Sting is de oudste van vier kinderen. In het noordoosten van
Groot-Brittannië was het niet makkelijk vanwege van het harde klimaat
en de economische depressie. De werkloosheid lag er heel hoog en de
redding van het gezin was het feit dat zijn vader een vaste baan had
als melkboer. Gordon had echter een natuurlijke aanleg voor muziek. Op
negenjarige leeftijd maakte hij al zijn eerste songs en zijn eigen
muziek op een oude gitaar van zijn oom. In 1966 kreeg hij van een
vriend een zelfgemaakte basgitaar. Dit was zijn eerste kennismaking met
dit instrument. In 1969 mocht hij beginnen aan een universiteit in de
Midlands, maar dat hield hij slechts een maand vol. Na enkele baantjes
in de bouw, als buschauffeur en zelfs als belastingontvanger besloot
hij in 1971 iets van zijn leven te maken en begon een opleiding tot
leraar. Tijdens die opleiding speelde hij basgitaar bij een
schoolrockbandje, Earthrise.
In 1974 richtte hij samen met 3 vrienden de groep Last Exit op. In
1976 huwde hij met Frances Tomelty. Later dat jaar kregen zij hun
eerste kind, Joe. Kort daarna besloot hij zijn job als leraar op te
geven en trok hij met Last Exit naar Londen om het daar als rockband te
maken.
De bijnaamSting
kreeg hij in het begin van zijn carrière, toen hij bassist was bij een
jazzbandje. In die tijd droeg hij vaak een zwart met geel gestreepte
trui, die zijn medemuzikanten deed denken aan een bij. Sindsdien gebruikt hij zijn werkelijke naam alleen nog bij officiële gelegenheden.
Nog voordat The Police in 1984 officieel uit elkaar gaat, op hun hoogtepunt, begint Sting met het werken aan zijn eerste soloalbum. Hierbij neemt hij jazzmuzikanten aan als begeleidingsband, onder andere: Branford Marsalis, Kenny Kirkland, Darryl Jones en Omar Hakim. Sting verwisselt zijn basgitaar voor een gitaar.
De overstap naar meer jazz georiënteerde muziek is niet helemaal
verrassend, aangezien Sting in zijn jongere jaren met jazz en
progressieve rockbands heeft gespeeld. Het resultaat is meer volwassen
en afwisselend dan zijn opnames met The Police.
In 1986 komt The Police weer bij elkaar voor een reünie, waaruit een nieuw opgenomen versie van Don't stand so close to me ontstaat.
Hierna brengt Sting het ambitieuze album Nothing like the Sun uit in 1987,
wederom met hulp van Branford Marsalis. Het album wordt goed ontvangen
en kort na het verschijnen ervan gaat Sting zich inzetten voor Amnesty International. Ook zet hij zich in voor natuurbehoud en sticht hiervoor de Rainforest Foundation om aandacht te vragen voor het Braziliaanse regenwoud.
De albums die volgen zijn ook succesvol, maar niet zo succesvol als
zijn eerste twee soloalbums. In 2006 scoort hij nog wel een Amerikaanse
top 10-hit met het nummer Always On Your Side, een duet met Sheryl Crow.
Als soloartiest is het Sting gelukt om de grenzen van de popmuziek op te zoeken. Hij versmolt invloeden van jazz, klassieke muziek en wereldmuziek
in zijn eigen nummers. Zijn teksten zijn literair en bevatten
betekenisvolle boodschappen. Dit benadrukt hij zelf ook regelmatig in
de pers. Zijn muziek wordt door velen gezien als literaire,
intelligente rock. Zijn critici vinden zijn werk vaak pretentieus.
Sting is nog steeds actief als artiest en heeft een trouwe schare
volgelingen
In juli 2006 deed Sting Nederland aan met zijn Broken Music Tour. In Weert (Bospop) gaf hij samen met gitaristen Dominic Miller en Lyle Workman en drummer Abe Laboriel een kwalitatief hoogstaand concert. De setlist vermeldde zowel Police-werk als solo-werk.
In oktober 2006 kwam de CD "Songs from the labyrinth" uit met 16e-eeuwse luitmuziek van John Dowland (1563-1626) in samenwerking met de luitist Edin Karamazov. Op 1 maart 2007 gaf Sting samen met Karamazov een optreden in het concertgebouw in Amsterdam.
In februari 2007 kondigden Sting, Andy Summers en Stewart Copeland geheel onverwachts een reünietoernee van The Police aan: The Police Reunion Tour.
