Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
07-02-2008
Kanarie : de voeding - deel 4
De Voeding
Voor de meeste zaadeters, zoals wij die kennen, bestaat het voer uit een zaadmengsel, eivoer en eventuele versnaperingen. Kanaries nemen met hun zaadmengsel ook ongeveer 18% eiwit op. De zogenaamde eivoeders door iedereen bekend, geven we extra tijdens de kweek en in iets mindere maten in de rustperiode. We moeten het blijven geven voor een gezond vogelbestand. Men mag het nooit zien als de vervangers van de eiwitten uit de ZADEN .Vele onder ons maken ook zelf hun eivoer. Iedereen kent wel de 3 beschuiten met het hard gekookt ei er tussen door. Dit mengsel bevat ongeveer 21% eiwitten, waarvan het grootste deel uit dierlijke eiwitten bestaat. Daarbij gevoegd de nodige mineralen en vitaminen, dan ook heeft men een perfect eivoer.Meestal geven wij vogelkwekers te veel voer, de vogels worden kieskeurig en ze halen er het lekkerste er uit, daardoor krijgen ze een te eenzijdige voeding met minder goede kweekresultaten. Tegenwoordig geven de meeste kwekers een gerantsoeneerde voeding, deze bestaat uit:
Vier gram zaad (goede kwaliteit) Een gram eivoer (+/- 21 % eiwitten) Bakje met vogelgrit en mineralen (altijd stand-by)
Let wel dit is voldoende voor EEN volwassen vogel. Het toevoegen van eiwithoudende producten kan, maar is altijd gevaarlijk bij een te hoge dosis. Diaree is het resultaat van een teveel aan eiwitten.
Over het geven van gekiemde zaden lopen ook menigeen nog sterk uiteen. Slecht is het niet, maar geef dan altijd mondjes maat, en let op dat dit niet het hoofdvoedsel wordt van de vogels zeker in de kweek, het hoge vochtgehalte kan weer tot allerlei nare gevolg lijden. Let ook op dat je kiemzaad niet verzuurd of schimmel optreed. Het beste is het, wat te mengen onder je eivoer als je dit geeft, maar weer met mondjes maat .Bij het zelfstandig worden van jonge vogels, als deze van de ouders worden gezet, wordt er met de zaadmengeling ook wel eens fouten gemaakt, de bek van de jonge vogel is nog wat te zacht om de zaden te pellen en als je ze dan onvoldoende eivoer geeft kunnen de jongen het loodje leggen door een gebrek aan voer.Breek dus de eerst weken je zaad mengeling wat voor deze jonge vogels en geef eivoer met wat gekiemde zaden er tussen door. De verhouding per jonge vogel is 3 gram zaad en 2 gram eivoer. En let op dat de jonge vogels ook de eerste dagen het drinkwater kunnen vinden.
Water Dat een vogel niet lang zonder water kan ,zal wel bekend zijn ,maar water heeft nog veel meer belangrijke eigenschappen voor onze vogels.We moeten dit dagelijks vers geven,regelmatig onze flesjes zuiveren ,en ook onze vitamine ,en of medicatie moet meestal in het water worden toegediend. Normaal gesproken gebruikt een vogel 7,0 tot 9,0 ML per vogel per dag .Toch wordt dit ook beïnvloed door het voerderopname ,en ook door de vochtigheid van bv het eivoer laat staan als je nog overmatig groenvoer geeft ,maar dan ziet men het ook duidelijk aan de dunne ontlasting ,dus je ziet hoe gevoelig en belangrijk het water is.
Water :
Water Is niet door een andere stof te vervangen. Van water kan in het lichaam geen voorraad worden aangelegd. Voor elk levend mechanisme is water noodzakelijk. Zonder water is leven niet mogelijk. Als men de hokken zo droog mogelijk houdt dan kan ongedierte daarin niet gedijen. Water is nodig voor:
Bouwstof van het lichaam; +/- 2/3 deel van het lichaam bestaat uit water (vooral in de cellen en lichaamsvloeistoffen) Voor het oplossen van de voedingsstoffen.. Voor het transport in het lichaam van de voedingsstoffen. Voor uit scheiding producten Voor de regulatie van de lichaamstemperatuur. Behoefte van water afhankelijk van: Diersoort Tropische rassen kunnen zuiniger met water omgaan dan Oosterse rassen. Dus deze hebben ook Minder water nodig. Het lichaamsoppervlak, in de praktijk het gewicht. Hoe groter het gewicht" hoe meer water nodig. De leeftijd van het dier. Oudere dieren hebben in verhouding minder water nodig. De productie van het dier. Het hokklimaat, de temperatuur. en de luchtvochtigheid. De rantsoen samenstelling. Bij droog voer meer water nodig dan bij nat voer. De gezondheidstoestand Behoefte dekken door :
Drinkwater Water in voedermiddelen Oxidatiewater Bij de verbranding van het voedsel komt in het lichaam water vrij.
Te veel water.
Nemen de vogels te veel water op door b.v. te nat voer dan is de krop wel vol doch in verhouding krijgen de dieren te weinig voedingsstoffen. Dus bij opname van te weinig droge stoffen en dus te weinig voedingsstoffen verkrijgt men slappe dieren met weinig weerstand tegen infecties e.d. Te grote vochtopname geeft aanleiding tot darmstoornissen met als gevolg diarree.Groenvoer geeft men het beste in de namiddag, als er al voldoende hardvoer ge eten is Al ben ik niet direct een voorstander van groenvoer. Dikke bladeren van planten bevatten veel vocht. Het is om deze reden dat het niet verstandig is de eerste levens dagen van de jongen groenvoer te verstrekken. Gekiemde zaden hebben per gewichtseenheid een vrij geringe voedings waarde. Ze worden graag opgenomen, omdat door de "voorvertering" weinig nodig is ze op te nemen.Zijn de eitjes tijdens het broeden te vochtig dan geeft dat problemen, doordat de jongen in het ei te hard groeien.
Te weinig water.
Bij te weinig water vindt uitdroging plaats met stofwisseling stoornissen.
Is het hokklimaat erg droog en heeft men geen badwater in het hok of besproeit men de eitjes niet ( vooral de laatste drie dagen voor het uitkomen) dan sterven de jongen in het ei.
De temperatuur van het water.
De temperatuur van het naar behoefte beschikbaar stellen van het drinkwater kan het beste in overeenstemming zijn met het hokklimaat. Water moet de slijmvliezen prikkelen en vooral. niet te warm zijn, doch de kou moet er vanaf zijn.
Stilstaand water.
Water dat stilstaat is gunstig voor de ontwikkeling van bacteriën. Het is derhalve nodig het water voor het drinken en baden vaak te verversen. In de Zomer kan dat het beste dagelijks gebeuren.De waterfonteintjes moeten vooral zuiver en dagelijks ververst en uitgewassen worden. In deze poriën kunnen zich snel bacteriën ontwikkelen. Waar water door de vogels ge morst wordt, zal vaak schoonmaken nodig zijn ter voorkoming van bacteriën ontwikkeling.
Water als oplosmiddel.
Bij ziekte van de vogels wordt vaak geen zaad opgenomen. doch veel water. Medicijnen kunnen derhalve het beste via het water toegediend worden. Preventief doet men af en toe enkele druppels jodiumtinctuur of wat chloor door het drinkwater (ter voorkoming van infecties). Ter bestrijding van infecties via de luchtwegen doet men af en toe een tabletje superol ( 1 mg op 1 liter water) door het drinkwater) Zaad moet droog bewaard worden; boven een percentage van 14% vocht kan broei en schimmelvorming plaats vinden .Niet goed gedroogd brood kan ook gauw gaan schimmelen !!!!!!.
Observeren Deze kreet hoort men het meest bij ornithologen en in ziekenhuizen enz. Als u deze woorden opzoekt in een woordenboek zal men zien dat hier de term WAARNEMEN steeds naar voren komt. Ornithologen spreken van iets observeren of b.v. een observatie verslag maken. Wij als kanarie kwekers zouden dit ook veel meer moeten doen. Onze vogels steeds goed blijven opserveren, dan zal men veel zaken eerder zien, eerder kunnen ingrijpen en ook je vogels beter leren kennen.Dit observeren begint al bij aankoop van de vogels, in de winterperiode, in de ruiperiode, voorbereidingsperiode, kweektijd, in de TT periode. Kortom dagelijks kun en zou je de vogels moeten observeren over een bepaalde periode. Zodoende kan men teleurstellingen tijdig waarnemen (observeren). Want men zal in een vroeger (begin) stadium iets waarnemen b.v. een ziekte, vastzittende ring, enz. enz. opmerken, behandelen en zeer zeker tijdig verhelpen, voordat zich b.v. de ziekte verder zal kunnen uitbreiden, of bij een te weinig vocht / zuurstofgehalte de jonge afsterven in het ei.Ik weet wel, en het komt ook bij mij voor, als je met veel vogels kweekt is er snel iets over het hoofd gezien, waar we later van zeggen, ja dit is mijn eigen schuld. Ik denk dat wij kanarie kwekers in onze hokken / volières enz. veel en veel meer aan observatie van onze vogels moeten gaan doen. Het resultaat zal zijn, veel minder teleurstellingen in onze vogelsport. Het is toch onze hobby, we zien onze vogels toch graag, dus doe dit dan dagelijks meerdere malen even. Doe dagelijks wat meer moeite aan observeren van onze vogels bij het goed zuiver houden van onze hokken en dagelijks vers drinkwater en zaad geven.Ik wil verder in dit artikel jullie een aantal punten geven waarop te letten bij het observeren van kanarievogels en dit per periode. De aangedragen punten zijn bijlange na niet volledig, maar wel een richtlijn, waar we steeds op moeten blijven letten. Dan zullen de nodige problemen in grote maten afnemen door alleen maar goed en tijdig te OPSERVEREN.
1. Bij aankoop van vogels
Zorg voor flinke vogels, gezonde glanzende gesloten bereddering zonder vuile aars en poten. Let op de stuiteren, deze moeten droog en zuiver zijn. Een goed gevulde vliesachtige borst. Geen waterige genepen ogen, en of ontlasting. Let op de ademhaling rustig en gesloten bek. Piepende en krakende geluiden (vogels uitsluiten). Zie naar de lever, mag niet donkerblauw en gezwollen zijn. Scherp borst been en of misvormd (uitsluiten). De witte vogels blauwe schijn hoorndelen (uitsluiten). Vraag naar het kweekboek en controleur, noteer afkomst. Al deze punten kan men observeren vaststellen en al deze verschijnselen wijzen naar een gezonde of niet gezonde vogel.
2. Vogels thuis in de volières.
Aangekochte vogels +/- 14 dagen in een overgangsvolière (hok) plaatsen. Vogels moeten wennen aan voer, omgeving. Vogels die veel aan de zaadbak zitten er uit halen en apart zetten (vogels zijn meestal wat ziek). Mannen en poppen tijdig scheiden. Vogels die bloeden aan pennen apart zetten. Vogels die veren pikken verwijderen en apart zetten. Vogels die symptomen vertonen uit AD.1 wegnemen, vogels behandelen, als het blijft vogels van de hand doen. Let op: water - voer - eivoer - licht - vocht enz. enz. Vogels die geen 100% gezond worden uitsluiten voor kweek en opbouw van je stam. Als men groenvoer geeft, dit met mondjesmaat, is je hok vochtig dan geen of weinig groenvoer. Controleer ook altijd de aankoopdatum van al je voer en producten. Let op de ontlasting van de vogels. Goede ontlasting is groen met een witte stip. Let op je bodembedekking, hou het droog en schimmel vrij. Badwater na een uur altijd weghalen. Drinkwater dagelijks verversen, loopt het flesje goed door enz. enz. De witte vogels krijgen deze vitamine A voldoende bij. Al deze punten kan men observeren, vaststellen en al deze verschijnselen Wijzen naar een gezonde of niet gezonde vogel.
3. Vogels in de kweekkooi
Hou de man in de gaten, dat hij de pop niet overdreven lastig valt. Dit moet na enkele dagen klikken anders is er nog iets niet in orde b.v. nog niet broedrijp, of de pop is op de lokroep van een andere man gekoppeld en wil deze man niet! Als er punten voorkomen van AD.1 deze uitschakelen. Kijken de vogels helder uit de ogen. Toont de pop al een broedvlek (mooie vlezige onderbuik). Heeft de man al vergrote tap en testikels, met een licht ingevallen buik. Voeren de koppels elkaar al of blijven ze vechten. Blijft de pop dagen, weken rondvliegen met nestmateriaal, kan ze wel de juiste nestplaats vinden (hang eens een bakje bij) of is de pop wel in broed conditie. Geef zuiver en voldoende nestmateriaal (geen gedrenkte koord). Hebben de vogels geen materiaal om de pootjes. Voldoende grit en sepia in de kweekkooi. Zitten de zitstokken niet los en of te hoog. Al deze punten kan men observeren vaststellen en al deze verschijnselen wijzen naar een gezonde of niet gezonde vogel.
Let vooral nog op het volgende:
Hou steeds in de gaten als de man de pop voert en niet te veel lastig valt dit geld ook andersom, elkaar voederen moet na een dag of drie normaal en goed zijn. Zorg en controleer dat de pop een goed verzorgd vast gesloten nest maakt. Pop moet broeden met gesloten bevedering en met een gesloten bek. Let goed op de ogen van de vogels (helder blijven). Controleer regelmatig het broedsel of er geen eitjes wegzakken en of vast komen te liggen, zorg in het nest voor een gladde, vast boden (draai er eens een paarkeer door met een lamp). Is de temperatuur - vochtgehalte - zuurstof - licht uren - bodem bedekking goed. Blijf op de ontlasting letten (groen met witte stip). Blijf badwater geven (niet vergeten). Let op dat de man de laatste dagen van de broed niet te driftig wordt en aan het nest gaat trekken en of achter de pop gaat jagen. Zo ja, dan man wegnemen en later terug zetten als de jongen enkele dagen zijn of helemaal weglaten. Verzet nooit de klok tijdens je kweek, hou hier rekening mee bij de aanvang van de kweek (instellen van de klok). Geef eivoer met beetjes 2 dagen voor het uitkippen. Jongen in het nest en in de rui-periode.
Controleer uitgekomen jongen op de levervlek (blauw). Is deze erg groot, noteren in je kweekboek, vogels later wegdoen indien je er voldoende hebt. Controleer of de pop het nest goed zuiver houdt en wat voert de pop eivoer of eivoer en zaad of alleen zaad. Voert de man en pop samen, hoe groeien de jongen. Wordt alles gegeten van het eivoer en je zaadmengeling. Als je jonge vogels ringt, dit tijdig doen en controleer regelmatig als er geen jongen uit het nest zijn gegooid. Kale plekken op de jongen, op de rug duidt op veren pikken van een van de ouders. Piepen de jongen erg veel, dan voeren de ouders te weinig of er is iets anders loos. Blijf je eivoer controleren dat het niet verzuurt. Blijf maagkiezel en sepia geven. Let op verenpikken geef tijdig een babykooi. Let op water - voer - kiemzaad (verzuurd, te oud, te veel, te weinig enz. enz.) Ja beste vogelliefhebbers/kwekers zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan, diverse zaken kunnen er nog aan toegevoegd worden. Maar mijn bedoeling is geweest dat verzorgen en houden van vogels niet alleen is, gauw even water en voer geven. Dat dit dan kan lijden naar een goed resultaat. Een tijdige en goede regelmatige observatie zal zeer zeker teleurstellingen uitsluiten, omdat men dan in een vroeg stadium de oorzaak ziet en kan herstellen.Ik kan me goed voorstellen dat, en het gebeurt hoor, een pop iets dik op het nest zit, men ziet dit en men denkt, dit zal morgen wel over zijn, het is maar tijdelijk, anderdaags wat nou!! De pop is van het nest en zit onder op de bodem. Ja nu maar eens goed kijken wat hier de oorzaak van is. Wat blijkt, verdomme het drinkflesje liep niet door. Ja de pop heb je nog kunnen redden, maar het legsel verloren. Begrijp je wat ik nu bedoel.Onbevruchte eieren, hoe kan dat? Wat bleek: twee poppen samen zitten. Ja zeg niet dat dit niet gebeurt. Begrijp je wat ik nu bedoel met observeren/controleren. Enkele jongen dood in het ei, gecontroleerd. Ja toen het te laat was zag je dat deze eitjes vast zijn komen te liggen en dat ze zo de laatste dagen niet meer gedraaid zijn. Begrijp je wat ik bedoel.
