Mijn persoonlijke belevingswereld. Lieve bezoekers van mijn blog.
Ik wil jullie vragen om geen grote prenten als button te gebruiken omdat het mijn blog onnoemelijk langzaam maakt en slecht te openen, wat anderen dan weer afschrikt. Ik hoop op jullie begrip! Bedankt.
09-12-2008
Proesten en piepen!
Waarom net nu, of waarom ooit? Een mens kan het missen als kiespijn, die vervelende winterkwaaltjes. Mijn stem verdwijnt af en toe of een zin begint normaal en schiet dan plots met een uitschuiver de hoogte in en produceert dan een piepgeluid dat op de lachspieren werkt van diegenen, die het horen! Zelf vind ik het helemaal niet om te lachen en zeker niet op dit moment! Ik voel me als het ware een beetje verongelijkt, dat me dat net nu moet overkomen. Wat is er dan zo belangrijk aan nu? Ons kerstconcert! We oefenen ons te pletter, driemaal per week om alles picobello in orde te krijgen en in plaats van een zuiver sopraangeluid produceer ik momenteel hogergenoemde rariteiten en hoog geraak ik al helemaal niet op het ogenblik. Het ergste is dan nog, dat ik samen met drie andere sopranen moet voorzingen in twee liedjes. Als er dan iemand wegvalt in zo'n kleine groep, is dat heel duidelijk te horen en doet het afbreuk aan de bedoeling van het voorzingen. Het begon allemaal met een beetje keelpijn twee weken geleden. Ach dat zou wel overgaan. Sabberde de ganse dag op zuigtabletten, die verondersteld werden keelpijn te doen verdwijnen. Dat was dus een beetje te hoog gegrepen! Sinussen gingen dicht. Daar heb ik sowieso steeds last van. Dan maar Sinutab geslikt. Hielp een beetje maar niet genoeg. Had ook nog een verstuiver op kruidenbasis, die ik in de keel kon spuiten en dat zou de ontsteking voorkomen en/of genezen. Ja, ja, maar toen begon ik te hoesten en dat vooral de ganse nacht. Ik kreeg zowaar medelijden met M.! Want hoe kon die in godsnaam slapen bij zo'n lawaaierige vrouw? Hij kon dat maar ik zelf deed geen oog dicht. Door dat droge hoesten ging mijn luchtpijp en keel pijn doen en had ik het gevoel dat iemand mij tegen mijn ribben gestompt had. Dan maar een fles tegen het hoesten gehaald. Je wordt daar nogal moe van en slapen doe je dan ook uitstekend maar naar het toilet gaan was er echt niet meer bij! Volledig verstopt nadat ik tweemaal van fles genomen had. Dan maar een laxeerpil genomen! Neen zo kon het echt niet verder. Dus verleden week donderdagavond naar de huisarts. Dat is op zich al geen lolletje in deze tijd van het jaar.? Want als je niet ziek bent als je in de wachtkamer arriveert, ben je het gegarandeerd vooraleer je er buiten bent! Verdickt was droog en kort: bronchitis en vernauwde luchtwegen. Dringend antibiotica, dubbele portie en een puffer, die ik tweemaal per dag twee keer moet gebruiken. Langzaam maar zeker komt die bronchitis los maar ik heb de indruk dat door die puffer mijn stembanden aan het begeven zijn. En dat kan ik nu echt niet hebben. Niet nu, niet voor en tijdens ons kerstconcert! Dus als iemand een héél goed en afdoend middel kent om mijn fluwelen stemgeluid in de normale toon te herstellen, zal ik hem/haar eeuwig dankbaar blijven!
Een winterprik??? Dat was er behoorlijk naast en we hebben meer sneeuw gezien dan we misschien voor de rest van de winter voor onze kiezen krijgen! Het is allemaal prachtig, zolang je het kan bekijken van achter het glas of op skilatten maar oh wee als je er door moet. En dat moesten wij op zondag 23 november. Om 11u30 moesten wij al in de zaal zijn voor een repetitie van ons koor. Er werden foto's gemaakt door een fotograaf en aansluitend, na de repetitie werd er doorgereden naar Hasselt voor deelname aan een koorwedstrijd. Er werd afgesproken dat we samen zouden rijden in verschillende grote auto's en onze eigen wagen aan de zaal zouden laten staan, waar die dan 's avonds terug opgehaald werd om naar huis te rijden. Tot zover was er niets aan de hand en wij waren met zes personen, die met A. zouden meerijden in haar grote monovolumewagen. Iederen legt dan zijn steentje bij voor de vervoerskosten en dat is dan mooi geregeld. In de loop van de namiddag had ik reeds gezien dat het een beetje sneeuwde maar later verdwenen we in de zaal voor de optredens van de muziekacademie en hadden wij geen zicht meer op de buitenwereld. Na afloop om 17u30 werden we geconfronteerd met een ondergesneeuwde wereld en de sneeuw viel nog steeds met pakken uit de hemel. We moesten erdoor naar de parkeerplaats een stukje verderop en dat was al waden door de hopen sneeuw! Een eindje verderop zagen we de flikkerende lichten van brandweer en politie. 