Mijn boeken
Inhoud blog
  • 5.2.3., tweede deel
  • 5.2.3., eerste deel
  • 5.2.2.
  • 5.2.1., tweede deel.
  • 5.2...5.2.1., eerste deel

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    populaire geloofshandleiding
    08-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    2.3.6 Bekering is geen verdienste, maar genade

    “Ik heb werkelijk Efraïm horen klagen: “Gij hebt mij getuchtigd, als een ongetemd kalf werd ik getuchtigd. Bekeer mij, dan zal ik mij bekeren, want Gij, Here, zijt mijn God” (Jeremia 31:1icon_cool.gif.

    De profeet Jeremia wordt er opgetogen van: het onmogelijke is gebeurd. Efraïm, het volk waartoe hij behoort, bekent schuld! Eindelijk komt het eruit: “Ja Heer, wij waren net zo ongetemd en net zo dwaas als (stier)kalveren. Die moeten met harde hand de tucht leren. Heer, wij weten, dat onze tegenspoed niet van u komt. Maar wij hebben ontdekt, dat die tegenspoed toch van uw kant elementen van tucht bevat. Daar zijn wij zo dankbaar voor Heer, dat wij ons nu echt naar u toe willen keren. Alleen, zelfs daartoe zijn wij niet in staat. U moet de aanzet ertoe geven, ook daarin zijn wij van U afhankelijk”. Het moet iets geweldigs zijn, als een hardnekkig volk zonder berouw eindelijk tot zo’n doorbraak komt. Heerlijk, als je het goed meent met je volksgenoten en ze komen tot inzicht!

    Misschien hebben velen van u de weg gewezen naar God en mistroostig gezwegen, als u hun opmerkingen weglachte en wegwuifde. Wat zullen die raadgevers van lang of kort geleden blij zijn, als u alsnog tot een goed inzicht komt. Het gaat natuurlijk niet allereerst om die blijdschap van uw adviseurs. Het gaat om de reden van hun blijdschap: uw bekering. Mogelijk zijn er sommigen onder u - en vol spanning slaan de engelen u gade - die nu zeggen: “‘t Is zo; ik heb eigenlijk nog nooit een stierkalf gezien, maar ‘t zal dan wel een bar eigenzinnig gedierte zijn. ‘t Is een feit: ik lijk erop, dwars beest, dat ik ben. Ik heb me wat narigheid teweeggebracht met m’n gekke sprongen. Maar ik krijg wel mooi zelf de rekening gepresenteerd.
    – ik sloeg mijn vrouw en nu zit ik in dat enge pensionkamertje;
    – ik bestal mijn baas en nu zit ik in de bijstand;
    – ik placht te zingen: “Geef me nog een druppie, geef me nog een druppie, geef me nog een emmer vol”. Nu ben ik een vat vol wanhoop en verbijstering.
    O, ik wil me bekeren tot U Vader... ‘t Gaat niet, de duivel heeft me in de houdgreep... in de wurggreep. Heer, help me; ‘t lukt met zelfs niet, naar U toe te komen... dank U Heer... uw genade... uw hand sluit zich om de mijne”. En dan juichen niet alleen uw vrienden op de aarde, maar ook uw vrienden in de hemel (Luk. 15:10).

    08-01-2007, 14:15 geschreven door Gerritse

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    30-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    2.3.5.5 Er komen niet nog betere gelegenheden

    Een opmerking: “Indien iemand van de doden tot hen komt” (als er iets heel bijzonders gebeurt) “zullen zij zich bekeren”. Het antwoord: “Indien zij naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen zij ook, indien iemand uit de doden opstaat, zich niet laten gezeggen” (als de gewone dingen niet helpen, dan helpen de buitengewone ook niet) (Luk. 16:30).

    Deze tekst maakt deel uit van een verhaal met allerlei invalshoeken (beschouwingsmogelijkheden). Ik ga op al die mogelijkheden nu niet in. De kern is als volgt. Vraag: zouden er mensen zijn, die zich niet bekeren op ‘gewone oproepen’, terwijl zij zich wel zullen bekeren als er iets heel opzienbarends gebeurt? Antwoord: neen, de gewone aanwijzingen zijn al duidelijk genoeg. Wie nu niet leert luisteren, leert het nooit.