"Kortom" als je vogels koopt, kweekt, bij een goede en regelmatige controle kan men veel problemen voorkomen. Men ziet het tijdig, men kan tijdig handelen zodat men teleurstellingen zeker voorkomt.
DUS GOED OBSERVEREN EN DAARDOOR TIJDIG INGRIJPEN! EN DAN NOG KAN JE TEGENSLAG KRIJGEN MAAR WEES GERUST HET ZAL EEN HEEL STUK MINDER ZIJN.
De rui periode Inleiding :
Dit kent elke vogelliefhebber ,en hij weet ook dat dit een jaarlijks terugkerende periode is in het leven van onze kanarievogels .Een beginnende liefhebber geeft er in het begin nog niet zoveel aandacht aan ,maar al vrij snel merkt hij of zij dat er is aan de hand is met het verenpakje van hun vogels .De rui heeft zijn intrede gedaan en dit is een heel belangrijke periode in het vogelleven ,maar ook voor ons liefhebbers .Een vogel die niet goed door de rui komt mist iets in zijn stofwisseling en zal nooit echt 100 % meer fit worden ,zal zeker verder leven maar men moet er geen grote dingen meer van verwachten .Bij de rui komen alle zwakke kanten naar voren die in een vogellichaam verborgen zitten ,maar ook zeker de goede denk maar eens aan het verwisselen van het verenpakje ,en hoe mooi daarna de kleur en tekening is geworden ,of ja dit kan ook het is niet goed geworden wat betreft de gezondheid ,komt niet goed door de rui ,of de bevedering of tekening is na de rui toch niet geworden wat we er van verwacht hadden. Kortom voor de vogel zelf en voor de liefhebber een spannende periode.
De rui periode :
Een normale rui periode begint omstreeks begin tot einde juli dit is afhankelijk wanner men aangevangen heeft met de kweek ,vroeg kwekers hebben hun vogels eerder in de rui ,dan die kwekers die pas beginnen in einde maart begin april .Maar de natuur helpt ook hier mee meestal en je moet daarom ook tijdig stoppen met de kweek om de rui tijdig te kunnen laten aanvangen ,en dit ook in een periode met redelijk goed weer.De rui kan en mag men nooit forceren de vogel heeft zijn energie nodig om dit tot een goed einde te brengen ,en het is voor de vogel goed als dit ook valt in een periode met redelijk weer .zijn aan deze voorwaarden voldaan ,dan is de rui periode tussen een week of 6 a 8 volledig achter de rug. Jonge vogels ruien in het algemeen alleen hun donsveertjes ,en geen vleugel of slagpennen .Oudere vogels hebben een nog zwaardere taak bij het ruien zijn vervangen niet alleen hun donsveertjes maar ook de vleugel staartpennen ,ja soms heb je er medelijden mee hoe sommige vogels er uit zien tijdens deze volledige rui ,maar bij een goede verzorging sta je ook versteld hoe snel de vogel zich hier van hersteld. In tegenstelling wat wel eens gezegd wordt is een vogel die in de rui is niet ziek, maar weet el dat ze erg gevoelig zijn voor ziekte,s ,zeker als er een tekort is aan voeding ,mineralen ,en voldoende rust.Als een van deze zaken ontbreken ,zullen sommige vogels dit laten zien in het uiterlijk van de veerschachten dus het is van groot belang deze vogels in deze periode goed te voederen en te blijven opserveren.
Verzorging tijdens de rui .
Zoals al hierboven beschreven is om de rui goed te laten verlopen een vrij constante temperatuur gewenst weinig vocht frisse lucht en een goede uitgebalanceerde voeding en een drie tal keren per week eivoer. Erg belangrijk is ook dat er niet te veel vogels in een ruimte zitten ,de vogel moet ruimte en rust hebben ,en dit zal ook verenpikken voorkomen ,ook is het belangrijk dat de zitsokjes afzonderlijk zijn zodat de vogel rustig kan zitten zonder gestoord te worden door andere vogels. De vogel ook wat afleiding geven door trosjes sisal touw in de ruimte te hangen of nog beter regelmatig trosjes trosgirst ter beschikking stellen. Regelmatig vitamine toevoegen aan het drinkwater ,en denk bij de rec witte vogels aan het toevoegen van vitamine A. Aan te raden is ook wekelijks een halve ajuin ter beschikking te stellen ,het is even wennen ,maar als ze eenmaal kennen eten ze het graag en is erg goed voor en tijdens de rui. Verder kan men regelmatig twee a drie maal per week een stukje fruit ter beschikking stellen ,maar steeds zoveel geven wat op is na ongeveer 2.1/2 uur,al wat je meer geeft is eigenlijk te veel en kan gaan schimmelen met alle gevolgen van dien .Uiteraard mag een goede zaadmengeling nooit ontbreken en moet altijd in voldoende mate aanwezig zijn.De laatste jaren zijn er ook van diverse firma,s producten te koop die als rui hulp bekend staan in deze periode kan het zeker geen kwaad hier gebruik van te maken .Bij een goede verzorging en tijdige aanvang van de rui zul je zie dat deze bij goed verzorgde vogels erg snel gaat en na ruim 6 weken zien de vogels er weer bijna schitterend uit .Het is ook aan ons liefhebber de vogels alles te geven ,en beschikbaar te stellen om deze rui goed door te komen.
Badwater en de rui.
Ik heb dit bewust hierboven nog niet vermeld om toch in een apart hoofdstuk te vermelden hoe belangrijk badwater eigenlijk altijd is ,maar zeker in de rui periode moet dit regelmatig zeker 3 maal per week beschikbaar staan voor de vogels ,en een maal per week is het aan te bevelen hier iets badzout in te doen.Wat ook aan te bevelen is ook regelmatig gebruik te maken van een goede bloemenspuit en benevel daar de vogels ook een s goed mee enkele malen per week buiten het badwater wat je al beschikbaar stelt .De vogels zijn er dol op ,en niet alleen is het goed voor de vogels en de bevedering ,maar ook de vogels worden er rustiger door en dat is voor bv de latere tentoonstellings vogels mooi meegenomen. Dus tijdens de rui nooit te zuinig met badwater de vogels zijn je er dankbaar voor. En de bloemenspuit doet wonderen !!!!!
De stokrui :
Deze rui komt bij ons kanarie kwekers niet zoveel voor ,dit komt meer voor bij mensen in huis die daar een of enkele vogels houden voor bv de zang. En het komt ook voor bij personen die slecht met het licht omgaan Daarom hieronder ook iets over deze zogenaamde stokrui.In het begin schreef ik een aantal zaken op waar men rekening mee moet houden als men een kanarie heeft, een van deze zaken is dat de licht uren omstreeks de 11 uren te houden. Doet men dit niet en de ene keer heeft de vogel Bv 11 uren de andere keer 16 uren licht, en dan weer meer of minder dan zal men geen jaren plezier hebben van je vogel. Wat gebeurt er nu. De hypofyse van de vogel reageert op het aantal licht uren ,met andere woorden de vogels in de natuur gaan broedrijp worden naar gelang de licht uren verlengen de temperatuur doet daar maar weinig aan ,zo ook als de dagen weer korter worden stopt de vogel in de natuur met broeden ,en begint aan het vervangen van zijn verenkleed.Nu wat gebeurt er nu bij de vogel thuis als je niet telkens om een bepaalde tijd je vogel donker zet ? Nu de vogel zijn Hypofyse slaat langzaam op tilt hij of zij weet niet meer vast te stellen of het nu lente ,zomer herfst of winter is. Kortom gezegd de vogel raakt totaal van slag ,gaat aan het ruien (vervangen verenkleed) en omdat de vogel van slag is komt hij niet meer uit de rui zal niet meer fluiten ,bevruchten ,enz en de veren en pluimpjes blijven in de kamer rondvliegen .De vogel is in de zogenaamde stokrui gevallen en hij komt hier erg moeilijk,en dikwijls niet meer uit. Na een lange weg zal zelfs de vogel deze energie niet meer kunnen opbrengen vermageren en sterven. Dus je ziet hoe belangrijk het is om met het aantal licht uren goed om te gaan !
Enkele Tips :
Zoals hier boven beschreven is badwater onmisbaar ,maar daarbij moet je zorgen voor een goede bodembedekking ,constant grit ter beschikking ,afleiding door sisal touw plukjes of wel bosjes trosgirst .Haal ook regelmatig de losse pennen weg ,zodat de vogels er niet aan gaan pikken kan een gewoonte gaan worden .Een gouden tip hierbij is om achter in de vogelruimte een klein plankje te plaatsen schuin tegen de muur door de lucht circulatie (verplaatsing ) zullen de pluimpjes gaan zweven en achter het plankje te recht komen ,je kunt hier om de paar dagen heel makkelijk handen vol pluimen en veren weghalen ,en er zullen er bijna geen meer rond vliegen door heel je vogelruimte .Erg makkelijk en handig
Besluit :
Ik hoop met dit artikel de verzorging tijdens de rui nogmaals onder uw aandacht gebracht te hebben ,het kan niet genoeg gezegd en geschreven worden om veel aandacht te schenken aan deze periode veel goede vogels worden hier gemaakt ,maar ook wel eens door minder aandacht en verzorging mismaakt en dat is toch de bedoeling niet Het is altijd een spannende tijd die rui ,maar de meeste kwekers weten dit ,en handelen er ook naar.
Als men vogels gaat houden kan dat op verschillende manieren, in een gezelschap volière en een binnen verblijf in een kleine kamervolière, in kweekkooien op diverse plaatsen zijn vogels te houden en te verzorgen. Ook de doelstellingen zijn per onderkomen anders. Dit geld in mindere maten voor de verzorging, voer, bodem bedekkers, vitaminen en medicamenten. Maar verschillen zijn er altijd. Ik wil in dit artikel een aantal systemen in het kort onder uw aandacht brengen, om zo het verschil aan te geven. U zult dan zelf tot de ontdekking komen waar de verschillen groot of wel klein zo niet gelijk zijn.
1. Gezelschapsvolière
Meestal worden hierbij een aantal koppels van verschillende soorten in een volière (vlucht) gehouden. Dit kan zowel met een binnenhok, wel of niet verwarmd, of voorzien van een buitenhok. Vele vogelsoorten zullen hier nooit of zelden tot broeden overgaan. Om de eenvoudige reden, dat indien men meerdere koppels in een ruimte samenbrengt er een gevecht komt om het territorium. Weer andere soorten moeten met grote aantallen samen gebracht worden voordat ze aan voortplanting gaan denken. Deze vogelsoorten gedragen zich in een groep altijd monogaam.Maar meestal treft men in zon volière van allerlei soorten vogels aan. Meestal is dit een liefhebber die niet aan tentoonstellingen mee doet maar alles meer ziet als gezelschap volière. In de meeste gevallen is zon volière voor de kweek nooit goed, want er zal wel gepaard, genesteld en gelegd worden. Maar door de grote variëteit onder de diverse soorten wordt er onderling gevochten, nesten afgebroken, eieren stuk gepikt, kortom er heerst in deze periode grote onrust in de volières.Ook komen er in dit soort volières erg veel ziekten voor, dit komt door het grote verschil van voeders, soorten bodem bedekking en ontlasting van eigen vogels of van vogels uit de natuur. Verder is de muggenbeten ook schering en inslag.Door de grote ruimte worden de vogels minder individueel gecontroleerd en het gaat pas opvallen als de vogel ergens verroken in een hoekje zit. En meestal is het te laat, de vogel is al ernstig ziek en zo goed als verloren. Maar indien u in dit soort volières toch nog goed in overleg te werk gaat en de soorten redelijk goed op elkaar afstemt is een gezelschapvolière mooi.
2. Kleine vluchten (1 m2)
Dit systeem wordt ook regelmatig toegepast. Zeker in de kanariekweek wordt dit wel eens toegepast. Vele vogelsoorten zijn voor zon ruimte niet geschikt, om de eenvoudige reden dat de meeste vogels erg sterk monogaam zijn.Tropische vogels die worden geïmporteerd worden vaak met meerdere in kleine ruimtes geplaatst, vooral als men het verschil tussen mannen en popjes wil vast stellen. Vooral de mannen zullen zich op een bepaalde periode veel agressiever gaan gedragen als normaal. En zo komt men dikwijls eerder achter hun geslacht.De kleine vluchten worden meestal gebruikt voor het tijdelijk los laten vliegen van TT vogels in het TT seizoen.
Het meest worden deze vluchten gebruikt bij vogels die polygaam zijn. In zon geval plaatst men een man met drie poppen in deze ruimte (vlucht). Men zorgt verder voor goede bodem bedekking en alles wat de vogels nodig hebben. Het enigste wat je hier niet moet vergeten is, dat men altijd het dubbele van de nestbakken er in hangt, anders komen er zeker problemen van. Meestal zal de man toch een popje kiezen waarmee hij samen het nest bouwt, broedt en de jongen verzorgt. Met de andere poppen zal hij na de paring een vluchtig contact hebben. Deze poppen moeten meestal zelf voor hun jongen zorgen, soms zal de man nog wat mee voeren maar reken er niet te veel op. Bij dit soort kweeksystemen komen regelmatig gevechten en onregelmatigheden voor. Vaak willen twee poppen hetzelfde nest gebruiken en breken elkaars nest af. Doordat ook niet altijd de poppen gelijktijdig hun eieren leggen, kunnen in zon vlucht oudere jongen aanwezig zijn die op hun oorspronkelijk nest gaan slapen, dat met hun ontlasting vervuilen of andere eieren beschadigen enz.Maar de kweek op deze manier is met wat aandacht goed uit te voeren.
3. Wisselbroed
Dit systeem wordt erg veel toegepast bij kwekers die zich richten op maar enkele soorten vogels, meestal zijn dat gedomesticeerde vogelsoorten.Bij de kanariekweek wordt een man gepaard aan een 3 tal poppen die elk een aparte kweekkooi hebben. De man verhuist regelmatig van de ene pop naar de andere en wordt, als de pop het tweede eitje heeft gelegd, bij de pop weggelaten. Dit heeft het voordeel dat men minder vogels (mannen) nodig heeft zodat men eenvoudiger een stam kan opbouwen en registeren.Het nadeel is als je moet gaan werken zoals de meeste mensen, het moeilijk wordt om op de gepaste tijden de mannen over te zetten. Je moet blijven opletten. Maar het kweeksysteem kan perfect werken met minder vogels, veel vogels kweken zeker ook als men aan specialisme wil doen.
4. Paarsgewijs broeden
Dit is wel de meest voorkomende en hygiënische methode bij onze kanarie kwekers en ook bij vele andere soorten.De broedkooien uitgevoerd in hokjes 45x45x45 cm of naar gelang de vogelsoort, dit voorzien voor een voorfront met een uitneembare zandlade en zitstokjes. Men kan deze hokjes goed dicht maken en opstellen, goed ontsmetten en bestrijden tegen ongedierte. Kortom alles is in zon kweekhok goed mogelijk.Deze kweek is zoals ik al eerder schreef het meest voorkomend systeem. Vooral voor vogels waarvan men een bewuste keuze heeft gemaakt van de ouders, dit omdat men met name de gewenste erfelijke factoren in het nageslacht zeer goed kent en wil vastleggen en gaan gebruiken in zijn gehele stamkweek Het enige kleine nadeel is dat men over meer vogels moet beschikken, maar dat men minder tijd heeft. Is dit een goede en prachtige, mooie, overzichtelijke methode.Men ziet ze overal. Bij de parkieten kwekers, Europese vogels enz. enz. Alleen worden de kweekhokjes vervangen door grotere ruimten, aangepast aan de vogelsoorten.
5. De hygiëne bij onze vogels.
Hierover is heel veel te schrijven, maar dat was ik in dit artikel niet van plan. Wel wil ik aanhalen dat dit een groot onderdeel is van het vogelverblijf en van de vogels dat nooit of te nimmer over het hoofd gezien mag worden.Tot de hygiëne dragen alle onderdelen bij waarvan een vogelverblijf in welke vorm en materialen ook is gemaakt. zeker de manier hoe het vogelverblijf kan worden schoongemaakt en onderhouden. Ook hoe een vogelverblijf verontreinigd kan worden, van buitenaf, is erg belangrijk en er zal bij de bouw ook altijd rekening mee gehouden moeten worden.
