Mijn boeken
Inhoud blog
  • 5.2.3., tweede deel
  • 5.2.3., eerste deel
  • 5.2.2.
  • 5.2.1., tweede deel.
  • 5.2...5.2.1., eerste deel

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    populaire geloofshandleiding
    19-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    2.5.2.2 U leert zich thuisvoelen bij God

    " Indien gij uw gruwelen wegdoet, dan behoeft gij niet te vlieden� (Jer. 4:1).

    Mensen, die hun slechte eigenschappen en hun minderwaardige handelen ' hun gruwelen' niet wegdoen, kunnen het licht van de Heer niet verdragen. Eenmaal zullen 'de aarde en de hemel' voor Hem wegvluchten (Op. 20:11). Men zou dit zo kunnen zien: er zullen eens mensen en gevallen engelen zijn, die zichzelf veroordelen, omdat ze het schijnsel van Gods lamp, dat alles doorlicht, niet kunnen verdragen. Zelf gaan ze de eeuwige duisternis in. God brengt ze daar niet. ze gaan in zekere zin eigener beweging, zij het ook gebonden door hun zonden, die ze niet wilden laten. Maar voor u,die zich radicaal - tot in de wortels van uw bestaan- aan het bekeren bent, geldt dat niet. U wilt uw zonden wel laten. U bent bezig, uw driftuitbarstingen, uw getreiter (waarmede u uw naaste, vooral uw allernaaste kwelde), uw spilzucht, uw gevloek, uw paniekzaaierij, uit te bannen. U jaagt in de naam van Jezus de boze geesten weg, die u aanzetten tot uw getier, gescheld en gekonkel. Naarmate u de gruwelen van uw hoogmoed, hebzucht en eigenwijsheid afzweert, voelt u zich meer op uw gemak in de aanwezigheid van de Heer.

    19-05-2007, 19:27 geschreven door Gerritse

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    2.5.2        De richtingaanwijzer van het afrekenen met allerlei afgoden (gedachte)

     

    Overwegingen:

    –         u opent de weg naar God (2.5.2.1);

    –         u leert zich thuisvoelen bij God (2.5.2.2);

    –         u sluit de weg, die u afleidt van God (2.5.2.3).

     

    2.5.2.1     U opent de weg naar God

     

    “Indien gij u met uw gehele hart tot de Here bekeert, doet dan de vreemde goden en de Astartes uit uw midden weg en richt uw hart op de Here en dient Hem alleen, dan zal Hij u redden uit de macht der Filistijnen” (1 Sam. 7:3).

     

    U hebt wel eens eerder een poging gedaan om u te bekeren. U probeerde al eens eerder de hand van de Heer vast te pakken. Het lukte toen niet. U kreeg geen greep. Al eerder trachtte u uw been over de rand van het ravijn te slingeren. Maar het ging niet. Een zwaar gewicht trok u terug. Waarom lukt het u nu dan wel? Kijk, vroeger stonden de wegwijzers naar het heil van God er ook wel. Maar u kon ze niet lezen, omdat u ze nog niet wilde lezen. Maar nu kunt u ze lezen, omdat u het nu wilt. U ziet de waarheid: ik moet de vreemde goden wegdoen.

     

    Even een voorbeeld: lang zat u ergens in een samenkomst. Men trachtte u te helpen. Thuis echter waren er die boeken over astrologie, die er niet alleen stonden, maar die door u ook werden verslonden. Zij maakten u zo vol, dat er geen plaats meer was voor het werkelijke positieve denken, dat God u wilde geven. Nu hebt u die boeken gezien als ballast: u leest er niet meer in. Voor de veiligheid hebt u ze maar weggedaan. Want, overlegde u, ik ben op dat punt nu eenmaal zwak, laat ik op mijn hoede zijn voor die hartstocht (Mal. 2:15). Hè, wat een opluchting!

     

    Nu moet u niet denken: “O, ik heb geen boeken over astrologie en geheimzinnige hoeken en lichtinvallen en afmetingen. Met mij is alles oké”. U begrijpt toch, dat het maar een voorbeeld was, één uit duizenden. Een voorbeeld dan nog, dat alleen maar opgaat in een speciale situatie, voor een bepaald mens. Eigenlijk nog een beetje ‘wereldvreemd’ voorbeeld ook.

     

    Daarom nog een voorbeeld, wat dichter bij. Daar is een jongen van negentien. Altijd een beetje een ‘wilde’ geweest. Toen hij twaalf was, kocht hij boekjes met de meest perverse porno, om zijn vriendjes te overbluffen. Wisten zij veel! Ze zaten maar wat dom te grinniken om wat ze in de verste verte niet snapten. De jaren gingen voorbij. Je werd zestien, te groot om die rommel nog te kopen. Maar de boekjes staan nog in je kast. Nu begrijp je ze. Vroeger overdonderde jij er je vrienden mee. Nu vergiftigen ze jou; op de jeugdclub weet je je daardoor een ‘vreemde eend in de bijt’. Zou het nu geen tijd worden om die hele ongein in de vuilnisbak te doen? Woensdag komt de ophaaldienst. Vanuit je kamer zie je, hoe je Baäls en Astartes (letterlijk: mannelijke en vrouwelijke afgoden) worden ingeladen en weggeperst. O, wat een bevrijding.