    Ik probeer in eigentijdse taal door te geven, wat ‘Mozes en de profeten’ hebben gezegd. De meesten van u zullen die inlichtingen ook wel van anderen hebben ontvangen. Maar zelfs, als ik de eerste was, die u informeerde, waar wacht u dan nog op? U kunt niet zeggen: “Tikje wijdlopig, maar wel grappig opgemerkt, hier en daar. Ik blijf ter zake attent. Als er iets heel opwindends gebeurt, doe ik mee. Bijvoorbeeld, als die Jezus, waar hij het steeds over heeft, terug komt. Nee, maar dan ben ik erbij!”

    Als u nu geen begin maakt, loopt u inderdaad een goede kans om er straks ‘bij’ te zijn. Wat zeg ik? Er gloeiend bij! Als ‘het geluid’ klinkt (Matth. 24:31), als Gods lijfwacht aantreedt (Openb. 16:12), als Gods vijanden wanhopig proberen, zich te verschuilen (Hos. 10:icon_cool.gif, dacht u dan, dat u rustig kon blijven? Dan zegt u niet meer, attent-geamuseerd: “Hé, daar is de thrill, waarop ik wachtte. Nu even bekeren om me nog bij de ‘incrowd’ te voegen (de ingewijden)”. Dan is er alle kans, dat u ontsteld stamelt: “Wat is het donker. Het lijkt wel nacht. Ik kan niets meer doen” (Joh. 9:4). Misschien brengt u de tegenwoordigheid van geest nog op om de naam van Jezus of van God aan te roepen en zo ‘behouden’ te worden (Ps. 145:1icon_cool.gif. Maar het is riskant, laatste nippertjes-werk, dat u ook alleen maar kunt doen, als u althans íets hebt. Waarom uitstel? Stel nu orde op zaken. Er komt geen betere gelegenheid meer.

    2.3.5.6 Als u nu geen opruiming houdt, zet het vuil zich vast

    “Ik (Jezus) heb haar (een valse profetes in de gemeente) tijd gegeven om zich te bekeren, maar zij wil zich niet bekeren van haar hoererij. Zie, Ik werp haar op het ziekbed en hen, die met haar overspel bedrijven, breng Ik in grote verdrukking, indien zij zich niet van hun werken bekeren” (Openb. 2:21,22).

    In een gemeente van navolgelingen van Jezus was eens een vrouwelijk gemeentelid met een radde tong en een zeker ‘geestelijk’ overwicht. Ze stond in een reuk van heiligheid en werd ‘de profetes’ genoemd. Maar met de seks was het bij haar niet pluis. Er gebeurden rare dingen in dat huis van haar, heel rare dingen. Velen uit de gemeente werden erdoor besmeurd. God was zo goed geweest om haar tijd te geven, zich te bekeren. Maar ze had die tijd laten verlopen. Nu was ze binnen het bereik van ziektemachten gekomen. Haar bewonderaars waren in een gebied verzeild geraakt, waar de Here hen niet meer beschermen kon voor rampspoed. De eis bleef: bekeer je nu! Het wordt steeds moeilijker. Stel het niet meer uit!

    U hebt misschien ook allerlei toestanden in uw leven. U staat misschien ook wel te veel onder de invloed van en medemens. Dat zal in negenennegentig procent van de honderd niets met overspel te maken hebben. Maar mogelijk bent u zo in de sfeer van een ander gekomen, dat u allerlei stellingen van hem of haar blindelings onderschrijft. Het is u ontschoten om alleen naar Jezus te kijken, de Leidsman en Voleinder van uw geloof (Hebr. 12:2). Door mensen te volgen en kritiekloos te vereren, komt u in gevaar, hen ook domweg te volgen, als zij geestelijk overspel gaan bedrijven. Iemand kan bijvoorbeeld daartoe komen, als hij allerlei fantastische theorieën in zijn hart toelaat, die wel de nieuwsgierigheid en sensatielust bevredigen, maar van geen enkel nut zijn voor het koninkrijk van God (Titus 3:9).

    Als u in zo’n situatie bent, kan het zijn, dat u al een zachte wenk van God om u meer op Hem te richten, hebt genegeerd (Matth. 22:5). Moet God u met harde hand tot de orde roepen? (2 Sam. 7:14). Dat moet toch niet nodig zijn! Waarom die pijn, die schrik, dat gevaar van verharding? (Ex. 7:13). Houd nu opruiming, laat God u nu schoonboenen. Het vuil zit nu nog los. Dadelijk vreet het zich vast in uw huid. Bij een schoonmaakbeurt zal het God nog wel lukken ‘er grond in te krijgen’. Het gevaar is echter niet denkbeeldig, dat u zich aan die drastische schrobbeurt onttrekt. Het is niet een zaak van: “Ach, dat kan nog wel even; dat heeft zo’n haast niet; het lijdt nog wel wat uitstel”. De zaak van uw bekering kan niet op zijn beloop gelaten worden. Uw bekering heeft wél haast en lijdt géén uitstel.