Op 28 mei begonnen ze met een optreden in Vancouver. Op 13 en 14
september speelde het drietal in een bijna uitverkochte Amsterdam Arena.
Sting heeft ook een zoon die actief is in de muziek, Joe Sumner. Dit is de zanger van Fiction Plane,
de band die ook het voorprogramma verzorgt van bij The Police gedurende
de reünietoernee. Fiction Plane kan overigens opgevat worden als
anagram van "police infant", hetgeen uiteraard refereert naar Joe
Summer als zijnde kind van Sting, ofwel The Police.
Hiernaast heeft Sting in 1984 een rol gespeeld in de CULT-film Dune van David Lynch, naar het verhaal van Frank Herbert.
Hij speelde hierin Feyd-Rautha de neef van Baron Harkonnen. Sting heeft
ook nog een bescheiden bijdrage geleverd aan het nummer Money for Nothing van de Engelse rockband Dire Straits. De stem die de tekst "I want my MTV", die aan het begin van het nummer hoorbaar is, zingt, is van Sting.
Hij heeft in totaal 6 kinderen:
Joseph (Joe/geb. 23 November 1976) en Fuchsia Katherine (geb. 17 April 1982) met zijn eerste vrouw Frances Tomelty
Brigitte "Mickey" Michael (geb. 19 Januari 1984), Jake (geb. 24 Mei
1985), Eliot "Coco" Paulina (geb. 30 Juli 1990) en Giacomo Luke (geb.
17 December 1995) met zijn huidige vrouw Trudie Styler.
Ik ben een accordeon en speel het lied van het leven: een lied van liefde en leed. Ik glijd over octaven van hoog naar laag tot bij de bassen waar ik langzaam onvoltooid stilletjes uitsterf!
Cock Robin is een Amerikaanse pop/rock-formatie die werd opgericht in 1984 en onder leiding stond van Peter Kingsbery
(keyboard en bas). Verder stonden in de oorspronkelijke bezetting Anna
LaCazio (zang), Clive Wright (gitaar) en drummer Louis Molino III. In
Nederland werden ze vooral bekend door een grote publiciteit via MTV voor het nummer The promise you made.
De groep zou uiteindelijk in Europa veel meer succes hebben dan in
de Verenigde Staten zelf (mede onder invloed van hun sucesvolle
Europese tour (ze speelden o.a.op Pinkpop).
Cock Robin bracht drie cd's uit:
'Cock Robin' (1985)
'After here through Midland' (1987)
'First Love/Last rites' (1989)
Hun grootste hits in Nederland waren The promise you made (een nummer 1-hit), Thought You Were On My Side en When your heart is weak. De eerste cd 'Cock Robin' werd platina in Nederland.
De belangrijkste kenmerken van de desertrock van Kingsbery (hij
schreef alle nummers op de drie cd's) zijn het ruimtelijke geluid en
het gevoel voor drama en passie.
In 1990 ging de groep uit elkaar. LaCazio wilde op dat moment de
muziekwereld uit en Peter Kingsbery vertrok naar Frankrijk, waar hij
nog steeds actief is op muziekgebied. Clive Wright is ook nog actief,
vooral als componist en producer, maar ook als gitarist in een bluesband. LaCazio schijnt ook weer muziek te produceren maar medio 2003 waren daar nog geen officiële opnames van.
2006:Cock Robin maakt zijn rentree met een nieuw album en een
tournee. Anna Lacazio en Peter Kingsbery, hebben de groep opnieuw leven
ingeblazen. Cock Robin maakt zijn rentree met een nieuw album "I Don't
Want To Save The World" en een tournee. De typische Cock Robin sound
werd behouden. De 13 songs op het album zijn zeer sterke popsongs. De
eerste single "Body Over Mind" is een goed voorbeeld daarvan.
Amy Jade Winehouse (Enfield, 14 september1983) is een Britse jazz- en soulzangeres die grotendeels haar eigen nummers schrijft. Ze is afkomstig uit Enfield, Londen, en volgde een opleiding aan de London School of Performing Arts.
In het begin van de 21ste eeuw start Winehouse haar zangcarrière
door een aantal van haar zelfgeschreven nummers op te nemen, met onder
andere Fink als producer. In 2003 brengt Winehouse haar debuutalbum Frank uit. Voor dit album werd ze genomineerd voor een Mercury muziekprijs en won ze een Ivor Novello Award voor haar debuutsingle Stronger Than Me.
