Thans worden de uitslagen bekend gemaakt van de telling der kleinhandelaars;Deze cijfers zijn zeer belangwekkend. op 8.292.090 inwoners telt ons land:186.262 kleinhandelaars. Deze worden verdeeld als volgt:
Veevoeders;2.581 bakkers en banketbakkers:11.617 Vleesschouwers en varkensslagers 13.547. zuivelproducten:4646 cafehouders 71.170 drankgelegenheden en kruideniers :71.170.Suikerbakkers 2.535 Fruit en groenten:6066 ijbereiders;316.Vis:1.421.tuinbouwprodukten:2349; eethuizen::2.689;gaarkoks;97 specialiteiten 583.;tabak en sigaren 7.056. wijn en likeuren =2.760. wild en pluimvee;602. mandemakers 559. allerlei :794. .
Wat verdiende een schrijnwerker op 20 jarige leeftijd?
1 September 1941.
Wat verdiende een schrijnwerker op 20 jarige leeftijd? Bij de gemeente Peutie lijkt ons niet in de tweede doch wel in de derd categorie te zijn ingedeeld. Het loon van een schrijnwerker,20 jaaroud is,in die voorwaarde 5.60fr.per uur ,geschoold geschoold arbeider is een werkman die sedert geschoold voor zover hij als geschoold arbeider kan beschouwd worden.Een geschoold arbeider is een werkman die sedert ten minste 3 jaren het vak uitoefent en zelfstandig in staat is alle werken uit voeren. Op 21-jarige leeftijd is het loon in die voorwaarden 6.30fr dit is het loon van een geschoolde arbeider.
De marktprijzen van de groenten in de zomer van 1941.
De markt prijzen van de groenten in de zomer van 1941. Asperges (per pak van 1kg................18fr. Kervel,(laag ong.200gr.)................1tot 0.75fr. Bloemkolen,serres perstuk....................10fr. Peterselie (laag ong.200gr)............2 tot 1.50fr) Porei (6stuks)..........................6 tot 3 fr.) Rabarber (per bussel)......................3 tot 2fr) Radijzen (per bussel) .......................1.50 tot 2fr.) Kropsla.(per stuk)..............................1.75 tot 1 fr. Spinazie (per kilo)..............................4.30 tot 3.50 fr.) Selder (witte)per bussel van 6 kleine )5 fr tot 3fr. Soepselder (per bussel van 10) .........10fr tot 7 fr.) Witloof (per kilo)................................8fr tot 7 fr. Zuring per kilo ...................................3.50fr tot 3 fra.
Politieverordening in 1941.,betreffende het afleveren en verkopen van verse eieren.
31 Augustus 1941.
Een politie verordening in 1941.betreffende het afleveren en verkopen van verse eieren.
De kommissaris-burgermeester van Gent, op bevel der Duitse Overheid,brengt volgende verordening ter kennis van de bevolking: Artikel 1. Leveringsplicht: Iedere bezitter van kiekens is verplicht wekelijks 2 eieren per kieken aan de bevoegden eierverzamelaar en tegen den vastgestelde prijs (art.4)af te leveren. Voor het berekenen van het getal aanwezige (leverplichtigen) kiekens,wordt voor elken persoon behorend tot het gezin van één kiekenbezitter,een kieken van het werkelijk getal afgetrokken.
Art.2. De Eierverzamelaar. Het ophalen en aankopen van de eieren geschiedt door een eierverzamelaar,die door de burgermeester wordt aangeduid.Plaats en tijdstipt voor het afleveren worden door den burgermeester bekend gemaakt. Art.3.Wanneer een kiekenbeziiter een zekere hoeveelheid eieren,boven hey getal dat hij moet afleveren ingevolge van Art.1.niet door verbruik in eigen huishouden maar door verkoop aan een derde wil ten gelde maken;moet ook deze verkoop uitsluitend aan de eierverzamelaar voorbehouden worden. Het is aan de kiekbezitters verbofrn rechtstreeks aan verbruikers eieren te verkopen.Overtredingen van dit verbod wordt gestraft.
Art.4 Prijs aan de producent te betalen. De kiekenbezitters ontvangen 1.60fr.voor een onbeschadigd vers ei van minstens 60 gram,franco bij de eierverzamelaar.