     

    Gaat u toch nog eens uw geestelijke inventaris na? Geen enge boeken, geen vieze boekjes. Allemaal dik voor mekaar? Maar er zijn nog veel meer Astartes: bepaalde te benoemen gegevenheden, die u vereert of waarvan u de slaaf bent, of waaraan u zekerheid ontleent. Vroeger zag u ze wel, maar u wilde ze niet opruimen. U zei: “Mijn hardrockband en mijn optreden en misschien mogen we toch wel eens in Top Pop”. Of: “Mij kan niets overkomen met mijn ziektekostenverzekering en mijn waardevast, welvaartsvast salaris en pensioen”. Waarom noem ik nu juist zulke weinig opvallende Astartes? Och, iedereen komt al aandraven met de twee ‘smaakmakers’: rookverslaving en drugsverslaving. Het is goed om eens iets anders te noemen.

     

    Maar – hoe dan ook – nu ziet u uw Astartes, maar – en dat is het verschil – nu wilt u er af.

     

    Nu kunnen ‘de Filistijnen’ u niet meer zo onderdrukken als vroeger.

    Toen:

    –         was er altijd wel een demon, die uw ‘geloofshand’, die u in gebed naar Jezus uitstrekte, deed verkrampen;

    –         waren er boze geesten, die als zware gewichten aan u hingen;

    –         waren er steeds stemmen, die u influisterden: “Doe niet zo gek. Dadelijk hebben alle mensen in de gaten, dat je ook van die ploeg bent. Piet draaide gisteren zijn hoofd om, toen hij je zag. Hij wist het al”.

     

    Nu:

    –         zegt u: “Satan… in de naam van Jezus, de Zoon van God… weg!”

    –         haalt u die reddende rotsrichel, die u nooit kon bereiken;

    –         ligt u weliswaar uit te hijgen, maar na verloop van tijd richt u zich op om verder te gaan;

    –         ziet u de wegwijzer: ‘niemand anders dan Jezus’.

    U bent op de goede weg, omdat u begonnen bent uw afgoden weg te doen. De route naar God is niet meer ondergesneeuwd… de sneeuwschuiver kwam langs.. de pas is vrij!

     

    12-05-2007, 19:18 geschreven door Gerritse

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    2.5.1.3 Ervaringen binnen de lichtkring

    “Maar ook nu nog luidt het woord des Heren: “Bekeert u tot Mij met uw ganse hart en met vasten en met geween en met rouwklacht. Scheurt uw hart en niet uw klederen en bekeert u tot de Here, uw Godâ€?. Want genadig en barmhartig is Hij, lankmoedig en groot van goedertierenheid, berouw hebbende over het onheilâ€? (Joí«l 2:12,13).

    Eerst even enkele kernbegrippen:
    â€? Met uw ganse hart: niets achterhouden van uw gehele persoonlijkheid. Al uw parmantige uitspraakjes durven toetsen aan het woord van God. Als u bijvoorbeeld neuswijs zegt: “Waarom zou ik God iets vertellen van mijn nood. Hij weet toch alles alâ€?, zo'n babbeltje na toetsing herroepen (Philipp. 4:6).

    � Vasten: ook eens een pleziertje durven loslaten. U niet meer verdoven met een stroom van recepties en feesten en verstrooiing. Die herrieknop eens even durven omdraaien. De stilte niet eng vinden, maar daarin leren luisteren naar gedachten, die God in uw hart laat opwellen.

    � Geween en rouwklacht: niet meer vloekend en tierend razen tegen die rotte maatschappij. Blozend van schaamte, verdrietig, aangeslagen, kleintjes, durven toegeven, dat uw eigen inbreng in die maatschappij ook wel beurse plekken had. Ook eens willen letten op door u verknoeide kansen, door u aangericht leed.

    â€? Scheur uw hart en niet uw klederen: geen uitwendige emotie, zo van: “Hí¨, wat ontroerend allemaal… en dat zingen… ik werd er zo door aangegrepenâ€?, maar een inwendige beroering: “O God, wat ben ik stom geweest; vergeef meâ€? (Luk. 8:13).

    � Genadig, barmhartig, lankmoedig, goedertieren: u begint er oog voor te krijgen, hoe al die heerlijke eigenschappen van God aan de dag traden. Toen Hij op dat volkomen oorspronkelijke idee kwam. Deze vondst: u redden, doordat Jezus deed, wat u niet doen kon: voor uw fouten betalen. Die lankmoedigheid, om uw zonden te verdragen, zolang de tijd nog niet rijp was voor meer. Die barmhartigheid om uw zonden te willen vergeven, toen de tijd gekomen was. Die goedertierenheid, dat zo doortrokken zijn van goedheid, dat er oneindig veel mogelijkheid was om uw zonden ook te kunnen vergeven, zodat die zonden verzwolgen werden in een stroom van goedheid. Die genade om dan ook alles te geven om de kloof te overbruggen (Joh. 3:16).

    U bent door de open deur naar binnen gegaan. U bent aan Gods tafel gaan zitten tussen al die anderen. Zijn licht omgeeft u (Luk. 8:16). De ervaringen met Hem overweldigen u. U bent thuis. U volgt de wegwijzers naar een beter leven. U wandelt in het licht met Jezus, het duist're dal ligt achter u. Goed, dat dal ligt nog vlak achter u, gevaarlijk dichtbij, maar toch: achter u, achter u. Als u vooruit wandelt, vermindert het gevaar om er in te vallen.