In 2006 brengt Winehouse haar tweede album uit, Back To Black. De eerste single van dit album, Rehab, werd een hit en bereikte vele hitlijsten over de hele wereld. In Nederland gebeurde dit begin 2007, en behaalde de 17e positie in de Top 40. Het nummer You Know I'm No Good wordt als tweede single uitbracht, maar bereikt de Top 40 niet. Hetzelfde gebeurt met haar derde single, Tears Dry On Their Own. Haar nieuwe single Valerie
daarentegen, behaalde in zijn derde week Top 40 zelfs de nummer-1
positie, en werd daarmee de eerste nummer-1 hit alleen met downloads.
Het nummer Rehab gaat erover dat iedereen wil dat ze afkickt van haar hevig alcoholgebruik. Dit vindt zij zelf niet nodig. Toch was ze op Pinkpop 2007 niet aanwezig omdat ze stomdronken was. Haar act werd vervangen door Krezip. En ook haar concert op het North Sea Jazz Festival, dat gepland stond voor zondag 15 juli 2007, ging niet door. Volgens haar management was ze oververmoeid. Marcus Miller
verving haar. Op 22 oktober 2007 ging haar uitverkochte concert in
Heineken Music Hall wel door, ondanks dat ze volgens de meeste
aanwezigen niet helemaal nuchter was.
Tijdens de uitreiking van de MTV Europe Music Awards (EMA) op 1 november 2007 in München traden diverse grote internationale artiesten op, maar wist zij toch het meest op te vallen. Presentator Snoop Dogg kondigde haar als volgt aan: "She didn't go to rehab, she came out here to sing (...)". Nu.nl over haar optreden: "Het meest bizarre optreden bracht Amy Winehouse. Stomdronken zong ze Back to Black.
(...) Altijd is het onzeker of ze wel optreedt als ze ergens op het
programma staat. Hoe dan ook, ze was er toch maar weer, soms wat
snuivend aan haar neus. Toen ze de award kreeg, zei ze helemaal niets."
[1]
Inmiddels is ze wel degelijk to rehab gegaan. Ze wou zich
voorbereiden op de Grammy Awards, waar ze vijf van de zes nominaties
verzilverde, maar de Amerikaanse ambassade wilde haar geen visum
verlenen. Vandaar dat ze haar live-optreden en dankspeech in een
Londense studio heeft gefilmd voor satellietuitzending. 'Amy Winehouse,
eenzaam aan de top' kopte de Metro op 12 februari 2008.
Op 14 februari 2007 won ze een Brit Award voor beste Britse vrouwelijke artiest.
Op 13 juli 2007 verschijnt het album Back To Black : Live From Amsterdam. Op dit album zijn zes live nummers toegevoegd, afkomstig van het concert dat zij in februari 2007 gaf in Paradiso in Amsterdam.
Op de MTV Video Music Awards, die op 9 september 2007 in Las Vegas werden gehouden, was ze genomineerd in 3 categorieën: Beste Vrouwelijke Artiest van het Jaar, Beste Nieuwe Artiest en Video van het Jaar, te weten voor het nummer Rehab.
ik was er echt waar kijk maar daar achter je ook naast jou met jou gedachten liep ik paralel vond net nog tijd voor dit vel vol gedachten met jou en mij gewoon te weten zo dichtbij mijn denken en jou denken ik moest dit gewoon schenken mijn hart leeft met jou mee
Dat Nederland nog altijd warmloopt voor de charmes van Gloria Estefan,
bleek uit de cadeautjes die fans tijdens haar concert in Ahoy Rotterdam
op het podium gooiden. Naast rode rozen vlogen gisteravond grote witte
herenonderbroeken door de lucht. De Cubaans-Amerikaanse zangeres ging
onverstoord verder met het zingen van haar vele hits, waaronder 'Rhythm
is gonna get you' en 'Dr. Beat'.
Happy birthday Ook
Estefans 13-jarige dochter Emily mocht haar kunsten vertonen. De tiener
speelde op een elektrische gitaar en kroop vervolgens achter een
drumstel. Estefan vierde dinsdag in Rotterdam haar 51e verjaardag. Haar
fans lieten die heugelijke gebeurtenis niet ongemerkt voorbijgaan en
zongen gsiteren uit volle borst 'Happy birthday' voor de artieste.