Art.5. Strafbepaling. Overetredingen van deze politieverordening zullen gestrafworden met een gevangenis straf van 3 weken en een geldboete tot 30.000 reichsmark of met één dezer straffen. De"ze treedt onmiddelijk in voege na verschijnen van deze verordening.
Politieverordening in 1941.,betreffende het afleveren en verkopen van verse eieren.
31 Augustus 1941 .
Een politie verordening in 1941.betreffende het afleveren en verkopen van verse eieren.
De kommissaris-burgermeester van Gent, op bevel der Duitse Overheid,brengt volgende verordening ter kennis van de bevolking: Artikel 1. Leveringsplicht: Iedere bezitter van kiekens is verplicht wekelijks 2 eieren per kieken aan de bevoegden eierverzamelaar en tegen den vastgestelde prijs (art.4)af te leveren. Voor het berekenen van het getal aanwezige (leverplichtigen) kiekens,wordt voor elken persoon behorend tot het gezin van één kiekenbezitter,een kieken van het werkelijk getal afgetrokken.
Art.2. De Eierverzamelaar. Het ophalen en aankopen van de eieren geschiedt door een eierverzamelaar,die door de burgermeester wordt aangeduid.Plaats en tijdstipt voor het afleveren worden door den burgermeester bekend gemaakt. Art.3.Wanneer een kiekenbeziiter een zekere hoeveelheid eieren,boven het getal dat hij moet afleveren ingevolge van Art.1.niet door verbruik in eigen huishouden maar door verkoop aan een derde wil ten gelde maken;moet ook deze verkoop uitsluitend aan de eierverzamelaar voorbehouden worden. Het is aan de kiekenbezitters verboden rechtstreeks aan verbruikers eieren te verkopen.Overtredingen van dit verbod wordt gestraft.
Art.4 Prijs aan de producent te betalen. De kiekenbezitters ontvangen 1.60fr.voor een onbeschadigd vers ei van minstens 60 gram,franco bij de eierverzamelaar.
Art.5. Strafbepaling. Overetredingen van deze politieverordening zullen gestrafworden met een gevangenis straf van 3 weken en een geldboete tot 30.000 reichsmark of met één dezer straffen. Deze treedt onmiddelijk in voege na verschijnen van deze verordening g
28 Augustus 1941. Dit gebeurde in Oost-Vlaanderen.
Mooregem.
Een kostbare buit. Rond 10.30 uur des avonds,hoorden de landbouwers kinderen Martin, ,wonende op de kasteelhoek,alhier,enig gerucht en een hunner stond op wacht om te gaan zien wat er gaande was.Hij kwam juist bijtijds om drie gestalten te zien verdwijnen,met elk een zak op den rug,en toen hij een nader onderzoek instelde,stelde hij vast dat al het brood dat vers gebakken was, zijnde een 14 tal grote broden,gestolen was in het bakhuis.
Appelterre. Drei smokkelaars in t gedrang. In onze gemeente werden tal van koeien geslacht die aan woeker prijzen werden verkocht. Het waakzame oog der rijkswachters van Zandbergen hadden reeds verscheidene malen de hand gelgd op personen die er zich schuldig van gemaakt,maar toch hun woekerstieltje niet stop zette.De wetsdienaars gingen over tot een huiszoeking bij een zekereA.D. ,waar ze er in slaagde een vers geslachte koe aan te treffen.En zijn medeplichtigen kompanen waren spoedig in het gedrang gekomen.Ze werden naar Oudenaarde gevoerd waar ze voor de rechter moeten verschijnen.
Lokeren.
Biggen gestolen. Bij landbouwer A.Melis ,Oudenbosch alhier,hebben onbekende dieven zich meester gemaakt van een biggen van ongeveer 60 kilo gramD.De fieven waren goed bvertrouwd moeten zijn met de gebruiken van de bewoners,hebben de staldeur open gebroken en verder alle sporen doen verdwijnen,klacht werd neergelgd bij de politie.