6. Wanden en onderkomen van een vogelverblijf
Houten wanden, schotjes, slaaphokjes en kweekbakken die gemaakt zijn van minder duurzame houtsoorten zijn over het algemeen moeilijk zuiver te houden. Deze zitten dikwijls vol scheurtjes en of barsten. Zeker als ze meerdere keren nat en droog geweest zijn. Vooral hardboord en spaanplaat is uit den boze. Kortom: gebruik, als je budget het toelaat, altijd duurzame materialen om je vogelverblijf en of kweekhokken te maken. Hoe minder kieren en barsten en hoe harder het materiaal, des te minder kans is er dat er luizen en ander ongedierte hier een verblijfplaats van gaat maken. Ook moet men zorgen dat het materiaal goed afwasbaar is en goed te verven met b.v. latex. Men moet ook opletten dat er voldoende ventilatie in de kweekruimte kan komen. Ook rekening houden met de licht en zon inval.De geplastificeerde kooien of bouwpakketten zijn zeker niet hygiënischer dan een goede houtsoort, maar zijn over het algemeen iets makkelijker te onderhouden. Ook hier is de hygiëne van de liefhebber belangrijk.De kweker waarbij de bestaande volières en kweekbakken gemaakt zijn van een goede houtsoort zou ik aan willen raden hun hokken te behandelen met een twee componenten verf die tegenwoordig in de handel is. Deze is bijzonder resident tegen lichtinval, chemicaliën, ontlasting, invloeden van buitenaf enz. Het is een iets dure verf maar op termijn is dit even duur. Alvorens te verven de naden eerst nog eens goed af te kitten. Daardoor verminder je de kans dat ongedierte zich daar zal gaan ophouden.
7. De zitstokken in het vogelverblijf
Ook deze kunnen, mits niet goed gemaakt of gemonteerd, een bron van verontreinigingen en besmettingen zijn en zodoende aanleiding geven tot vele problemen. Het zijn meestal de zitstokken die de overdragers zijn van ziektes in het vogelverblijf. De vogels vrijven immers erg veel met hun snavel langs deze stokjes en zodoende is het overdragen van ziekte groter, zeker als men de stokjes moeilijk of niet kan zuiver houden.Zitstokjes dienen van hardhout gemaakt te zijn en de vogel moet de stok net niet kunnen omklemmen. dit heeft ook het voordeel dat de vogels hun teennagels redelijk op een normale manier kunnen afslijten. Zijn de zitstokken te dik of te dun geeft de vogel aanleiding een slechte houding aan te leren en ook de kans op onbevruchte eieren is ook erg groot.
8. Drinkwater bij ons vogelverblijf
Drinkwater dient ter alle tijden beschikbaar te zijn. Het moet bovendien altijd schoon en fris zijn. Vooral bij onze kanaries en zeker ook de tropen is het fataal als deze langer dan 12 á 16 uur zonder drinkwater komen te zitten. Kanaries drinken erg veel en regelmatig ongeveer 5 ml per vogel van 20 gram. Drinkwater geven in een open bak is echter nooit aan te raden, dit water is meestal door het baden en ontlastingen binnen enkele uren bedorven en wordt een voedingsbodem voor alle soorten bacteriën. Zeker als men die ook nog eens plaatst onder een zitstok. De meest gebruikte drinkfonteintjes zijn over het algemeen erg zuiver. Echter je hebt vogels die toch nog van alles in het tuitje dragen, met als resultaat, toch weer verontreinigd drinkwater.De laatste jaren wordt er steeds meer over gegaan op de drinkflesjes die men al reeds bij het kleinvee gebruikt, namelijk het flesje met het kogeltje. dit is wel de zuiverste manier van water geven. Maar voor iedereen moet duidelijk zijn dat hier grote aandacht aan besteed moet worden.
9. Badwater
Evenals drinkwater is badwater erg belangrijk voor onze vogels, zowel voor de hygiëne als ook voor de vochtregeling bij b.v. het broeden. Belangrijk is, als men badwater geeft, zeker 2 á 3 maal per week (met vorst natuurlijk niet) dit weer weghaalt na 1 á 2 uren.Let wel: geef laat in de avond of in de winter ook geen badwater.Geef de vogels ruim de tijd om op te drogen na het baden.Als men medicatie geeft in het drinkwater, dient men nog meer aandacht te schenken aan het zuiver maken van de flesjes, maar ik denk dat jullie dit wel weten zoals al de rest in dit artikel of niet soms.
10. De voederbakjes (zaadbakjes)
De grootte en de vorm van de voerbakjes zal uiteraard afhangen van het soort vogelverblijf of kweekhok methode.Grote bakken of schalen staan meestal in grote volières. Deze bakken zullen meestal erg vervuild raken door de omgeving. Het zal pas ernstige vormen gaan aannemen als de liefhebber de bakken niet regelmatig zuiver maakt, maar nog erger als hij, en je ziet het regelmatig, de liefhebber de restzaad verzameld en de lege pelletjes wegblaast en de rest van het oude voer terug gaat voeren. Hier kun je wachten op problemen niet alleen als je dit doet in een buitenvolière, ook als je dit doet in je kweek hokjes of ander hokken.Het beste is de vogels voer te geven, zoveel dat ze in een dag opnemen. Zodoende krijgen ze alle voedingsstoffen die ze nodig hebben, en je voorkomt dat de vogels alleen het lekkerste uit de voeding halen, voor de vogel te eenzijdig wordt en zodoende zwak en ziek wordt. Maak de bakjes regelmatig leeg en zuiver en voorkom schimmelvorming die eerder ontstaat als dat je voor mogelijk houd.De beste plaats voor onze voederbak is aan de buitenzijde van de volières of kweekhokjes. Worden de voerbakjes toch in de ruimte gezet, zorg dan voor een afdak er boven zodat er zeker geen ontlasting of regen het voer kan vervuilen.
11. Kiemzaadbakjes.
Dit komt me nu net te boven en daarom schrijf ik hier ook maar een stukje over. Hiervoor geld een nog sterkere mate dat een goede hygiëne in acht genomen moet worden.Goede gezonde kiemzaden zijn eiwitrijk (18-21%). Zij worden meestal met vocht (water) gemengd, het geen optimale mogelijkheden biedt voor bacteriën en schimmels, om zich te ontwikkel.Het dagelijks goed uitwassen en spoelen van deze bakjes is zeer aan te bevelen en dit met kokend water goed naspoelen en laten drogen alvorens u opnieuw kiemzaad gaat aanmaken.
12. De bodembedekking
Dit is ook een niet te onderschatten, belangrijk iets, in de vogelkweek, hier zal zich alles gaan verzamelen en een begin ontstaan van allerlei ziekten en symptomen in onze vogelsport.Kwekers die hier zeer steng op zijn, zullen gespaard blijven van ziekten en andere zaken. Jammer genoeg beseft dit niet iedereen. Uit onderzoeken is gebleken dat er in kweekhokjes, waar dagelijks de bodem bedekking werd gezuiverd en vernieuwd, het aantal bacteriën in de vers geproduceerde ontlasting heel sterk afneemt, totdat er een toestand is bereikt waarbij de aërobekiemen vrijwel uit de ontlasting zijn verdwenen. Zoals ik heb kunnen lezen uit een onderzoek.Bij gezonde passeriformen en psittaciformen zullen bij een goede bodemhygiëne, schoon drinkwater en voer geen aërobe kiemen uit de faces geïsoleerd kunnen worden. De aanwezigheid van Entoro bacteriacea (coccidiose) duidt altijd op een zeer slechte hygiëne in ons vogelverblijf. Misschien klinkt het moeilijk maar een gewaarschuwd kweker telt voor twee.Indien er sprake is van een bacterieel infectie COCCIDIOSE is het raadzaam te beginnen met je aandacht te vestigen op de bodem bedekking, vooral eer je de vogel of voer de schuld gaat geven. Dit kan door dagelijks de bodembedekking te vervangen, en de vogels op kranten of draadbodem te zetten.Fijn zilverzand en rivierzand is niet slecht maar dit kan relatief weinig VOCHT opnemen wat dat weer het kiemen van bacteriën kan bevorderen.Men kan dit goed oplossen om hier 50% kattebakvulling tussen te mengen. Ofwel men gaat volledig over op deze vulling, maar let dan wel op dat je altijd een bakje met schelpengrit en maagkiezel ter beschikking hebt staan. Als men dan een goed, droog hok heft is het vervangen na ongeveer 14 dagen voldoende, u zult dit zelf het beste kunnen waarnemen.Buitenvolières zijn veel moeilijker te onderhouden, en hier is grote aandacht vereist, zeker als men een zandbodem heeft. Hier moet men zorgen dat het oude zaad regelmatig wordt opgeruimd, vers drinkwater houdt en als het kan voer alleen in je binnen hok. Of maak een betonnen bodem die iets schuin afloopt zodat je het goed kan schoon maken (spuiten). Houdt men in de volière de zwarte aarde aan, spit dan nooit met alle zaad en nog wat, maar haal dit weg en spit jaarlijks de bodem om tot op en diepte van ongeveer 45 cm.Haal voor het omspitten de bodem verontreiniging altijd weg, dit zal in een buitenvolière ook de problemen van coccidiose wegnemen. Als het kan, overdek ook de buiten ruimte met b.v. lichtdoorlatende golfplaten.
Een volière bouwen Een aantal regels in acht houden is toch wel belangrijk
Vraag na of je een vergunning nodig hebt van gemeente of woning stichting Zet de volière nooit in de volle zon.. Plaats de ruimte op een wat rustige niet te drukke plaats in je tuin. Maak een plan ,en overweeg wat voor soort vogels je er in wilt zetten. Pak de locatie dat je er ook van kan genieten als je in de tuin zit . Neem goede duurzame materialen ,goedkoop is ook hier op langere termijn duurkoop. Overleg met ervaren liefhebbers over welke vogels je erin wil plaatsen ,en als dit wel samen kan. Zorg dat de vogels uit de regen wind en tocht kunnen gaan zitten ,en dat het voer droog blijft. Opmerking : In een volière kun je diverse vogels houden niet alle vogels accepteren elkaar het is goed van te voren hierover navraag te doen .Ook is het erg belangrijk te weten dat het kweken in deze ruimte ooit wel eens lukt ,maar meestal is het met de mannen onder elkaar vechten om een territorium plaats ,ofwel ze breken elkaars nesten af of roven eieren en jongen dat geeft nog wel eens teleurstellingen bij veel liefhebbers ,maar eigenlijk is het normaal ,zeker als men diverse soorten bij elkaar houd .Eigenlijk moet je een volière zien als een gezelschaps ruimte van vogels , ooit lukt het wel eens vogels in te kweken ,maar nogmaals veel verschillende soorten vogels onder elkaar zal de kweek niet bevorderen in de volière. Als men er alleen kanarie,s in plaatst dan zal het zeker beter gaan maar zet dan wel altijd een oneven paar mannen er in Bv 3 mannen en 9 poppen of 1 man en 3 poppen. De kans dat je dan kweekt is iets groter. Maar nogmaals zie een volière met meerdere vogels alleen als een gezelschap ruimte en niet direct om mee te gaan kweken zal wel een lukken maar meestal niet om de bovenbeschreven reden.
Beplanting : Beplanting in een volière kan ,maar meestal zullen de vogels deze op den duur stuk pikken ,en als er eens jongen zullen liggen in een of ander nestje dan is de kans groot dat de jongen dood gaan als ze te veel groenvoer binnen krijgen wat de ouders van de struiken pikken .Maar in een gezelschaps volière kunnen de volgende planten staan . Vlier,Liguster,Sering ,Bruidsluier,Haagbeuk ,Vlinderstruik ,Spar ,Brem ,Klimop.
Ik hoop met deze uiteenzetting wat informatie te hebben gegeven over een gezelschap volière ,en een uitleg waarom het moeilijk is om er in te kweken ,maar niet te min een mooie vorm van hobby kan zijn ,die dikwijls ja zelf meestal uitgroeit naar specialisatie. En dit kan dan weer wel in bv kweken in kweekbakken ,kweekkooien ,en ja zelfs volières ,maar deze zijn dan weer zo gemaakt dat er maar een koppel in huisvest ,en dan is het gevecht ,en vernieling onder elkaar niet ter sprake .
Gisteren waren de papegaaien aan de beurt, maar vandaag gaat het volledig over een vogelsoort die veel dierenvrienden ook in huis of buiten hebben: kanaries. Ik wens jullie een fijne dag en veel leesplezier ! Ciska
De Aankoop:
Er zijn verschillende manieren voor het houden van kanarievogels :
- Een vogel voor in de huiskamer . - Enkele vogels om mee te kweken . - Enkele vogels om in de volière te plaatsen. - Als je tentoonstellingsvogels wil houden,en wil tentoonstellingen gaan spelen. Maar welke manier je ook kiest de vogel die je aankoopt moet gezond zijn ,en je wil er nog jaren plezier van hebben en het liefst zonder problemen. Hier onder geef ik een aantal punten waar je op moet letten bij aankoop van een vogel.
Koop je vogel na de rui periode omstreeks augustus. Koop altijd een jonge vogel ( kun je zien op de ring ). De vogel moet helder uit zijn ogen kijken. Geen tranende ogen. De vogel moet rustig ademen ,geen krakend en piepend geluid maken . De vogel mag niet ademen en terwijl op en neer wippen met de staart. Er mogen geen uitwerpselen zitten aan het uiteinde van de stuitbevedering. Als je de vogel op de buik blaast mag dit niet rood of blauw of mager zijn. Als je blaast moet deze een babyhuidkleur laten zien. De vogel moet een gladde glanzende bevedering hebben. Let op als er geen vedermijt en/of luizen aanwezig zijn.
De aankoop van een vogel is zoals eerder vermeld het beste in de maanden augustus -eptember ,koop altijd een jonge vogel,en koop deze bij een kweker bij u in de omgeving, dat is de beste methode .Uiteraard zijn er ook dierenzaken die deze vogels aanbieden. Het is aan u de keuze maar controleer wel de boven vermelde punten ,of neem een wat ervaren kweker mee om met u de keuze te maken. Weet wel als je een rode kanarie koopt dat deze na een tijd weer zijn kleur zal verliezen. Geef je vogel een goede zaadmengeling ,en af en toe wat eivoer 2 à 3 maal per week. Dit kan je zelf ook maken: doe een gekookt ei (8 min koken) fijn onder 3 beschuiten en dit kan je dan geven aan je vogels (bewaren in de koelkast).Ik wil je waarschuwen voor een teveel aan groenvoer, dit werkt darmstoornissen in de hand. Het is beter is dit niet te geven. Wel kan je af en toe een stukje appel en of appelsien geven.
Herkennen geslacht Voor vele kanariekwekers is dit vrij goed te herkenen . Meestal geeft de kleur en of de vererving al het resultaat aan ,of het nu een man of pop is . Maar ook deze kanariekwekers zitten er wel eens naast ,ik zelf moet ook bekennen dat het wel eens mis loopt bij het vaststellen van het geslacht. Meestal is het de periode na de rui dat de vogels moeilijk te herkennen zijn. Geleidelijk aan komt het geslacht toch naar voren. Een van de makkelijkste manieren is nog altijd het fluiten van de mannetjes ,maar ook hier is een kleine kans dat het ook hier mis gaat ,want ook een pop kan wel eens wat zitten pruttelen.
Vogels houden na de kweek : Zoals er meerdere malen geschreven is, is het altijd beter als je de ruimte er voor hebt om de jonge en de oudere vogels te scheiden van elkaar. De voornaamste reden is vechtpartijen maar ook het verenpikken komt dan zeker minder voor. De oude(re) mannetjes worden bij de meeste kwekers voorzien van een extra knijpringetje zodat dit nooit een probleem hoeft te zijn om in het voorjaar je oudere man weer te herkennen. De overjarige popjes worden uiteraard niet voorzien van een knijpring .en worden ook het beste gescheiden van de oudere mannen gehouden in de volière. De jonge vogels worden in een aparte volière en/of ruimte gehouden, zodat men hier een goed overzicht op houdt .