's Anderendaags las ik in de krant dat er een auto in brand gevlogen was in de ondergrondse garage van een apartementenblok. Toen we de auto een beetje sneeuwvrij gemaakt hadden konden we de weg naar huis aanvatten tegen 30 per uur en op alle hoeken en verkeerslichten was het een hachelijk moment om tijdig te kunnen stoppen en zonder uitschuivers terug te vertrekken. We raakten de stad uit en kwamen op de grote baan naar Genk. En daar begon de miserie pas goed. Bumper aan bumper, met dit verschrikkelijke weer, méér stilstaan dan rijden, elke keer stoppen en weer aanzetten om te vertrekken. De zware wagen die achtertractie heeft, schoof elke keer zijn staart opzij bij elk vertrek. Ik had echt medelijden met A., die aan het stuur zat en ons veilig naar huis wilde brengen. Het leek of er geen strooiwagen in de buurt was geweest. De sneeuw lag hopen dik op de weg en waar hij weggereden was zag men de ijslaag akelig zwart glinsteren. Hier en daar stond een busje of wagen met pinkende lichten in panne schuin over de weg en moest het aankomend verkeer weer op één strook invoegen met alle gevaar vandien. Over ca 35 km hebben wij drie en een half uur gereden en van het geplande etentje kwam niets meer in huis. Iedereen wilde gewoon naar huis en eindelijk de benen ophoog leggen en zich veilig voelen. A. had S. en mijzelf aan de zaal afgezet, waar onze auto's stonden. Wij haastten ons naar de parking en begonnen met de hoooopen sneeuw van het vehikel te verwijderen zo goed en zo kwaad dat ging. En ondertussen bleef het onophoudelijk sneeuwen. Toen onze wagens een beetje zuiver gemaakt waren vertrokken wij in het gedacht dat A. ondertussen ook ongeveer thuis was. Wat bleek achteraf? Zij was een beetje verder de straat ingereden om daar te draaien en had zich hopeloos vastgereden in de sneeuw. De buren uit de omgeving waren komen helpen en hadden kartonnen voor de wielen gelegd maar er was geen bewe-ging in het voertuig te krijgen. Dan manlief van een van de passagiers maar getelefoneerd. Die kwam dan op en probeerde ook met alle macht het gevaarte uit de sneeuw los te duwen maar niets bracht zoden aan de dijk. Hij heeft dan de passagiers opgeladen en die naar huis gebracht en A. heeft haar man gebeld, die met kettingen opgekomen is. Die waren blijkbaar niet echt in orde en brachten nog geen oplossing. Toch hebben ze na hard en koud labeur de auto los gekregen en vier uren na ons vertrek uit Hasselt, was A. thuis. Zelf heb ik de auto de garage ingereden en dan met een aftrekker voor de ramen de sneeuw van de carosserie getrokken en nadien uit de garage geborsteld. Ik ben A. nog steeds dankbaar dat ze ons veilig en wel naar huis gebracht heeft.
Daar is hij dan, die eerste winterprik. Ik sta voor de schuifpui en kijk naar buiten. Prachtig is het, die witte pracht zover het oog reikt. Die donzige wattigheid kan mij steeds opnieuw in vervoering brengen en ondertussen is het opnieuw aan het sneeuwen. Ik kijk naar de overdekte houtstapeling. Er ligt een waas van wit over de uitstekende houtstukken en de buxuspiramiden dragen allen een grappig wit kapje, alsof het erop geplakt is. Heel de aanblik kan zo op een kerstkaart.Toch vond ik dat niet altijd zo aangenaam! Een jaar of achtendertig geleden, toen onze zoon nog naar de kleuterschool ging, bracht ik hem elke morgen naar mijn schoonzus, die als oppasmoeder dienst deed voor S. Van daaruit vertrok hij dan naar school, samen met haar eigen kinderen. Zij woonde aan de andere kant van de verkeersweg en de weg daar naartoe loopt wat naar beneden. Dat is allemaal geen probleem, zolang het niet glad is of veel sneeuw ligt. Die morgen was het allebei het geval. Héél veel sneeuw en heel glad. In die kleine straten werd nooit gestrooid en dus was het zaak om héél erg voorzichtig te rijden en goed uit te kijken. Ik had S. afgezet bij mijn schoonzus en vatte de weg terug aan om verder te rijden naar mijn werk. Nu liep de straat natuurlijk wat omhoog en het was meer slibberen dan rijden, wat ik deed. Ik kroop als het ware over de weg en stopte aan het kruispuntje om de grote baan op te rijden. Een bus van De Lijn (in die tijd nog gewoon NMBS), vol schoolkinderen en mensen op weg naar hun werk, was iets verder tot stilstand gekomen en maakte geen aanstalten om terug te vertrekken. De bestuurder hield het wel voor bezien en was niet bereid om het leven van zijn passagiers en dat van hem op het spel te zetten. Ik reed voorzichtig de grote weg op en door het feit dat ik gelijktijdig omhoog moest rijden en een draai moest nemen van 90°, verloren de wielen alle grip op de weg en maakte de auto een pirouette van 380° en schoof een eindje door tot vlak achter de bus, waar hij tot stilstand kwam. Ik had totaal geen controle meer over dat zware gevaarte, dat door zijn eigen gewicht verschoof en daarna in een berm sneeuw belandde. Ik denk dat mijn hart via mijn keel naar mijn hoofd gesprongen is, want daar bonsde het alsof ik zou opensplijten gelijk een rijpe meloen. Ik heb daar wat zitten hijgen en toen ik eindelijk terug gericht kon denken en mijn trillende handen onder controle had, reed ik gewoon door naar het werk! Dat is toch niet te filmen zoiets! Als ik er nu op terugkijk, snap ik nog altijd niet waar ik het lef en de domheid vandaan haalde om gewoon verder te rijden. Mijn leven en auto riskeren om mijn baas content te stellen en tijdig op het werk te verschijnen.