    06-05-2007, 18:06 geschreven door Gerritse

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    2.5.1.2 Uw gaan tot de lokkende lichtkring

    “Indien gij u bekeert, Israí«l, luidt het woord des Heren, dan moogt gij tot Mij wederkerenâ€? (Jer. 4:1).

    Hoe dikwijls hebt u niet geprobeerd om 'fijn te gaan leven'. U las boeken over de geweldloosheid, maar toen het onrecht u al te na kwam, werd ook u â€? mak lam â€? gewelddadig. U stevende op de horizon af van het milde, hogere, begrijpende, glimlachende denken. Toen u er echter 'bijna was', ging iemand 'op uw tenen staan'. Wat was u opeens hard, bekrompen, platvloers en nors. En wat was die horizon opeens ver â€? onbereikbaar ver â€? weg. Maar nu!! U hebt gestameld: “Heer… vergeef… alleen het offer van Jezus... zijn bloed, voor mij gestortâ€?. wat ging dat tegen 'dat hoogmoedige vlees van u' in! U dacht: “Wat doe ik nu toch; dit kan ik toch niet maken!â€? Maar de gelovige, die u hielp, zei: “Satan, in de naam van Jezus, de Zoon van God, laat haar los!â€? (Luk. 10:17). …en er kwam een ontspanning over u; nooit gekend.

    En nu, die verre, peilloos verre horizon, komt weer naar u toe, lokkender dan ooit, anders dan vroeger. Er is een gedachte in u, stil als een heel zwak geruis: “Nu jij je tot Mij keert, dat heel kleine stapje in jouw eindigheid, keer Ik Mij tot jou, die grote stap in mijn oneindigheidâ€?.

    Weer een goed teken: u wordt u bewust, dat u een mogelijkheid krijgt voor een inniger, meer harmonisch leven. U hebt de berg bestegen van het 'uzelf prijsgeven in de bekering' en nu kijkt u rond…

    Er is een versje:
    “The bear went over the mountains (3x)
    to see what he could see.
    But all what he could see (2x)
    Was the other side of the mountains (3x)
    was all that he could see�

    Dat versje klopte vroeger, van die nieuwsgierige beer, die een berg beklom en geen ander uitzicht had dan: meer bergen! Maar nu klopt het niet meer! Een uitzicht op een blinkende stad ontrolt zich (Hebr. 12:22). U ziet licht, zo veilig, zo beschermend, als u het soms wel in een kring een tafel met een gezin er aan, ziet omvatten.

    De omstandigheid, dat u er oog voor kreeg, dat een vrediger, voller leven mogelijk is met Jezus, is een bewijs ervoor, dat u de goede wegwijzers volgt. Loop maar door; de deur van Gods huis staat open. Aan tafel is best nog een plaats vrij (Luk. 22:30, Joh. 14:2).

    28-04-2007, 18:36 geschreven door Gerritse

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    2.5 DE GOEDE WEG EN ZIJN RICHTINGAANWIJZERS (hoofdgedachte)

    Gedachten:
    De richtingaanwijzers van:
    � het komen binnen de kring van Gods liefde en barmhartigheid (2.5.1);
    � het afrekenen met allerlei afgoden (2.5.2);
    � zich richten op God en uitredding door God (2.5.3);
    � terugkeer in wat � geestelijk gezien � het eigen land is (2.5.4);
    � opbouw en inzicht (2.5.5);
    � verandering van bestraffing in bevrijding (2.5.6);
    � blijdschap, die wordt teweeggebracht (2.5.7);
    � hoe Jan en Joke kwamen, waar ze behoorden te komen (2.5.8);
    � slotopmerkingen (2.5.9).

    2.5.1 De richtingaanwijzer van het komen binnen de kring van Gods liefde en barmhartigheid (gedachte)

    Overwegingen:
    � geen grens tussen u en de lichtkring (2.5.1.1);
    � uw gaan tot de lokkende lichtkring (2.5.1.2);
    � ervaringen binnen de lichtkring (2.5.1.3).

    2.5.1.1 Geen grens tussen u en de lichtkring

    “Wanneer gij u tot de Here uw God, bekeert en naar zijn stem luistert,overeenkomstig al, wat ik u heden gebied, met geheel uw hart en met geheel uw ziel, dan zal de Here uw God in uw lot een keer brengen en Zich over u erbarmenâ€?(Deut. 30:2,3).

    Merktekens markeerden uw ongemerkt, verliezend afglijden, toen u op de slechte weg was. Richtingaanwijzers, andere merktekens, begeleiden uw inspannende, overwinnende klim, nu u op de goede weg bent. Het wordt lichter, warmer; het mag dan al buiten uw levenshuis stormen: het binnenklimaat wordt vriendelijker. U hoort de stem van Hem, Die u zoekt. Die stem wordt duidelijker. U leert er nauwkeuriger naar luisteren. Met elke vezel van uw wezen bent u er steeds meer op gericht, elke aanwijzing op te volgen. Nu begint de Heer uw omstandigheden in gunstige zin te veranderen. Hij redt u vol liefde uit alle nood. Hoe? Laat ik eens een voorbeeld nemen uit duizenden. Hecht er niet te veel belang aan: ik had net zo goed een nadere situatie kunnen kiezen.

    God begint bijvoorbeeld uw mensenschuwheid weg te nemen. Nooit durfde u zich temidden van grote groepen te vertonen. Door die angst werd u steeds meer in de eenzaamheid gedrukt. Maar dat is over; u bent al verschillende malen in een drukke kerkdienst geweest.