De bestendige deputatie van de provincie Namen,heeft te Namen een spijshuis ingericht in die aard van de welbekende<< Feranse Recos>>.Dit initiatief is van zeer groot sociaal belang,en stelt zich tot doel de moeilijke toestand der arbeiders en bedienden,die in de omtrek van stad woonachtig zijn en voor hun middagmaal niet naar huis keren, te verbeteren.Ofwel zijn deze arbeiders immers verplicht hun middagmaal zeer grote sommen uit te geven,wat hun budjet niet toelaat,ofwel zijn zij verplicht van de -rantsoenen
hunner familie brood af te nemen, zodat zij in zeer grote moeilijkheden komen te staan.Twee afgevaardigen uit de provincie Namen werden naar Paijs gezonden ten einde aldaar de organisatie <<Recos>> te gaan bestuderen. De spijskaart ziet erals volgt uit;
Dikke soep eveneens naar beliefde Aardappelen en groenten eveneens naar beliefde Een goed stuk vlees, Zodat het geheel een dergelijk middagmaal uitmaakt Er worden drie categorieën verbruikers voorzien,de personen die minder dan 20.000 franken verdienen zouden 8 franken per middagmaal moeten betalen. Zij die van 20.000 tot 30.000 fr.per maand verdienen ;moeten 10 fr.betalen. En zij die meer dan 30.000 fr.permaand verdienen 15 fr. Aangezien de inkomst prijs van het middagmaal 25 fr; bedraagt,neemt de bestendige depetatieve te kort voor haar rekening. Van zelfssprekend was het succes van de onderneming onmiddelijk verzekerd;van de eerste maand af werden 1600 middagmalen opgediend,terwijl er de twede maand reeds 2.800maaltijden werden geteld. Het merendeel van de restauratie houders der provincie zijn daar en boven geneigd mede te werken,wat er op wijst dat de onderneming zowel sociaal als praktisch is Het probleem, dat het moeilijktst is om op te lossen, is de verdeling. Op dit gebied zal heel wat soepelheid en begrip aan de dag moeten gelegd worden. De organisatie zou bv. over meer vleeszegels moeten beschikken ,wat nl.ook het geval is voor de sociale dienst der spoorwegen,van Winterhulp,enz... Terwijl de groothandelaars zou moeten optrden b.v bij de aankoop der groeten.Tevens zou aan deze volkspijshuizen de mogelijk moeten gegeven worden,vleesafval aan te kopen,wat zou toelaten,schotel van eerste rang voor te zetten. Wat er ook van zij,het is voortaan bewezen,dat een onderneming van dien aard, beantwoordt aan een werkelijke behoefte Het hangt nu maar van de gorde wil der openbare besturen af om dergerlijke spijshuizen over heel het land in te lichten.
Aangeslotenen bij het werk van den akker,die bij de telling van 15 Mei 1941,de verklaring hebben ingevuld<< Formulier A>> en die persoonlijk een hoekje grond bewerken,worden als voortbrengers beschouwd.Zij hebben recht op het dagelijks rantsoen van 750 gram aardappelen of 225kg.voor 10 maanden en 10%voor afval. Daaren boven zullen zij 20kg.per are voorafnemen,die zij zullen bewaren met op het oog op de aanplanting voor 1942. Wie boven genoemde verklaring niet hebben ingedient bij de telling van 15 Mei 1941,moeten zulks ten spoedigste doen en dit uiterlijk op 23 <<<september. Deze verklaring moet door de respectievelijke burgermeesters,worden aanvaard ingevolge van 16-8-41,verscheenen in het staatsblad van 20Augustus 1941. Het niet aangeven van een beplanting stelt zich aan gevangenis bloot.Wanneer de verklaring is ingedient zullen de aangeslotenen van de rechten en de plichten der vootbrengers genieten. De groepeerde aangeslotenen die gezamelijk door een contract met de landbouwer,aardappelen hebben doen verbouwen hebben recht op 500 gram per dag of 150kg. voor 10 maanden. De voorafneming van 20kg.per are voor plantaardappelen moet worden gedaan door den landbouwer. In dit geval komt deze voorafneming in deductie op de totale