Het is al maar repeteren, wat de klok slaat! Het is te zeggen tweemaal, driemaal in de week en dan non-stop twee of drie uren aan een stuk door zingen met enkel een pauze van een kwartiertje om iets te drinken, dat gaat niet in de kleren zitten en is voor sommigen een echte uitputtingsslag. De jongere vrouwen in ons koor gaan dan ook nog uit werken en hebben nog kleine kinderen, tieners of studenten in huis, waarvoor gezorgd moet worden. De ouderen hebben op hun beurt dan weer niet zoveel kracht en uithoudingsvermogen als de jongere leden. Een van de koorleden is verleden jaar van borstkanker geopereerd met een amputatie tot gevolg en chemo en bestralingen als nasleep. Ze is terug bij de groep maar moet elke week verschillende keren naar de kinesiste. Het andere maatje is nog thuis en nog niet zo ver hersteld, dat ze terug kan komen zingen. En terwijl ik dit schrijf denk ik aan één van de leden, tenger en klein en verpleegster van beroep. Ze is nog tamelijk jong, midden veertig en haar man heeft kanker en is na een schijnbare overwinning, terug ingestort. Heeft net weer zijn laatste chemokuur achter de rug en nu maar duimen dat alles nog goed komt. K. is opgewekt en vriendelijk en is altijd op het appèl. Als ik haar observeer, vraag ik me soms af, hoe ze het redt en hoe ze het volhoudt. Ik voel mededogen en bewondering voor haar En dan kan ik alleen maar voor haar duimen en steeds weer een kaarsje branden voor een goede afloop. Er wordt heel wat afgelachen tijdens de repetities. Onze dirigente verstaat uitstekend de kunst om de fouten, die wij maken tijdens het zingen, dik in de verf te zetten. Ze zegt dan: ik overdrijf .... en dan volgt een stukje toneel, waaruit wij direct begrijpen, waar het probleem ligt. Ik vind het grandioos, hoe ze dat doet en moet er steeds weer om lachen. Dat is een uitzonderlijke manier om ons op onze fouten te wijzen. Wij moeten ermee lachen, kunnen dus niet boos worden, en toch weten we waar het schoentje wringt! En het werkt schitterend want de fout wordt niet meer gemaakt. Toch kan het al eens uit de hand lopen omdat een van de koorleden zijn zenuwen niet meer de baas is. Dat heeft dan gewoonlijk achterliggende redenen zoals verandering van werk o.d. Wij moeten al onze teksten van buiten kennen en de muziek natuurlijk ook. Dat is niets nieuws. Verleden week werd het echter een van de leden teveel. Met een smak gooide ze haar boek met partituren op de grond en begon te wenen! Ze zag het niet meer zitten want ze kreeg de teksten niet meer geleerd. Ze heeft dat nochtands altijd gedaan zonder problemen. Sommige teksten liggen je echter beter dan andere en blijkbaar was er nu een lied, waarmee ze echt moeite had en haar zenuwen waren al gespannen doordat haar werk veranderd was. Ze was totaal overstuur en voor geen rede vatbaar. We hebben dan maar gewoon verder gerepeteerd en haar de kans gegeven om zichzelf terug onder controle te krijgen. Na de koffiepauze was de bui blijkbaar overgewaaid en zong ze gewoon verder mee. Toen we een lied herhaalden, dat wij reeds vroeger ingestudeerd hadden, kon er bij haar zelfs een grapje af en ze zei: Zie nu, deze tekst ken ik perfect vanbuiten. Mijn lange termijngeheugen is dus in orde en mijn korte termijngeheugen niet. Ik zal wel aan het dementeren zijn! De bui was overgewaaid en met vernieuwde ijver gaan de repetities verder. Onze optredens moeten een succes worden, zodat de toehoorders weer met volle teugen genieten, want daarvoor doen we het!
Ik ben bij een vrouwenkoor. Niet zomaar een koor, dat de mis zingt of klassieke stukken instudeert. Neen, een vrouwenkoor, dat moderne liedjes zingt en een heel ruim repertoire heeft. Wij zingen Abba en Queen, Les Humphries Singers en Gospel, Marco Borsato en Brian Adams, Havah Nagalilah, en ga zomaar door. Je gaat alleen maar bij een koor, als je gek bent op muziek en dat zijn we dus allemaal. Je moet natuurlijk liefst wel kunnen zingen. Er wordt driestemmig gezongen en heel dikwijls worden de liedjes door onze dirigente bewerkt voor koor. Dat we graag zingen, wil niet zeggen dat die liedjes ons zomaar komen aanwaaien! Jongens wat wordt er soms gezweet op al die verraderlijke nootjes, die er staan maar die je bij het beluisteren in de radio, nauwelijks of niet hoort. Maar juist is juist en dus moet er gerepeteerd worden tot we zweten. Als we optreden wordt er steeds gezongen zonder partituur of tektst. Dus muziek en tekst moeten vanbuiten geleerd worden, want eerst dan kun je met hart en ziel zingen. Dat is voor sommigen niet zo eenvoudig, want er zijn vrouwen, die geen Engels, Frans, Spaans enz. kennen en waarvoor de tekst dan vertaald wordt, zodat ze tenminste begrijpen wat ze zingen. En dan maar vanbuiten leren! Normaal wordt er elke maandagavond gerepeteerd, maar als een optreden naderbij komt, dan wordt dat tweemaal tot driemaal in de week en dat is voor sommigen best wel een zware karwei.Veel liedjes worden a-capella gezongen en bij andere worden we begeleid op piano of gitaar door een student muziek, die studeert in Maastricht. Wij hebben elk jaar een kerstconcert in de kerk van Gruitrode. Wij treden dan niet alleen op maar er wordt telkens een ander koor en een of ander combo uitgenodigd. Niets leent zich beter voor een optreden dan een kerk, want de akoestiek is daar altijd geweldig. De kerk zit elk jaar afgeladen vol en door de kleine bijdrage die we vragen, kunnen wij onze kas dan een beetje aanvullen, want van de plaatselijke gemeente hoeven we niet veel te verwachten. Die geven de subsidies liever aan voetbalploegen e.d. Ons "uniform" is in de winter zwart met een accessoire in een andere kleur, rood, paars, bordeaux, etc. en in de zomer wit met rood , blauw etc. Wij hebben elk jaar een Singing Dinner, waar mensen dan kunnen komen eten en wij zorgen voor de muziek en zang. Daar blijft het echter niet bij. Wij kleden de zaal aan, zetten stoelen en tafels en zorgen voor bloemstukjes en kaarsen, dienen op en ruimen af en ruimen na verloop van de avond, als alle gasten naar huis zijn, de heel zaal en keuken op. De afwas wordt door de afwasmachine en door ons gedaan. En die hoop natte handdoeken zijn niet te overzien! Gelukkig hebben we hierbij hulp van onze mannen, want anders zouden we het nooit klaarspelen op eigen kracht. De zaal zit steeds stampvol en er is ook nog mogelijkheid om eten af te halen en mee naar huis te nemen. Het eten wordt verzorgd door een traiteur. De opbrengst moet onze werking voor het hele jaar veilig stellen. Maar als je dan op het podium staat en die prachtige liederen zingt met hart en ziel, en beloond wordt met een daverend applaus, dan gaat er een gevoel door je heen, dat onbeschrijfelijk is. Warm en koud en kippevel op je armen en hele lijf. Alle inspanning en moeite van al die vele weken is vergeten en alleen het resultaat telt en dat zijn héél veel, héél gelukkige mensen.