    30-12-2006, 19:06 geschreven door Gerritse

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    2.3.5.4 Nu hebt u de beste kansen

    “De mannen van Nineveh zullen in het oordeel opstaan met dit geslacht en het veroordelen, want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona en: meer dan Jona is hier” (Matth. 12:41).

    Ooit eens was er een slechte, ongodsdienstige, verdrukkende stad: Nineve. In die stad kwam een profeet van God binnen: Jona. Die man was eigenlijk nauwelijks gemotiveerd. Hij had een hekel aan de boodschap, die hij moest brengen. Hij haatte de bloedstad, waarvoor die boodschap bestemd was. God had al het mogelijk – en het onmogelijke (Jona 1:17) – moeten doen om zijn tegenstribbelende afgezant daar te krijgen, in die straten van dat centrum. Daar liep hij en hij riep: “Nog veertig dagen en Nineve wordt ondersteboven gekeerd” (Jona 3:4) ...en maar hopen, dat ze niet zouden luisteren” (Jona 4:1). Maar ze luisterden wel naar die krakkemikkige profeet, zo innerlijk verscheurd. Ze luisterden naar die boodschap, zonder enige verdere toelichting gebracht. Ze kwamen naar de profeet toe, toen hij nog te beroerd was om die stad nu eens echt goed diep binnen te lopen (Jona 3:4).

    Nu is Jezus gekomen. Hij houdt van zijn boodschap en is voor de volle honderd procent gemotiveerd, heeft ons lief. Hij was direct bereid om naar ons toe te gaan; zei heel sober en eenvoudig: “Vader, hier ben Ik om uw wil te doen” (Hebr. 10:7). Daarbij heft Hij maar één intens verlangen, evenals God zelf: om ons wel te doen (Mark. 7:37), Deut. 8:16). Hij wil ons onder zijn hoede nemen, zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels samenbrengt (Matth. 23:37). Hij legt zijn boodschap op alle mogelijke manieren uit, licht haar met allerlei gelijkenissen toe om ons maar te overtuigen en te laten begrijpen (bijvoorbeeld: Matth. 13:44-52). Hij ging de hele stad van de wereld door met dat kruis op zijn rug, dat bloedspoor achter zich aan, in de brandende zon, tegen de heuvel op, boven die heuvel uitgetild, vastgespijkerd als Hij was aan een kruis (Hand. 2:23). Hij ging zelfs nog verder: de dood en het dodenrijk in (Matth. 27:50). Hij rustte niet, voor Hij zijn werk helemaal had afgemaakt (Matth. 28:6) en Hij zelf de afloop kon vertellen (Matth. 28:9).

    Wat een volkomen tegenstelling met het flut-optreden van Jona. Wat een grondige aanpak, vergeleken met diens geknoei. Niet, dat ik Jona nu al te hard wil vallen. Ik haast mij om te zeggen, dat ik zeker niet wil beweren, het beter dan of ook maar net zoals hij eraf gebracht te hebben. En zijn gebed ‘vanuit de vis’ (Jona 2:1-10) was toch wel weer een hoogtepunt. Want eerst dankt hij God voor de redding uit zijn penibele situatie (9) en daarna wordt hij gered (10). Pas veel later leerde Jezus ons dit als het geheim van het gebed: danken, alsof je het begeerde al hebt gekregen opent de weg om het ook metterdaad te krijgen (Mark. 11:24).

    Wat hier nu verder van zij: de uitspraak van Jezus: “meer dan Jona is hier”, is toch wel het meest gave voorbeeld van wat de Engelsen een ‘understatement’ noemen. Wat hebt u een kansen. U behoeft zich niet te behelpen met Jona, maar u hebt de krachtigste steun, die zich denken laat: de steun van Jezus.

    Stel uw bekering niet uit. Anders staat u straks voor de grote, vlammende troon (Dan. 7:9,10), verstijfd van schrik. De mannen van Nineve zeggen, veroordelend naar u wijzend: “Wij bekeerden ons wel op de woorden van ‘zo iemand’ als Jona...! En hij daar, bekeerde zich niet op de woorden van ‘zo Iemand’ als Jezus!” U vindt geen weerwoord, deinst achteruit, het donker in (Matth. 8:12).