Herkennen van man of pop door de kleur : Bij een vrij groot aantal soorten kanarievogels ,(en uiteraard ook in het wild ) kan men het geslacht vast stellen aan de kleur-uiting. Bij vele vogels zal het geen probleem zijn, bij andere zal toch de nodige kennis aanwezig moeten zijn om het geslacht vast te kunnen stellen . De standaard eisen kunnen dikwijls al een goede indicatie geven als je twijfelt. Ik wil er een aantal opnoemen ,maar allemaal dat is wel wat te veel gevraagd ,maar een goede indicatie kan ik zeker geven deze zijn :
Herkenbaar aan de kleur of tekening. Alle Mozaïeken zijn goed te kennen Type 1 POP Type 11 Man. Bij de Pheao kanaries duidelijk verschil in tekening Man en of POP. Bij de Bruine kanaries verschil in kleur . Bij de Agaten licht verschil in kleur op het rugdek ,pop iets meer bruin op de rug. Bij de Passtellen ook een verschil van kleur waarneembaar. Bij de Vogels in de zwart-reeks hebben meestal de popjes iets meer bruin op rugdek. Bij de Opalen zal meestal ook het popje iets meer bruin op het rugdek laten zien. Bij de Geel -vetstof zal het popje meestal een lichte nekschimmel laten zien. Bij de Rood-intensief zal ook het popje een lichte nekschimmel laten zien. Bij de Roodschimmel zal de pop een te veel aan nekschimmel laten zien. Een ervaren kweker ,en of keurmeester kan deze lijst nog een heel stuk aanvullen ,kennis en ervaring spelen hier een grote rol in. Maar je ook verdiepen in de standaard eisen van een kanarie kan je hier een heel stuk in helpen .
Enkele anderen herkennings punten voor het geslacht zijn : Deze zijn er nog wel maar een heel stuk minder, zoals al eerder vermeld is het fluiten een goede herkenning . Maar ook een opvallende vaststelling is ook de houding van de man . Deze is over het algemeen meer fier gericht ,hoog staand op de pootjes, zich flink oprichten , ook is het geheel dan iets slanker in uitzicht als de pop. En ook zal hij zijn plaats goed blijven verdedigen. De pop is meestal iets meer gedrongen ,en zal minder fier op haar pootjes staan, tevens zal de pop tsjilpen ,en of een lokroep (antwoorden) geven op het fluiten van een man. En zoals hierboven al vermeld kan de kleur dikwijls al een goede indicatie zijn. Bij vele kwekers die aan selectieve kweek doen met een goed kweekboek, kan men bij veel vogelsoorten al in het nest zeggen als het mannen of popjes zullen worden .Maar dit vraagt al wat meer kennis in de erfelijkheid.
De geslachtsherkenning van de man. Deze is goed op te merken tegen de tijd dat deze in geslachtsconditie komt ,ofwel is gebracht door kunstmatige verlichting en temperatuur. Uiteraard moet de leeftijd van de vogel omstreeks negen maanden zijn. Een man sext men door te blazen op de buik tegen de stuitbevedering aan. Dus de vogel in je hand met het kopje van je af, als je nu blaast tegen de stuit bevedering in dan zie je ongeveer een opstaand tapje van ongeveer 5 mm lang staan, iets schuin naar achteren toe met daar op en om wat stuitveertjes. Tevens is het onderlichaam achter de tap van de vogel licht ingevallen, dit zijn duidelijk de kenmerken van een man die goed in geslachtsconditie is. Het zal verder duidelijk zijn dat zo'n vogel erg fier is, agressief, en ook erg fel zal fluiten.
De geslachtsherkenning van de pop . Deze herkenning is, zeker als de vogel niet in broedconditie is, moeilijker vast te stellen. Buiten de herkenningspunten van de kleur en/of schimmel sporen. De vogel moet ook minstens de leeftijd hebben van ongeveer negen maanden. Een pop die nog niet in broedconditie is, blaas je weer op de stuit zoals hierboven beschreven. Hier zie je dan ook een lichte verdikking (geen tap) maar een iets bredere opstaande verdikking van het onderlichaam (cloaca), het geheel met lichte dons overdekt. Een pop die nu in broedconditie is of komt laat het volgende zien: de lichte verdikking vloeit volledig weg, en het uitende van de stuit (cloaca) neemt de vorm aan van het stompe gedeelte van een ei. Tevens is het onderlichaam zo goed als kaal, dit noemt men de broedvlek zodat de pop zijn lichaamswarmte nog beter kan overdragen aan de eieren.
Zieke vijvervissen zijn een regelmatig voorkomend voorjaarsprobleem
Zieke vijvervissen zijn een regelmatig voorkomend voorjaarsprobleem.
De watertemperatuur stijgt waardoor de activiteit van alle leven in het water toeneemt. Dus ook het aantal parasieten op en in de vissen. De uit zijn winterrust komende vis is niet in optimale conditie en meer vatbaar voor de zich snel vermeerderende parasieten, met als gevolg ziekte en sterfte. Op dit moment moet men ingrijpen. Dit gebeurt eerst en vooral door een doeltreffende analyse van de waterkwaliteit. Hierbij worden o.a. zuurtegraad, waterhardheid, nitraat, nitriet, enz gemeten. Ook de vijverhuishouding wordt met de eigenaar besproken (waterverversing, beplanting, filtersysteem, voeding,...).
Daarna wordt overgegaan tot een klinisch onderzoek van de levende vis. Dode vissen zijn meestal lang verlaten door parasieten. Om grote vissen niet te kwetsen is een algemene verdoving vereist:
Het verdoven van de vis gebeurt best individueel.
Het ontwaken gaat vrij snel.
De verdoofde vis kan men dan voorzichtig uit het water nemen om afkrabsels voor microscopisch onderzoek te bekomen. Hierbij dragen we latex handschoenen om de gevoelige slijmhuid die de vis beschermt niet te kwetsen.
Ook het onderzoek van uitwerpselen kan bijdragen tot het vinden van de juiste diagnose. Soms echter is het noodzakelijk van een vis op te offeren voor lijkschouwing, waarbij we elk inwendig orgaan in detail kunnen onderzoeken.
Aan de hand van deze onderzoeken komen we tot een diagnose waarop we dan onze behandeling kunnen afstellen, ook rekening houdend met de gegevens verkregen uit de watertesten en het gesprek met de eigenaar.
Een behandeling gebeurt meestal algemeen. D.w.z. dat het ganse aquarium of de vijver worden behandeld en dit via het water of in quarantaine. Een behandeling via het voeder is soms mogelijk maar dan moeten de vissen uiteraard nog eten en dit is bij ernstig zieke vissen niet het geval.
Katten die alleen maar binnenshuis leven of lui zijn, hebben meer kans op suikerziekte. Dat concludeert de Nederlandse dierenarts Lars Slingerland in zijn proefschrift waarop hij op 7 februari promoveert aan de Universiteit van Utrecht.
Het eten van koolhydraatrijk voedsel blijkt geen invloed te hebben op de ontwikkeling van suikerziekte. Het droogvoer dat tegenwoordig aan katten gegeven wordt, bevat veel meer koolhydraten dan blikvoer of hun natuurlijke dieet van vogels en muizen. Toch vond de dierenarts geen verschil tussen het voeren van brokjes of blikvoer. Slingerland adviseert er vooral voor te zorgen dat katten veel spelen en bewegen zodat ze niet dik worden. (TIP)
Bavianenmannen staan bekend om hun agressie, niet om hun zorgzaamheid. Toch vergaat het kinderen beter als hun vader in de buurt is. Waarschijnlijk komt dat juist door de gewelddadige neigingen van de kerels.
De gele bavianen in het Amboseli National Park in Kenia worden al dertig jaar in de gaten gehouden door onderzoekers. Wie doet het met wie, hoe is de rangorde in de groep, hoe zit de familiestamboom in elkaar, wanneer wordt elke aap volwassen: het is allemaal nauwkeurig opgeschreven. Amerikaanse biologen zijn er dankzij de gegevens van 118 jonge bavianen achtergekomen dat de dieren sneller volwassen worden als hun vader in de buurt is.
Eigenlijk is dat raar, want bavianenvrouwen houden het niet bij één sekspartner, waardoor het voor een mannetje niet zo makkelijk is om te weten wie zn kinderen zijn. Toch weten ze dat meestal, werd vijf jaar geleden aangetoond. En blijkbaar helpen ze die kinderen een handje, zodat ze voorspoediger opgroeien dan leeftijdgenoten waarvan de vader naar een andere groep is vertrokken, zoals vaak gebeurt in de bavianenwereld.
Vooral bij dochters maakte het veel uit. Die kregen hun eerste kind gemiddeld op drieënhalfjarige leeftijd als pa in de buurt was, en pas tegen hun vijfde verjaardag als ze vaderloos opgroeiden. Bij mannetjes viel het moment dat hun testikels sterk begonnen te groeien iets eerder in de aanwezigheid van hun vader, maar alleen als die hooggeplaatst was.
Hoe helpen de vaders hun kroost? Waarschijnlijk op meerdere manieren, schrijven Susan Alberts en haar collegas in het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences. Ze beschermen de jonkies als er gevochten wordt en lijken ook te helpen met voedsel zoeken.
Waarom profiteren zonen alleen wanneer hun vader veel macht heeft in de groep? Bavianenmannen zijn twee keer zo groot als vrouwen. Een jong mannetje heeft daardoor al snel geen hulp meer nodig bij ruzie met een vrouwtje, vermoeden de onderzoekers. Maar natuurlijk wel bij gevechten met volwassen mannen, en een laaggeplaatste vader durft dan niet in te grijpen.
Is het echt de aanwezigheid van de vader die telt? Je zou ook kunnen denken dat er een genetisch effect in het spel is: mannetjes met goede genen krijgen gezondere kinderen én worden minder snel uit een groep weggejaagd. Toch kan dat niet de verklaring zijn voor het verband tussen vaders aanwezigheid en de snelheid waarmee zijn kroost volwassen wordt, stellen de onderzoekers. Ze hebben daar twee argumenten voor.
Eén: de sociale rang van de vader (en dus de vermoedelijke kwaliteit van zijn genenpakket) had geen invloed op de volwassenwording van dochters en was bij zonen alleen van belang als hun verwekker in de groep bleef. Twee: opeenvolgende kinderen van dezelfde vader lieten een verschil in ontwikkelingssnelheid zien als hij tussentijds de groep had verlaten. Hoe langer pa erbij bleef, hoe sneller het kind volwassen werd.
Wat zegt dit nu over mensen? Niets. Nou ja, in ieder geval laten deze biologen zich niet verleiden tot uitspraken in die richting. Uit onderzoek bij mensen is wel bekend dat een gezellig gezin met twee ouders tot succesvollere kinderen leidt.
Maar zwangerschappen op jonge leeftijd komen onder mensen juist meer voor bij dochters van alleenstaande moeders. Deels omdat die dochters zich anders gedragen, maar er is ook een biologisch effect. De aanwezigheid van een vader zorgt bij mensen juist dat de volwassenwording een beetje wordt uitgesteld, vermoedelijk om de kans op incest te verkleinen.
Op de luchthaven van het Australische Brisbane heeft een wespenplaag ervoor gezorgd dat drie vluchten tijdens het opstijgen moesten gestopt worden, zo blijkt uit een veiligheidsrapport.
De insecten hadden nesten gemaakt in delen van de Airbus A330-vloot van Qantas, waardoor ze de meetinstrumenten stoorden. In een van de gevallen zorgde de procedure waarmee het vliegtuig werd gestopt ervoor dat de remmen overhit raakten, waarna de banden lekten en het vliegtuig op de tarmac strandde.
De piloot was beginnen remmen toen het vliegtuig aan de grond een snelheid van 226 km per uur had. De remmen bereikten toen een temperatuur van 685 graden, waardoor zes van de acht banden lek raakten.
Sinds de incidenten controleert Qantas zijn vloot wekelijks op mogelijke wespennesten. (lb)HLN
ROTTERDAM - Er klinkt weer hoefgetrappel en gehinnik in de slaapkamer en keuken van Eveline Ketterings. Opnieuw heeft de Rotterdamse de paarden Ursa en Soro in haar woning aan de Mathenesserdijk in Rotterdam gestald. Binnenkort moet het pand waarin ze nu met zijn drieën wonen worden gerenoveerd. Een renovatie waartegen Eveline zich altijd heeft verzet. Het in huis halen van de paarden is een laatste protest.(spits)
Vogels kunnen ziekten heel goed verbergen. Een zieke vogel zal niet zo vlug laten merken dat hij zich niet goed voelt. Pas als de vogel echt doodziek is zal hij het niet meer kunnen verbergen en zul jij als eigenaar merken dat de vogel anders is dan normaal. In de natuur is een zieke vogel natuurlijk eerder prooi voor een roofdier als een gezonde. Daarom laten vogels niet zo vlug merken dat ze zich niet prettig voelen. Als u dus merkt dat u vogel niet de oude is, doordat hij bv: -niet meer eet of drinkt -bol zit -niet meer zingt of praat -donkere en of waterige ontlasting heeft ipv groen en stevig -uit evenwicht lijkt te zijn of andere eigenschappen die u opvallen waarvan u het niet vertrouwt, dan dient u zo snel mogelijk naar een dierenarts te gaan . BELANGRIJK !!! Wacht hiermee niet en ga het niet eerst aankijken of zelf proberen informatie te vinden. Tijd is heel belangrijk bij zieke vogels en u dient er snel diergeneeskundige hulp bij te halen.
Een belangrijke bijdrage aan ziekte van papegaaien is verkeerde voeding. Het dieet moet altijd onderzocht worden bij de eerste tekenen van slechte gezondheid zoals b.v. het verlies van eetlust of lusteloosheid. Kwalen die kunnen ontstaan door arme voeding houden in: veren-, snavel-, en huidproblemen, broze botten, zwaarlijvigheid, diarree, epilepsie, ademhalingsproblemen en algemene slechte conditie.
Zo genoemd omdat hij het eerst bij papegaaien geconstateerd werd, is een ziekte die van vogels op mensen overgebracht kan worden en kan, in het uiterste geval, fataal zijn. Let wel het betreft hiet GEEN VOGELGRIEP!Het wordt veroorzaakt door een bacterie, genoemd Chlamydia en wordt overgebracht door stof van uitwerpselen of veren. In België wordt een dergelijke ziekte vaak aangetroffen bij duiven, en kan ook voorkomen bij andere dieren, zowel in het wilde levend als huisdieren. Papegaaien in het wild die de ziekte bij zich dragen kunnen ziektebeelden gaan vertonen zoals afscheiding uit ogen en neus vooral als ze blootgesteld worden aan stress. Papegaaien die in gevangenschap gekweekt zijn en die in contact komen met geïnfecteerde wilde vogels, kunnen geïnfecteerd worden.
Papegaaienziekte is een ziekte waar iedere vogelliefhebber, en met name mensen die papegaaien houden, bang voor zijn. Niet alleen omdat de ziekte snel dodelijk kan zijn voor met name papegaaiachtige, maar ook omdat papegaaienziekte besmettelijk is voor mensen! Papegaaienziekte wordt veroorzaakt door de bacterie: Chlamydia psittaci. Van deze bacterie zijn verschillende stammen bekend. De meeste stammen veroorzaken een ontsteking van de luchtwegen.
Bij papegaaien uit zich dat in eerste instantie in een ontsteking van het oogslijmvlies (vaak maar van een oog). Dit irriteert het dier en hij zal dat oog dichtknijpen: het dier zit permanent te knipogen. Enkele uren tot dagen later, zal het dier ineens zeer ziek worden, stoppen met eten, bol gaan zitten en gele tot neongroene ontlasting produceren. Als er niet snel ingegrepen wordt, zal het dier binnen enkele dagen (soms zelfs binnen 1 dag) overlijden. Enkele andere stammen van de papegaaienziektebacterie tasten met name de lever aan. Deze vorm van papegaaienziekte is moeilijk te herkennen. De dieren zijn ziek en willen niet goed eten. Pas in een (te) laat stadium van de ziekte gaan de dieren geelzucht vertonen: het urinedeel van de mest, dat normaal krijtwit is, wordt geel. Papegaaien zijn het beste te behandelen met injecties met een antibioticum. Deze injecties hebben zeer snel effect: binnen 24 uur knappen zij in het algemeen snel weer op. Deze injecties moeten herhaald worden (2-3 maal) totdat alle ziekteverschijnselen verdwenen zijn. Ongeveer 24 uur na de eerste injectie zijn de dieren niet meer besmettelijk voor andere dieren en mensen, maar tot die tijd moeten zij in quarantaine gehouden worden.