Het was zaterdagavond en ik was al vanaf een uur of één 's middags bij mijn kleinkinderen. Zoon en vrouwtje waren op stap en omi was de trouwe oppas voor de kleinkinderen. Daar had en heb ik totaal geen problemen mee. Wij hadden samen allerlei spelletjes gedaan, van Mens erger je niet tot Kwartetten en de grote verliezer was steeds ondegetekende. Mijn kleindochter zegt dan bezorgd: Omi, je moet ook beter opletten! Na heel veel spellen en daarna wat TV kijken ging het richting bed. Eerst wassen en tanden poetsen en daarna nog een verhaaltje voorlezen, want dat was vaste routine elke avond. Na een dikke knuffel en nachtzoen doken ze onder de dekens en even later hoorde ik geen geluid meer en waren ze in dromenland verzeild. Ik zat in een gemakkelijke zetel naar een of ander TV-programma te kijken, toen plotseling de telefoon rinkelde. Ik verwachtte dat het mijn zoon was, die gewoonlijk eens even belde, als ze erop uit waren. Ik beantwoordde de telefoon en hoorde dat het niet mijn zoon maar mijn man was aan de andere kant van de lijn. Hij vroeg hoe het met me ging en meer hoefde hij niet te zeggen om te horen, dat hij een pintje op had. Ja natuurlijk was met mij alles goed, met hem ook? Neen niet helemaal! Hij klonk tamelijk onzeker en dat was ik niet van hem gewoon. Wat was er dan wel mis? Ja ik kom net van het ziekenhuis. Of ik behoorlijk schrok hoeft wel geen betoog. En dan volgde een heel verhaal. Hij was naar de plaatselijke voetbalploeg gaan kijken en na de match blijven hangen en de nodige pintjes gedronken. Op zich allemaal geen probleem, want het voetbalveld en -kantine zijn slechts een paar honderd meter van ons huis verwijderd. Toen hij echter terug thuis kwam, stelde hij vast, dat hij nog maar eens zijn sleutels vergeten had. Oei, oei, dat was andere koek. Dus maar weer op zoek naar de ladder en maar weer een poging doen om door het venster naar binnen te kruipen. Het raam stond weer op de kip maar werd aan de binnenzijde tegengehouden door de overgordijnen. Erg ver kon het venster dus niet open en het kostte hem heel wat gewurm en gewroet vooraleer hij zich tussen de opening ingewrongen had. Dat pintje teveel deed daar ook al geen goed aan en toen hij naar binnen sprong bleef hij met zijn trouwring achter de aluminium hendel hangen en door zijn eigen gewicht trok de ring de ringvinger zo ongeveer van zijn hand. Héél veel bloed en heel veel pijn en wat nu! Hij heeft het klaargespeeld om naar de buurman te lopen en die heeft hem met de auto naar de spoedafdeling in het ziekenhuis gebracht. De dokteres heeft zijn ring door geknipt en uit de wonde gehaald en de vinger rondom genaaid. Ze zei dat hij onnoemelijk veel geluk had gehad dat zijn vinger niet volledig eraf was gesneden. Toen hij terug thuis was, begon hij het bloed op te kuisen op de slaapkamer maar 's anderendaags vond ik de spetters nog tegen de witte deuren van een inbouwkast in de muur tegenover het venster. Elke dag moest hij die vinger baden en de draad moest vanzelf vergaan. Maar een plekje ging zweren en genas maar niet. Elke dag zat hij daaraan te prutsen en ik moest dan steeds maken dat ik uit de buurt bleef, want ik kreeg er de kriebels van in mijn maag. Op een avond vroeg hij of ik een scherp pincet had. Dat had ik ja, maar wat ging hij daarmee doen? Iets uit die vinger halen, want daar zit precies een touwtje in! Ik bezorgde hem het pincet en maakte dat ik uit de buurt kwam. Ik kan dan wel aan mezelf prutsen maar kan niet toekijken hoe iemand anders dat doet! Na een tijdje kwam hij triomfantelijk naar me toe. Hij had met het pincet een miniscuul aluminium braampje uit de wonde gepeuterd. De ring had dus als een soort mesje gewerkt en een braam van het vensterraam afgesneden en die was in de wonde terecht gekomen. Nadat hij die verwijderd had genas de vinger tamelijk snel. Maar een ring doet hij dus nooit meer aan, want daardoor was dat allemaal gebeurd. De pintjes zullen we maar buiten beschouwing laten!