    24-12-2006, 15:25 geschreven door Gerritse

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    2.3.5.3 Nu moet u afwegen, wat het meest belangrijk is

    “Toen begon Jezus de steden, waarin de meeste krachten door Hem verricht waren, te verwijten, dat zij zich niet bekeerd hadden: “Wee u Chorazim en wee u Bethsaïda. Want indien in Tyrus en Sidon die krachten waren geschied, welke in u geschied zijn, reeds lang zouden zij zich in zak en as bekeerd hebben” (Matth. 11:20,21).

    Jezus verwijt twee steden met geweldige kansen op een goede toekomst, dat zij die kansen niet gebruikt hebben. Het zijn steden vol nette, godsdienstige mensen. Hij trapt hen stevig op de tenen door te zeggen, dat twee andere steden met onnette, ongodsdienstige mensen in hetzelfde geval hun kansen wel zouden hebben gegrepen.

    Bent u, die dit leest, een net, godsdienstig, oppassend, regelmatig levend iemand? Dan is het goed om nu eens waakzaam op te kijken. Het is fijn, dat u bent, zoals u bent: houden zo! Alleen, dat godsdienstige moet warmer worden: gelovig, bekeerd. Alle lauwheid moet eruit. Daar houdt God niet van (Openb. 3:16). U behoort ook bevrijd te worden van uw meerderwaardigheidsgevoel ten opzichte van ‘het geboefte’. Er is ‘tuig’, zoals u dat noemt, dat met stenen smijt en met messen steekt. Er is ‘gajes’, dat zich volspuit met allerlei troep en leeft van uitkeringen. U mag echter niet in hoogmoed op hen neerzien. U mag niet bij die hoogmoed blijven. Anders zou u moeten meemaken, dat vandalen, agressievelingen, drugverslaafden en dergelijke nietsnutten zich wel zouden bekeren en u niet. Ze zouden u – keurige hogere ambtenaar – voorgaan in het koninkrijk der hemelen (naar Luk. 18:14, Matth. 21:31). Stel het niet uit om u te bekeren; voor God bent u immers niet meer dan ‘die anderen’ (Luk. 18:12). Het verschil tussen een nette ongeredde en een onnette ongeredde is niet ter zake dienend. Bij een afweging van dingen, die eerst moeten gebeuren (prioriteiten), gaat bekering voor netheid, godsdienstigheid, oppassendheid. Die voortreffelijke zaken krijgt u in de schoot geworpen, als u eerst de bekering zoekt. Die is de toegangspoort tot het koninkrijk van God (Mark. 12:34, Matth. 6:33). En zonder bekering? Alle goede dingen, die u meent te hebben, gaan dan ‘naar de knoppen’, omdat u het wezenlijke niet hebt (Matth. 13:12).

    Naar boven

    Beantwoorden

      Geplaatst op:  Za 02 Jul 2005, 14:54

    2.3.5.4 Nu hebt u de beste kansen

    “De mannen van Nineveh zullen in het oordeel opstaan met dit geslacht en het veroordelen, want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona en: meer dan Jona is hier” (Matth. 12:41).

    Ooit eens was er een slechte, ongodsdienstige, verdrukkende stad: Nineve. In die stad kwam een profeet van God binnen: Jona. Die man was eigenlijk nauwelijks gemotiveerd. Hij had een hekel aan de boodschap, die hij moest brengen. Hij haatte de bloedstad, waarvoor die boodschap bestemd was. God had al het mogelijk – en het onmogelijke (Jona 1:17) – moeten doen om zijn tegenstribbelende afgezant daar te krijgen, in die straten van dat centrum. Daar liep hij en hij riep: “Nog veertig dagen en Nineve wordt ondersteboven gekeerd” (Jona 3:4) ...en maar hopen, dat ze niet zouden luisteren” (Jona 4:1). Maar ze luisterden wel naar die krakkemikkige profeet, zo innerlijk verscheurd. Ze luisterden naar die boodschap, zonder enige verdere toelichting gebracht. Ze kwamen naar de profeet toe, toen hij nog te beroerd was om die stad nu eens echt goed diep binnen te lopen (Jona 3:4).