    Kijk, dat is nu één van de duizend bloemen, die God laat bloeien. Dat is nu vol erbarming een keer brengen in iemands lot. Nu kan elk voorbeeld ook weer ontkracht worden. Iemand zou kunnen zeggen: “Ja, ja, zo ging het mij ook. Maar ik kreeg van mijn nieuwe vrienden toch een dreun op mijn hoofd! Nu ben ik meer mensenschuw dan ooitâ€?. Maar ook dan zeg ik: “Volhouden; uw volledige overwinning komt, tienmaal zoeter dan de eersteâ€? (Rom. 8:17).

    Terug nu naar de tekst. Nog weer even over: 'met geheel uw hart en met geheel uw ziel'. Een oppervlakkige bekering garandeert u Gods erbarming niet. Alhoewel: God is uiterst royaal (Ps. 34:9). Mensen, die zich helemaal gevoelsmatig tot Hem keren, ontvangt Hij opmerkelijk feestelijk. Hij, de grote Kenner van de harten (Hand. 15:8), ziet kansen, waar wij, mensen, zeggen: “Moet je daar nu zien! Die drijft toch wel totaal op zijn emotiesâ€?.

    Maar goed, er is een wegwijzer vanuit doodse kilte naar levende warmte. Wanneer u er plezier in hebt om God uit liefde te gehoorzamen, dan loopt u met die wegwijzer mee.

    God is licht (1 Joh. 1:5). Rondom Hem is het licht. Vroeger vluchtte u van dat licht vandaan (Joh. 3:20). Er was een grens tussen u en die lichtkring. Nu is die grens weg. U vlucht niet meer, maar u wordt door dat licht gelokt (Joh. 3:21).

    21-04-2007, 18:33 geschreven door Gerritse

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    2.4.4.4 Laat de zonde los van de geestelijke luiheid

    “En aan hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt: “Met het gehoor zult gij horen en gij zult het geenszins verstaan en ziende zult gij zien en gij zult het geenszins opmerken. Want: het hart van dit volk is vet geworden en hun oren zijn hardhorend geworden en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet zien met hun ogen en met hun oren niet horen en met hun hart niet verstaan en zich bekeren en ik hen zou genezenâ€? (Matth. 13:14,15).

    De Heer Jezus herhaalt hier woorden, door de profeet Jesaja gesproken. Een situatie, die zich voordeed in de dagen van Jesaja, deed zich weer voor in de tijd van Jezus. Naar mijn mening gaat het hier om een algemeen menselijk verschijnsel, dat ook nu � in onze tijd � kan plaatsvinden. Welke toestand wordt hier beschreven? (ik vertaal het nu maar direct in termen van onze tijd). Er zijn mensen die:
    � met hun oren de goede woorden van God horen;
    � met hun ogen de goede daden van God zien;
    � met hun innerlijk iets van de liefde van God doorvorsen.
    Maar het is net niet genoeg! Ze worden geroerd tot in het diepste van hun emoties. De ervaring 'brandt echter niet door de bodem van hun ziel heen'. Hun diepste innerlijk, de geest, blijft onbereikt.
    � hun geweten weigert, fouten te erkennen;
    � hun geloof blijft zich aan schijnzekerheden vastklemmen;
    � hun diepere kennen kan de zonde niet radicaal herkennen en laten;
    En dan… worden ze immuun! Ze verdragen elke prediking!
    â€? bij de meest dringende uitnodiging om te breken met de zonde, zuigen ze bedachtzaam op hun pepermuntje en denken aan… niets!
    â€? duivelen worden uitgedreven in de naam van Jezus; zij overwegen: “'t Duurt weer lang vanmorgenâ€?;
    â€? zieken vinden genezing onder handoplegging in de naam van de Meester; zij zitten te dubben: “Die vrouw komt wel vaker naar voren, dacht ik toch… ja, klopt; ik heb ze wel meer gezienâ€?;
    � de onverbiddelijke ondergang van de halfhartigen in de eindtijd wordt aan hen voor ogen gesteld; even schrikken ze wakker, maar dan dommelen ze weer voort.
    Zij hebben zich niet laten genezen door de Heer. Zij hebben zijn medicijn wel gebruikt maar:
    � met te grote of te kleine doses;
    � zonder de kuur af te maken;
    � op verkeerde tijden;
    � niet op de nuchtere maag.
    In het algemeen dus:
    � niet in overeenstemming met zijn richtlijnen.
    Nu doet Gods medicijn hen niets meer. Nu kan de Heer hen met zijn genezing niet meer bereiken. Hoe kan men het zich ook voorstellen? Toen de boodschap van de Heer in hun bewustzijn binnenkwam, weigerden ze de reeds aanwezige inhoud van hun persoonlijkheid kritisch te bekijken. Verkeerde en nutteloze vulling hadden ze weg behoren te doen. Nu dat niet gebeurde, kwamen de woorden van de Heer in een vol huis. Die genezende woorden werden verdund en ontkracht door de overdaad van andere � deels ook nog verkeerde � indrukken, die men liet blijven. U, bekeerde, behoort hiervoor te waken. Vraag Jezus maar om hulp. U zou Hem bijvoorbeeld kunnen vragen:
    â€? “Heer, ik wil geen innerlijk, dat door vetkwabben van gewenning van U wordt gescheiden;
    � ik wil geen oren met vuilproppen van sleur erin, zodat uw stem vaag en onduidelijk tot mij komt;
    â€? ik wí­l geen geestelijke slaperigheid, zodat ik uw glorie niet kan zien.
    Ik wil mij honderd procent omkeren naar U toe.
    � geef mijn hart een geestelijke vermageringskuur Heer;
    � haal met uw wattenstaaf de smeer uit mijn oren;
    � Heer, en die vermoeidheid, die mij zo slaperig maakt; daar doet U ook wat aan!
    Dank u Heer�.