Banken, het is al banken wat de klok slaat en niet in positieve zin. Ik heb er zelf gewerkt en M. ook. Later, toen hij daar al jaren niet meer werkte, was hij voorzitter van de beheerraad voor verschillende bankkantoren. Het bankkantoor in ons dorp organiseerde elk jaar een reisje voor het personeel en daarbij werden de leden van de beheerraad ook uitgenodigd. Wij noemden het "onze schoolreis" en het was altijd een heel gezellig samenzijn. Nu eens werd er een oude stad bezocht onder begeleiding van een gids, dan weer was het een wandeling in Voeren of een bezoek aan een of ander museum of bezienswaardigheid.Op gezette tijden werd er een stop voorzien voor een natje en een droogje. Standaard werd de dag besloten met en heerlijk etentje in een of ander goed restaurant en werd er nagekaart over de dag. In de bus naar huis werd er veel minder getaterd, want de lange dag, de maaltijd en de wijn lieten zich voelen en er waren er heel wat die knikkebolden tijdens de lange rit naar huis. Zo ook die avond. Wij kwamen aan voor de bank en iedereen spoedde zich gehaast naar de auto's die op de parkeerplaats stonden. Niks als naar huis nu, want iedereen was moe en voldaan. Wij waren als laatsten uit de bus gestapt en gingen ook richting auto om de rit naar huis aan te vangen. Ik zag M. in zijn zakken zoeken en in de zakken van zijn jas, die hij over zijn arm droeg. Achter ons hoorde ik de bus vertrekken. Ondertussen waren we aan de auto gekomen en M. had nog steeds geen sleutels, want daarnaar was hij op zoek. Het zal toch niet waar zijn, hé! Nog maar eens getast en gezocht maar geen sleutels. Daar stonden wij mooi te staan en er zat niets anders op dan te voet naar huis te gaan, wat neerkwam op een wandeling van 2,5 kilometer, op schoenen, die daar niet direct geschikt voor waren en voeten, die reeds gezwollen waren van vermoeidheid. Ik veronderstelde, dat de sleutel uit M. zijn jaszak was gevallen in de bus, want de jas had in de bagagerek gelegen en de bus was in geen velden of wegen meer te bekennen. We zouden van thuis uit moeten bellen naar de busonderneming om te vragen of ze dat konden controleren. En dan maar hopen dat ze die dingen ook zouden vinden! Vooraleer we thuis aankwamen, middernacht voorbij, stonden mijn voeten vol blaren, maar pijn of geen pijn, er moest gestapt worden! Toen we eindelijk in onze oprit stonden ging M. op zoek naar een ladder. We hadden in die tijd nog wentelramen en een van die ramen stond open. Dus daardoor zou hij zich naar binnen wurmen en dan de deur van binnenuit openen. Mijn eigen sleutels lagen binnen, dus de auto kon wel opgehaald worden 's anderendaags. M. drukte mij zijn jas in de armen en ging op zoek naar de ladder. Ik voelde me moe en onredelijk en mijn voeten deden verdomd pijn! Ik schudde wat met de jas om te horen of ik iets hoorde rinkelen en ik had het gevoel dat het inderdaad het geval was en er toch iets in die zakken zat! En jawel hoor, toen ik alle zakken had nagezocht,kwamen de sleutels te voorschijn! Ik sprong bijna uit mijn vel! Had ik het bloed in mijn schoenen staan, de auto stond nog in het dorp en M. was op zoek naar een ladder, maar de sleutels zaten gewoon in zijn jaszak en hij was niet in staat geweest om die te vinden! Ik ging achter hem aan en toonde de sleutels. Waar die dan wel vandaan kwamen, wilde hij weten!! Blijkbaar hadden de maaltijd en de wijn wat veel van zijn concentratie gevergd en ik verdacht hem ervan dat hij telkens in dezelfde zak gevoeld en gezocht had naar de sleutels. Een ladder was dus niet meer nodig, en nadat ik mezelf had binnen gelaten, trok hij te voet terug naar het dorp om de auto op te halen, en ditmaal mét de sleutel in zijn hand geklemd!
Buiten valt het water met bakken uit de hemel en maakt een geluid dat je bijna gezellig kan noemen, ware het niet dat dit teveel en te vaak gebeurt en wij een zomer achter de rug hebben, die die naam echt niet waardig is! Mensen krijgen tekort aan zon met alle gevolgen vandien en heel wat evenementen zijn jammerlijk in het water gevallen en dat dan letterlijk. De openlucht speeltuinen en zwembaden komen niet meer uit de kosten en hier en daar zie je hoe de poort gesloten wordt en niet meer opengaat. En nu moet ik denken aan een zonnige namiddag, jaren geleden, in een zwembad in de buurt. Nu ja, zwembad! Het is een prachtig natuurlijk water, vijver bijna, waarin gezwommen wordt. De infrastructuur is mooi en aansluitend aan de vijver ligt er een camping, die wel in de smaak valt van de bezoekers. Een grote ligweide nodigt uit om te genieten en dat wordt dan ook veelvuldig gedaan. Er is een kleine bar-restaurant, waar eten en drinken in overvloed te verkrijgen is. Die zondagnamiddag waren wij er ook naartoe getrokken en hadden een deken gespreid op het gras. Het weer was prachtig en het vrolijke getater van de mensen rondom onderstreepte het weekendgevoel. Ons zoontje speelde met enkele kinderen van badgasten en wij waren in een gesprek gewikkeld met omliggende ouderparen. Een groepje jonge gasten van een jaar of 16-17 waren zich uitbundig aan het amuseren en doken zonder ophouden vaf de oever de wijver in. De pret kon niet op en het was duidelijk dat het allemaal goede zwemmers waren. De sfeer was jolig en uitgelaten en het was echt genieten van de zon en de vrije dag. Plotseling onstond er commotie in het groepje jongeren. Er werd zenuwachtig gesticuleerd en het lachen was helemaal gedaan. Niemand schonk er direct aandacht aan, maar langzaam kwam het gevoel van onrust tot bij de mensen op de ligweide. Enkelen stonden op en hielden het groepje in de gaten. Sommigen naderden de oever en wilden weten wat er gaande was. En dan kwam plots de melding: iemand is niet boven gekomen! Eén van de jongens moet nog beneden zijn. Naast ons lag een jong gezinnetje met een klein kind. De man was erg krachtig en fors gebouwd. Later bleek dat hij ooit het kanaal overgezwommen had. Hij liep snel naar de oever en vroeg wat er gaande was. Zonder bedenken dook hij in het water. Iedereen keek vol spanning toe en er hing een kilte over de grasweide, die mij nu nog kippevel bezorgt. Onze buurman kwam na enige tijd boven en dook opnieuw. Na, wat voor ons een eeuwigheid leek, kwam hij naar boven met het lichaam van de jongen in zijn armen. Hij werd geholpen om het slachtoffer op de oever te leggen, sprong uit het water en begon de jongen de eerste hulp toe te dienen. Hij bleef zonder