De vleesprijzen op sommige plaatsen nog overdreven hoog.
21 Augustus 1941.
De vleesprijzen op sommige plaatsen nog overdreven hoog.
Op de keper beschouwd staat het allert gunstig met de vlees bedeling: de slager werd de gelegenheid gegeven over een ruimere keuze te beschikken en ze hebben ook een reserve,<<een stukje bij?<<.Het rundvlees is doorgaans van goede kwaliteit,wat niet mag gezegd worden van de producten ons door de varkensslachters voorgeschogteld,deze waar vindt maar weinig afzet, op zekere plaatsen blijven de prijzen overdreven hoog, en de controle ontoereikend
Van nijpende actualiteit bij de aantocht,is de winter, de kwestie is van ergerlijke,bespoedigende ravitaillering. De steenkolen voor de bakkers,namelijk is het vraagstuk van kapitaal belang,dat men er geen onmiddelijke oplossing zou voor vinden,ware niet good te praten.
19 Augustus 1941. Krijgen we toch 300 gram brood !!!!.
Naar wij in << Handel en disdributie<< vernamen,worden thans zekere hoeveelheden Duitse rogge naar ons land vervoerd en worden onderhandelingen met Frankrijk voortgezet voo het leveren van graan,dat zal toelaten zonder haperen onze brood bevoorrading tot op 1 Oktober,wanneer de nieuwe oogst,kan aangesproken worden,voort te zetten. Uit de mededeling die ons toekomen is zou blijken,dat onze oogst zal toelaten,indien de boeren althans hun plicht doen,dubbel zoveel graan ter beschikking stellen van de molens te werken als in het vorig seizoen. De groepering steunt op het feit,dat de graanoogst in Europa op 450 miljoen kwintaal wordt geraamd tegen 380 miljoen in 1940(sovjet-unie niet inbegrepen) verklaart,dat zij wel hoopt het doel te bereiken,dat zij zich stelde;het broodrantsoen op 300gram perdag en per persoon te brengen.
13 Augustus 1941. Het rantsoen suiker blijft behouden.
Met genoegen kunnen wij melden, aan onze huismoeders,geen remming in de verdeling van suiker te vrezen hebben. De verantwoordelijken der << suikerbieten<< onderzoekt nog steeds nader de kwestie van den invoer van vreemde suikers.
Reeds sedert enkele tijd wordt er gesproken over een mogelijke invoer van suiker uit het protectoraat,Duitsland,en Hongarije.Het vraagstuk is echter met welke middelen en onder welke voorwaarden deze invoer kan gebeuren.
6 Augustus 1941. De vervaardiging van Leverpastei.
Men vestigt ons de aandacht en van de beenhouwers en van de verbruikers op de schikkingen te treffen van het besluit van 1/8/41. Dit besluit bepaalt dat slechts één soort leverpastei van slachtafvallen of met zetmeel mag vervaardigd worden,de maximum kleinhandelsprijs bedraagd 15 fr.de kilo. Volgens hetzelfde besluit,mag ook bloeworst;waarin alleen niet gerantsoeneerde waren zoals,bloed,pezen, kaken, groenten enz. wordenverwerkt,vervaardigd worden. De maximum kleinhandelssprijs is vastgesteld op 10 fr. het kilo. De vervaardeging van bloedworst van slachtafvallen of met zetmeel toegelaten bij besluit van 22/7/41 blijft toegelaten. De maximum kleinhandelssprijs bedraagt 12.50fr.devkilo. Voor leverworst,leverpastei en bloedworsyt van slachtafvallen of met zetmeel ,geet een zegel nt.10 recht op 140 gram. Bloedworst,waarin alleen niet gerantsoeneerde waren verxerkt worden dan mag verkocht worden zonder zegel.
Sedert Mei 1940 werd er om zeggen geen wijn meer uit Frankrijk,Spanje,Portugal en Italië ingevoerd.Er wordt met Frankrijk onderhandeld, doch er werden geen positieve uitslagen bereikt. Frankrijk beroept zich op de slechte wijnoogsten van de vorige jaren en op de oorlog in het leven te roepen om de wijn,uitvoer verbod te billijken.Het wil in de eerste plaats zijn eigen behoeften dekken.Daarbij bezit Frankrijk nog geen gegevens over de hoeveelheden wijn, welke uit Algerië,Tunesië en Marokko zal kunnen betrekken.Anderzijds heeft Frankrijk de prijzen der wijnen met 20% <<ad valorem<< belast,waarbij de verhoogde vervoerkosten en tolrechten dienen gevoegd.