    Nu is Jezus gekomen. Hij houdt van zijn boodschap en is voor de volle honderd procent gemotiveerd, heeft ons lief. Hij was direct bereid om naar ons toe te gaan; zei heel sober en eenvoudig: “Vader, hier ben Ik om uw wil te doen” (Hebr. 10:7). Daarbij heft Hij maar één intens verlangen, evenals God zelf: om ons wel te doen (Mark. 7:37), Deut. 8:16). Hij wil ons onder zijn hoede nemen, zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels samenbrengt (Matth. 23:37). Hij legt zijn boodschap op alle mogelijke manieren uit, licht haar met allerlei gelijkenissen toe om ons maar te overtuigen en te laten begrijpen (bijvoorbeeld: Matth. 13:44-52). Hij ging de hele stad van de wereld door met dat kruis op zijn rug, dat bloedspoor achter zich aan, in de brandende zon, tegen de heuvel op, boven die heuvel uitgetild, vastgespijkerd als Hij was aan een kruis (Hand. 2:23). Hij ging zelfs nog verder: de dood en het dodenrijk in (Matth. 27:50). Hij rustte niet, voor Hij zijn werk helemaal had afgemaakt (Matth. 28:6) en Hij zelf de afloop kon vertellen (Matth. 28:9).

    Wat een volkomen tegenstelling met het flut-optreden van Jona. Wat een grondige aanpak, vergeleken met diens geknoei. Niet, dat ik Jona nu al te hard wil vallen. Ik haast mij om te zeggen, dat ik zeker niet wil beweren, het beter dan of ook maar net zoals hij eraf gebracht te hebben. En zijn gebed ‘vanuit de vis’ (Jona 2:1-10) was toch wel weer een hoogtepunt. Want eerst dankt hij God voor de redding uit zijn penibele situatie (9) en daarna wordt hij gered (10). Pas veel later leerde Jezus ons dit als het geheim van het gebed: danken, alsof je het begeerde al hebt gekregen opent de weg om het ook metterdaad te krijgen (Mark. 11:24).

    Wat hier nu verder van zij: de uitspraak van Jezus: “meer dan Jona is hier”, is toch wel het meest gave voorbeeld van wat de Engelsen een ‘understatement’ noemen. Wat hebt u een kansen. U behoeft zich niet te behelpen met Jona, maar u hebt de krachtigste steun, die zich denken laat: de steun van Jezus.

    Stel uw bekering niet uit. Anders staat u straks voor de grote, vlammende troon (Dan. 7:9,10), verstijfd van schrik. De mannen van Nineve zeggen, veroordelend naar u wijzend: “Wij bekeerden ons wel op de woorden van ‘zo iemand’ als Jona...! En hij daar, bekeerde zich niet op de woorden van ‘zo Iemand’ als Jezus!” U vindt geen weerwoord, deinst achteruit, het donker in (Matth. 8:12).

    16-12-2006, 18:57 geschreven door Gerritse

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    2.3.5 U kunt uw bekering maar niet van eeuwigheid tot amen uitstellen

    Overwegingen:
    – nu is het de tijd (2.3.5.1);
    – nu moet u orde op zaken stellen (2.3.5.2);
    – nu moet u afwegen, wat het belangrijkste is (2.3.5.3);
    – nu hebt u de beste kansen (2.3.5.4);
    – er komen niet nog betere gelegenheden (2.3.5.5);
    – als u nu geen opruiming houdt, zet het vuil zich vast (2.3.5.6).

    2.3.5.1 Nu is het de tijd

    “Zoekt de Here, terwijl Hij zich laat vinden. Roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige zijn gedachten en hij bekere zich tot de Here. Dan zal Hij zich over hem ontfermen - en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig” (Jes. 55: 6,7).

    U kunt niet zeggen: “Ja, ja, bekeren doe ik later wel, maar nu eerst dat boekhouddiploma halen”. Nu is het de tijd om in de goede verhouding tot God en Jezus te komen. Later kunt u wel zo door de zonde geknauwd zijn, dat u niet helder meer kunt denken. Voor dat verdofte, uitgebluste brein lijkt God dan zo ver weg, bijna niet meer te beroepen. Neem geen risico! In het alledaagse leven is het toch ook zo, dat mensen bijvoorbeeld zeggen: “Toen had ik dat huis moeten kopen, dan was ik nu rijk geweest”. Er is niets, dat meer houvast biedt dan een feit. Waarom zou u door uitstel allerlei grote gevaren lopen. Het is een houding van niets om misschien over vele jaren een oud mensenleven met nog een paar jaar te gaan, aan de Heer aan te bieden: “Hier God, hebt u ook wat!” Riskant, zo’n uitstel, onlogisch en onhartelijk. Neen, nu:
    – weg van die weg;
    – weg van die ziekmakende gedachten;
    nu:
    – op weg naar de troostende, genezende en vergevende Vader (Luk. 15:20).

    2.3.5.2 Nu moet u orde op zaken stellen

    “Bekeer u”, zegt Johannes de Doper, “want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen” (Matt. 3:2).