opbrengst van den grond. De landbouwers zijn verplicht deze voorafneming van 20kg.te bewaren;zij zal dienen tot het verkrijgen inruil van nieuwe planters en zal bestemd zijn voor degenen die volgend jaar van den grond zullen genieten. In geval van de werkelijke opbrengst minder is dan de geschatte,moet de vaststelling ervan gedaan worden door de gemeentelijke schattings commissie.Indien de hoeveelheden geoogst door de voorbreger,onvoldoende zijjn om de behoefde te dekken,zegt het rondschrijven aan de Burermeesters van het ministerie vanLandbouw en voedselvoorziening,vershenen in staatsblad van 10 augustus 1941,dat hij zelf voor zijn bijkomende bevoorrading zorgen moet overeenkomstig voor gewonen verbruikers bepaalde regels,of ten laste moeten vallen van de algemene bevoorrading der bevolking. Deze regel zal namelijk van toepassing zijn op sommige kleine producenten en op zekere leden van het werk van den akker.In dat geval zullen de belanghebbenden een aardappelkaart kunnen krijgen waarvan, vooraf, de mandelijkse koepons zullen afgescheurd zijn welke door eigen productie gedekt zijn. De schatting der opbrengst die werd gedaan is slechts een theoretisch vijfer.De aangelotenen zullen over de totale opbrengst van hun terrein,mogen beschikken,natuurlijk over maximum 225kg.De meer opbrengst moet ter beschikking der centrale aardappelen,worden gesteld en door den voortbrenger worden afgelverd,ten einde de algemenen bevoorrading te verzekeren.
De vleesprijzen op sommige plaatsen nog overdreven hoog.
21 Augustus 1941.
De vleesprijzen op sommige plaatsen nog overdreven hoog.
Op de keper beschouwd staat het allert gunstig met de vlees bedeling: de slager werd de gelegenheid gegeven over een ruimere keuze te beschikken en ze hebben ook een reserve,<<een stukje bij?<<.Het rundvlees is doorgaans van goede kwaliteit,wat niet mag gezegd worden van de producten ons door de varkensslachters voorgeschogteld,deze waar vindt maar weinig afzet, op zekere plaatsen blijven de prijzen overdreven hoog, en de controle ontoereikend
Van nijpende actualiteit bij de aantocht,is de winter, de kwestie is van ergerlijke,bespoedigende ravitaillering. De steenkolen voor de bakkers,namelijk is het vraagstuk van kapitaal belang,dat men er geen onmiddelijke oplossing zou voor vinden,ware niet good te praten.
19 Augustus 1941. Krijgen we toch 300 gram brood !!!!.
Naar wij in << Handel en disdributie<< vernamen,worden thans zekere hoeveelheden Duitse rogge naar ons land vervoerd en worden onderhandelingen met Frankrijk voortgezet voo het leveren van graan,dat zal toelaten zonder haperen onze brood bevoorrading tot op 1 Oktober,wanneer de nieuwe oogst,kan aangesproken worden,voort te zetten. Uit de mededeling die ons toekomen is zou blijken,dat onze oogst zal toelaten,indien de boeren althans hun plicht doen,dubbel zoveel graan ter beschikking stellen van de molens te werken als in het vorig seizoen. De groepering steunt op het feit,dat de graanoogst in Europa op 450 miljoen kwintaal wordt geraamd tegen 380 miljoen in 1940(sovjet-unie niet inbegrepen) verklaart,dat zij wel hoopt het doel te bereiken,dat zij zich stelde;het broodrantsoen op 300gram perdag en per persoon te brengen.
13 Augustus 1941. Het rantsoen suiker blijft behouden.
Met genoegen kunnen wij melden, aan onze huismoeders,geen remming in de verdeling van suiker te vrezen hebben. De verantwoordelijken der << suikerbieten<< onderzoekt nog steeds nader de kwestie van den invoer van vreemde suikers.
Reeds sedert enkele tijd wordt er gesproken over een mogelijke invoer van suiker uit het protectoraat,Duitsland,en Hongarije.Het vraagstuk is echter met welke middelen en onder welke voorwaarden deze invoer kan gebeuren.