Hoe moeten onze bakkers thans hun brood vervaardigen????
1Augustus 1941 .
Hoe moeten onze bakkers thans hun brood vervaardigen????
Het ministerie van landbouw en voedselvoorziening richt aan de bakkers de volgende oproep:
In de huidige omstandigheden is het de plicht van elke bakker,meer dan ooit zijn uiterste best te doen.
Het is droevig te moeten vaststellen,hoeveel bakkers,eij door gebrek aan vakkenis,t'zij door nalatigheid nog steeds brood te bakken, dat slijmerig wordt en een slechte geur heeft en dat wanneer de hoedanigheid van het meel het toelaat,een dergerlijk product te fabriceren. Aan dien toestand dient absoluut,een einde gesteld te worden Hier enkele ophelderingen en enkele raadgevingen Het slijmerig en slecht riekend brood wordt veroorzaakt door een mikrobe<< LONG of OLM>> genoemd,deze onwikkeld zich niet meer wanneer, 1) Het brood met zuurdezem bereid wordt. 2) Het brood moet goed uitgebakken zijn. 3) Na het bakken moet het zeer snel worden afgekoeld.
Vel bakkers denken, dat zij door het bakken van zuurdezem hun cliënteel te verliezen . De vrees is helemaal ongegrond,de ondervinding bewijst het tegen overgestelde.De verbruiker verkiest gezond,en goed doorbakken brood met een kleine zure smaak boven een brood dat slecht gebakken, kleverig of laat staan slijmerig is. Het is trouwens mogelijk zonder overdreven zuurgraat,smakelijk brood te bakken,dat geen gevaar loopt voor verrotting.Daarvoor zal het volstaan een gemengde methode to te passen,waarbij de helft van het deeg wordt met gist, en de andere helft met zuurdezem. Als voorbeeld kan voor 100 kg meel,wordt de volgende werkwijze aangegeven ;bij 50 kg meel worden 5kg koel bewaarden zuurdezem gevoegd van de vorige dag.Men voegt daarbij ongeveer 32 liter lauw water (40 à45°) zodat de warmte graad van het deeg op 25° gebracht wordt;Dit beslag laat men twee uren rijpen. Daarbij voegt men het deeg opgemaakt met 4kg meel,bewerkt met 15 liter lauw water,waarin ten hoogste 1/2 kg gist ,fijn verdeeld werd en 8 liter water, waarin 1/2 kg zout opgelost.1kg.meel worden in reserve gehouden om desnoods het deeg zijn vastheid te kunnen geven. Men laat de deeg 1/2 uur rusten in de kneedtrog,daarna wordt de vorm gegeven,liefst baksteen model of een model waarbij weinig korst gevormd wordt. Men ontwikkeld met stuifmeel (20/0) of evenveel met meel zelf.Men laat nog een uur gisten en schiet in de oven,waarvan de warmte graag niet boven de 225 graden zijn mag, Gedurende het bakken mag de warmte graad niet opgedreven worden,men trekt het brood uit de oven ongeveer één uur. De vers gebakken broden moeten zeer voorzichtig behandeld worden,en dan zo spoedig mogelijk onder de 20° verkoelen. N.B. Het is ten zeerste aan te raden een of zelfs tweemaal per week een verse zuurdezem aan te leggen; Dit geldt,zoals reeds gezegd,als voorbeeld,het spreek van zelfs,dat iedere stielman genoeg vakkenis moet beschikken om zelf te oordelen, volgens de hoedanigheden der producten waaover hij beschikt,hoeveel zuurdezem ofd hoeveel gist hij moet gebruiken,of hij zijn licht of vast moet maken, wanneer het ogeblik gekomen is om de deeg,nadat hij in vormen gedaan is, in de oven schieten enz. Hij zal er steeds na streven brood te bakken dat goed opgekomen is en goed uitgebakken;Want het opkomen van de deeg betreft,vestigen we de aandacht op het volgende:het meel dat thans moet verbruikt orden,kan veel water opslorpen en het deeg dat gevormd wodt met rogge en aardappelmeel heeft niet zoveel elasticiteit als tarwemeel. Men kan kan dus wel veel water bij het meel voegen en een lichte deeg maken; doch bij het verwerken moet men zich beperken ,een homogenen en goed verluchte massa massa bekomen,zonder nochthans de deeg te vermoeien. Het gebruiken van al te grote hoeveelheden gist dient vooral vermeden,op gevaar af dat het brood barsten de korst zich afscheidt. Het spreekt van zelf dat het ook niet zal volstaan een goede bakkersmethode te gebruiken,indien in de bakkerij zelfs niet alle mogelijke voorzorgen van netheid en zindelijkheid getroffen worden. Degenen die eenmaal slijmerig brood bakten, moete absoluut hunbakkerij en al het gereedschap,kneedmachine, werkbanken, broodplanken, en rekken, en al het matriaal dat met het brood in aanraking komt,dient gereinigd en afgeschuurd met kokend soda wateren daarna afgespoeld met zuiver kokend water en daarna zeer goed laten drogen,de muren moet gekalkt worden.