Na
hits als 'Can't stay away from you', 'Conga' en 'Anything for you'
sloot de diva haar show af met het nummer 'I just wanna be happy'.
dromen zijn zo zacht als ik van jou droom en het klinkt misschien wat sloom droom van jou elke nacht dromen zijn zo warm teder, lief als ik aan je denk en in gedachte liefde schenk droom dat ik je omarm dromen zijn zo lief net als jij aan me zij die gedachte laat me vrij droom van jou men hartedief
Sabien Tiels Om De God Van Muzikaal Genot te bekijken druk op de foto.
Sabien Tiels (Hasselt, 30 oktober1976) is de artiestennaam van de Vlaamse
zangeres Sabine Tielens. Ze treedt reeds van kindsbeen af op: op haar
dertiende wordt ze derde op het liedjesfestival Euronoté in Italië.
Ze neemt lessen in notenleer, instrument, dictie en jazzballet tot ze
op veertienjarige leeftijd ingangsexamen doet in de Kunsthumaniora van Hasselt.
De eerste zelfgeschreven single Voor jou kent redelijk succes. In 1995 is ze laureate van de Radio 2 Zomerhit voor het beste debuut. De eerste CD Hou je morgen nog van mij bevat enkele successen zoals Trein, e.a.
In 1999 verschijnt Ik ben ik, een rijper album met een gelijknamige theatertour. In 2000 toert ze op festivals en in de theaters met Ode aan Betreurde Stemmen, een muzikaal eerbetoon aan o.a. Ann Christie, Louis Neefs en Wim de Craene.
In 2003 verschijnt Ritme van de Tovenaar, een album met elf nieuwe songs van eigen hand, geproduceerd door haar pianist, arrangeur en levenspartner Dirk Schreurs. Ze is moeder van Pieterjan en sedert 2002 is ze meter van vzw Autisme Limburg.
Mac en Katie Kissoon werden respectievelijk geboren in 1943 en 1951 als Gerald en Katherine Farthing in Port of Spain op het eilandTrinidad. Het gezin bestond in totaal uit acht kinderen. In 1962 verhuisde de familie naar het Verenigd Koninkrijk. Aanvankelijk begonnen Mac en Katie als soloartiesten, wat Mac onder de naam Mack Kissoon in 1970 nog een hitje in Nederland opleverde met de singleGet down with it satisfaction. In 1971 besloten Mac en Katie een duo te vormen en brachten de single Chirpy chirpy cheep cheep uit. Het werd ongeveer tegelijkertijd uitgebracht met de veel succesvollere versie van Middle of the Road, waardoor hun versie nauwelijks werd opgemerkt. In de Verenigde Staten,
waar de versie van Middle of the Road niet werd uitgebracht, deden Mac
& Katie Kissoon het een stuk beter. Daar haalde het nummer de
twintigste plaats in de Billboard Hot 100. Het was hun enige Amerikaanse hit.
In Nederland en Vlaanderen hadden ze hun eerste hits in 1972 met Freedom en Sing along, die allebei top 5-hits werden. In Engeland zelf bleven deze nummer onopgemerkt. Dat gold ook voor Love will keep us together en het gelijknamige album uit 1973. Pas in het jaar dat Captain & Tennille
wél veel succes met dit nummer hadden in Engeland en Amerika, beleefden
Mac & Katie Kissoon een comeback in hun thuisland. Het nummer Sugar candy kisses kwam daar in 1975 op #3 en ook in Nederland en Vlaanderen werd weer de top 5 gehaald. Ook de opvolger Don't do it baby deed het aan beide kanten van de Noordzee aardig. Nadat hun album Two of us uit 1976 geen succesvolle singles meer opleverde, besloten Mac en Katie in 1977 als vast duo uit elkaar te gaan.
Zowel Mac als Katie gingen aan de slag als sessie- en achtergrondzanger. Mac heeft jarenlang gezongen met het orkest van James Last en Katie heeft naast het orkest van Last gediend als achtergrondzangeres is de bands van onder andere Van Morrison, Eric Clapton, George Harrison en Roger Waters. In 1979 nam Mac Kissoon het soloalbum Mac Kissoon op in Nederland. Dat leverde hem twee grote hits op met Lavender blue en Love and understanding. Dat laatste nummer zong hij samen met Katie en zijn vier kinderen onder de naam Mac Kissoon & Family. Op Mac Kissoon staan nog een paar nummers meer waar Katie op meezingt. Ook Katie probeerde het in 1981 nog solo, maar het nummer (Take me back to) California bleef in de tipparade hangen. In 1997 namen ze nog één keer een gezamenlijk album met nieuw materiaal op, met de titel From now on. Tegenwoordig maakt Katie Kissoon deel uit de achtergrondzangeressen van The Dark Side of the Moon Live toer van Roger Waters.