    En hoe doet God dat dan? Hij leert ons om zijn medicijn goed te gebruiken:
    � door constant te zijn in onze geloofsbeleving, niet eerst overenthousiast en daarna weer geheel en al ontmoedigd (Matth. 13:20,21);
    � door rustig door te gaan; zijn weg helemaal af te lopen, hoe de steeds wisselende omstandigheden ook zijn (2 Cor. 6:8);
    � door heel ons leven, heel ons werk, heel onze tijd, altijd aan Hem op te dragen (Col. 3:17);
    � door onze wandel in de hemelse gewesten te hebben (Ef. 2:6), de enige manier om met je voeten stevig op de grond te blijven, nuchter (1 Thess. 5:6), waakzaam (1 Petr. 5:8), niet zweverig.

    En hoe maakt God uw levenshuis wat minder vol? Hij maakt u kieskeuriger. U leest niet meer alles, wat uw huis binnenkomt. U kijkt niet meer naar alles, wat via de t.v. binnenstroomt. U luistert zelfs niet meer naar die lieve, vrome broeder, die slechte geruchten over medegelovigen zo vakkundig bij u wist binnen te lepelen.

    U bent � kortom � geen 'August Argeloos' meer op geestelijk terrein. Nu u uw innerlijke luiheid van u hebt geschud, bent u aan het leegworden van allerlei rim-ram van gedachten. U staat open voor Gods woorden. Uw luiheid verandert in ijver (2 Petr. 1:5).

    14-04-2007, 19:24 geschreven door Gerritse

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    2.4.4.3 Laat de zonde los van de zelfingenomenheid

    “Brengt vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt! Beeldt u niet in, dat gij bij uzelf kunt zeggen: “Wij hebben Abraham tot vaderâ€? (Matth. 3:8,9).

    Johannes de Doper spreekt hier tot mensen, die zichzelf zoet hielden met een schijnzekerheid. Ze stamden af van Abraham. Hun stamvader had door zijn opmerkelijk en diep geloof een bijzondere band met God. Er was aan Abraham een belofte gegeven, dat uit hem een volk zou voortkomen, dat ook zulk een bijzondere band met God zou hebben (Gen. 22:17). Bij vele van zijn nazaten bestond nadien een misverstand. Zij redeneerden: “Wij stammen in de lijn der geslachten â€? van vader op zoon dus â€? van Abraham af. Dan staan wij daarom nu in dezelfde speciale verhouding tot God, als hij vroeger stondâ€?. Dat was fout gedacht: Abraham geloofde in God en dat geloof droeg vrucht. Wie niet in God gelooft, brengt geen vrucht voort, zoals Hij dat bedoelt. Als men niet gelooft zoals Abraham, doet het dus niets ter zake of men langs de natuurlijke weg afstamt van Abraham. Daarentegen: wie in God gelooft zoals Abraham, staat in dezelfde innige betrekking tot de Eeuwige als deze. Of men dan in de lijn van de geslachten niet van Abraham afstamt, is van geen enkel belang. Daarom zegt Johannes de Doper: “Wat kan het mij schelen, dat jullie 'raszuiver' zijn. Waar is jullie vrucht? Ik zal alleen maar aannemen, dat jullie echt bekeerd bent, als het uit jullie handelen blijkt. Aan smoesjes, dat je 'bij zo'n goede ploeg hoort', heb ik niets. Praatjes vullen geen gaatjes. Alleen door daden laat ik mij overtuigenâ€?.

    Wanneer u bekeerd denkt te zijn, kan er toch deze gedachte bij u postvatten: “Ik zit bij een heel beste, maatschappelijk hoog aangeschreven kerk. Ik breng mijn stem uit op een in de lijn liggende politieke partij. Ik ben georganiseerd in een vakbond, die ook al 'mijn soort mensen' omvat. Ja, hoor eens; als ik dat geregelde, geordende leven van mij vergelijk met die ordeloze meningentroep 'buiten', dan moet ik toch zeggen, dat ik een hele voorsprong heb, ik ben toch wel in de lijn van 'grote mannen van God' in het verledenâ€?. Als u die zelfgenoegzame, zielse zekerheden blijft koesteren, raakt u nooit helemaal los van de slechte weg. U kunt van die weg niet vandaan blijven, als u alleen als vrucht hebt:
    � degelijkheid;
    � voortzetten van 'het vaderlijk erfdeel'.
    Bekering behoort een betere vrucht te dragen:
    � een 'geestelijke' vrucht;
    � een vrucht van geloof in God;
    � de 'vrucht van de Geest' (Gal. 5:22).
    Bid uw Vader ook maar hierom. Natuurlijk kom ik op de doop in de Geest nog terug. Maar: vraag vast om een voorschot. Zeg: “Here Jezus, ik ben blij met mijn fatsoenlijkheid, maar ik bouw er niet meer op. Ik ben dankbaar voor de genade, die U ook daarin gegeven hebt. Heer, wilt U mij een andere, veel hogere, geestelijke vrucht laten dragen? (Ef. 5:9). Dank U!â€?