6 Augustus 1941. De vervaardiging van Leverpastei.
Men vestigt ons de aandacht en van de beenhouwers en van de verbruikers op de schikkingen te treffen van het besluit van 1/8/41. Dit besluit bepaalt dat slechts één soort leverpastei van slachtafvallen of met zetmeel mag vervaardigd worden,de maximum kleinhandelsprijs bedraagd 15 fr.de kilo. Volgens hetzelfde besluit,mag ook bloeworst;waarin alleen niet gerantsoeneerde waren zoals,bloed,pezen, kaken, groenten enz. wordenverwerkt,vervaardigd worden. De maximum kleinhandelssprijs is vastgesteld op 10 fr. het kilo. De vervaardeging van bloedworst van slachtafvallen of met zetmeel toegelaten bij besluit van 22/7/41 blijft toegelaten. De maximum kleinhandelssprijs bedraagt 12.50fr.devkilo. Voor leverworst,leverpastei en bloedworsyt van slachtafvallen of met zetmeel ,geet een zegel nt.10 recht op 140 gram. Bloedworst,waarin alleen niet gerantsoeneerde waren verxerkt worden dan mag verkocht worden zonder zegel.
Sedert Mei 1940 werd er om zeggen geen wijn meer uit Frankrijk,Spanje,Portugal en Italië ingevoerd.Er wordt met Frankrijk onderhandeld, doch er werden geen positieve uitslagen bereikt. Frankrijk beroept zich op de slechte wijnoogsten van de vorige jaren en op de oorlog in het leven te roepen om de wijn,uitvoer verbod te billijken.Het wil in de eerste plaats zijn eigen behoeften dekken.Daarbij bezit Frankrijk nog geen gegevens over de hoeveelheden wijn, welke uit Algerië,Tunesië en Marokko zal kunnen betrekken.Anderzijds heeft Frankrijk de prijzen der wijnen met 20% <<ad valorem<< belast,waarbij de verhoogde vervoerkosten en tolrechten dienen gevoegd.
Hoe moeten onze bakkers thans hun brood vervaardigen????
1Augustus 1941 .
Hoe moeten onze bakkers thans hun brood vervaardigen????
Het ministerie van landbouw en voedselvoorziening richt aan de bakkers de volgende oproep:
In de huidige omstandigheden is het de plicht van elke bakker,meer dan ooit zijn uiterste best te doen.
Het is droevig te moeten vaststellen,hoeveel bakkers,eij door gebrek aan vakkenis,t'zij door nalatigheid nog steeds brood te bakken, dat slijmerig wordt en een slechte geur heeft en dat wanneer de hoedanigheid van het meel het toelaat,een dergerlijk product te fabriceren. Aan dien toestand dient absoluut,een einde gesteld te worden Hier enkele ophelderingen en enkele raadgevingen Het slijmerig en slecht riekend brood wordt veroorzaakt door een mikrobe<< LONG of OLM>> genoemd,deze onwikkeld zich niet meer wanneer, 1) Het brood met zuurdezem bereid wordt. 2) Het brood moet goed uitgebakken zijn. 3) Na het bakken moet het zeer snel worden afgekoeld.
Vel bakkers denken, dat zij door het bakken van zuurdezem hun cliënteel te verliezen . De vrees is helemaal ongegrond,de ondervinding bewijst het tegen overgestelde.De verbruiker verkiest gezond,en goed doorbakken brood met een kleine zure smaak boven een brood dat slecht gebakken, kleverig of laat staan slijmerig is. Het is trouwens mogelijk zonder overdreven zuurgraat,smakelijk brood te bakken,dat geen gevaar loopt voor verrotting.Daarvoor zal het volstaan een gemengde methode to te passen,waarbij de helft van het deeg wordt met gist, en de andere helft met zuurdezem. Als voorbeeld kan voor 100 kg meel,wordt de volgende werkwijze aangegeven ;bij 50 kg meel worden 5kg koel bewaarden zuurdezem gevoegd van de vorige dag.Men voegt daarbij ongeveer 32 liter lauw water (40 à45°) zodat de warmte graad van het deeg op 25° gebracht wordt;Dit beslag laat men twee uren rijpen. Daarbij voegt men het deeg opgemaakt met 4kg meel,bewerkt met 15 liter