    Johannes de Doper zegt: “Nu..., nu wordt het menens. Je kunt je bekering met goed fatsoen niet meer uitstellen. Het koninkrijk komt er aan! Jezus gaat de wereld met gebruik van vrede en gerechtigheid regeren”. Wij weten nu, dat Johannes de Doper de toekomst een beetje ‘samengetrokken’ zag. Pas na Jezus’ wederkomst - in het duizendjarige rijk - breekt zijn koningschap helemaal door (Jes. 66:1icon_cool.gif. Dat neemt niet weg, dat die tijd steeds nader komt. Het is daarbij als met de geboorte: de weeën om de nieuwe toekomst te baren, worden steeds feller (Openb. 12:4,22). Waar zal een onbekeerd mens zijn, als dadelijk – in de tijd van de antichrist – de persweeën zullen beginnen (1 Petr. 4:1icon_cool.gif.

    En: waar zal hij zijn, als Jezus aan het hoofd van zijn keurtroepen – mensen, geen engelen – de macht overneemt (Dan. 7:27). Het is heel sneu om dan te moeten zeggen – en dan zit je echt nog niet het aller miserabelst: “Had ik me toen maar bekeerd, was ik toen maar verder gegaan, had ik toen maar orde op zaken gesteld... dan had ik nu misschien daar gestaan: bij de lijfgarde... En nu: ik ben er doorheen. Ik heb toch nog de naam van God aangeroepen (Zach. 13:9) maar... wat heb ik een averij opgelopen!” (1 Cor. 3:15).


    09-12-2006, 18:49 geschreven door Gerritse

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    2.3.4 Bekering is niet iets, waarvoor je geen moeite hoeft te doen

    Overwegingen:
    – het gaat hier niet om ‘een fluitje van een cent’ (2.3.4.1);
    – om in muziektermen te blijven: u zult wel eens een toontje lager moeten zingen (2.3.4.2).

    2.3.4.1 Het gaat hier niet om een ‘fluitje van een cent’

    “Een rest zal zich bekeren – de rest van Jakob – tot de sterke God” (Jes. 10:21)

    Jesaja zie tegen het volk, waartoe hij behoorde: “Enkelen van jullie maar – en je bent toch zo’n groot volk – zullen er in slagen om ‘de grote draai naar God toe’ te maken”. Allereerst nu het volgende. Denkt u alstublieft niet: “Wat hun niet lukte, lukt mij ook niet”. De algemene omstandigheden zijn nu beter:
    – Jezus heeft zijn offer gebracht;
    – de Heilige Geest s zijn werk begonnen;
    – het inzicht in Gods plannen kan veel scherper zijn (Dan. 12:4).
    Aan ons is door Gods genade meer gegeven. Onze startpositie is beter. Onze conditie wordt beter onderhouden. Het wedstrijdparcours staat ons duidelijker voor ogen. Overigens is het ook wel weer zo, dat er meer van ons wordt gevraagd en veel van ons wordt verwacht. In vroegere geslachten doelpuntten eerdere christenen ons naar de eindronde toe. Nu slaan zij ons van de tribune gade. Vol vertrouwen rekenen zij er op, dat wij in de finale de winnende goals maken (Hebr. 12:1). Zonder onze beslissende overwinning kunnen zij de vruchten van hun voorbereidende overwinningen niet plukken (Hebr. 11:40). Maar wij zullen overwinnen, als wij blijven in Christus, die ons kracht geeft (Rom. 8:37). Om actief deel te nemen aan die grote slotmatch is het ten minste nodig, dat u zich bekeert. Het recht om door de deelnemersingang naar binnen te gaan voor zulk een krachtmeting, kan niet goedkoop worden gekocht. Mensen, die denken: “Bekeren, leuk zeg, laat ik er dat nou ook nog maar even bijnemen”, verwerven dat recht niet. Uit de meningen van velen zou u wellicht de indruk krijgen, dat u zich al voldoende naar God hebt toegekeerd, als u:
    – goed leeft; een vage term (Mark. 10:19);
    – ieder mens het zijne geeft; dat is echter niet hetzelfde als: God het zijne geven (Luk. 18:11);
    – met oudjaar – protestanten – of met Pasen – katholieken – ter kerke gaat (Hebr. 10:25);
    – in iedere collecte voor een goed doel bijdraagt. Al deed Job dat ook (31:16), daarmee bent u niet klaar. U zult dit doen, maar het andere, het meerdere niet nalaten (Matth. 23:23).
    Zulke krachteloze babbeltjes, zulke zoethoudertjes, brengen u niet in aanmerking voor de deelnemerskaart. “Een rest!”, zei Jesaja. Til er nu toch niet te licht aan.