ophouden werken en een gulp water kwam uit de mond van het slachtoffer. Zijn huid was bleek met een blauwgrijze tint en het gebeuren schoof als een scherm voor de zon en liet een ontzettende kilte na. Muisstil was het en iedereen stond bewegingloos te kijken hoe de man zonder verpozen werkte om het slachtoffer terug bij bewustzijn te brengen. Iemand had een ambulance gebeld maar het duurde voor ons gevoel ontzettend lang vooraleer die arriveerde. Toen die er eindelijk was en het slachtoffer weggevoerd was, hoorden we dat de drenkeling en zijn broer bij het duiken met de hoofden tegen elkaar waren gestoten. De broer was gewoon naar boven gekomen maar blijkbaar was de andere jongen bewusteloos geraakt of tenminste erg duizelig zodat hij niet meer de kracht had om naar boven te komen. Het ongeval op zich was al afschuwelijk genoeg, maar als het ook nog door een clash met je eigen broer gebeurt, is dat helemaal verschrikkelijk. Hij heeft het niet meer gehaald. De zomermiddag was voorbij en de zon gaf alleen nog kilte. Dit is jaren geleden voorgevallen, en telkens als ik voorbij het ouderlijk huis van de beide broers rijd, denk ik aan dit voorval. Het heeft een onuitwisbaar litteken nagelaten van een verdronken zondagnamiddag
Als kind had ik heel dikwijls keel- en oorontsteking maar de huisdokter zag er het nut niet van in om mijn amandelen te laten verwijderen. In de winter toen ik 22 jaar werd, had ik weer prijs en dat ging met hoge koorts en een heel ellendig gevoel gepaard. Mijn toenmalige huisarts vond het welletjes geweest en verwees me naar mond-keel-oren-specialist. Die stelde vast dat die bolletjes eruit moesten. Geen ideale leeftijd om amandelen te laten trekken, maar wat moest, dat moest en dus werd er een datum vastgelegd dat ik naar het ziekenhuis moest komen voor de ingreep. Dat was begin februari en veel stelde het allemaal niet voor, werd me verteld. Ik was de avond tevoren moeten binnengaan en 's anderendaags werd ik op een brancard naar de plaats gereden waar de ingreep zou plaatsvinden. Ik lag daar te wachten op mijn beurt en zag een ziekenhuisbed, dat werd binnengereden, met een stuk of vijf kleine kinderen, die voor mij werden "bediend". Dat ging blijkbaar allemaal zonder slag of stoot en toen ze naar hun kamer werden gebracht, was ikzelf aan de beurt. De specialist met een assistent en een verpleegster waren druk in de weer om alle materiaal op reikwijdte te leggen. Je kunt maar beter niet naar al die scharen en toestanden kijken, want dan kon je wel eens nerveus worden en mijn maag voelde toch al niet erg normaal aan! Ik moest van mijn bed af en op een stoel gaan zitten. Dan werd er een groot wit laken voorgebonden en in mijn hals dichtgeknoopt en daar overheen een rubberen schort. Kwestie van de zaak een beetje proper te houden. Ik kreeg spuiten aan weerszijde in mijn keel en moest dan wachten tot de verdoving werkte. De specialist V. liep ondertussen te fluiten en te zingen en over voetbal te kletsen en vroeg me dan om eens appelpatat te zeggen. Ik wilde zeggen dat dat een belachelijk woord was, maar dat kwam er al niet meer uit, waarop hij concludeerde dat de verdoving werkte. Mijn mond zo vreselijk ver opensperren vond ik sowieso al een probleem maar hij ging zonder meer aan het werk. Dat ging in eerste instantie goed, maar plots voelde ik het aan de linkse kant scheuren tot in mijn oor. Met een reflexbeweging bracht ik mijn hand van onder de schort uit naar mijn oor. V. was woedend en voer tegen me uit "want ik was niet steriel" Tegen zijn assistent mompelde hij: de verdoving werkt niet door, ze voelt het scheuren in haar oor. Blijkbaar was er tussen het onderzoek tijdens de consultatie en de opname in het ziekenhuis weer een ontsteking op een amandel gekomen en dat was niet opnieuw gecontroleerd bij de opname. Ik was woedend op de man en ik zat daar, totaal onmachtig en gefrustreerd terwijl er een schaar en een pincet aan een draad vanuit mijn keel aan mijn mond bungelden. De assistent had duidelijk met me te doen en wilde mijn gezicht wat afvegen. V. schoof hem opzij en zegde: Laat dat maar, van een beetje bloed zal ze niet doodgaan! Ik had hem met plezier het hoofd ingeslagen! Toen alles achter de rug was en de bebloede schort afgeknoopt en weggelegd was, wilde hij me op de brancard helpen. Ik heb met een ruk zijn handen van me afgeschud en ben zelf op het bed gekropen en gaan liggen. Ik was gewoon ziedend. Hij keek op me neer en zei tegen de verpleegster: Veeg haar gezicht nu maar wat af, want zo ziet ze er toch al te zielig uit! De verpleegster bleek een leerling te zijn, die in hetzelfde internaat geweest was als ik. Ze herkende me echter niet en spreken kon ik niet. Ik werd naar mijn kamer gereden en daar heb ik een week doorgebracht. De ontsteking had zich verdergezet en mijn mond en keel waren één blaas. Ik duwde er met mijn tong tegen en het voelde aan als kussentjes. Ik kreeg medicatie maar geen eten. Dat kon ik namelijk niet. Toen het vrijdag was, wilde ik naar huis. Ik zou namelijk gaan trouwen in Mei en ik wilde thuis zijn. Daar kon ik toch een en ander regelen en M. kon tenminste zolang bij me zijn, als wij dat wilden. V. stond op de kamer en zegde dat ik veel te zwak was om naar huis te gaan. Geen wonder als je een hele week geen eten krijgt en alleen op water leeft. Ik was tamelijk licht voor mijn lengte en daar waren heel wat kilo's van afgevlogen in die week. Ik repliceerde heel verontwaardigd maar met héél weinig klank, dat ik niet kon aansterken als ik de hele week geen eten kreeg. Alsof hij doodsbenauwd was, vloog hij in de hoek achter de deur en zegde met een gespeeld bang stemmetje, dat hij er sito presto voor zou zorgen dat ik iets over mijn tand kreeg. En omdat ik zo aandrong mocht ik naar huis maar wel om op bed te liggen en mij heel goed te laten verzorgen. Elke dag moest mijn koorts genomen en ik moest nog steeds medicatie slikken tegen de onsteking. Het eten dat me werd voorgezet was puree en een zacht gekookt ei. En met heel veel moeite kreeg ik dat naar binnen gewurgd. Maar ik mocht naar huis, die slag had ik thuis gehaald. Het heeft nog een ganse week geduurd vooraleer ik koortsvrij was. Mijn ma stopte mij vol vitamientjes door citroenen en appelsienen te persen en mij dat met liters te doen slikken. Ik was helemaal verzwakt en dazelde op mijn benen en begreep toen wel, waarom V. me eigenlijk niet naar huis wilde laten gaan.