Nat "King" Cole zoals hij meestal genoemd wordt, werd in Montgomery, Alabama geboren en is de vader van zangeresNatalie Cole en broer van zangerFreddy Cole. Cole wordt algemeen beschouwd als de beste mannelijke vocale jazz- en balladvertolker van de jaren vijftig en zestig.
Op vierjarige leeftijd verhuist het gezin naar Chicago. Zijn vader is slager en diaken in de True Light Baptist
Church. De jonge Nat wordt door zijn moeder was organiste in de kerk en
stimuleert Nat muziek te studeren. Vanaf zijn twaalfde jaar bespeelt
ook Nat het kerkorgel en zingt hij kerkliederen. Zijn echte interesse
gaat echter als snel uit naar de jazzmuziek.
Zijn ouders kunnen de belangstelling voor de jazz muziek niet echt
waarderen. Jazz wordt immers in de nachtclubs gespeeld. De oudste broer
van Nat, Eddie heeft dan al een bekende jazz band, de 'Rogues of
Rhythm'.
In het jaar 1936 vertrekt Nat naar Los Angeles, en geeft van 1936 tot 1945 zijn naam aan The King Cole Trio (in eerste formatie met Oscar Moore en Wesley Prince).
In 1943 neemt hij het nummer 'Straighten Up and Fly Right' op, wat z'n
eerste nationale hitsong wordt. Het nummer is gebaseerd op één van z'n
vaders preken en op een bekend zwart volksverhaal. Cole wordt door zijn
trio-opnamen als één van de groten uit de jazzwereld beschouwd.
Vanaf 1945 besluit Nat zijn bijzondere stem ook buiten de jazz te laten horen. Hij ontwikkelt zich meer en meer als (jazz) ballad zanger. Zijn herkenbare stem zorgt voor een miljoenenomzet bij platenmaatschappij Capitol. Cole is de superstar van de jaren vijftig.
Wanneer hij in 1948 als eerste zwarte Amerikaan een huis koopt in de blanke buurt Hancock Park in Los Angeles
vertellen de eigenaren hem dat ze geen "ongewensten" in de buurt
willen. Cole antwoordt: "Ik ook niet. En als ik een ongewenst iemand
zie komen, ben ik de eerste die klaagt."
In de jaren veertig is Cole de eerste Afro-Amerikaan met een eigen
radioprogramma en in de jaren 1956-1957 heeft hij als eerste zwarte
Amerikaan een eigen wekelijkse televisieshow bij NBC. Daarnaast treedt hij herhaaldelijk als filmacteur op , o.a. in St. Louis Blues.
Cole rookte drie pakjes cool-menthol sigaretten per dag. Volgens
Cole droegen de sigaretten ertoe bij dat zijn stem voldoende laag
bleef. Om die reden rookte hij voor iedere plaatopname meestal drie
sigaretten achter elkaar. In het najaar van 1964 merkt Cole dat hij
gewicht verliest. In oktober 1964 wordt bij hem longkanker geconstateerd. De verschillende behandelingen (o.a. een Cobalt-behandeling) slaan niet aan en Nat King Cole overlijdt in het St. John's Hospital in Santa Monica (Californië). Nat King Cole is begraven op Forest Lawn Memorial Park] in Glendale (Californië).
In de jaren negentig wordt Cole opnieuw populair, dankzij zijn dochter Nathalie Cole, die op de cd Unforgettable haar zang combineert met oude opnamen van haar vader.
een kus,een knuffel het is zoveel mooier als het ongedwongen gebeurd als die kus,die knuffel een teken is van liefde als je samen kunt zijn zonder elkaar aan te raken en toch enorm naar elkaar te verlangen en dan vurig,passioneel te kussen en jij en je partner je er heel goed bij voelen dan mag je zeker zijn dit is iets heel speciaal dit is echte liefde
Seal (19 februari1963) is de artiestennaam van Sealhenry Olusegun Olumide Samuel, een Britszanger. Zijn muziekgenre varieert van soul en pop tot rap en rock. Seal trouwde in 2005 met het Duitse topmodel Heidi Klum. Samen hebben ze twee zoons: Henry (geboren in september 2005) en Johan (geboren in november 2006).
