FBI bespioneerde jarenlang dirigent Leonard Bernstein
De FBI heeft de legendarische Amerikaanse dirigent Leonard Bernstein
(1918-1990) decennialang bespioneerd omdat ze dachten dat hij een
verdoken communist was. De meldt The New Yorker, dat het dossier heeft
kunnen inkijken. Uit de 800 bladzijden blijkt dat zelfs lang na het
tijdperk van communistenjager Joseph McCarthy de musicus in de gaten
werd gehouden.
McCarthy Het
bespioneren van Bernstein begon in het midden van de jaren veertig en
was bijzonder intensief tijdens de periode 1947-1956, het tijdperk van
het McCarthy-isme en de Red Scare, toen Amerika grootscheeps jacht
maakte op (crypto)communisten. In die tijd was Bernstein al dirigent
van het beroemde New York Philharmonic Orchestra. In 1953 weigerde het
State Department de reispas van Bernstein te verlengen als hij niet
eerst onder ede verklaarde dat hij de VS loyaal bleef en het
Sovjetcommunisme afwees. Daarna bleven de beschuldigingen komen.
Waarschuwing In
1971 waarschuwde de FBI voor de première van Bernsteins muziektheater
'Mass'. In een memo van 16 augustus 1971 luidde het dat de componist
samen met linksgezinde elementen een plan beraamde "om de president en
andere regeringsfunctionarissen door een anti-oorlogscompositie (...)
te blameren". Ofschoon het stuk door Jacqueline Kennedy Onassis, de
weduwe van de vermoorde president John F. Kennedy, was 'besteld' voor
de opening van het Kennedy Center for The Performing Arts in
Washington, stuurde president Richard Nixon als gevolg van de
waarschuwingen zijn kat.
|