Ik voel me weeral ontredderd en mijn hoofd zit vol van waarom's en ik weet dat ik daar geen antwoord op krijg, dus waarom schrap ik het er allemaal niet uit. Maar dat is niet zo eenvoudig en al zeker niet, nu ik me sowieso niet in optima forma voel. Teveel dingen die niet lopen zoals het moet en teveel pijntjes. En dan sterft de zoveelste vriend voor zijn 65ste verjaardag. We zijn druk bezig om het feest in te richten voor de 65-jarigen en hij was de voorzitter. Maar het ging niet zo goed met hem en de chemo en bestralingen volgden elkaar op. Ik zag zijn bril en gebit te groot worden en en zijn gezicht steeds maar smaller. Toch klaagde hij niet en als je vroeg hoe het ging, antwoordde hij steeds: vandaag gaat het goed. De vergaderingen hadden steeds plaats bij hem thuis, want dan hoefde hij zich niet te verplaatsen, wat hij niet meer kon. Zijn gezicht klaarde op als we binnen kwamen en zijn vrouw zegde: Alleen als jullie allemaal hier zijn, dan voelt hij zich goed. Onze plagerijen om hem op te kikkeren, hadden dan ook dat effect, maar toch werd het getater hem soms teveel en daar kan ik me wel iets bij voorstellen. Als acht mensen, waaronder 6 vrouwen aan het kwebbelen zijn, dan kan dat voor een erg zieke man wel eens wat teveel worden. Toch wilde hij niet dat we na een uurtje naar huis gingen. We zagen dat hij dan wat moe werd en maakten aanstalten om te vertrekken. Daar kon geen sprake van zijn. Hij nestelde zich in zijn relax naast ons op het terras en luisterde naar ons geginnegap en verhalen. Hij bleef de voorzitter en wij verplaatsten het feest naar een eerder tijdstip in het jaar om hem er zeker nog bij te hebben. Dat was echter buiten de waard gerekend. Die riep hem al eerder naar de overkant. Hij wilde niet gaan, hij wilde bij ons blijven, maar zijn smeekbeden werden niet verhoord. Zaterdagnacht om iets voor middernacht doofde zijn levenslicht en liet zijn vrouw en gehandicapte zoon ontredderd achter. Hij ligt thuis opgebaard, smalletjes en sereen, want hij had gevraagd: doe me niet weg. Maar zijn geest is weg en alleen zijn omhulsel ligt daar nog tot donderdag. En wij, zijn vrienden en vriendinnen, jaargenoten, gaan noodgedwongen verder met het organiseren van "het feest" in september.
Als we daar zo luilekker zaten te niksen kon ik me heel goed voorstellen dat dit leventje eeuwig zou duren! Om aan die fantasieën paal en perk te stellen, deden we af en toe een uitstapje en reden we een eindje weg om te genieten van de uitgestrekte bossen met hun majestatische bomen of om een of ander klein dorp of stadje te bezoeken. We slenterden dan door de smalle straatjes, ontweken lome poezen en honden, die lagen te luieren in de zon en knikten naar de mensen die in hun venster lagen of aan de deur stonden om te kletsen met de buren. De kokkin woonde ergens in de buurt. Als ze tegen me taterde verstond ik hier en daar een woord en kon daaruit de strekking opmaken van hetgeen ze vertelde. Toen ik echter spontaan in het Spaans antwoord gaf, hetgeen ze blijkbaar ook wel verstond, volgde er zo'n waterval van zinnen, dat ik helemaal het noorden kwijt was. Ik heb haar dan diets moeken maken dat ik echt geen Portugees praatte of goed verstond en zeker niet als zij het zo snel ratelde! Dat vond ze erg grappig en ze nodigde ons uit om eens bij haar een drupje te komen drinken. J. stelde voor om eens met ons bij haar op bezoek te gaan. Dat vond ze heerlijk! De meeste mensen in het dorp waren erg arm maar deelden nog van hun armoede. Daar konden wij "rijke toeristen" een puntje aan zuigen! Wij gingen dus bij haar op bezoek. In een heel smal straatje leidde een trap naar haar voordeur. Haar huis was zo smal dat ik me niet kon voorstellen, dat daar mensen in woonden. Dat deden ze wel degelijk. De vertrekken waren niet breder dan 2 à 2,5 meter en daar stonden dan ook nog tafels, stoelen en zetels in. Ze had een gezin met verschillende kinderen, waarvan er enkele in de "salon" zaten en ons giechelend en fezelend observeerden. De tafel in het eerste vertrek was tegen de muur onder het raam geschoven en daar zette ze flessen zelfgemaakte drank op. Het waren er heel wat en we werden verondersteld om overal van te proeven! En het was verdorie geen thee, die daar geschonken werd. Pffff... mijn hoofd voelde na twee drupjes al niet meer normaal aan! Ze had een allegaartje van glaasjes en ze bleef maar inschenken en ons drank aanbieden. Ik had er geen goed oog in, want de weg naar beneden naar ons onderkomen , was geen avenue en je moest al een geroutineerde chauffeur zijn om geen brokken te maken. Onze terugweg in de jeep van J. was veel luidruchtiger dan onze heenvaart en er werd aardig wat afgelachen en gezongen. Plots zag ik een stukje bos, waar het blijkbaar brandde. Ik maakte de anderen erop attent en we zagen hoe mensen, blijkbaar wandelaars, naar hun auto's renden en in allerhaast vertrokken. Dit was niet pluis. Toen we terug waren op ons vakantieadres en naar de andere kant van de Mondego keken zagen we al dikke rookwolken boven de bossen hangen. J. had al telefonisch kontakt gehad met iemand uit het dorp en daar had men hem al verteld dat de brandweer reeds ter plaatse was en er alles aan deed om het vuur onder controle te krijgen. Uren en uren hebben we naar de overkant gestaard en alleen maar het steeds uitbreidende vuur in de gaten gehad. Helicopters vlogen over om de bluswerken vanuit de lucht te ondersteunen. De lucht was bezwangerd van brandgeur en hars. We zagen hoe het vuur over de grond naar de volgende boom liep, zich een