Bij mensen openbaart papegaaienziekte zich als een soort griep: hoofdpijn, koorts en/of spierpijn zijn allemaal symptomen die kunnen duiden op papegaaienziekte. Bij een gewone griep verminderen de ziekteverschijnselen na ongeveer 3 dagen. Bij papegaaienziekte blijft met name de koorts hoog. Papegaaienziekte is zeer goed te behandelen, als er maar op tijd ingegrepen wordt. Dit geldt met name voor mensen: vaak wordt de juiste behandeling bij mensen laat gestart omdat artsen de ziekte niet goed herkennen.
Bek- en verenrot
De laatste jaren zijn steeds meer papegaaien besmet geraakt met PBFD (PSITTACINE BEAK & FEATHER DISEASE) beter bekend als BEK- EN VEDERROT. Deze ziekte komt in twee varianten voor: of het virus zit in de veren of het zit in het bloed. Wanneer de papegaai het in zijn veren heeft is hij nog niet ziek maar kan op dat moment wel aan andere papegaaien de ziekte overbrengen. Als na 3 maanden er weer getest wordt zijn er twee mogelijkheden: of hij is het virus kwijt uit zijn veren (dan is de papegaai dus gewoon weer gezond) of het is in zijn bloed gegaan. Wanneer dit het geval is, is de papegaai ten dode opgeschreven. Op dit moment is er nog geen medicatie voorhanden. De bek- en verenrot wordt veroorzaakt door een relatief simpel virus die de cellen van de veren de snavel besmet en dood, tevens tast het de cellen aan van het afweersysteem, hierdoor kunnen andere volgelziektes, bacterien en andere infecties optreden. Voor zo ver bekend zijn alleen parkiet en papegaaiachtige vogels gevoelig voor het virus. Een variant op het virus is wel waargenomen bij duiven.
DIAGNOSE Een juiste diagnose is echter alleen door een dierenarts te stellen. Hij zal een stukje veer en een paar druppeltjes bloed afnemen en opsturen naar Het Laboratorium van Dhr van Haeringen te Wageningen.
Kenmerken van besmette vogels kunnen zijn: -Veren die op onverklaarbare manier uitvallen -Veren die abnormaal dikke veerschachten hebben -Bij jonge vogels een lichte groeiachterstand -Gestold bloed op de uitgevallen veren
De uitgevallen veren veroorzaken open pleken die rood zijn. De nog aanwezige veren zijn dof. De snavel is extra glimmend. De vogel verliest gewicht. Het eetpatroon verandert. De vogel heeft verminderde activiteit. Dunne groene ontlasting. Letwel, de genoemde kenmerken kunnen een indicatie zijn van PBFD maar natuurlijk ook van andere al dan niet onschuldige ziekten. Daarom raden wij altijd een bezoek bij de dierenarts aan voor de meest betrouwbare diagnose. Ook bij vogels met een goed afweersysteem, is het aan de buitenkant zeer moeilijk te constateren dat ze besmet zijn met het virus.
INCUBATIETIJD Na besmetting kunnen 3 weken later de eerste ziektebeelden al aan het licht komen, echter dit hangt af van de leeftijd, de ontwikkeling van het verenpatroon, de intensiviteit van het virus en het immuumsysteem van de vogel. Hoewel jonge papegaaien het meest gevoelig zijn voor het virus, zijn ouderen ook vatbaar.
PREVENTIE Zeer belangrijk om de ziekte te bestrijden is dat alle papegaaienkwekers openheid van zaken geven en hun blik minder naar de portemonne maar naar de toekomst van de papegaaien moeten richten. Want hoewel veel kwekers weten dat hun kweekkoppels zijn besmet, worden op grote schaal jonge papegaaien op de markt 'gedumpd', met alle vreselijke gevolgen vandien. Ook worden besmette vogels aan andere kwekers doorverkocht zodat al zeer veel kwekers met de besmetting in aanraking zijn gekomen. Wilt u geen besmette vogel kopen is het dus raadzaam een goede eerlijke kweker of handelaar te zoeken, dit is natuurlijk makkelijk gezegd maar hoe kan een 'leek' het kaf van het koren scheiden. Zoals we hier boven al vermeld hebben kunt u aan de buitenkant van de vogel niet altijd zien of de vogel besmet is. Wilt u er 100 % van overtuigd zijn dat de papegaai die u koopt gewoon gezond, is het noodzakelijk dat er bij de papegaai een keuringsrapport wordt geleverd met daarin de uitslagen van o.a. de P.B.F.D.-test. Weigert de verkoper zo'n test ziet u dan af van de koop. Aangezien dit dure testen zijn, worden ze niet vaak al door de handelaren en kwekers gedaan. Dus de manier om de ziekte niet te verspreiden en uit te bannen is ieder geval geen (baby)papegaai te kopen zonder certificaat. Dit zijn over het algemeen iets duurdere vogels, echter 100% gezond.
Veren plukken en knagen aan de tenen
Gedragsproblemen zoals het veren plukken, knagen aan de tenen en stereotiep gedrag zijn algemene problemen bij papegaaien die alleen in een kooi zitten en die niet genoeg aandacht krijgen. Zij komen meestal voort uit verveling. Het uittrekken van veren is niet echt een ziekte maar vaak meer een vorm van geestelijk gestoord gedrag (stereotiep gedrag). Ooit in het leven van de papegaai is hij het ergens niet mee eens geweest, omdat hij het niet op iets of iemand anders heeft kunnen afreageren is hij van frustratie zijn veren eruit gaan trekken. Naast de veel voorkomende geestelijke afwijking kunnen er natuurlijk ook klinische oorzaken zijn. Er zijn verschillende oorzaken te noemen zoals verveling, frustratie, eenzaamheid, geïrriteerde huid en/of verwondingen.
Om een verenkleed goed in conditie te houden is een volledige voeding van groot belang. Ook moet de vogel de mogelijkheid hebben om een bad te nemen. Is er geen ruimte voor een bad dan is het een grote aanrader om de vogel 1 tot 2 keer per dag met de plantenspuit te besproeien. Als de vogel erg aan het ruien is kan er in het water een kleine hoeveelheid badzout gedaan worden om de veren en huid wat zachter te maken.
Als een papegaai eenmaal aan zichzelf is begonnen kun je hem maar beter een kraag omdoen. Dit is hetzelfde idee als een kraag voor een hond of een kat. De kraag moet om blijven tot de vogel weer in een goede conditie is en al zijn veren mooi zijn terug gegroeid. Het teruggroeien van de veren duurt maar een week of zes maar de vogel moet vergeten dat hij ooit heeft geplukt dus moet hij soms de kraag wat langer om houden. Ongeveer 50 % van de vogels vergeet dat hij ooit zijn veren heeft uitgetrokken en heeft na het afdoen nergens geen problemen meer mee. De andere 50 % gaat na het afdoen van de kap weer even hard verder met de zelfkastijding. Verenplukkers blijven dus altijd risicovogels.
Verveling / frustratie / eenzaamheid De eenzaamheid-factor wordt nog altijd het meeste aangewezen als schuldige voor het gestoorde gedrag. Ieder vogel is verschillend en heeft een andere behoefte aan aandacht, dit kan ook per soort erg uiteenlopen. Veel vogels die zichzelf kaalplukken doen dit om de aandacht van de eigenaar te vragen. Een Grijze roodstaart bijvoorbeeld is een op zichzelf staande vogel met een hoog intelligentie niveau. Deze vogel kan zichzelf redelijk goed vermaken en hoeft niet iedere minuut van de dag alle aandacht te hebben. Dit wil ook niet zeggen dat als je iedere dag alleen zijn etensbak vult hij genoeg aandacht krijgt. Een Molukken kaketoe daar en tegen wil het liefste de hele dag allen maar geknuffeld worden.
De eenzaamheid doorbreken door er een partner bij te kopen is erg gezond voor de vogel, maar het is geen garantie dat de vogel zal ophouden met het verenpikken. Ook moet de ruimte waar de vogel in gehouden wordt groot genoeg zijn voor twee exemplaren. In veel gevallen is de eerste aangeschafte papegaai al zo ingeprent op mensen dat hij een soortgenoot niet meer zal accepteren omdat hij hem niet als zodanig herkent, en het gevaar bestaat bij kaketoes dat er onderlinge agressie optreed. In dit geval bijt de man meestal de pop dood.
Geïrriteerde huid Door allerlei factoren als: droge lucht, verkeerde voeding, allergie, ruistoornis, infectie aan de veerfollikels of huid kan een geïrriteerde huid ontstaan. Als de huid gaat jeuken wil de papegaai dit tegengaan door met zijn poot of snavel te krabben. Hij trekt er dan wat veertjes uit en de huid zal zo steeds verder geïrriteerd raken. Dit komt voornamelijk omdat op deze plaats alle veerfollikels tegelijk actief worden en de veertjes tegelijk door de huid willen. De huid van de papegaai is het gevoeligst op de plaats waar de veer door de huid heen komt. De papegaai zal dus zijn veren eruit blijven trekken zolang de oorzaak niet weg wordt genomen. Veel mensen hebben niet in de gaten dat hun dier iets mankeert en gaan pas naar de dierenarts tegen de tijd dat hun vogel kaal in zijn kooi zit. Op zo'n moment is het afwijkend gedrag zo'n gewoonte geworden dat de kans dat dit patroon doorbroken kan worden erg klein is.
Verwonding Wanneer een vogel zich verwond is dit niet altijd even goed te zien. Een verwonding kan bij een vogel zonder hulp erg mooi genezen maar die tijd gunt de vogel zichzelf vaak niet. Zodra het pijn doet of jeukt gaat de vogel er aan krabben of bijten en wordt het van kwaad tot erger. Sommige vogels gaan echt gaten in zichzelf vreten en maken het alleen maar nog erger. Kaketoes eten "graag" een stuk uit hun borst en agapornissen hebben een voorliefde voor hun oksels. Wat begint met een kromme veer kan eindigen tot een bloederige massa.
Om deze zelfkastijding te voorkomen moet je er allereerst goed over nadenken of je je nieuwe huisgenoot wel een leuk leven te bieden hebt. Hij moet zo ruim mogelijk gehuisvest worden zodat hij de ruimte heeft om te vliegen als hij dat wil. Het mooist is in een buitenvolière en nog mooier is met een soortgenoot als gezelschap. Als je hem echt als huiskamervogel wilt houden moet je wel eerst bedenken of je hem de aandacht kan geven die het dier nodig heeft en goed beseffen dat hij ruim 50 jaar oud kan worden.
Wat bij vergiftiging? Waarschijnlijk heeft u meer giftige stoffen in huis dan u denkt. Dat thinner en zwavelzuur giftig zijn zal u heus bekend zijn. Deze stoffen staan vast en zeker goed opgeborgen op een veilige plek. Maar wist u dat rookwaar, plantenmest en vlooienbanden ook giftig zijn? Vergiftigingen ontstaan doordat dieren iets giftigs hebben gegeten of giftig materiaal hebben opgelikt dat aan hun vacht is blijven hangen (bijvoorbeeld carbolineum). Vergiftigingen van knaagdieren en vogels zijn vrijwel altijd fataal. Als honden of katten iets giftigs hebben gegeten zijn ze vaak nog te redden, al is dit afhankelijk van de aard van de vergiftiging, de hoeveelheid giftige stof en......de juiste reactie van de eigenaar van het dier. Vergiftigingen met geneesmiddelen, schoonmaakmiddelen en tabak komen het meest voor. Neem altijd contact op met uw dierenarts als u denkt dat er gif in het spel is. Dierenartsen kunnen bij het vergiftigingeninformatiecentrum de meest recente informatie over giftige stoffen krijgen. Houd zo mogelijk de verpakking van het gif bij de hand. (Het is daarom verstandig giftige stoffen in hun oorspronkelijke verpakking te bewaren.) Is de dierenarts niet direct bereikbaar kijk dat in het volgende lijstje wat u zelf zou kunnen doen. Afhankelijk van het giftige product dat het dier binnen heeft gekregen zijn er verschillende manieren waarop u zou kunnen reageren. Soms is het verstandig het dier water te laten drinken waardoor het gif zich verdunt. Soms is het verstandig het dier te laten braken en soms kan braken juist heel onverstandig zijn. Dat is het geval als het om agressieve en/of bijtende stoffen gaat, die dan voor een tweede keer langs de slokdarm komen en deze ernstig kunnen beschadigen. Ook kan het toedienen van Norit, een laxeermiddel, koffieroom of boter verstandig zijn. Dieren die bewusteloos zijn kunt u beter geen water via de bek toedienen. Ook het laten braken is dan niet verstandig.
Waarschuwing voor Teflon vergiftiging
Sinds het gourmetten populair is geworden, weten we wat teflon vergiftiging is. Plotseling werden dierenartsen geconfronteerd met vogels die overleden zonder ooit ziek geweest te zijn. Als de omstandigheden waaronder de vogel overleden was werden nagegaan, bleek het steeds te gaan om vogels die waren overleden na een avondje gourmetten. Als de gestorven dieren werden nagekeken bleken zij altijd massale longbloedingen te hebben. Toch kon er geen bacterie, gist of virus aangetoond worden. Daardoor kwam men al snel op het idee dat het om een vergiftiging zou gaan. Dat bleek inderdaad zo te zijn.
Teflon is het laagje dat aan de binnenkant van zogenaamde anti-aanbakpannen wordt aangebracht en wat ook op de meeste gourmetpannetjes zit. Als teflon sterk verhit wordt komt er damp uit vrij. Vogels (niet alleen papegaaien maar ook bv kanaries en de meeste andere vogelsoorten) zijn extreem gevoelig voor deze damp. Als zij dit inademen ontstaan er uitgebreide bloedingen in de longen waar de vogels in het algemeen zeer snel aan overlijden.
In principe is het af te raden om anti-aanbakpannen te gebruiken in dezelfde ruimte waar vogels verblijven. Toch is het niet zo dat bij ieder gebruik van een anti-aanbakpan een vogel vergiftigd zal worden. De schadelijke damp komt slechts vrij als de temperatuur van de pan zeer hoog wordt. Dit komt het meeste voor als een anti-aanbakpan leeg op het vuur staat. Omdat bij gourmetten ieder zijn eigen pannetje heeft, komt het bij gourmetten vaak voor dat er een tijdje een pannetje leeg op de verhittingsplaat staat. Daarom is gourmetten in een ruimte waar ook de vogels verblijven ten strengste af te raden. Ook als er gebruik wordt gemaakt van anti-aanbakpannen of tostie apparaat in een keuken waar vogels verblijven, kunnen zij beter even verplaatst worden totdat het gevaar geweken is.
Salmonellose
Inleiding Salmonellose wordt veroorzaakt door de bacterie Salmonella. Er zijn ongeveer 2.000 soorten Salmonella bekend die ingedeeld zijn in 5 groepen. Groep 3 (Salmonella arizonae) komt voor bij (tropische)gezelschapsvogels, vooral als zij in contact komen met reptielen. Vrijwel alle gewervelde dieren zijn gevoelig voor enkele Salmonella bacteriën. De Salmonella bacteriën van groep 3 zijn niet ziekteverwekkend voor gezonde volwassen mensen. Oudere mensen en baby's of mensen met een verminderde afweer kunnen wel besmet raken. Papegaaien, en waarschijnlijk ook andere vogels, kunnen wel besmet raken en ziek worden van Salmonella bacteriën die van mensen afkomstig zijn. Bij kippen, meeuwen en andere in het wild levende vogels kunnen, naast Salmonella's uit groep 3, ook Salmonella bacteriën voorkomen die wel ziekteverwekkend zijn voor mensen. Deze bacteriën zijn niet afkomstig uit groep 3. Zij worden hier verder niet besproken.
Besmetting De Salmonella bacterie verspreidt zich via stof van veren of ontlasting. Bij een aantal vogelsoorten is aangetoond dat de bacteriën over kunnen gaan van de vrouwelijke vogel op het ongeboren ei.