lauw water,waarin ten hoogste 1/2 kg gist ,fijn verdeeld werd en 8 liter water, waarin 1/2 kg zout opgelost.1kg.meel worden in reserve gehouden om desnoods het deeg zijn vastheid te kunnen geven. Men laat de deeg 1/2 uur rusten in de kneedtrog,daarna wordt de vorm gegeven,liefst baksteen model of een model waarbij weinig korst gevormd wordt. Men ontwikkeld met stuifmeel (20/0) of evenveel met meel zelf.Men laat nog een uur gisten en schiet in de oven,waarvan de warmte graag niet boven de 225 graden zijn mag, Gedurende het bakken mag de warmte graad niet opgedreven worden,men trekt het brood uit de oven ongeveer één uur. De vers gebakken broden moeten zeer voorzichtig behandeld worden,en dan zo spoedig mogelijk onder de 20° verkoelen. N.B. Het is ten zeerste aan te raden een of zelfs tweemaal per week een verse zuurdezem aan te leggen; Dit geldt,zoals reeds gezegd,als voorbeeld,het spreek van zelfs,dat iedere stielman genoeg vakkenis moet beschikken om zelf te oordelen, volgens de hoedanigheden der producten waaover hij beschikt,hoeveel zuurdezem ofd hoeveel gist hij moet gebruiken,of hij zijn licht of vast moet maken, wanneer het ogeblik gekomen is om de deeg,nadat hij in vormen gedaan is, in de oven schieten enz. Hij zal er steeds na streven brood te bakken dat goed opgekomen is en goed uitgebakken;Want het opkomen van de deeg betreft,vestigen we de aandacht op het volgende:het meel dat thans moet verbruikt orden,kan veel water opslorpen en het deeg dat gevormd wodt met rogge en aardappelmeel heeft niet zoveel elasticiteit als tarwemeel. Men kan kan dus wel veel water bij het meel voegen en een lichte deeg maken; doch bij het verwerken moet men zich beperken ,een homogenen en goed verluchte massa massa bekomen,zonder nochthans de deeg te vermoeien. Het gebruiken van al te grote hoeveelheden gist dient vooral vermeden,op gevaar af dat het brood barsten de korst zich afscheidt. Het spreekt van zelf dat het ook niet zal volstaan een goede bakkersmethode te gebruiken,indien in de bakkerij zelfs niet alle mogelijke voorzorgen van netheid en zindelijkheid getroffen worden. Degenen die eenmaal slijmerig brood bakten, moete absoluut hunbakkerij en al het gereedschap,kneedmachine, werkbanken, broodplanken, en rekken, en al het matriaal dat met het brood in aanraking komt,dient gereinigd en afgeschuurd met kokend soda wateren daarna afgespoeld met zuiver kokend water en daarna zeer goed laten drogen,de muren moet gekalkt worden.
De <<lijkstoet<<werd aangehouden. In een lijkwagen in de stad Charleroi,die wegens het veelvuldige ritten, de aandacht van de politie had gaande gemaakt,werden drie in het geheim geslachte varkens gevonden. Het onderzoek wees uit,dat de dieren te St. Gerard bij een landbouwer werden geslacht. De twee personen die den lijkstoet vormden werden aangehouden en ter beschikking gesteld. De varkens werden naar het slachthuis overgebracht dat een van beide werkelijk << begraven<< mocht worden, aangezien het niet langer geschikt was, voor het gebruik.
Wij beschikken slechts over circa 50.000 kolonies bijen (korven en kassen) wanneer Nederland over de honingproductie zijn er in ons land geen statische gegevens voorhanden.
In landen met een gunstige bijen omstandigheden,kan de gemiddelde jaarlijkse productie per kolonie 50 kg bedragen.In ons land geeft een kasvolk per jaar gemiddeld 15 kg en een korfvolk 10 kg.
Volgens de ramingen zal men ca.200.000 kg honing ter beschikking stellen van de rechthebbende,zo war 400.000 kinderen beneden de 4 jaar, zwangere vrouwen en zieken in het algemeen.