De <<lijkstoet<<werd aangehouden. In een lijkwagen in de stad Charleroi,die wegens het veelvuldige ritten, de aandacht van de politie had gaande gemaakt,werden drie in het geheim geslachte varkens gevonden. Het onderzoek wees uit,dat de dieren te St. Gerard bij een landbouwer werden geslacht. De twee personen die den lijkstoet vormden werden aangehouden en ter beschikking gesteld. De varkens werden naar het slachthuis overgebracht dat een van beide werkelijk << begraven<< mocht worden, aangezien het niet langer geschikt was, voor het gebruik.
Wij beschikken slechts over circa 50.000 kolonies bijen (korven en kassen) wanneer Nederland over de honingproductie zijn er in ons land geen statische gegevens voorhanden.
In landen met een gunstige bijen omstandigheden,kan de gemiddelde jaarlijkse productie per kolonie 50 kg bedragen.In ons land geeft een kasvolk per jaar gemiddeld 15 kg en een korfvolk 10 kg.
Volgens de ramingen zal men ca.200.000 kg honing ter beschikking stellen van de rechthebbende,zo war 400.000 kinderen beneden de 4 jaar, zwangere vrouwen en zieken in het algemeen.
Er zou dan ca.182kg.per rantsoen kunnen verdeeld worden.De verdeling gebeurt eenmaal per jaar.De aflevering geschiedt van de voortbrenger tot verbruiker onder het toezicht van de hoofdgroeppering. De voedingswaarde van honing is zeer groot:zij bevat gemiddeld 20%water, 70 tot 80% is vertsuiker,tot 5% sacharose en meer suiker vrije droge stof.Het soortelijk gewicht is 1,4. De bijentelers worden als volgt per provincie verdeeld:Brabant ca.2200Luik ca.2200,Henegouwen ca. 2150, Namen;ca 2000 ,Oost Vlaanderen ca.1300,West Vlaanderen ca.1500,Antwerpen,ca 1800.
Deverdeling van suiker gaat normaal volgens een vastgesteld verdelingsplan.De maatregelen getroffen door het departement van Landbouw en voedselvoorziening in overleg met de bevoegde instanties en de belanghebbende beroepsgroeperingen,laten toe aan onze bevolking een geregelde en onderbroken rantsoenering tot de eerst volgende bietenoogst te verzekeren. Betreffende de uitzaai van suikerbieten,beschikt men nog over geen officiële gegevens.Toch laat alles voorzien dat deze,alhoewel enigzins vermindert, kan men zeggen dat de vrucht gezond staat, met een weinig vertraging in de groei,zoals bij de andere gewassen,valt het weder in de drie volgende maanden enigzins mee, dan mag er op een normale oogst gerekeng worden.