Ziekteverschijnselen Salmonellose kan bij vogels zich op verschillende manieren uiten. Er komen drager dieren voor: dieren die de bacterie wel bij zich dragen en verspreiden, maar zelf niet ziek zijn. Ziekteverschijnselen die op kunnen treden bij Salmonellose bestaan uit: sloomheid, stoppen met eten, veel drinken en plassen, en diarree. Bestaat de infectie langere tijd dan kunnen verschijnselen van het zenuwstelsel (draainek, verlamming van poot of vleugel), gewrichtsontstekingen (vooral bij de duif) en benauwdheid optreden. Bij ernstige infecties kunnen de lever, het hart of de nieren aangetast zijn. Vaak zijn dan ook de ogen of de binnenkant van de oogleden aangetast.
Lori's en pinguïns zijn zeer gevoelig voor Salmonella en gaan snel dood. Grijze roodstaart papegaaien zijn ook zeer gevoelig en laten huidontstekingen, gewricht- en peesontstekingen zien. Tangara's, quetzals, sterns, spreeuwen en baardvogels vertonen vaak benauwdheid en hartklachten. Ganzen en eenden laten vaak zenuwverschijnselen zien. Vinken vertonen meestal een krop infectie. Kalkoenen, eenden, papegaaien, en kanaries krijgen vaak oogziekten ten gevolge van Salmonella.
Ziekteverschijnselen bij mens en dier Zoals genoemd bij de inleiding worden gezonde volwassen mensen niet ziek van Salmonella's uit groep 3. Mensen met een verminderde afweer kunnen allerlei verschijnselen vertonen.
Diagnose De diagnose Salmonellose kan gesteld worden met behulp van laboratoriumonderzoek op bloed of ontlasting. Dragerdieren kunnen herkend worden via bloedonderzoek. Omdat besmette vogels niet continu Salmonella uitscheiden via de ontlasting, is het raadzaam om gedurende 5 dagen alle mest van de vogels te verzamelen en dit op te sturen naar het laboratorium. Het laboratoriumonderzoek kan bepalen welke soort Salmonella er in het spel is, en of deze besmettelijk is voor mensen.
Behandeling De ziekte is in het algemeen goed te behandelen met antibiotica. Resistentie tegen een bepaalde antibiotica komt regelmatig voor. Het is daarom raadzaam om in een laboratorium te laten testen welk antibioticum gebruikt kan worden. Natuurlijk moeten ook dragerdieren behandeld worden. Bestrijding van vliegen, muizen en ander ongedierte is zeker van belang omdat deze dieren een besmetting met Salmonella kunnen overbrengen.
Denkt u dat uw papegaai ook ziek is? Ga dan niet zelf experimenteren met allerlei middeltjes die vrij in de handel verkrijgbaar zijn! Neem contact op met een dierenarts.
Het is belangrijk bij de aankoop je terdege bewuste te zijn van het feit dat een papegaai geen solitair dier is. Het is een dier die van nature uit in grote groepen leeft, en dus gezelschap op prijs stelt. Je zal bij aankoop van één papegaai veel tijd moeten vrij maken om je dier bezig te houden en gezelschap te geven om verveling te vermijden. Is dat niet mogelijk dan is het erg belangrijk om een zo groot mogelijke kooi te kopen zodat er zo veel mogelijk speeltjes kunnen aangebracht worden om je papegaai afleiding te geven om de dag alleen door te komen. Doe je dat niet en slaat verveling toe, dan uit zich dat meestal in verderplukken. Dit is een kwaal die je later maar zeer moeizaam of zelfs nooit zal afgeleerd krijgen. Voorzie ook wilgentakken om aan de schors te prutsen: daar zijn ze ook een tijdje zoet meer. Ook een spiegeltje en zo zijn waardevol.
Ook is het aangewezen, als je de plaats hebt, en een grote kooi kan kopen, om twee papegaaien aan te schaffen. Dit is handig omdat ze mekaars gezelschap houden. Het best koop je dan een koppel. Dit kan je pas met zekerheid weten mits sexen door indoscopie en certificaat van een dierenarts. Geloof beweringen van de verkoper niet zolang je geen papier gezien hebt met duidelijke ringnummervermelding! Of laat een DNA test doen via wat pluimpjes. Dit kan uiteraard via je dierenarts.
Heb je nog meer plaats, overweeg je meerdere papegaaien te gaan houden, dan kan je een volière plaatsen voor je papegaaien. Hier zijn ze natuurlijk optimaal in hun nopjes, en de koude wintertemperaturen buiten bij ons zal hen niet deren, mits ze een licht verwarmd hok hebben waar het vorstvrij is. Voorzie ook het drinkwater vorstvrij te plaatsen.
De Voeding
Voor de meeste zaadeters, zoals wij die kennen, bestaat het voer uit een zaadmengsel, eivoer en eventuele versnaperingen. Kanaries nemen met hun zaadmengsel ook ongeveer 18% eiwit op. De zogenaamde eivoeders door iedereen bekend, geven we extra tijdens de kweek en in iets mindere maten in de rustperiode. We moeten het blijven geven voor een gezond vogelbestand. Men mag het nooit zien als de vervangers van de eiwitten uit de ZADEN .Vele onder ons maken ook zelf hun eivoer. Iedereen kent wel de 3 beschuiten met het hard gekookt ei er tussen door. Dit mengsel bevat ongeveer 21% eiwitten, waarvan het grootste deel uit dierlijke eiwitten bestaat. Daarbij gevoegd de nodige mineralen en vitaminen, dan ook heeft men een perfect eivoer.Meestal geven wij vogelkwekers te veel voer, de vogels worden kieskeurig en ze halen er het lekkerste er uit, daardoor krijgen ze een te eenzijdige voeding met minder goede kweekresultaten. Tegenwoordig geven de meeste kwekers een gerantsoeneerde voeding, deze bestaat uit:
Vier gram zaad (goede kwaliteit) Een gram eivoer (+/- 21 % eiwitten) Bakje met vogelgrit en mineralen (altijd stand-by)
Let wel dit is voldoende voor EEN volwassen vogel. Het toevoegen van eiwithoudende producten kan, maar is altijd gevaarlijk bij een te hoge dosis. Diaree is het resultaat van een teveel aan eiwitten.
Over het geven van gekiemde zaden lopen ook menigeen nog sterk uiteen. Slecht is het niet, maar geef dan altijd mondjes maat, en let op dat dit niet het hoofdvoedsel wordt van de vogels zeker in de kweek, het hoge vochtgehalte kan weer tot allerlei nare gevolg lijden. Let ook op dat je kiemzaad niet verzuurd of schimmel optreed. Het beste is het, wat te mengen onder je eivoer als je dit geeft, maar weer met mondjes maat .Bij het zelfstandig worden van jonge vogels, als deze van de ouders worden gezet, wordt er met de zaadmengeling ook wel eens fouten gemaakt, de bek van de jonge vogel is nog wat te zacht om de zaden te pellen en als je ze dan onvoldoende eivoer geeft kunnen de jongen het loodje leggen door een gebrek aan voer.Breek dus de eerst weken je zaad mengeling wat voor deze jonge vogels en geef eivoer met wat gekiemde zaden er tussen door. De verhouding per jonge vogel is 3 gram zaad en 2 gram eivoer. En let op dat de jonge vogels ook de eerste dagen het drinkwater kunnen vinden.
Water Dat een vogel niet lang zonder water kan ,zal wel bekend zijn ,maar water heeft nog veel meer belangrijke eigenschappen voor onze vogels.We moeten dit dagelijks vers geven,regelmatig onze flesjes zuiveren ,en ook onze vitamine ,en of medicatie moet meestal in het water worden toegediend. Normaal gesproken gebruikt een vogel 7,0 tot 9,0 ML per vogel per dag .Toch wordt dit ook beïnvloed door het voerderopname ,en ook door de vochtigheid van bv het eivoer laat staan als je nog overmatig groenvoer geeft ,maar dan ziet men het ook duidelijk aan de dunne ontlasting ,dus je ziet hoe gevoelig en belangrijk het water is.
Water :
Water Is niet door een andere stof te vervangen. Van water kan in het lichaam geen voorraad worden aangelegd. Voor elk levend mechanisme is water noodzakelijk. Zonder water is leven niet mogelijk. Als men de hokken zo droog mogelijk houdt dan kan ongedierte daarin niet gedijen. Water is nodig voor:
Bouwstof van het lichaam; +/- 2/3 deel van het lichaam bestaat uit water (vooral in de cellen en lichaamsvloeistoffen) Voor het oplossen van de voedingsstoffen.. Voor het transport in het lichaam van de voedingsstoffen. Voor uit scheiding producten Voor de regulatie van de lichaamstemperatuur. Behoefte van water afhankelijk van: Diersoort Tropische rassen kunnen zuiniger met water omgaan dan Oosterse rassen. Dus deze hebben ook Minder water nodig. Het lichaamsoppervlak, in de praktijk het gewicht. Hoe groter het gewicht" hoe meer water nodig. De leeftijd van het dier. Oudere dieren hebben in verhouding minder water nodig. De productie van het dier. Het hokklimaat, de temperatuur. en de luchtvochtigheid. De rantsoen samenstelling. Bij droog voer meer water nodig dan bij nat voer. De gezondheidstoestand Behoefte dekken door :
Drinkwater Water in voedermiddelen Oxidatiewater Bij de verbranding van het voedsel komt in het lichaam water vrij.
Te veel water.
Nemen de vogels te veel water op door b.v. te nat voer dan is de krop wel vol doch in verhouding krijgen de dieren te weinig voedingsstoffen. Dus bij opname van te weinig droge stoffen en dus te weinig voedingsstoffen verkrijgt men slappe dieren met weinig weerstand tegen infecties e.d. Te grote vochtopname geeft aanleiding tot darmstoornissen met als gevolg diarree.Groenvoer geeft men het beste in de namiddag, als er al voldoende hardvoer ge eten is Al ben ik niet direct een voorstander van groenvoer. Dikke bladeren van planten bevatten veel vocht. Het is om deze reden dat het niet verstandig is de eerste levens dagen van de jongen groenvoer te verstrekken. Gekiemde zaden hebben per gewichtseenheid een vrij geringe voedings waarde. Ze worden graag opgenomen, omdat door de "voorvertering" weinig nodig is ze op te nemen.Zijn de eitjes tijdens het broeden te vochtig dan geeft dat problemen, doordat de jongen in het ei te hard groeien.
Te weinig water.
Bij te weinig water vindt uitdroging plaats met stofwisseling stoornissen.
Is het hokklimaat erg droog en heeft men geen badwater in het hok of besproeit men de eitjes niet ( vooral de laatste drie dagen voor het uitkomen) dan sterven de jongen in het ei.
De temperatuur van het water.
De temperatuur van het naar behoefte beschikbaar stellen van het drinkwater kan het beste in overeenstemming zijn met het hokklimaat. Water moet de slijmvliezen prikkelen en vooral. niet te warm zijn, doch de kou moet er vanaf zijn.
Stilstaand water.
Water dat stilstaat is gunstig voor de ontwikkeling van bacteriën. Het is derhalve nodig het water voor het drinken en baden vaak te verversen. In de Zomer kan dat het beste dagelijks gebeuren.De waterfonteintjes moeten vooral zuiver en dagelijks ververst en uitgewassen worden. In deze poriën kunnen zich snel bacteriën ontwikkelen. Waar water door de vogels ge morst wordt, zal vaak schoonmaken nodig zijn ter voorkoming van bacteriën ontwikkeling.
Water als oplosmiddel.
Bij ziekte van de vogels wordt vaak geen zaad opgenomen. doch veel water. Medicijnen kunnen derhalve het beste via het water toegediend worden. Preventief doet men af en toe enkele druppels jodiumtinctuur of wat chloor door het drinkwater (ter voorkoming van infecties). Ter bestrijding van infecties via de luchtwegen doet men af en toe een tabletje superol ( 1 mg op 1 liter water) door het drinkwater) Zaad moet droog bewaard worden; boven een percentage van 14% vocht kan broei en schimmelvorming plaats vinden .Niet goed gedroogd brood kan ook gauw gaan schimmelen !!!!!!.
VOOR DE KOOP: Er zijn een aantal dingen waar u op moet letten wanneer u een papegaai gaat uitzoeken!
De ontlasting van de papegaai moet een groene vaste vorm hebben. Wanneer de ontlasting een waterig randje heeft, kan het een teken zijn dat de papegaai niet in orde is. De papegaai moet levendig zijn, dat wil zeggen dat hij kwiek uit zijn ogen moet kijken, en er moet opgelet worden of hij bijvoorbeeld door zijn kooi klimt. Ook is het belangrijk dat hij glad in de veren zit, en dat de veren niet "opstaan". Bij hele jonge papegaaien is dit laatste moeilijk te zien, aangezien deze er meestal erg lelijk uitzien, de veren zitten als ze jong zijn nog door elkaar. Verder moet u er op letten dat de papegaai goed eet. Dit kunt u controleren door te kijken of er in het voerbakje nog veel voer aanwezig is. Als al deze dingen in orde zijn, moet u deze papegaai pas kopen. Na aankoop, kunt u altijd eerst de vogel laten onderzoeken bij de dierenarts.
WIST U DAT:
-Wist u dat er meer papegaaien in gevangenschap leven dan in de vrije natuur? -Wist u dat de meeste papegaaien gemiddeld meer dan 5 eigenaren in zijn leven heeft gehad? -Wist u dat de meeste papegaaien hun eigenaar ver kunnen overleven? -Wist u dat papegaaien de gevoelens van haat, liefde, jaloezie enz. kennen en óók toepassen? -Wist u dat papegaaien eigenlijk een natuurlijke partner nodig hebben? -Wist u dat mensen spontaan allergisch kunnen worden voor papegaaien? -Wist u dat er voor uw papegaai er hoogstwaarschijnlijk twéé gestorven zijn, b.v. door een slecht internationaal transport? -Wist u dat papegaaien minimaal 8 uur per dag aandacht nodig hebben? -Wist u dat papegaaien van alle vogelsoorten, de groep is die het meest met uitsterven bedreigd wordt? -Wist u dat als u een grote Ara of Kakatoe neemt en op een flat woont, u vroeg of laat door het krijsen van de papegaai door de medebewoners uit uw flat gegooid kan worden? -Wist u dat papegaaien in het voorjaar schreeuwen om een (natuurlijke) partner? (die dus nooit komt!) -Wist u dat ± 3 tot 4 jaar na aanschaf van de papegaai, door het broedrijp worden, de meeste problemen beginnen? -Wist u dat papegaaien onder bepaalde omstandigheden beter buiten in een volière kunnen leven dan in uw huiskamer, ook 's winters? -Wist u dat ca. 70% van de papegaaien ademhalingsproblemen krijgen van het zitten in een te droog klimaat, zoals o.a. de woonkamer? -Wist u dat het bij ons bijna twee jaar kost, als het ons lukt, om een geplukte papegaai weer in de veren te krijgen? -Wist u dat papegaaien bewust een partner kiezen die bij hun karakter passen en dat zij deze nooit ontrouw worden? -Wist u dat van elke 100 papegaaien er hooguit slechts een 10-tal ooit gaat praten? -Wist u dat 't praten bij veel papegaaisoorten alleen nabootsen van geluiden is en meestal beperkt blijft tot hooguit een 10-tal woorden? -Wist u dat veel papegaaien overlijden aan dezelfde welvaartsziekten als wij mensen, zoals te veel vet, te weinig beweging, stress, etc.? -Wist u dat veel papegaaien heel hun leven in ¾ m² moeten leven en dit voor een mens te vergelijken is met de ruimte ter grootte van een toilet, en dat 30-40 jaar? WAANZIN! -Wist u dat zelfverminking van papegaaien een uiting is van ongenoegen met de gevangenschap, de eenzaamheid? -Wist u dat de prijzen van papegaaien variëren van 250,- tot 100.000,- en (ook voor criminelen) een lucratieve handel kan zijn? -Wist u dat de Belgische Dierenbescherming, het Ministerie van Landbouw en Visserij, de Vogelbescherming en nog vele organisaties zich sterk maken voor een import-stop van papegaaiachtigen en dat wij dit toejuichen?