Seal is geboren in Paddington, in Londen. Zijn vader was een Nigeriaanse immigrant, zijn moeder een immigrant uit Brazilië.
Tot zijn vierde jaar leefde Seal niet bij zijn biologische ouders. Hij
werd liefdevol opgenomen in een blank Foster-gezin, net onder Londen.
Recentelijk is hij in een bekende Amerikaanse tv-show met zijn jongste
"zuster" uit dat gezin herenigd. Als kind kreeg hij de ziekte Lupus erythematosus,
waardoor zijn gezicht onder de littekens kwam te zitten. Na zijn
middelbare school studeerde hij architectuur en volgde hij een
opleiding tot ingenieur.
Seals muzikale carrière begon in 1989, toen hij een demo-opname uitbracht. In 1990 verzorgde hij de zang op de hit Killer van Adamski. Zijn solo-debuutsingle Crazy haalde in Nederland de nummer 1-positie. Later scoorde hij nog hits met Future love paradise, Prayer for the dying en Kiss from a rose. Dat laatste nummer was de titeltrack van de film Batman Forever. In 1996 scoorde hij een hit met de cover Fly like an eagle, dat oorspronkelijk van de Steve Miller Band is.
Seal heeft tot dusver vijf studioalbums opgenomen, waarvan drie titelloos (eponiem). In 2005 bracht hij het album Live in Paris, een registratie van een live optreden in Parijs. In november 2007 verscheen het album System. Daar waar alle vorige albums waren geproduceerd door Trevor Horn, verzorgde Stuart Price de productie van dit album, waarop Seal terugkeert naar zijn dance-roots.
De naam ABBA was een acroniem van de voornamen van de leden. Toch wordt de naam vaak als Abba geschreven. Wereldwijd neemt ABBA, na The Beatles, de tweede plaats in qua aantal verkochte albums (ruim 350 miljoen stuks). Het succes begon toen ABBA in 1974 het Eurovisie Songfestival won met het nummer Waterloo. Manager van de groep was Stig Anderson. In 1983 werd een pauze ingelast, die echter zou leiden tot het uiteenvallen van de formatie.
In 1999 ging in Londen de musical Mamma Mia!
van start (deze bevat de songs van ABBA maar heeft een verhaal, dat
niet over de leden zelf gaat). Hij werd overal in de wereld, in
verschillende talen, opgevoerd. In 2004 wees het viertal een aanbod van 1 miljard dollar af dat werd gedaan voor een eenmalige reünie.
Benny Andersson was lid van de Zweedse rockband de "Hep Stars". Deze groep beleefde tussen 1964 en 1969 in Zweden haar hoogtepunt en was ontstaan naar model van bijvoorbeeld Herman's Hermits, The Beatles en The Rolling Stones. Björn Ulvaeus was lid van de "Hootenanny Singers".
Deze groep had een rustiger geluid dan de Hep Stars. Af en toe kruisten
de wegen van beide groepen elkaar en dat leidde tot het samen schrijven
van enkele liedjes door de twee genoemden. Agnetha Fältskog, het jongste lid van ABBA, was in haar tienerjaren al bekend en speelde bijvoorbeeld de rol van Maria Magdalena in de Zweedse versie van de musical Jesus Christ Superstar.
Ook schreef Agnetha zelf muziek. Ze bracht in Scandinavië vele
hitsingles en zes succesvolle soloalbums uit en behoorde al voordat
ABBA bestond, tot de populairste artiesten in haar vaderland. Tijdens
één van hun tours ontmoette Agnetha Björn van de Hootenanny Singers. Ze
trouwden in 1971, iets wat in de Zweedse media groots werd verslagen. Anni-Frid "Frida" Lyngstad
was parttimezangeres en nam deel aan een talentenjacht, die ze won.
Haar muzikale doorbraak kwam op het moment dat Zweden rechts ging
rijden in plaats van links. De bevolking werd gevraagd niet de straat
op te gaan. Frida trad op in een spectaculaire show die die nacht op
televisie werd uitgezonden. Niet veel later ontmoette zij Benny
Andersson, waarmee ze trouwde in 1978
Begin jaren '70 hadden Björn en Agnetha, ondanks hun huwelijk, nog ieder hun eigen carrière. Stig Anderson,
manager van de Hootenanny Singers, bracht Björn en Benny echter samen
in één band. Deze beiden vroegen vervolgens hun partners Frida en
Agnetha in 1971 de achtergrondvocalen voor hun rekening te nemen op het
album Lycka. Van toen af vormden de vier samen een band, met de naam Björn, Benny, Agnetha & Anni-Frid.