Volgens Le Travail heeft een firma uit Brussel ,dezer dagen een wagon met citroenen ontvangen,die ze helemaal aan een handelaar uit St.Jans Molenbeek blijkt te hebben afgestaan,op voorwaarde dat de winsten, bij den verkoop door deze handelaar zouden gedeeld worden. De betrokken handelaar verkoopt een kist citroenen op factuur ,tegen 250 fr.maar ontvangt in werkelijkheid 750 fr. Gezien de winstmarge die de invoerder mag berekenen 25 t.h. bedraagt,moet de verkoopprijs van 750 fr.,een winst betekende van 550 fr.,of voor de ganse lading-de wagon bevat 400 kisten-dit is een onbeduidende sommetje van 220.000 fr. Naar aanleiding van bovenstaand woeker verhaal hebben wij ter bevoegde plaats nl.in de kringen van de ernstige inporthandel inlichtingen ingewonnen.Daaruit blijkt dat de kostprijs van den importeur per kist ongeveer250 fr;bedraagt.Hij mag daarop niet 25 ,doch 16 percent,winst rekenen bij verkoop,10% winst en 6%percent verlies op gewicht. De gevestigde importeurs moet dan bij de verdeling aan zijn grossiers ,de namen en verkochte hoeveelheden aan de betrokken instanties opgeven,terwijl de groothandelaars hetzelfde moeten doen voor hun leveranties aan de winkeliers. De ernstige importeurs volgen deze voorschriften ,en zo doende kan men een redelijke verdeling van het beschikbare- dat niet te groot is- bekomen tegen prijzen,welke naar verhouding niet te hoog zijn. Als het verhaal van <<Le ravail<< juist is, dan heeft men hier te doen let een van die weinige erstige invoerders,die indertijd ook de sinaasappel<< invoer hebben bedorven en waarvoor Le Travail een lans heeft gebroken door de grote,van oudsher gevestigde import firma aan te vallen.
Het rantsoeneren van wijn, voor de oogst van 1941. Sedert enige dagen wordt de mening te kennen gegeven dat de wijnoogst van 1941 ,aanleiding geet tot het voorzien van het 70miljoen hectoliters wijn voor het moederland. Als alles goed gaat,d.w.z. als het weer mooi blijft en geen enkele epidemie van meeldauw in de wijngaarden optreedt voor den oogst,zou het niet 70 miljoen maar mischien 75 miljoen hectoliter wijn zijn,die voor het moederland alleen voorzien zouden moeten worden, terwijl anderzijds de oogstopbrengst in Algiers eveneens buitengewoon schitterend voorkomt.Evenwel blijft ruim twee maaanden over en dus is met zekerheid nog niets te zeggen. Een ander vraagstuk doet zich voor,dat aanleiding is tot bezorgdheid,dat van de overgangsperiode.Normaal gesproken zou, deze niet voor Oktober geëndigd zijn; Zelfs onder de meest gunstige omstandigheden is het mogelijk dat de wijnen voor den nieuwe oogst geleverd kunnen worden vanaf 15 September tot 20 September.Evenwel zijn de voorraden momenteel dusdanig beperkt, dat het niet overdreven voortkomt zich voor te stellen dat gedurende enige weken in sommige streken ,tzfelwijnen,volkomen zullen ontbreken.Zoals bekent is bleek dat het verbruik groter is,dan de vorige jaren.Aangezien het cijfer voor de maand Mei,het cijfer 5 miljoen hectoliter niet onbeduidend overtrof. Behoefte aan calorieën verhoogt gebruikt in drankgelegenheden dragen tot resultaat bij. Dringende seisoenbehoefte eisen evenwel voldoening.Men moet thans overgaan tot rekwiederen voor hen die aan de oogst mee werken, terwijl de voorraden uiterst beperkt zijn.De aankomst uit Algiers,die gedurende die tijd ,lange tijd hebben stopgezet was, gebeurt om zo te zeggen ,druppelsgewijs(1 miljoen hectoliter per maand) zodat gebrek niet te voorkomen is. Weliswaar werden maatregelen genoemen ten einde althans van de behoefte te dekken,men is overgegaan tot meer gelijkmatige vedeling bij de groot verdeling bij de groothandelaren ten einde bevoorrading bij de kleinhandel te verbeteren. Maar de genomen maatregelen zijn niet altijd in overeenstemming. Zo hebben,sommige perfecten meer bij zonderlijk iin << Legrand<< en in Le Vae<< gemeende goed te doen met verzending van wijnen tegen te houden,voor het geval er een tekort zou ontstaan. Als adminstratieve maatregelen verwacht men binnen afzienbare tijd het verschijnen van twee besluiten:het één dat ongetwijfeld door het systeem van kaarten het persoonlijk verbruik beperkt tot 2 liter per week(wat niet wil zeggen dat iedereen 2 liter zou bekomen,maar dat niemand de kans heeft om meer te krijgen) het andere zou gedurende bepaalde uren in de drankgelegenheden het verbruik verbieden (van 10 tot 12 uur,en van 15 tot 18 uur verwacht men. Het feit is ontegen zeggelijk; de schaarste is dusdanig dat nu te laat is om de gevolgen te doen verdwijnen.Maatregelen werden genomen: zij vormen geen werkelijke middelen tot verbetering maar een voudige overgangsmaatregelen. Ten einde een rechtmatige verdeleing onder de verbruikers te verzekeren,had men reeds in de Herfst van het vorig jaar maatregelen moeten nemen.Zonder enige twijfel heeft het gebrek bestaan aan het vooruit zien en het is daarom dat reeds nu, afgezien van de resultaten van de campagne 1941.opbtrengst 1941/1942 moet worden voorzien.In dit verband delen we mede dat een commissie genaamd<< Intermonisteriële commissie voor wijnbouw<< waartoe sommige wijngaarden en groothandelaren behoren, deze maand op 24 en 25 Juli te Vichy bijeen komen om maatregelen te nemen voor het goed gelukken van de wijn oogsten.