    Bekering is geen ‘fluitje van een cent’. Al begint de vergelijking mank te gaan, toch sluit ik met deze uitspraak: “Als u denkt, op een koopje Gods kant te kunnen kiezen, loopt u kans, niet op een deelnemerskaart, maar op een gele of zelfs een rode kaart” (Matth. 25: 10-12).

    2.3.4.2 Om in muziektermen te blijven: u zult wel eens een toontje lager moeten
    zingen

    “Jezus riep een kind bij zich, plaatste dat in hun midden en zei: “Voorwaar, Ik zeg u: wanneer gij u niet bekeert en wordt als de kinderen, zult gij het koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan” (Matth. 18:2,3).

    Een volgende gedachte bij u kan deze zijn:
    “Goed, goed, geen klusje van niets dus, die bekering, ook niet te zwaar (Deut. 30:11), maar hier en daar wel moeilijk. Wat is er dan moeilijk aan?”

    Jezus toonde een facet van deze moeilijkheid. Bij zijn onderwijs wenkte Hij eens een in de buurt spelend kind om ‘er even bij te komen’. “Voorwaar, Ik zeg u...” begon hij. Altijd, wanneer Hij die aanhef gebruikte, kwam er weer een grondwetsartikel van het koninkrijk. Dus: oren wijd open: bekeren houdt in: worden als een kind. Het kind stond daar, schuchter, bedeesd, nederig. Was het hoogmoedig? Kom nou; het vond alles alleen maar eng, wilde wel zo weer weghollen. Maar de discipelen? Waren zij hoogmoedig? Nou en of; zij stonden net te vragen, wie wel de voornaamste zou worden in Jezus’ toekomstige geestelijke vrederijk. “Lever die hoogmoed in”, zegt Jezus, “anders gaat mijn feestelijke rijk van de toekomst aan je neus voorbij”. Ze moesten soms heel wat incasseren, die discipelen. Als zij wel eens een veeg uit de pan kregen, dan ligt het in de rede, dat ook wij wel eens een harde noot krijgen te kraken.

    En... mijzelf laat ik er nu even buiten... u?? Staat u ook wel eens erg parmant in het leven, zo van: “Ik vind dit en ik vind dat en het moet zus en zo; en mijn mening is...”

    U bent misschien een heel goede computerdeskundige of verpleegster. In het gewone, dagelijkse leven kunt u zich misschien de houding veroorloven van: weet je wel, wie ik ben! Ook dan zou ik er overigens voorzichtig mee zijn. Maar in uw contact met God? Hij weet opperbest, wie u bent (Ps. 139:1). Zing jegens Hem gerust een paar toontjes lager. Laat uw bekering ook als element inhouden, dat u:
    – jegens Hem nederig bent (2 Cor. 7:6);
    – ook jegens uw medemens en houding aanneemt, die de sporen draagt van nederigheid, eerbied, hoogachting (Philipp. 2:3). Ieder van die anderen is even uniek als uzelf. Als u hen van dienst mag zijn, is dat geen eer voor hen, maar voor u!

    Dat valt niet altijd mee voor die stoere Mavo-leraar, die kittige journaliste, die belangrijke jurist, maar voeg dat element toch maar toe. Dat toevoegen doe je niet ‘zo maar eens even...’ “O ja, zeg, een snuifje nederigheid”. Dat goed gedoseerd leren toevoegen van een bescheiden vriendelijkheid, zo wezenseigen, dat alle mensen die geaardheid van u kennen (Philipp. 4:5) kost wel wat. Het kost kracht, zweet, zelfverloochening. Maar het doel is het waard.


    02-12-2006, 17:37 geschreven door Gerritse

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    2.3.2 God stelt als eis, dat u loskomt van de slechte weg

    “Maar zijn (mensen) met ketenen gebonden, gevangen in handen van ellende, dan brengt Hij hun daden aan hen onder het oog en hun overtreding, omdat zij overmoedig handelen. Hij gebiedt dat zij zich bekeren van de boosheid” (Job 36: 8-10).

    “En zij vertrokken en predikten, dat zij zich zouden bekeren” (Markus 6:12).