Er zou dan ca.182kg.per rantsoen kunnen verdeeld worden.De verdeling gebeurt eenmaal per jaar.De aflevering geschiedt van de voortbrenger tot verbruiker onder het toezicht van de hoofdgroeppering. De voedingswaarde van honing is zeer groot:zij bevat gemiddeld 20%water, 70 tot 80% is vertsuiker,tot 5% sacharose en meer suiker vrije droge stof.Het soortelijk gewicht is 1,4. De bijentelers worden als volgt per provincie verdeeld:Brabant ca.2200Luik ca.2200,Henegouwen ca. 2150, Namen;ca 2000 ,Oost Vlaanderen ca.1300,West Vlaanderen ca.1500,Antwerpen,ca 1800.
Deverdeling van suiker gaat normaal volgens een vastgesteld verdelingsplan.De maatregelen getroffen door het departement van Landbouw en voedselvoorziening in overleg met de bevoegde instanties en de belanghebbende beroepsgroeperingen,laten toe aan onze bevolking een geregelde en onderbroken rantsoenering tot de eerst volgende bietenoogst te verzekeren. Betreffende de uitzaai van suikerbieten,beschikt men nog over geen officiële gegevens.Toch laat alles voorzien dat deze,alhoewel enigzins vermindert, kan men zeggen dat de vrucht gezond staat, met een weinig vertraging in de groei,zoals bij de andere gewassen,valt het weder in de drie volgende maanden enigzins mee, dan mag er op een normale oogst gerekeng worden.
Volgens Le Travail heeft een firma uit Brussel ,dezer dagen een wagon met citroenen ontvangen,die ze helemaal aan een handelaar uit St.Jans Molenbeek blijkt te hebben afgestaan,op voorwaarde dat de winsten, bij den verkoop door deze handelaar zouden gedeeld worden. De betrokken handelaar verkoopt een kist citroenen op factuur ,tegen 250 fr.maar ontvangt in werkelijkheid 750 fr. Gezien de winstmarge die de invoerder mag berekenen 25 t.h. bedraagt,moet de verkoopprijs van 750 fr.,een winst betekende van 550 fr.,of voor de ganse lading-de wagon bevat 400 kisten-dit is een onbeduidende sommetje van 220.000 fr. Naar aanleiding van bovenstaand woeker verhaal hebben wij ter bevoegde plaats nl.in de kringen van de ernstige inporthandel inlichtingen ingewonnen.Daaruit blijkt dat de kostprijs van den importeur per kist ongeveer250 fr;bedraagt.Hij mag daarop niet 25 ,doch 16 percent,winst rekenen bij verkoop,10% winst en 6%percent verlies op gewicht. De gevestigde importeurs moet dan bij de verdeling aan zijn grossiers ,de namen en verkochte hoeveelheden aan de betrokken instanties opgeven,terwijl de groothandelaars hetzelfde moeten doen voor hun leveranties aan de winkeliers. De ernstige importeurs volgen deze voorschriften ,en zo doende kan men een redelijke verdeling van het beschikbare- dat niet te groot is- bekomen tegen prijzen,welke naar verhouding niet te hoog zijn. Als het verhaal van <<Le ravail<< juist is, dan heeft men hier te doen let een van die weinige erstige invoerders,die indertijd ook de sinaasappel<< invoer hebben bedorven en waarvoor Le Travail een lans heeft gebroken door de grote,van oudsher gevestigde import firma aan te vallen.
De volksweerkunde uit het begin van de negentiende eeuw was een curieus mengsel van gezond verstand en bijgeloof. Het bestond uit een samen raapsel van duizenden weerregels,spreuken en gezegden.Een deel van deze spreuken hoort men ook nu nog wel.
In vele weerspreuken wordt een verband gelegd tussen de maan en de bewolking. Dit zijn redelijk betrouwbare spreuken. Een koude heldere nacht leidt dikwijls tot vorst of mist in de ochtend en het is vooral tijdens zulke nachten dat de maan goed te zien is. Vandaar komt het gezegde dat na een heldere nacht vorst komt.
In de volksweerkunde komen vele gezegden voor die zouden moeten wijzen op het voor- spellende gedrag van dieren en planten.Zo werd wel eens beweerd dat koeien gaan liggen als er regen komt en dat bijen voor een storm terugkeren naar hun korf. De meeste van deze gezegden weerspiegelen echter slechts de gevoeligheid van dieren en planten voor ver- anderingen in atmosferische omstandigheden,met name de vochtigheid.