Ontbreekt het uw kippen aan minerale zouten,die ze slechts in voldoende hoeveelheid in het voeder,dan kunt u nu geven of vinden. Dit kuiltje kunt U wel vullen,al U dagelijks enige druppels Aviol bij het drinkwater mengt.,Aviol,is het enige van alle geneesmiddelen voor pluimdieren.Het voorkomen en geneest coryza,difterritis, en andere ziekten,verzekert den kippen een korte, maar volmaakte verpluiming en houdt ze in zulke toestand dat ze steeds tot de grootste opbrengst bekwaam zijn. In alle apotheken wordt het verkocht aan vooroorlogse prijzen,in flessen van 8.20 en 15.26.
Vraag aan Dokter-Veearts Domicent Veeartsenstraat 84. Brussel.
De kapitale kwestie der bevoorrading:De kolorado kever.
15 Juli 1941.
De kapitalekwestie der bevoorrading:
De Kolorado Kever.
De kwestie van onze bevoorrading is van zulke kapitalen aard,dat we daar voordurend de aandacht moeten aan schenken. De kwestie van de koloradokever.
We willen hier de bestrijding van de koloradokever aan toevoegen.Deze bestrijding van een plaag, die een groot deel van de oogst bedreigt,laat alles te wensen over;Wanneer men dagfelijks kan vaststellen in een gemeente van 60.000 inwoners als Deurne,dat er naast de rijweg(k.Gevaertstraat) aardappelvelden zijn,waarvan elke struik,krioely van de coloradokevers,onder dat er van overheidswege ingegrepen wordt, dan vragen wij ons af ,wat het in de rest van het land moet zijn.
De verantwoordelijkheid van de gemeente besturen moet worden vastgesteld. De groenten en fruit ellende blijft hoogtij vieren.
Te Antwerpen en in andere steden kunt ge geen kersen meer vinden, even min als aardbeien.
Te Antwerpen waren er op de markt van gisteren geen groenten voorhanden.
De strijd tegen sluikslachtingen en sluikhandel in vlees wordt ingezet.
9 Juli 1941.
De strijd tegen sluikslachtingen en sluikhandel in vlees wordt ingezet.
Zware gevanggenisstraffen zijn voorzien.
Het is nodig dat iedereen op de hoogte is,van de draagkracht van dit besluit, alsook men de redenen kent.,waarom de hogere instanties zich verplicht hebben over te gaan tot het nemen van zeer strenge strafmaatregelen en beteugelingen van allen sluikhandel in vlees in den breedste zin des woord.
Sluikslachtingen zijn een gevaar voor het behoud van den rundstapel.
Met het oog op de bevoorrading van melk,boter en vlees moet getracht worden een uitgebreide veestapel te behouden.Wie vertrouwd is met de landbouwtechniek denkt hierbij aan de voedingsmogelijkheden.Alhoewel in normale tijden belangrijken hoeveelheden krachtvoeder werden ingevoerd,is het toch mogelijk wanneer de veehouders alle troeven uitspelen op een intensieve veevoederswinning,de rundstapel ongeveer op het huidige peil te behouden en ter zelfde tijd de bevoorrading aan broodgraan en aardappelen te bevorderen. Met een dergerlijke veestapel kan de vleesbevoorrading bij de huidige rantsoenering gedurende een onpeperkte periode worden volgehouden.Op voorwaarde dat de onmiddelijk een einde wordt gesteld aan alle noodslachtingen?Van meerdere zijde,vooral van de producenten,is er op gewezen dat, indien de veeleveringen op het huidige peil moeten behouden blijven, de veestapel een sterke inkrimping tegemoet gaat.