    07-04-2007, 18:40 geschreven door Gerritse

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    2.4.4.2 Laat de zonde los van de wereldgelijkvormigheid: het net zo zijn als ieder
    ander

    “Efraí¯m vermengt zich met de volken. Efraí¯m is een koek, die niet gekeerd is. Vreemden hebben zijn kracht verteerd, maar hij beseft het niet. Zelfs ligt grijsheid over hem gesprenkeld, maar hij beseft het niet. Zij hebben zich niet bekeerd tot de Here en zij hebben Hem trots dit alles niet gezochtâ€? (Hos. 7:8-10).

    a) Het volk uit oude tijden, waar het in deze tekst om gaat, had een taak. Het moest zijn eigen identiteit bewaren. Alleen binnen dat raam van helemaal zichzelf zijn kon het zijn roeping vervullen. Die roeping was tweeledig:
    � dragen van een belofte van God;
    � meehelpen aan een plan van God.
    Die belofte en dat plan betroffen de eerste komst van God Zoon.
    � God had het plan om door middel van zijn Zoon in de wereldgeschiedenis in te grijpen;
    â€? Zijn Zoon zou door de poort van de geboorte in de arena binnentreden voor de grote strijd. Uit het volk Israí«l, waarvan Efraí¯m deel uitmaakte, zou Hij geboren worden.
    Wat een roeping; wat een taak! Telkens echter dreigde het volk tekort te schieten. Ze vermengden zich met andere volken en kwamen zodoende niet tot taakvervulling. Zo werden ze ook ontrouw aan hun roeping.
    b) Daar kwam nog iets bij! Ze hadden allerlei negatieve ervaringen, die het leven van alledag kan bieden:
    � Verleidingen overwonnen hen;
    � Grievende bejegeningen verbitterden hen;
    � Verslavingen overmeesterden hen.
    Op allerlei manier roosterde de duivel 'de koek van hun leven'. Dat 'roosteren' werd tot 'aanbranden', tot 'verbranden' zelfs.
    c) En nooit, nooit kwamen ze ertoe, nu eens 'op hun andere kant te gaan liggen'. Hogere ervaringen met de Heer zouden hen goed gedaan hebben. Maar zo was het nu eenmaal niet. De realiteit was, dat hun zielse leven overladen, over-gaar, verschroeid werd door aardse en demonische belevenissen. Hun geestelijk leven evenwel kreeg geen enkele aanraking van God. Het bleef ongaar en klef.
    d) En: er kwam nog iets bij! In de veeleisende dienst van allerlei afgoden teerden zij weg. Met de cultus van die tijd gingen seksuele uitspattingen gepaard. De daarmee verbonden orgií«n roofden hun lichaamskracht. Ingewikkelde vragen werden in hun brein binnengesmokkeld door zelfverzonnen of geí¯mporteerde godsdiensten. Het overpeinzen van die nep-problematieken tapte hun denkkracht af. Ze hadden niets in de gaten, maar eigenlijk waren ze innerlijk al oud en moe aan het worden. En: iets van wezenlijke waarde was er nog niet uit hun handen gekomen. Oud en moe en leeg, terwijl ze er uiterlijk misschien nog jong uitzagen.
    e) Wat was het nodig, dat deze mensen zich omkeerden om de Heer te zoeken. Hem hadden ze nodig om nu eens -eindelijk te komen tot:
    � taakvervulling en roepingsgetrouwheid;
    � opbouw van de contactgestoorde diepste wezenskern: de geest;
    � een verjongingskuur in Gods schoonheidssalon met blijvend gunstig gevolg voor de ziel.
    Maar: zij bekeerden zich niet.

    Ad a:
    Deze dingen zijn ook tot uw lering geschreven (Rom. 15:4). Wanneer u begint met zich te bekeren, begint u ook te behoren tot God volk, niet ut oude tijd, maar van de nieuwe tijd. U krijgt dan ook een taak. Ook u behoort uw identiteit, uw eigenheid als kind van God, uw apart gesteld zijn als zodanig (Hebr. 10:10) waar te maken. Alleen zo kunt u de roeping van de nieuwe tijd, de nog meer omvattende roeping vervullen:
    � u draagt de voortgezette belofte van God;
    � u helpt mee aan Gods voortgezette plan.
    Dat plan en die belofte betreffen de tweede komst van Gods Zoon.
    � God heeft het plan om opnieuw, door middel van zijn Zoon in de wereldgeschiedenis in te grijpen (Open. 1:7);
    � nu gaat zijn Zoon naar de veldslag aan de spits van een leger van medestrijders, zijn keurkorps (Op. 19:14). U mag soldaat zijn in dat leger, als u uw taak en roeping volledig waar maakt (Op. 14:4).
    Dat is me nog eens een taak! Wat een kanjer van een roeping. Nooit behoeft u zich meer af te vragen: “Waarom leef ik nu eigenlijk? Wat is de zin van mijn bestaan?â€? Maar ook u kunt tekortschieten, ook u kunt door wereldgelijkvormigheid helemaal opgaan in de massa; door uw net zo zijn als wie dan ook onherkenbaar en onbruikbaar worden als 'apart geplaatste'. Zo zou ook u aan taakvervulling en roeping niet toekomen.