    De weg van God af belooft vrijheid en brengt ketenen, belooft blijdschap en brengt verdriet. Overmoedig handelen: “This is my life and I do what I want”, was ooit eens – nu, dat is lang geleden hoor – een tophit. Maar, al is dat lied sinds de dagen van Olim van de hitparade weg, die levensstijl was er en die is er. Maar je zult het best merken, als je met dat leven van jou doet, wat jij wilt. En dan – altijd net op het goede ogenblik – komt God bij u. Juist, wanneer u zich bewust bent van ketenen en banden, spreekt Hij. Misschien doet Hij dat wel via deze taaie bijbelstudie, loodzwaar als balkenbrij. Maar Hij zal spreken. Hij laat uw verkeerde daden en overtredingen aan u zien. En dan? Gaat Hij dan aan het vergeven? Omdat het nu eenmaal ‘zijn vak’ is? O nee, Hij eist, Hij gebiedt: “En nu: je bekeren”. Gelovigen eisen het niet… Hij! En in dat gebieden toont Hij zijn liefde. Hij wil vergeven, het is ‘zijn vak’, maar Hij kan het niet, als u niet uw gezicht naar Hem toekeert. Dan kunt u zijn glimlach zien. Daarom gaan Gods vertegenwoordigers er ook met deze boodschap van Hem op uit. Ze zegen niet, dat u bevrijdingsfront zus en zo moet steunen; dat is niet ter zake doende prietpraat. Ze zeggen tegen u, dat God de eis stelt, dat u zich naar Hem keert, wil Hij zich met goed gevolg naar u keren.

    2.3.3 U mag van uw kant verwachten, dat God u bij uw bekering helpt

    “Sion zal door recht verlost worden; en wie daaruit zich bekeren, door gerechtigheid” (Jesaja 1:27).

    “Bekeer u tot Mij, luidt het woord van de Here der heerscharen, dan zal Ik tot uw wederkeren” (Zacharia 1:3).

    God eist, dat u zich bekeert, maar van zijn kant doet Hij ook werkelijk alles om u tegemoet te komen. Als u zich bekeert, verlost Hij u van uw zonden, door Zijn Zoon te geven. Jezus heeft de zonden, die u niet dragen kon (dat wil zeggen alle zonden), van u afgenomen, weggenomen (Joh. 1:29). Hij heeft ze allemaal uitgeboet en toen Hij riep: “Het is volbracht” (Joh. 19:30), was er niets meer van over (zie 1.8.1). Wanneer wij één stap doen, doet God vele stappen. Wij keren ons om, Hij keert tot ons terug (Mal. 3:7). Niemand kan zeggen: “God laat mij maar alleen otteren”. Dat is niet waar. Hij is er direct bij, als u maar aanstalten maakt en Hij bemoedigt op allerlei mogelijk manieren.

    Tenslotte even een uitstapje, iets buiten het onderwerp. Iemand zou kunnen zeggen: “Het is wel waar. God laat je wel otteren. Hij is er niet direct bij. Ik roep tot hem, maar enige bemoediging van zijn kant: ho maar (Ps. 69:4). En daarom: je kan preken, tot je een ons weegt, maar voor mij hoeft het niet meer, het irriteert me alleen maar”. Als u dat zegt, ga ik ook maar. Maar ik zeg toch, in het weggaan: “Zou je nu niet even vol kunnen houden, dit tijdelijk leven lijkt zo lang, maar het is minder dan een zuchtje, vergeleken bij de eeuwigheid (Jac. 4:14). Al zou je het hele leven nu met onbeantwoorde vragen zitten, als je God blijft zoeken, krijg je een eeuwig antwoord, dat alles goedmaakt (2 Cor. 4:17). Toe nou, als we nu eens samen baden (Matth. 18:19): twee zijn meer dan één (Pred. 4:9). En: ik heb geloof, ik ben nog niet zo moe. Laten we Gods liefde en hulp door ons samen bidden heen vlechten (Pred. 4:12).

    Wanneer ik dat voorstel deed, heb ik mensen bevrijd zien glimlachen, verkramping week, en de hemel ging open.

    25-11-2006, 18:56 geschreven door Gerritse

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2010
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 22/09-28/09 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 08/09-14/09 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 17/12-23/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 03/12-09/12 2007
  • 26/11-02/12 2007
  • 19/11-25/11 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 05/11-11/11 2007
  • 29/10-04/11 2007
  • 22/10-28/10 2007
  • 15/10-21/10 2007
  • 08/10-14/10 2007
  • 01/10-07/10 2007
  • 24/09-30/09 2007
  • 17/09-23/09 2007
  • 10/09-16/09 2007
  • 03/09-09/09 2007
  • 27/08-02/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 13/08-19/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 27/11-03/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 02/01-08/01 2006
  • 26/12-01/01 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!