Er wordt in de huidige omstandigheden,met of zonder opzet, gemakkelijk overdreven.De jongste telling heeft uitgewezen ,dat er nog 800.000 melkkoeien in ons land zijn, jaarlijks worden ruim 600.000 kalveren geboren, terwijl de vleesbevoorrading,op basis van het huidige rantsoen,550.000 stuks mestvee uit de markt moet worden genomen,indien de slachtingen lager zijn dan de geboorten,is er niet het minste gevaar voor het behoud van de veestapel.
Hierbij valt op te merken dat het aantal vaarzen, ouder dan een jaar ongeveer 400.000 betraagd;dit is zowat het dubbele van het geen nodig is om de normale vernieuwing van den melkstapel door te voeren.Hier is alvast een zeer grote reserve aan jong vrouwelijk fokmatriaal er vervanging van op te ruimen koeien.
Nemen we de uitslagen van d jongste relling uit gevoerd door de Boeren cooperatie onder het vergroot glas,en meer speciaal die der kalveren jonger dan drie maanden,dan valt het op welke geweldigen verwoest dingen ,de sluikhandel in vlees heeft verricht in een jonge voorraad .Totaal tellen wij in tronde cijfers 200.000 kalveren,waarvan 130.000 vrouwelijke fokmamatriaal en slechts 70.000 mannelijke kalveren.Normaal moest er zoveel mannelijke als vrouwelijke kalveren zijn; rekening houde,nde let een normale slachting van stierkalveren,moetd de telling minstens 115.000stierkalveren aanwijzen in plaats van 70.000 De conclusie ligt voor de hand;op de drie maand werden 45.000 kalveren in de sluikhandel verkocht. Hetzij 1 op 5.Het is duidelijk,fdat wanneer 1/5 van de kalveren,op een onwettige wijze wordt afgeslacht,derundstapel op een korte tijd doodbloed en meteen de mel en boterbevoorrading er in streke mate moet onder lijden. Het zoeven afgeschilderde beeld is nog somberder voor wat aangaat, de sluikslachtingen van varkens en schapen.Indien alle varken en schapen op de markt werden aangevoerd zou hieruit een belangrijker ontlasting van veeleveringen voortspruiten. Sluikslachtingen zijn een gevaar voor de gezondheid.µDe verbruiker ,die in de sluikhandel vlees koopt,weet ongelukkiger wijze niet wat hem in de handen wordt gestopt.Er bestaat evenwel niet ten minste twijfel dat een belangrijk aantal fieren sluiks worden afgeslacht die een gevaar zijn voor de volksgezondheid. Koeien,welke in zeer sterke mate aantgtast zijn door tuberculose worden door beroepssmokkelaars opgekocht,die het vlees zonder meer in de handel gebracht worden.Zij schrikken er zelfs niet voor terug,het vlees van besmette dieren die door gevaarlijke ziekte kiemen en welke door het vilbeluik moesten wordenafgehaald in de comsumptie brengen En onbegrijpelijk genoeg grijpt de gordgelovige verbruiker met beide handen naar dit stuk vlees,dat hem mischien zelf naar het leven grijpt. De afslachting gebeurt daarenboven meestal in de meest onhygienische voorwaarden,indien de afgeslacht,zou geen enkele nog vlles uit de sluikhandel eten.Sluikslachtingen zijn een sociale wandaad. De <<Hoofdgroepering Vee, Vlees en bijproducten>>doet al het mogelijke om aan elke gebruiker een klein lapje vlees te bezorgen aan de vast gestelde prijs;zij heeft hierbij met grote moeilijkheden te kampen gehad en is er niet steeds in geslaagd 100t.h. van de behoefte te dekken. Ondertussen woedt de sluikhandel in alle hevigheid;duizende kilogrammen vlees worden aan de normale prijzen ontrokken<< indien de verdeling van dit vlees op een rechtmatige wijze geschiede was dit nog niet zo erg.Het zijn evenwel slechts de kapitaal krachtige,die zulks een luxe kunnen gunnen van 80 tot 120 frank te betalen voor een kilo vlees. De tafel der rijken blijft goed bezet;het is geen oorlogsdiner en er worden nog voorraden opgestapeld.Ondertussen worden in de volkswijken en bij de kleine burgerij zwarte armoede gelden en komen de kinderen van de arme en meestal kinderen uit grote gezinnen meer en meer in een ondervoeden toestand.Zij dreigen in hun groei voor heel hun leven geknakt te worden. De beroepesmokkelaars maken zich rijk op de miserie van de armen, terwijl ze in bepaalde kringen afgeschilderd worden als helden van de bevoorrading. Strenge straffen ter betreugeling van de sluikhandel in vlees. 