    Loskomen van de slechte weg is één ding, losblijven een tweede. Hoe blijft u los? Laat ik eens een voorbeeld noemen van niet-wereldgelijkvormigheid, waardoor dat losblijven bevorderd wordt. Het is ook een illustratie daarvan, dat u heel anders bent geworden, omdat u Christus hebt leren kennen (Ef. 4:20). Stel: er wordt vuile, obscene taal uitgeslagen, waar u bij bent. Nee, nu niet bleekjes meelachen, niet meehuilen met de wolven in het bos. U plaatst zich buiten de sfeer. Hoe? Irriterend en negatief? Met een uitgestreken gezicht zeggen: “Ik doe daar niet meer aan mee…â€? (u weet wel, met zo'n zuinig samengetrokken mondje). Hí¨ nee, vraag God maar om wijsheid, als die u voor deze situatie ontbreekt (Jac. 1:5). Hij geeft u tientallen positieve manieren om uw 'heiliging' â€? uw 'afzonderlijk gesteld zijn' â€? te laten zien (Philipp. 2:15). U zult die heiliging kunnen tonen op een aantrekkelijke, tot gezonde jaloezie prikkelende manier.

    Overigens â€? even terzijde â€? als er een verkeerde sfeer in uw omgeving is, dan kunt u 'van binnen' zeggen: “Boze macht, vloekgeest (bijvoorbeeld), ik bind jouw macht in de naam van Jezusâ€? (Matth. 18:18). Zo irriteert u de mensen niet en de demon kan niet zo vrijuit meer doorgaan met zijn kwade praktijken. Ik kom hier later â€? niet in deze bijbelstudie - breder op terug.

    Kijk, in zo'n sfeer van positieve niet-vermenging groeit u naar uw roeping toe, helper van God te zijn.

    Ad b:
    Hiervoor heb ik geschetst, hoe dat volk van vroeger te kampen had met allerlei neerdrukkende belevenissen. Daarmede moet ook elke pas bekeerde rekening houden. U moogt zich echter beslist niet laten verbitteren, verleiden, verslaan. U zult op die punten wel eens struikelen, misschien zelfs vallen, maar u mag niet blijven liggen. Dan immers krijgt de duivel een kans u te laten 'aanbranden', zo niet erger. Als de duivel de 'koekenpan' is, bakt u dan, ondanks uw aanvankelijke bekering nog min of meer aan hem vast. In het gewone, dagelijkse leven wordt een aangebakken pannenkoek wel 'gered', maar hij komt in stukken en brokken uit de bakvorm. Hij blijft eetbaar, maar gaat met de andere mislukkelingen op een apart schaaltje, afgezonderd van de glorieus gelukte exemplaren. In het geestelijk leven gaat het net zo. Vele bekeerde mensen bakken toch vast aan de meedogenloze bakvorm van satan. Zij worden gered, maar als door vuur heen (1 Cor. 3:15). Zij bereiken het rijk van God, maar deerlijk beschadigd (Op. 2:11). Zij kunnen zich troosten met het weten, dat zij uiteindelijk helemaal heel gemaakt zullen worden (Op. 22:2), maar toch, het feest had groter kunnen zijn. Sommigen van hen, die in het duizendjarig rijk binnenkomen vanuit de eindtijd van deze bedéling, voelen dankbaarheid, maar toch ook iets van spijt. Kijkende naar de lijfwacht, zeggen ze: “Die lieten zich bijtijds keren!â€? (zie de raamvertelling).

    Ad c:
    Vraag aan God in de naam van Jezus:
    “Heer, zet uw gereedschap maar tussen mij en mijn leven en de vernietigingswil van de tegenstander. Heer; ik zit al een beetje aan hem vast. Ik kan die honende bejegening, die medekinderen van God mij aandeden, niet kwijt! Er zijn ook bepaalde ruwheden, onbeschaafdheden, onhebbelijkheden, die ik maar niet van mij af kan zetten. Uw mes Heer, om mij los te snijden van mijn boze wegen; o, ik verlang er naar. Ha, daar is het. Heer… au… dank U heer… au, au… dank U. En zwaai me nu maar hoog op en vang me op in uw bakvormâ€? (voorbeelden gaan altijd mank).
    “Praat me geestelijk maar bij. O Heer, dat doet even heel pijn: mijn kleffe blubberigheid op uw bakplaat… oeiiii… maar wat een rust, wat een ontspanning voor mijn geest. Ga uw gang maar; wijst U het maar (Ps. 27:11). Wat merk ik daar: U krabt de harde schroeikorsten van mijn ziel (1 Cor. 6:11). Het komt goed. Dank Uâ€?.

    Ad d:
    Wanneer u zich bekeerd hebt, is uw denkkracht voor God. Geen vreemden mogen die energie opslurpen. Kan dat dan nog? Jawel; hiervoor zagen we één manier van wereldgelijkvormigheid: het zich net als andere wereldbewoners in de luren laten leggen door de vuile trucs van de duivel:
    � als hij de mensen opport om ons te haten: terughaten;
    � zet hij ze aan om ons te beroddelen: terugroddelen.
    Maar; wilt u nog een andere vorm van wereldgelijkvormigheid horen? (er zijn er genoeg!). Wel, hier komt hij: jezelf door andere mensen laten overheersen: een heel gewone, veel voorkomende domheid. Ik ga u met het nu volgende niet bang maken; u komt er ook wel doorhen, als het u overkomt, maar: een gewaarschuwd mens geldt voor twee.

