel gebruiken om groenvoer en of gekiemd zaad in te steken.  (Tip van Brecht van Camp)

    Tip!

    Wanneer je een strodraad uitpluist en in kleine stukjes knipt kun je dat prima
    gebruiken als nestmateriaal voor kanaries, tropische vogels etc.
    (Tip van Gert Overweg)

    Tip!

    Gebruik een waterflesje voor cavia's ( met zo'n kogeltje ) eens voor je parkieten. Het water raakt niet vervuild en jonge vogels pakken deze wijze heel snel op. (Tip van Stefan Boender)

    Tip!

    Plaats in de broedkooien fijne gazen bodems zodat de vogels gemorst zaad dat met ontlasting in contact is geweest niet meer van de bodem kunnen eten. (Tip van H.F. Heidekamp)

    Tip!

    Laat kwartels op de bodem van je volière lopen. Deze zullen tussen de zaadvelletjes het gevallen of gemorste zaad nog vinden en dit opeten. Zo te handelen is erg handig want nu wordt alle zaad gegeten en wordt er niets verspild.    (Tip van Brecht Van Camp)

    Tip!

    Rondom de volière citroengeraniums planten, weert muggen en katten.  Een aantal planten kunnen in je tuin zeker helpen tegen de muggen: citroengeranium (Pelargonium crispum ); citroenmelisse (Melissa officinalis ); lavendel (Lavandula officinalis ); pepermunt (Mentha piperita );eucalyptus (Eucalypus ).

    (Tip van Laurenzo Walraevens )

    Tip!

    Maak de voorraad tonnen/emmers/blikken waarin je jouw voer bewaart elke keer dat ze leeg zijn schoon (met kokend water) om voermijt tegen te gaan.

    (Tip van Laurenzo Walraevens )

    Tip!

    Goed nestmateriaal voor de bodem zijn beukensnippers. Deze nemen veel vocht op. De jonkies hebben ook meer houvast voor de pootjes. (Tip van John en Annette )

    Tip!

    Geef de vogels vers gesneden brandnetel door het eivoer. Dit is zeer gezond. Ze moeten het wel leren eten. Of geef ze koude thee van gedroogde brandnetel als drinkwater (1 a 2 keer in de week). (Tip van Jarno Bakker )

      (www.vogelproblemen.nl)

    vogels/kawara.gif

    14-11-2008 om 00:21 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 18/11-24/11 2013
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 21/11-27/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 13/10-19/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 22/09-28/09 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 08/09-14/09 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 17/12-23/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 03/12-09/12 2007
  • 26/11-02/12 2007
  • 19/11-25/11 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 05/11-11/11 2007
  • 29/10-04/11 2007
  • 22/10-28/10 2007
  • 15/10-21/10 2007
  • 08/10-14/10 2007
  • 01/10-07/10 2007
  • 24/09-30/09 2007
  • 17/09-23/09 2007
  • 10/09-16/09 2007
  • 03/09-09/09 2007
  • 27/08-02/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 13/08-19/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006

    Gastenboek
  • Dank jullie wel
  • goede morgen blogger
  • maandaggroeten
  • Piper ( mini Horse ) and Mango ( fat Cat )
  • Groetjes van uit Tessenderlo

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Zoeken in blog



    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Dierenasiels
  • Doggydancing
  • Sol y luna
  • Jef Pipe
  • Chamanouke
  • Beautifull Lady
  • Birdie
  • Huisdierenuitvaart

  • Archief per maand
  • 02-2014
  • 11-2013
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006

    Inhoud blog
  • Lieve AMY
  • Lieve Babs
  • Boyke
  • Jerommeke
  • Youry onze Golden Retriever
  • Nieuwe Puppy
  • Blijft jouw pup alleen thuis?
  • Hoe overleeft een binnenhuiskat buiten?
  • Veel meer info over vogels
  • Een huisdier maakt onze thuis compleet
  • Wie is het slimst? Hond versus chimpansee
  • Acht tips om de oren van je hond zuiver te houden
  • Dieren op de weide tijdens de vrieskou: wat kan er?
  • Waarom vrouwen van katten houden
  • 10 lessen die je kunt trekken uit het leven van je huisdier
  • Kijk je hond in de ogen
  • Gedichtje
  • Samen op wandel - enkele tips voor baasje en hond
  • Honden en katten twee soorten jagers
  • Allergieën: ook onze katten hebben er last van!

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    opoe1937
    blog.seniorennet.be/opoe193
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Mijn waffers

  • Zoeken met Google




    Foto

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • crematoriumboom

  • Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Nieuws GVA
  • Ex-voetballer met cannabisplantage in Antwerps luxeappartement ontkent drugshandel: vijf jaar cel geëist
  • Club Koningshof warmt op voor feestelijke tweedaagse: hapjes scoren op De Pheyp Culinair en dorst lessen op Bierfest
  • Protest aan wapenbeurs in Rotterdam: NEDS mikt op militaire én civiele veiligheid, en dat creëert opportuniteiten
  • UCI-topman Peter Van den Abeele: “Punten van alle disciplines laten meetellen voor WorldTour-licentie”
  • Kinderen leven zich uit in sporthal Temsica tijdens eerste Binnenspeeldag
  • Ouderenpsycholoog over ‘zelfbeschadiging’: “Risico op ontsporen is in bepaalde situaties groter”
  • “Een nieuw avontuur in 2025”: Antwerpse renster Kelly Druyts verwacht nieuwe tweeling
  • Matt Gaetz trekt zich terug als kandidaat om minister van Justitie te worden in VS
  • “In plaats van te palaveren over de grote vermogens, moeten we iets doen aan de overvolle gevangenissen”
  • Politie betrapt 307 snelheidsovertreders tijdens flitsmarathon

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Zoeken in blog



    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Dierenkliniek Wilhelminapark

  • Laatste commentaren
  • Nuru massage in Bangalore (spa69)
        op Het Franse hangoor konijn
  • massage spa near me (madhurisweety)
        op Het Franse hangoor konijn
  • Marianne (Marianne Miltenburg)
        op 8 tips om je huisdier kalm te houden tijdens het vuurwerk
  • Illegaal gebruik artikel (De WeydeGansch)
        op Behandel je hond nooit als mens.
  • goed artikel (LEEN)
        op Hondennagels knippen is geen gevecht.


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!