Björn en Benny zetten hun samenwerking voort en experimenteerden met
nieuwe arrangementen en geluiden. Resultaat was de single People need love. Het werd een bescheiden hit, maar voldoende om aan te tonen, dat de samenwerking goed was. Het jaar daarop, 1973, werd Ring Ring
gemaakt, waarmee de groep voor het eerst deelnam aan het Nationale
Songfestival. Velen verwachten dat het de eerste plaats zou worden,
maar weer werd het een derde. Stig was overtuigd van het feit, dat een
hit in Engeland of Amerika de definitieve doorbraak zou betekenen en
zocht naar een andere bandnaam. Uiteindelijk werd het acroniem ABBA
gekozen.
In 1974
won de band, nu onder de nieuwe naam ABBA, het Nationale Songfestival
en werd uitgezonden naar het Eurovisie Songfestival, waaraan
deelgenomen werd met het zelf geschreven nummer Waterloo. Dit
liedje is een paar jaar geleden gekozen tot beste Eurovisie song
festival liedje van de afgelopen 50 jaar! Dit werd tevens een hit in
Engeland, ABBA's eerste nummer 1. In de VS kwam het op een zesde plaats. Een vervolg zat er echter nog niet in. Het duurde tot SOS, oorspronkelijk als solosingle voor Agnetha geschreven, voordat ze een nieuwe top-10 hit hadden. Na SOS was de status van eendagsvlieg definitief verdwenen.
Na 1975 kwam wereldwijd succes met onder meer Mamma Mia en Fernando. Daarna volgden Money, Money, Money, Knowing Me, Knowing You en Dancing Queen, hun grootste hit, van het album Arrival. Van het album ABBA - The Album kwamen hits als Take a Chance On Me, Thank You For The Music en The Name Of The Game en Eagle. In 1978 was ABBA uitgegroeid tot een megagroep. Hits als Summer Night City, Chiquitita, Voulez-Vous, Does Your Mother Know, Gimme! Gimme! Gimme! (A Man After Midnight), I Have A Dream en Super Trouper bleven komen. De relatie tussen de bandleden ging echter achteruit, iets wat te merken was in singles als The Winner Takes It All en One Of Us.
In 1983 laste de groep een rustperiode in, waarna ze besloten niet verder te gaan. De singles The Day Before You Came en Under Attack blijken achteraf de laatste ABBA releases te zijn. Met het in 1982 verschenen compilatie-album The Singles sloot ABBA zijn bestaan af, met een wereldwijd nummer 1 album.
Nadat ABBA was opgehouden als groep te bestaan, legden Björn en
Benny zich gezamenlijk toe op het componeren van muziek voor musicals.
Een van de eerste was Chess (1984), waarvoor Tim Rice de tekst schreef.
Chess draaide drie jaar lang in Londen en in 1988 kwam ook een
Broadwayversie uit. Deze werd echter geen succes, wat te wijten was aan
een gewijzigde opzet. Björn en Benny hadden echter een goed gevoel bij
musical, wat overigens ook al tijdens tours van ABBA bleek. In 1999
ging de op de gelijknamige ABBA-hit gebaseerde musical Mamma Mia! in
première in Londen. Het zou een groot succes worden, met vertalingen in
vele landen. Anno 2006 werken Benny en Björn aan de Engelse versie van
hun Musical Kristina från Duvemåla (Kristina uit Duvemåla), die op
Broadway in première moet gaan. Benny is verder actief met zijn
folkmusic band 'BAO' In 2007 verschijnen er berichten in de pers dat
Benny met zijn groep een oud ABBA nummer uit 1979 dat niet eerder op cd
is verschenen zal opnemen en uitbrengen. De fans wachten in spanning af!