1.Gevangenis straf van één tot drie jaar voor al wie een paard,rundkalf of geit,schaap of varken op een onwettige wijze slacht of doet slachten. 2.Gevangenisstraf van tot tien jaar voor elke onwettige slachting zonder toestemming van den eigenaar. Deze strafmaatregele zal er ongetwijfeld toe bijdragen om de veediefstallen gevolgt met slachting te doen opjhouden;de producent wordt hiermede beschermd. 3.De De rechter die de gevangenis straf uitspreekt mag daarenboven een geldboete opleggen van van 1000 tot 50.000 frak per geslacht dier. 4.De eigenaar,of houder van het dier,die door onrechtstreeekse medewerking een sluikslachting mogelijk maakt,kan evneeens brestraft worden met een geldboete van 1000 tot 50.000 frank 5.Het vervoer alsmede het bezit van vlees met het oog op de verkoop voortkomende van sluikslachtingen worden gestraft zoals onder 1 vermeld. 6.Wordt eveneens bestraft met één tot drie jaar gevangenis hij die met winstbejag en in strijd met de in voege zijnde voorschriften, betreffende de rantsoenering en de vaststelling der prijzen, alles verkocht,geruild of toegestaan heeft,zelfs wanneer dit regelmatig werd geslacht.
De lonen in het Hotel,restaurant en koffiehuis bedrijf.
8 Juli 1941 .
De lonen in het Hotel en koffiehuis bedrijf.
"Een afvaardeging van de unie der Handel en geestesarbeiders,samengesteld uit vertegenwoordigers van de arbeids organisaties van het hotel-restaurant en koffiehuisbedrijf,werd op het commiseriaat voor prijzen en lonen ontvangen. De besprekingen liepen over de toepassing van het hotel-restaurant en koffiehuisbedrijf,van het besluit van 29 Mei 1941,betreffende de verhoging der lonen en de vaststelling der minimum lonen.Volgende punten werden vastgelegd. 1.Het besluit van 29 Mei j.l.is toepasselijk op alle hotel-restaurant en koffiehuisbedrijven. 2.Het vastgesteld minimum loon bedraagt voor de mannelijke werkkrachten 5 frank per uur,voor de vrouwenlijke 3.50 fr.per uur. 3.De lonen welke op 10Mei werden betaald,moet 8 t.h. verhoogd worden, indien zij na deze verhoging het vastgestelde minimumloon niet bereikt dienen zij verder worden aangepast. 4.Wat de voordelen in natura betrefd,deze mogen slechts voor de passende bedragen,zoals voorzien door het tarief in de wet op de ouderdom,pensioenen, in vermindering worden gebracht. De instellingen,welke deze voordelen afschaften,dienen hun personeel de over eenkomstige vergoedingen in geld te betalen. De afgevaardigen drukte de wens uit zo spoedig mogelijk den sociale toestand van het personeel der hotels,restaurants en koffiehuizen bedrijven in een eigen statuut geregeld te zien.Deze wens werd volkomen door het commiseriaat bijgetreden.
Op een zaterdagmorgen werd door de agenten van <<prijzen en lonen << weer opgetreden op de groentenmarkt.Het ging vooral om na te gaan,of de voorschriften nopens het standaard gewicht wer nageleeefd.Ongeveer 600 bussels wortelen die het vereiste gewicht niet hadden werden aangeslagen en verscheidene voortbrengers in overtreding gevonden.Na de markt werd bij de grossiers nazicht gedaan van de aankoop attesten.