NA DE KOOP: De papegaai heeft op zijn minst een kooi nodig met twee stokken. Zorg altijd dat 1 stok recht voor de voer- en waterbak hangt. De kooi moet minstens twee keer per week schoongemaakt worden. Het is niet verstandig om hem in het begin fruit te geven. Hij kan alleen al door het vervoeren en door de verandering van omgeving, een dunne ontlasting krijgen, hetgeen u door hem fruit te voeren nog kan versterken. Wanneer de vogel zich meer op zijn gemak gaat voelen, zal de ontlasting weer normaal worden (hard). Verder moet de kooi op een tochtvrije plaats staan, dus niet bij het raam en zeker niet voor de kachel, want door grote temperatuurverschillen vallen zij onnodig in de rui.
De Ara's De Ara's behoren tot de grootste soort papegaaien die er bestaan. Het is een vogel die zich kenmerkt door zijn lange puntige staart. Hierdoor wil hij wel eens meer lijken op een grote parkiet, dan op een papegaai. Bij de Ara's vindt u een grote verscheidenheid in soorten en kleuren. De Hyacint-Ara bijvoorbeeld, die zeker 'n meter groot kan worden is helemaal blauw met gele wangen en een grote boven- en ondersnavel, waar een hoekje uit is. Dit hoekje uit de snavel is om harde walnoten door midden te bijten. Deze dure notenkrakers kosten rond de 40.000 gulden per koppel. Deze Ara die nu tot de beschermde soort hoort, komt dan ook sporadisch voor in Nederland. De iets kleinere Blauwgele-Ara (80 cm.) is de meest gehouden Ara. U komt deze vogel ook veel tegen in dierentuinen, in Artis vliegen deze vogels zelfs los. De Blauwgele-Ara met zijn gele buik, blauwe vleugels en een blauwe kop, is een soort die heel gemakkelijk tam te maken is, en derhalve bijzonder geschikt is voor in huis. Om deze vogel tam te maken moet u hem wel zijn 'vrijheid' laten, door middel van een klimboom. De Blauw/geel Ara's behoren tot de zeer goede en duidelijke sprekers. Mocht u eens op Tenerife komen, dan kunt u op Tenerife het Lorepark bezoeken, waar zo'n 200 Ara's worden gehouden. Deze Ara's vertonen allerlei kunstjes, zoals fietsen, spelen met een bal of het zich verplaatsen per autoped. Ook u kunt een Blauwgele-Ara allerlei kunstjes Ieren. Dat het kopen van deze vogels een kwestie van vertrouwen is, blijkt wel uit het feit dat er nog wel eens een grote parkietsoort verkocht wordt voor een jonge Ara. De grote Alexanderparkieten, die uit India komen lijken bijzonder veel op deze jonge Ara's. Wanneer u bij het zien van deze machtige grote vogel nog angst voelt, moet u beslist eens naar onze winkel komen, waar we regelmatig jonge Ara's in de couveuse hebben zitten. Net als bij de kaketoes zijn wij ook driftig bezig met het kweken van Ara's.
Wij waren in Equator midden in het oerwoud bij de Wararie indianen. Daar zagen we tot ons grote verdriet dat de indianen Ara's en Aapjes aten. Dat was erg om te zien. Ze lieten zien hoe zij de papegaaien en de aapjes uit de bomen schoten met blaaspijpjes met gif. De Wararie Indianen leven langs een rivier vol met vis, maar vis eten deden ze niet. Wij besloten verder te gaan stroomafwaarts langs de rivier. Het viel ons tegen wat er rond het indianen dorp voor dieren zaten. Wij dachten is dit alles? Maar na ongeveer 3 km lopen van het dorp zagen wij de eerste papegaaien en apen alsof ze wisten dat zij door de indianen gevangen werden genomen.
De Dwergara's Toch wil ik u nog wat vertellen over de Dwergara's, want daar wordt veel mee geknoeid. Het is jammer om dit te moeten zeggen, maar ik moet u er voor waarschuwen. Het is allemaal begonnen op de vogelmarkt in Antwerpen. Op zondag gaan er vele Nederlanders naar de vogeltjesmarkt in Antwerpen. Ze zien daar een grote vogel met een kromme snavel in een kleine kooi zitten, met een bord erop; "tam en praat, met garantie 150,-". Maar dat zijn Halsband-parkieten. Die hebben een lange staart, en als ze hem als Dwergara verkopen laten ze de staart zitten. Maar als ze deze als papegaai verkopen, knippen ze de staart op dezelfde lengte af als die van een papegaai. In Amsterdam duikt iedere keer een advertentie in de krant op met: "Te koop Dwergara's, 150,-", maar ook dat zijn parkiet soorten, zoals; Peru of Halsbandparkieten, dus u bent gewaarschuwd. Verder heeft een Dwergara geen veren bij zijn ogen, daar is hij geheel kaal. Je hebt de Goudnek-Dwergara, die is groen met een zachtbruine bovenkop, grote slagpennen, blauwe vleugeldekveren, staartveren die roodbruin zijn met blauwe punten, nekband goudgeel en vleesachtige onbevederde wangen. Dan heb je de Ara Servera, die is overwegend groen, de kop is blauwachtig, de voorhoofdband, wangen en kinrand zijn donkerbruin. Kleine onderste vleugeldekveren zijn roodbruin met blauwe punten, roodbruin zijn ook de slag en staart pennen aan de onderkant. De onbevederden wangen zijn vleeskleurig met prachtige, als gepenseelde rijtjes, kleine zwarte veertjes. De snavel en poten zijn zwart. Dit waren enkele van de vele Ara soorten. Ze eten hetzelfde als de papegaaien, maar ze hebben wel meer vliegruimte nodig dan de papegaaien.
De amazones De Amazonepapegaaien De Panama-amazone, een vogel die uit Panama en Mexico komt is een zeer lieve vogel. Hij is groen van kleur met een kleine gele vlek op zijn kop en aan de vleugeltoppen hebben ze een rode punt. Ze hebben een witte snavel met af en toe een zwarte punt. Net als de Geelvoorhoofd-Amazone die ook uit Mexico komt, vinden wij bij ons in Nederland ook de bekende Dubbelgeelvoorhoofd-Amazone. De Dubbelgeelvoorhoofd-Amazone is een zeer grote vogel van 40-50 cm. De kop van deze vogel is geel tot aan zijn nek. De jonge vogels hebben nog geen gele kop, echter na twee jaar behoort de kop helemaal geel te zijn. Onder de Dubbelgeelvoorhoofd-Amazone's zijn vele schreeuwers. Het lijkt of ze steeds "mevrouw mevrouw" roepen, hetgeen alleen maar een schreeuw klank is. Ook de Roodvoorhoofd-Amazone komt uit Mexico. Deze vogel heeft een rode kop, een witte snavel en is groen/grijs bij zijn oren en boven op zijn kop. Deze vogel wordt ook wel de Groenwang-Amazone genoemd. De Lilac-Amazone, die uit hetzelfde gebied komt, heeft een rode met blauwe streep aan de bovenzijde van zijn snavel. De Venezuela-Amazone, die uit Suriname en Venezuela komt is een vogel van ongeveer 35 cm. Wanneer u deze vogel jong koopt kan hij behoorlijk leren spreken. De Venezuela-Amazone heeft een blauw/gele kop, waarbij de tekening door elkaar heen loopt. De Geelvleugelblauwvoorhoofd-Amazone, een mond vol, is inderdaad een vogel om vol van te zijn. Hij heeft geheel gele vleugels en een gele vacht tot aan zijn ogen. Zijn kop is blauw van kleur. Ook dit is een vogel die zeer tam te maken is en goed kan praten. Het grootste voordeel van een Amazone-Papegaai is, dat hij helemaal handtam wordt. U kunt zo'n vogel ook gerust de hele dag uit de kooi laten. De Geelnek en de Panama-Amazone's behoren tot de duurdere vogels. Het verschil tussen bijvoorbeeld de Roodvoorhoofd-Amazone en de Panama-Amazone is dat het voor de Roodvoorhoofd wat meer geduld vraagt om hem tam te krijgen en te Ieren spreken. Dit tam maken kan wel zo'n zes maanden duren. Als u een Geelwang in de winkel koopt, is hij al tam. Koopt u echter een wilde Geelwang, dan is het wel wat moeilijker om deze vogel tam en sprekend te krijgen. De Roodvoorhoofd-Amazone daarentegen kunt u ook handtam en sprekend kopen. Wij verkopen uitsluitend Nederlandse kweek papegaaien en die zijn niet met virussen uit de tropen besmet. Jammer genoeg is er nog steeds "import" uit Zuid-Amerika en Afrika in de handel. Kaketoes zijn verboden te importeren en te exporteren, uit alle landen waar ze voorkomen.
De Grijze Roodstaart De Grijze Roodstaart papegaai is de beste spreker onder de papegaaien. Er zijn verschillende soorten, waarvan de bekendste de Kongo Grijze Roodstaart en de Timneh Grijze Roodstaart zijn. Het verschil tussen deze twee is vrij groot, al zien de meeste het niet. De Kongo Grijze Roodstaart kent iedereen (zwarte snavel en een lichtgrijze kleur met een felle rode staart). De Timneh Grijze Roodstaart heeft een witte bovensnavel en is donkergrijs met een donkerrode staart. In het algemeen is de Timneh kleiner dan de Kongo. Ook het karakter van deze twee vogels verschillen. De Timneh is meestal schuwer dan de Kongo. Maar met veel geduld zal ook de Timneh gaan spreken en steeds tammer worden. Men kende de vogel niet goed genoeg, en ze werden verkocht als jonge Kongo's en dat ze geen rode staart hadden omdat ze nog zo jong waren. Gelukkig gebeurt dit steeds minder, onder andere door de advertenties die ik geplaatst heb in de dagbladen, zodat men niet langer op het verschijnen van een rode staart en een lichtgrijze kleur hoeft te wachten, alhoewel het hele leuke vogels kunnen zijn. Over de Kongo kan ik alleen maar zeggen dat het een vogel is die ieder zich zal wensen. Deze vogel wordt volop door Dennis gekweekt en wanneer u deze vogel jong koopt, kunt u hem zelf met de hand grootbrengen.
De Kaketoes Er zijn verschillende soorten Kaketoes, waarvan de Geelkuif-Kaketoe, de meest gevraagde soort is. Deze vogel is weer onderverdeeld in de grote Geelkuif, de middel- en de kleine Geelkuif. Verder zijn er nog ondersoorten van de Geelkuifkaketoe, waaronder de Oranjekuifkaketoe, welke helemaal spierwit is met een kleine oranje kuif. Deze vogels zijn zeer aan te bevelen voor in huis. De Goffinikaketoe, een kleine kaketoe van ongeveer 40 cm met een klein wit kuifje, heeft een wit/grijze snavel en een paar rode puntjes op zijn veren, vlakbij zijn neus. Voor de rest is deze vogel spierwit. De Palmkaketoe daarentegen is geheel zwart, met een waaierachtige sprietvormige kuif van ongeveer 70 cm. hoog. Palmkaketoes zijn echter niet meer leverbaar, aangezien deze vogel tot de beschermde soort behoort. De laatste vier Palmkaketoes die wij verkocht hebben zijn naar mensen gegaan die deze vogel gebruikten voor de kweek. De Molukkenkaketoe is een vogel met een zalm kuif en een zalm gloed. Het is in het algemeen een hele tamme vogel, die echter meestal moeilijk praat. Voor de ongeveer 70 cm. Voor de grote Molukkenkaketoe heeft u trouwens wel een grote kooi nodig. Wij kweken inmiddels al jaren met alle soorten kaketoes en hebben regelmatig jonge kaketoes van ongeveer zes weken oud. Het is dan ook zeer aan te raden om deze vogels zo jong mogelijk aan te schaffen zodat zij van jongs af aan kunnen wennen aan uw levenswijzen. Ze zijn geheel tam en kunnen heel redelijk tot spreken overgaan. Een ondersoort van de Molukkenkaketoe is de Witkuifkaketoe. Deze vogel is een hoofdstuk apart. Hij is lief, intelligent en hij zou ook nog een paar woordjes kunnen nabootsen. Wij kweken deze vogel zelf, en hebben klanten, die er wel twee tot vier stuks bij elkaar hebben.
De zebravink (Taeniopygia guttata ) is een kleine vogel van 10-13 cm groot. De zebravink komt van oorsprong uit Australië en komt daar nog in grote aantallen in het wild voor. In Nederland is de zebravink na de grasparkiet en de kanarie de meest populaire vogel om thuis te houden. Het geluid is een "trompetachtig snorren" waarbij de man er kleine melodieën van maakt. De man is te herkennen aan de oranje wangen. De vrouw heeft als kenmerk geen wangen. Er zijn enorm veel kweekrichtingen waardoor ook deze standaard kenmerken bij sommige soorten verloren zijn gegaan. Bij de witte mutatie kan men het namelijk alleen zien aan de kleur van de snavel. Dan is de herkenningskleur van de snavel licht oranje bij de pop en bij de man dieper oranje tot rood. Ook is er een zwartwang zebravink gekweekt, de oranje wang bij het mannetje heeft hier erfelijk een andere kleur gekregen.
De zebravink is een goed te houden vogel die niet veel aandacht nodig heeft. De zebravink plant zich snel voort en is een vogel die met een klein hok tevreden is. De vogel eet tropisch zaad en broed op de meest bizarre plekken. Goed nestmateriaal is kokosvezel of hooi . De zebravink is gemakkelijk te houden als paartje of met drie of meer paartjes in een volière. Twee paartjes geeft blijvend ruzie. In de winter kunnen de meeste soorten zebravinken ook gewoon buiten blijven, een beschutte plek tegen de wind bied een goede vogelhouder natuurlijk wel aan.
Het ringen van een zebravink is niet verplicht. Ringen kunnen gekocht worden nadat men wordt geregistreerd als kweker en men een kwekersnummer krijgt. Dit kan d.m.v. het lid worden van een vereniging of club.
Bij de zebravink zijn ziektes niet veelvoorkomend. Bloedluis is een veel voorkomend probleem bij veel vogelsoorten. Zebravinken kunnen enkel last van bloedluis hebben wanneer ze samen met andere vogels worden gehuisvest of dichtbij andere vogelsoorten gehuisvest zijn. Deze luis , die eigenlijk beter mijt kan worden genoemd, kan goed worden bestreden door een varen in de volière te planten en tabak onderin de nesten te leggen. In de dierenwinkel zijn speciale spuitflessen met birdspray te koop die, wanneer de luis in de volière is gekomen, op de vogel kan worden gespoten.
Mocht uw zebravink toch ziek zijn, dan is deze te herkennen aan:
Het woord vis roept verschillende beelden op bij mensen. De sportieve visser denkt aan het binnenhalen van een grote vangst, de diepzeeduiker zwemt gefascineerd tussen de waterplanten en prachtige koraalriffen door, en de kweker van exotische vissen verbaast zich telkens weer over de vele verschillende kleuren en vormen van de vissen in zijn aquarium. Veel mensen worden aangetrokken door het stille koninkrijk onder water, dat voor levende wezens die op het land leven bijna onbereikbaar is. Vis is een belangrijk onderdeel van het dagelijkse eten van de mens. In veel gebieden, en dan vooral in de kuststreken, leeft de mens uitsluitend van vis. Zelfs in landen die niet aan de zee liggen, vormen zoetwatervissen die in de meren en rivieren leven een belangrijke bron van inkomsten. Gedurende de laatste duizend jaar zijn veel kweekvijvers aangelegd als voedselbron of voor sportieve doeleinden. Er zijn landen met een rijke historie wat het houden van vissen vanwege hun uiterlijke schoonheid betreft. China kent bijvoorbeeld een lange traditie op het gebied van het kweken van goudvissen. De moderne aquariumkunde ontstond in wetenschappelijke laboratoria halverwege de 19de eeuw en werd al snel nagevolgd door amateurkwekers. Nu is het in de hele wereld een populaire hobby die vaak meer inhoudt dan een eenvoudig tijdverdrijf. Veel aquariumhouders worden ichtyoloog en taxonoom. Ze doen interessante en belangrijke ethologische observaties, voeren genetische experimenten uit met het kruisen van vissoorten en verzamelen in het wild levende vissen. Sommigen beoefenen hun hobby alleen, terwijl anderen samenwerken met zoölogische of ichtyologische instellingen. De geschiktste vissoorten die in een aquarium kunnen gehouden worden, komen uit tropische of subtropische gebieden. De vissen blijven het hele jaar door actief, hebben geen rustperiode in de winter en zijn niet afhankelijk van klimatologische of seizoenwisselingen. Terwijl in de koude wateren in de poolgebieden en gematigde streken relatief weinig soorten voorkomen, vormden de tropische en subtropische gebieden een geschikte leefomgeving voor vele kleine, kleurige en grillig gevormde soorten.