Agnetha en Frida gingen beiden op de solotoer. In 1982 bracht Frida
haar album Something's Going On uit, dat door Phil Collins geproduceerd
werd. Van dit album verkocht de roodharige zangeres ruim 1.5 miljoen
exemplaren. Na het relatief floppen van het album Shine besloot zij te
stoppen met zingen. Het gebrek aan solosucces, maar vooral motivatie
was aanleiding tot deze stap. Wel bracht ze in 1996 (maar dan alleen in
Zweden) nog het album Djupa Andetag uit. Deze cd werd in Zweden een
grote hit en behaalde zelfs de eerste plaats. Geen van de drie singles
wist echter de Zweedse top 10 te bereiken. In 2006 verschijnt er van
Frida een dvd met een retrospectief van haar carrière. Alhoewel het in
de planning staat dat de dvd overal ter wereld verkrijgbaar zal zijn,
verschijnt hij alleen in Zweden en Nederland in de winkels. Frida
verkoopt in de twee landen samen niet meer dan 2500 dvd's. Anno 2007
heeft Frida geen plannen meer voor een internationaal soloalbum en
houdt zij het bij wat low-profile duetten die in zeer beperkte oplage
verkrijgbaar zijn. Haar laatste recente opname was met Ex-Deep Purple
Jon Lord, the Sun will shine again, uit 2004. Zij heeft het nummer
tijdens het concert van Jon Lord in Keulen live gezongen. Verder
verscheen er in Duitsland 2005 een fan-boek van verstokte Frida fans
Philippe Elan & Jean-Marie Potiez. In hetzelfde jaar verschijnt er
internationaal een officieel boek van de hand van Benny, Bjorn en Mamma
Mia producent Judy Craymer onder de titel 'Mamma Mia, How can I resist
you'.
Agnetha deed het na ABBA iets beter in haar eentje. De singles
'Never Again', 'The heat is on', 'Wrap your arms around me' en 'I won't
let you go' (van haar tweede soloalbum 'Eyes of a woman') werden in de
jaren tachtig in Europa, Japan en Scandinavië hits, de een wat kleiner
dan de andere. Met 'The heat is on' scoorde zij in vele landen een van
de grootste zomerhits van 1983. Het eerste internationale solo album
'Wrap your arms around me' verkoopt wereldwijd meer dan 1,3 miljoen
exemplaren. Na het verschijnen van haar derde Engelstalige album I
stand Alone in 1988 en de kleine Billboard hit I wasn't the one in
Amerika, stopte ook Agnetha wegens gebrek aan groot succes met zingen.
In 1998 verschijnt er een internationaal Greatest Hits album van
Agnetha met de titel "That's me - The Greatest Hits" waar het publiek
in het algemeen niet warm voor loopt. Daarnaast brengt Agnetha in 1996
een boek uit met haar levensverhaal. In 2004 maakt ze haar echte
comeback met het album 'My Colouring Book'. Het album werd goed
ontvangen en haalde in verschillende Europese landen de top 10. In
Zweden staat het album wekenlang op de eerste plaats. Ook in Duitsland,
Nederland en Groot-Brittannië doet de cd van Agnetha het goed. De
single 'If I thought you'd ever change your mind' weet zelfs de Britse
top 10 te halen in de midweek sales van mei 2004 maar uiteindelijk
blijkt het net de top 10 niet te halen als de chart openbaar wordt
gemaakt. Aan het einde van het jaar verschijnt er in Scandinavië een
cd-box "Agnetha 1967-1979", met daarin alle zeven solo albums die
Agnetha voor en tijdens de ABBA periode opnam voor Sony Music. Begin
2006 verschijnt er een nieuwe Greatest Hits cd '13 Hits' van Agnetha
met daarop songs van haar eerste twee solo albums na ABBA. Net als bij
de post ABBA solo albums van Frida, verschijnen ook de solo albums die
Agnetha na ABBA op het Universal label maakte geremastered en met nieuw
artwork op de markt. De interesse in deze re-releases van beide dames
is beperkt.
In 2005 verschijnt Agnetha op de première van 'Mamma Mia' in
Stockholm. Ze wordt in de zaal ontvangen met een staande ovatie,
terwijl haar andere ABBA collega's onopvallend de zaal in kunnen lopen.
Agnetha is de ster van de avond. Ook bij het stoppen van de musical in
2007 is Agnetha aanwezig. Na afloop zingt ze live met collega Tommy
Korberg het duet 'True Love' met Benny aan de piano! Samen met Bjorn en
Benny staat Agnetha die avond ook nog even op het podium om een Zweeds
danklied te zingen. De drie ABBA leden zijn duidelijk weer vrienden.
Frida is die avond niet aanwezig. Agnetha werkt inmiddels aan een nieuw
album met zelfgeschreven songs, zo fluisteren de ingewijden nu. De
release zal waarschijnlijk in 2008 plaatsvinden. Tevens werkt Agnetha's
eigen productie maatschappij aan een dvd over haar carrière.