    Het geval kan zich voordoen, dat iemand bekeerd is en de gelegenheid krijgt om anderen te onderwijzen aangaande Jezus. Door dat onderwijs aan die anderen krijgt hij een zeker moreel gezag bij die anderen. Er kan nu iets heel vervelends gebeuren. Dat gezag bij die anderen kan verworden tot macht over die anderen. En wat is dan het gevolg? Een geestelijk leidsman, die een groep mensen afzonderlijk zet, maar niet voor Jezus, maar voor zichzelf. Zulke leidslieden zijn dikwijls zelf zielenpieten. Het is niet de bedoeling om ze te bespotten. Maar, gevaarlijk zijn ze wel. Hun volgelingen doen alles voor de leider, maar de grote Leider komt niet aan zijn trekken. Later moeten gelovigen soms beschaamd erkennen: “Ik heb toch zo mijn best gedaan voor… (vul maar in), maar ik besefte helemaal niet, dat ik daardoor Jezus tekort deed. Wat heb ik mij het vuur uit de sloffen gelopen om de inzichten te verdedigen, die in deze kring golden: uren per dag. En waarom? Het waren uiteindelijk allemaal menselijke leringen en voorschriften, voorbestemd om te vervagen en te vervliegen (Col. 2:22)â€?. En, wat hebt ú daar nu voor boodschap aan? Ook u zult soms in de verleiding komen om mensen te gaan verheerlijken. Doe dat niet! Het belemmert uw loskomen van het oude leven. En: als u losgekomen bent, trekt zo'n houding u weer naar de oude fouten terug, kunt u er niet vandaan blijven. Wat was ook weer de hoofdgedachte? Loskomen en losblijven. Kijk maar alleen naar Jezus zelf (Hebr. 12:2), dan blijft u los. Mijd de zonde van wereldgelijkvormigheid. Steun niet op mensen, zelfs niet op de edelsten onder hen (Ps. 146:3).
    Ik neem aan, dat ik een rijk geschakeerde lezerskring heb. Daarom zullen er zeker zijn, die verrast opkijken en zeggen: “Laat ik nu toch altijd gedacht hebben, dat je niet wereldgelijkvormig bent, als je…â€? (en dan volgt er een opsomming, waarbij ieder weer wat anders invult):
    � niet fietst op zondag;
    � alleen maar een verouderde zwart-wit t.v. hebt, enkel om naar het nieuws te kijken;
    � meeloopt in een anti-abortus demonstratie;
    � een doekje op je hoofd en een knoetje in je haar hebt (uiteraard voor dames).
    Tot die enkelen zeg ik: “Het gaat om de binnenkant, dat zei Jezus alâ€? (Matth. 23:27). Je kunt heel wel de zonde van wereldgelijkvormigheid bedrijven, ook als je:
    � altijd naar de kerk loopt;
    � alleen maar godzalige lectuur leest;
    � alles zo vreselijk goed weet;
    â€? geen kettinkje draagt, omdat 'de bijbel het immers ook zegt' (1 Petr. 3:3). Overigens is dat de bedoeling niet: de vraag is in die tekst: “Hang jij aan je oorbel of hangt die oorbel aan jou?â€?
    Dus ook voor die 'enkelen' is het parool: doe de wezenlijke wereldgelijkvormigheid weg.

    De mensen van toen keerden zich niet om. Ze wisten ook zo weinig. U � mens van nu � weet veel. U keert zich wel om. U gaat naar Gods schoonheidssalon, waar de Heer uw leven vernieuwt en verjongt (Ef. 4:23). Alle teleurstellingen en verkeerde keuzen, hierboven beschreven:
    � houden u af van taak en roeping;
    � verhinderen 'geestverruimende' aanrakingen door Hem;
    � maken oud.
    Vraag aan de Heer om uw fris begin fris te houden. Vraag Hem u te helpen 'de blijde verwachting' vast te houden. Deze verwachting: dat mensen â€? en nog directer: ook uzelf â€? de volkomenheid zullen bereiken. Vertrouw Hem daarvoor, niet voor later, maar voor nu; voor de tweede komst van Jezus. Kijk uw innerlijk na, of de druilerige, grijze en vergrijzende regen neerzeurt van: “ Nou, ik moet het nog zienâ€?, of “Ik geloof er niet meer inâ€?. Laat het in uw leven niet triest plenzen met grote druppels van verongelijktheid, misnoegdheid en verontwaardiging. Die nattigheid vermengt zich met het duimdikke stof van de verkeerde weg tot een taaie smurrie, die uw definitieve loskomen verhindert. Maar; vleugels als van een duif (Ps. 55:7) krijgt u om weg te wieken, als u de raadgevingen, hiervoor vermeld, gaat opvolgen. Dus niet zeggen: “Hé, aardige verklaring hí¨?â€? hebben we allemaal niets aan. Doen!

    31-03-2007, 19:18 geschreven door Gerritse

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2010
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 22/09-28/09 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 08/09-14/09 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 17/12-23/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 03/12-09/12 2007
  • 26/11-02/12 2007
  • 19/11-25/11 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 05/11-11/11 2007
  • 29/10-04/11 2007
  • 22/10-28/10 2007
  • 15/10-21/10 2007
  • 08/10-14/10 2007
  • 01/10-07/10 2007
  • 24/09-30/09 2007
  • 17/09-23/09 2007
  • 10/09-16/09 2007
  • 03/09-09/09 2007
  • 27/08-02/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 13/08-19/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 27/11-03/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 02/01-08/01 2006
  • 26/12-01/01 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!