Het bevolkingscijfer op het einde van 1940.. Het staatsblad van 1 Juli bevat de officieële opgave van het bevolkingscijfer op 31 December 1940van het land en de bemeenten. Er waren 4.089.305 mannen en 4.205.369 vrouwen.; De provincie Brabant is nog de meest bevolkte provinciemet 847.369 mannen en 916.460 vrouwen,het geen een overschot vertoont van 68.482 vrouwen. De andere Vlaamse provincies vertonen onderscheidelijk volgend verschil tussen hetaantal mannen en vrouwen.
Antwerpen: 624.419 mannen .....634.333 vrouwen West Vlaanderen: 479.854 mannen......490.788 vrouwen. Oost Vlaanderen: 594.790 mannen..... 605.698. vrouwen Limburg: 216.993mannen.......206.733 vrouwen Deze laatste provincie is de enige die een batig overschot aan mannen bezit. De gezamelijke lands bevolking bedraafr 8.294.674 inwoners. De voornaamste plaatsezn in het land,hebben de volgende bevoilking; Borgerhout:53.950: Deurne:56.706:Hoboken 32.332./Merksem:30.201.:Mechele, :62.238.:urnhout:30.346.: Anderlecht :87.726.:Eytterbeek:48.060:Vorst:45.747.:Elsense:88.970.:St.Jans Molenbeek:62.403.:St.Gillis:59.706.;Schaarbeek./62.403.:Ukkel 53.820,:Ukkel;/53.820.Leuven:36.961.:Oostende .:46.045. Brugge.:51.740.:Kortrijk.:41.446.:Moeskroen,:35.449 Roeselaere.:30.739.:Aalst.: 41.371.:Gent. 61.029.:St.Niklaas.:42.
In de provincie Limburg staat Hasselt nog altijd aan het hooft met 27.412 inwoners, dochwerd benaderd door Genk met 27..012 Inwoners.
Wat is Pos? Pos,is het kleine baarsvisje,was nauwelijks van tel. De hengelaars wierpen het weg en de beroepsvissers verkochten het soms tegen bespottelijke lage prijzen.Maar dit alles is nu veranderd. Het centrum van pos visvangst is in Lemmer, aan het ijzelmeer in Nederland. Soms trekken er een twintigtal tot derdig vissersboten er speciaal er op uit om de pos te vangen en hun moeite wordt dikwijls beloond met grote vangsten,welke tegen hoge prijzen werden verhandeld. België is het grootste afzet gebied voor de Nederlandse pos,welke hier het meeste gerookt en verkocht wordt.Meer dan 100.000kg..getoomde posjes,in kistjes verpakt,werden reeds ingevoerd en evenredig verdeeld onder de volgende agglomeraties, Antwerpen,Brussel,Luik,Charrleroi,Mechelen,Leuven,Gent,OOstende, en Tienen. We hebben herhaaldelijk van deze posjes gegeten uit noodzakelijkheid.Het ware echter veel veel intressanter geweest,hadden we aardappelen bekomen voor onze zegels, inplaats van die graten van ellende. We durven een er een Goudapijp op verwedden, dat de Hollanders,het vertikken posjes te eten. Uit Volk en staat.
De volksweerkunde uit het begin van de negentiende eeuw was een curieus mengsel van gezond verstand en bijgeloof. Het bestond uit een samen raapsel van duizenden weerregels,spreuken en gezegden.Een deel van deze spreuken hoort men ook nu nog wel.
In vele weerspreuken wordt een verband gelegd tussen de maan en de bewolking. Dit zijn redelijk betrouwbare spreuken. Een koude heldere nacht leidt dikwijls tot vorst of mist in de ochtend en het is vooral tijdens zulke nachten dat de maan goed te zien is. Vandaar komt het gezegde dat na een heldere nacht vorst komt.
In de volksweerkunde komen vele gezegden voor die zouden moeten wijzen op het voor- spellende gedrag van dieren en planten.Zo werd wel eens beweerd dat koeien gaan liggen als er regen komt en dat bijen voor een storm terugkeren naar hun korf. De meeste van deze gezegden weerspiegelen echter slechts de gevoeligheid van dieren en planten voor ver- anderingen in atmosferische omstandigheden,met name de vochtigheid.