Deze groenogige lipvis komt voor aan de kust en in de buurt van de planten Cystoseira en Zostera. Hij leeft in de kustwateren van de Middellandse en de Adriatische Zee en van de Atlantische Oceaan op een diepte vanaf zo'n halve meter. Het mannetje wordt twaalf cm. lang en het vrouwtje slechts zes cm. In de paaitijd, die duurt van mei tot augustus, bouwt het mannetje een aantal nesten van de draden van algen, en dan vooral die van het geslacht Cladophora. Maar als dat niet voorhanden is, bouwt hij zijn nest ook met elke andere soort rood, groen of bruin zeewier. Het schotelvormige nest heeft de omvang van een bord en wordt op de bodem gebouwd. Vrouwtjes met rijpe eieren zwemmen in scholen rond in de kustwateren en paaien in de nesten met zowel oude als jonge mannetjes. Wanneer twee rivaliserende mannetjes elkaar tegenkomen, zwemmen ze recht tegenover mekaar en zetten hun kieuwdeksels uit, die prachtig gekleurd zijn en eruitzien als een pauwenoog. ----------------------------------------------------------------------------------------------------- -
Amphiprion frenatus
Deze soort komt voor in de Stille en de Atlantische Oceaan en wordt veertien cm. lang. Aquariumhouders beweren dat het één van de meest robuuste anemoonvissoorten is en dat hij het minst afhankelijk is van zeeanemonen. Hij wordt met succes gekweekt in gevangenschap. Op de foto zien we het vrouwtje. --------------------------------------------------------------
Epalzeorhynchus kallopterus
Deze prachtvinbarbeel is een zeldzame soort, die oorspronkelijk komt uit Sumatra en het zuidoosten van Borneo. In het wild wordt hij 14 cm. lang; in gevangenschap nooit langer dan tien cm. Deze soort behoort tot een onderfamilie die gekenmerkt wordt door een zuigmond, de Garrinae. De meeste soorten in deze onderfamilie hebben torpedovormige lichamen. De uiteinden van de kaken zijn scherp en geschikt voor het eten van algen en andere planten. Veel soorten zijn bij temperaturen tussen 22 en 26 graden C. gemakkelijk te houden in het aquarium. De prachtvinbarbeel heeft een groot aquarium nodig; de samenstelling van het water en de beplanting hoeven niet aan speciale eisen te voldoen. De vis verwijdert de algen van de wanden van het aquarium, maakt stenen en planten schoon en pakt alles wat eetbaar is van de bodem. Ook eet de vis allerlei soorten dierlijk voedsel. Wanneer hij uitrust, ligt hij op de bodem, op stenen, op wortels of op de brede bladen van de planten. -----------------------------------------------------------------------------------------------------
Dascyllus aruanus
Deze vis komt voor in de Indische en de Stille Oceaan en in de Rode Zee. Opvallend grote scholen van deze soort leven voor de kust van Zuid-Afrika, India, Australië, China en Melanesië. Deze vis wordt ongeveer acht cm. lang. Dit witstaartjuffertje wordt vaak verward met het zwartstaartjuffertje, die een brede, zwarte vlek op de staartvin heeft. Deze vis is een populaire soort in het aquarium en wordt in grote getallen ingevoerd, voornamelijk vanuit de Filippijnen en Sri Lanka. Hij is thuis gemakkelijk te houden in het aquarium, hoewel hij wel af en toe kan agressief zijn. Deze soort en andere soorten van dit geslacht zijn vooral geschikt voor beginners met een zeeaquarium. ------------------------------------------------------- -
Labeo bicolor
Deze roodstaart leeft in beken in Thailand en wordt ongeveer 12 cm. lang. Zijn mond is voorzien van twee paar voelsprieten. De lippen komen samen en vormen een zuigorgaan dat van binnen voorzien is van scherpe randen en hoornen knobbels. Het mannetje is slanker dan het vrouwtje. De vis voelt zich het prettigst in zacht water dat gefilterd is door een fijnmazig net met turfmengsel. Het is verstandig het water regelmatig te verversen. De temperatuur van het water moet tussen de 24 en de 27 graden C. liggen. Het aquarium dient schaduwrijk te zijn en er moeten veel planten in aangebracht worden, zodat de vissen zich kunnen verschuilen onder wortels, stenen, enz. Hoewel deze vis omnivoor is, houdt hij ervan algen te eten; ook eet hij sla. Jammer genoeg hebben de vissen onderling vaak ruzie, daarom is het beter ze in grote aquaria te houden.
Kameleonkleur evolueert niet door camouflage (Tante Lotte)
Kameleonkleur evolueert niet door camouflage
Gepubliceerd: 2 februari 2008 Door Sander Voormolen
Camouflage van kameleons is niet langer de drijvende kracht achter de evolutie van hun vermogen van kleur te veranderen.
Kameleons kunnen een bijna volmaakte schutkleur aannemen. Maar hun vermogen om verschillende kleuren te produceren wordt nu vooral gestuurd door onderlinge competitie.
De drijvende kracht is nu onderlinge competitie en het verleiden van partners, zeggen de biologen Devi Stuart-Fox en Adnan Moussalli, verbonden aan de universiteiten van Witwatersrand (Zuid-Afrika) en Melbourne (Australië) ( PLoS Biology, januari).
De biologen onderzochten eenentwintig verschillende soorten dwergkameleons van het geslacht Bradypodion. Deze dieren zijn nauw verwant zijn, maar ze leven in heel verschillende milieus, variërend van tropisch regenwoud tot droge berggebieden. Ze verschillen bovendien in hun vermogen te verkleuren. Daarmee waren ze een ideale studiegroep.
Dwergkameleonmannetjes gebruiken de kleur van hun huid als waarschuwingssignaal in conflicten. Degene met de felste kleuren of de grootste vlekken verjaagt de ander. Ook gebruiken mannetjes hun kleur om vrouwtjes te verleiden tot een paring. Als de mannetjes een gevecht verliezen of krachtig worden afgewezen door een vrouwtje is dat ook zichtbaar: ze verfletsen, een teken van onderdanigheid.
Daarnaast nemen ze een schutkleur aan als er een roofdier in de buurt is. Kameleons zijn immers langzaam (Bradypodion betekent langzame poot) en kunnen niet snel vluchten. Stilzitten en niet opvallen is dan de beste strategie.
Stuart-Fox en Moussalli tonen aan dat de felheid en variatie van de kleur van de dwergkameleonsoorten geen verband houdt met de kleurschakeringen van de natuurlijke achtergrond waarin zij leven. Ze hielden daarbij rekening met de kleurgevoeligheid van de ogen van de kameleons en van de vogels die op hen jagen. Kameleonsoorten met het grootste kleurrepertoire, bleken ook de opvallendste dominantiesignalen te hebben. Volgens de onderzoekers staat de evolutie van felle kleuren nauwelijks onder druk door een grotere kans door een roofdier te worden gepakt, omdat bij het geven van sociale signalen de kleuren slechts heel even in beeld zijn. Daarom wordt de evolutie van kleurveranderingen nu vooral bepaald door de sociale context. bron NRC.nl
*een lieve groet doet elk van ons goed Toshi & tante Lotte*
Servische stier vliegt samen met eigenaar in de gevangenis (Martina1)
da's nog eens een goede oplossing !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Servische stier vliegt samen met eigenaar in de gevangenis
De vierjarige stier Micko is de meest opmerkelijke, en waarschijnlijk ook de meest onschuldige, inwoner in de gevangenis van de Noord-Servische stad Novi Sad.
De eigenaar van de stier werd tot twee jaar cel veroordeeld wegens poging tot doodslag, zo meldt het Servische persbureau Beta dinsdag. Omdat er zich niemand anders om Micko kan bekommeren, moet de stier nu in de boerderij van de gevangenis zijn vrijlating afwachten. Het stadsbestuur van Novi Sad zal nu instaan voor de verzorging van het dier. (TIP) (www.zita.be)
Verkouden muis is zegen voor de wetenschap (Martina1)
Verkouden muis is zegen voor de wetenschap
(Belga)
ma 04/02/08 - In Londen is voor het eerst in de geschiedenis een muis verkouden geworden. En dat is goed nieuws voor wetenschappers die een middel zoeken tegen deze veel voorkomende kwaal.
De meeste verkoudheden worden veroorzaakt door het rhinovirus en tot nu toe waren allen mensen en onze naaste verwanten, de chimpansees, daar vatbaar voor.
Nu zijn wetenschappers van het Imperial College of London er echter in geslaagd een muis zo te manipuleren dat ze ook door het virus aangestoken kan worden.
Dat zal het veel makkelijker maken om nieuwe geneesmiddelen te testen, niet alleen tegen verkoudheden maar ook tegen asthma en bronchitis.
De rhinovirussen zijn een zestigtal jaar geleden ontdekt maar het bestuderen ervan verliep moeizaam omdat er geen experimenten met muizen konden uitgevoerd worden.
In Groot-Brittannië werd in 1946 een "Onderzoekseenheid tegen verkoudheden" opgericht dat werkte met menselijke vrijwilligers. Die sloot echter in 1989 de deuren omdat er geen succes geboekt werd.
En nu????????????? gaan ze nu weer onderzoeken doon met muisjes?????????????????
- Herdershonden en Veedrijvers - Pinchers, Schnauzers, Molossers en Zwiterse Sennenhonden - Terriërs - Dashonden - Spitsen en Oertypes - Lopende hond, zweethonden en verwante rassen - Staande honden - Retrievers en waterhonden - Gezelschapshonden - Windhonden
Herdershonden en Veedrijvers
Iedereen kent herdershonden. Deze honden zijn al sinds mensenheugenis een geweldige hulp voor herders en eigenlijk iedereen die met vee werkt. Het zijn namelijk harde werkers en doen, net als werkhonden, niets liever dan hun baasje helpen. Maar omdat ze gefokt zijn om over de velden te dwalen, zullen ze geen zin hebben om de hele dag aan je voeten te liggen. Dus neem deze hond alleen als je bereid bent hem genoeg beweging en mentale stimulans te geven, en veel, heel veel aandacht is belanrijk bij deze honden.
Pinchers, Schnauzers, Molossers en Zwiterse Sennenhonden
Pinschers en Schnauzers komen al sinds mensenheugenis voor in Duitsland. Ze werden speciaal gebruikt voor het verdelgen van ratten en muizen, maar waren ook heel geschikt als waakhond. Nu zijn het gemakkelijke vriendelijk huisdieren. Mollossers zijn vaak indrukwekkende honden die afstammen van de honden die met de Romeinen meevochten in de vele veldslagen, de Tibetaanse Dog en andere Aziatische oerrassen. Buldoggen, Boxers, Duitse doggen, Mastiff's zijn bekende mollossers. Zwitserse Sennenhonden stammen ook af van de Tibetaanse dog. Deze mooie dieren zijn eeuwenlang alleen in van de buitenwereld afgesloten dalen in Zwitserland als veedrijvers gebruikt en ondanks hun enorme populariteit pas kort bekend. Vooral om hun voorbeeldige rol in het gezin is de Sennenhond erg geliefd.
Terriërs
Honden die tot de terriërrassen behoren zijn echt geweldige gravers! Ze danken hun naam namelijk aan het Latijnse woord 'Terre', dat aarde betekent. Dat komt omdat terriërs oorspronkelijk gefokt werden om in de grond te wroeten en otters, wezels, dassen, vossen en ratten te vangen. Maar ze zijn ook ongelooflijk vasthoudend en zullen er zelden voor terugschrikken om de confrontatie aan te gaan, ook al zijn ze meestal vrij klein. Dus als je denkt dat deze 'stoere kerel' wel iets voor jou is en je bent niet bezorgd om je nette bloemperkjes, ga dan voor een echte terriër.
Dashonden
Deze kortpotige jachthondjes werden vroeger vooral gebruikt om in dassen- en vossenholen te kruipen. Ze zijn moedig, slim en energiek. Ondanks zijn korte pootjes is een teckel een stevige wandelaar. Als eigenaar van een teckel zul je stevig in je schoenen moeten staan want dit vrolijke, schrandere dier heeft een consequente opvoeding nodig.
Spitsen en Oertypes
Spitsen en oertypes zijn honden die nog dicht bij de wolf staan. Vooral de honden die uit het noorden komen, hebben een grote gelijkenis met hun vroege voorvader. Deze honden werden op allerlei manieren ingezet, ze werden gebruikt voor de jacht, als waakhond, als lastdier of soms zelfs als vleesreserve. Zonder oerhonden als de husky zou de mens waarschijnlijk nooit tot de polen zijn doorgedrongen. Noordse honden, huskies, keeshonden maar ook sommige rassen als de Mexicaanse naakthonden behoren tot de familie van de spitsen en oerhonden.
Lopende hond, zweethonden en verwante rassen
Lopende honden zijn er in alle soorten en maten. Maar liefst 70 rassen horen tot deze groep die meestal 'Brakken' worden genoemd. Je hebt ze in alle soorten en maten, kleuren en variaties. Van Beagles tot Bloedhonden en van Bassets tot Dalmatiers. Deze honden hebben een bijzonder goed ontwikkelde neus en werden tot voor kort vooral gefokt voor de jacht. Lopende honden hebben nog heel sterk hun jachtinstinct in zich en daarom blaffen ze snel en hebben ze veel ruimte en beweging nodig.
Staande honden
De Staande hond speurt het wild op en wijst het de jager aan door er roerloos voor te blijven staan. In feite is het een heel onnatuurlijke handelingen want de meeste honden zouden het wild opjagen en willen vangen. Het laat zien hoe gehoorzaam staande honden kunnen zijn. Daarom zijn ze tegenwoordig ook erg geliefd als begeleidingshond en zie je ze veel bij zoek- en apporteerwedstrijden. Met genoeg beweging tonen ze zich ideale gezinshonden.
Retrievers en waterhonden
Retrievers en waterhonden als spaniels zijn, zoals de naam al verraad, gek op water. Zien ze een plas of vijver, dan zullen ze zich maar moeilijk kunnen inhouden. Apporteren zit deze honden in het bloed en met een beetje training zul je zien dat ze hier echt meesters in kunnen worden. Daarnaast worden grotere rassen als de labrador- en golden retriever veel ingezet als hulp- of begeleidingshond. Wat verder bijzonder is aan deze kindvriendelijke rassen is dat ze een zogenaamde 'zachte bek' hebben. Dat betekent dat ze het wild of gevogelte dat ze hebben gevangen niet doorbijten.
Gezelschapshonden
Als je denkt dat gezelschapshonden lief, shattig en verlegen zijn, dan zit je er dus goed naast! Hun afmeting kan misleidend zijn en een verkeerde indruk van hun karakter geven. Deze stuiterende energiebundeltjes zijn gewoonlijk namelijk verre van verlegen en hebben er helemaal geen moeite mee om te laten weten wat ze willen en op hun strepen te gaan staan. Dat komt waarschijnlijk omdat veel van deze honden van terriërs afstammen. Bovendien worden ze als schoothondjes en koninklijke kameraadjes soms zo verwend dat ze de uitdrukking 'wat een hondenleven' eigenhandig een totaal nieuwe betekenis hebben gegeven! Maar aan de andere kant zijn gezelschapshonden ook enorm trouwe en lieve huisdieren. En zijn ze perfect voor mensen die in een kleine flat wonen of hun huisdieren niet veel beweging kunnen geven.
Windhonden
Van deze gracieuze honden wordt gezegd dat ze tot de oudste rassen van de wereld behoren. Ze zijn rank maar taai en razendsnel. Aan hun bouw kun je al zien dat ze veel beweging nodig hebben. In tegenstelling tot andere jachthonden, jagen windhonden op het zicht en niet op de 'neus'. En als ze eenmaal een 'prooi' op hun netvlies hebben houdt niets ze meer tegen. Het is in Nederland dan ook verboden om windhonden los te laten lopen. Deze topsporters moeten dagelijks minstens een flinke wandeling naast de fiets kunnen maken, anders doe je ze beslist geen plezier.