weg zocht langs de stam, steeds hoger, totdat het de potjes met hars bereikte. Dan: vroemmmm!!!! Lijk een ongelooflijk grote toorts stond de boom in lichterlaaie en brandde met een hevigheid, die ik nog nooit gezien had. Ongelooflijk fascinerend en mooi, en totaal beanstigend tegelijk. Ik kon met geen mogelijkheid mijn ogen van het tafereel houden. Ook de opgestapelde tonnetjes aan de rand van de stukken bos vlogen in brand met een hevigheid, die mij de adem benam. De mannen bespraken de toestand en er werd besloten dat er de ganse nacht de wacht zou gehouden worden. Vonken die over de rivier konden waaien, zouden in een mum van tijd onze verblijfplaats in vuur en vlam zetten en wij zouden nooit meer tijdig uit het dalletje komen, als het vuur rond zich zou grijpen. Alles was kurkdroog een één vonk kon voldoende zijn. De mannen waren in twee ploegen ingedeeld en zouden zich aflossen, om het gevaar op indommelen tegen te gaan. Het werd een erg lange nacht, en de meeste vrouwen hadden ook geen zin om te gaan slapen, dus bleven we allemaal aan de lange tafel zitten en terwijl de asse van de verbrande bomen naar onze zijde van de Mondego waaide, probeerden we ons bezig te houden en de lange nacht door te komen. Later hoorden we dat er ongeloolfijk veel hectaren bossen waren afgebrand en er werd geopperd dat het grondspeculanten en makelaars waren, die de opdracht gaven tot die branden. Onze mannen deden voortdurend de ronde om alles te controleren maar zijn gelukkig niet in aktie moeten komen. Een paradijs kan door toedoen van mensen heel snel veranderen in een inferno!
Het was alsof de dagen zich langzaam in een soezerige sfeer opvolgden en een mens werd er gewoon lui van. Toch wilden we ook wel eens iets gaan bezoeken, maar na die 2.000 km heenrit hadden we niet echt behoefte aan rondtoeren, waarheen dan ook! Onze gastheer raadde ons aan om Coïmbra te bezoeken en zeker een stop te maken bij het prachtige voormalige klooster daar ergens in de buurt, dat omgevormd was tot hotel en waar men de uitgebreide Engelse thee kon gaan gebruiken. Hij was zo enthousiast over deze gelegenheid, dat we besloten zijn raad op te volgen en onze nieuwsgierigheid te bevredigen. Toen we stopten voor het gebouw, keken we onze ogen uit in sprakeloze bewondering. Dit was kantwerk in zijn mooiste vorm en men kon zich nauwelijks voorstellen, dat dit door mensenhanden gemaakt was. het was gewoon niet meer van onze tijd, maar onuitsprekelijk mooi. Er liep van het gebouw met zijn prachtig aangelegde Franse tuinen een weg naar boven naar de top van de heuvel, waarop een groot kruis stond en waar vandaan men de hele omgeving kon overschouwen, groen zo ver het oog reikte. Wij zijn die weg naar boven gelopen, en het was geen gewoon weggetje, maar een kruisweg met levensgrote beelden, prachtig onderhouden, die me deden denken aan de marmeren beelden, die men overal in de grote steden in Italië aantreft. Nadat we het uitzicht bewonderd hadden en op adem gekomen waren van onze klim, ging de tocht terug naar beneden via trappen aan weerszijden van een héél brede trap, die fungeerde als waterval. Het water klaterde, omzoomd door een weelde van bonte bloemen, naar beneden en eindigde in een soort van meertje beneden aan de zoom van de parkeerplaats. Nu hadden wij onze High Tea wel verdiend, vonden we, en beklommen de trappen van het sprookjesgebouw. We waren met verstomming geslagen, toen de deur voor ons geopend werd door een butler met witte hadnschoenen aan, die ons naar een vertrek leidde, waar we plaats namen in diepe lederen zetels, die rond een grote ronde salontafel stonden. Wij bestelden dan de "High tea" aan een ober, eveneens met witte handschoenen aan en toen de man zich verwijderd had om onze bestelling te bezorgen, fluisterde M. mij toe: Voor die thee gaan we die witte handschoenen duur moeten betalen! Ik had de grootste moeite om niet te giechelen, maar liet het allemaal niet aan mijn hart komen en was vast van plan om er dan ook optimaal van te genieten. Ik ging eerst op zoek naar een toilet om mijn handen te wassen. Weeral een en al verrassing: mooie diepe wasbekkens in prachtig porcelein, die gevat waren in mooie hout en aan weerszijden twee kastjes met prachtige mollige handdoeken. Vooraleer men aan de toiletten kwam was er ook nog een kamertje, waar men zich eventueel wat kon verfrissen en zijn toilet kon bijwerken De deurknoppen waren van porcelein met prachtige bloemetjes. Nadat ik mijverfrist had keerde ik terug naar de salon, waar wij de thee zouden nemen. Het was een weelde, die we voorgeschoteld kregen. Gebakjes in alle vormen, kleuren en smaken en de thee was heerlijk. Natuurlijk werd niet alles opgegeten, en wat schets onze verbazing: toen we de rekening kregen werden alleen die gebakjes aangerekend, die we opgegeten hadden en de prijs was een zéér aangename verrassing! We zagen in een ander vertrek dat er filmopnames gemaakt werden van de prachtige kamer met de mooie antieke meubelen. In een andere zaal, waarvan de dubbele deur af en toe open ging, werd er een groot feest gevierd en op de parking stopte een auto met een witte strik aan de antenne en op de achterruit: Just married! Toen we naar buiten gingen zag ik in de gang een prijslijst hangen en mijn nieuwsgierigheid was meer dan gewekt! Toen ik de prijzen las voor overnachting, ontbijt en maaltijden, begreep ik helemaal, waarom mensen hier naartoe kwamen, maar snapte ik absoluut niet meer, hoe zo'n ongelooflijk mooi oud klooster-hotel zo'n redelijke prijzen kon hanteren. (Wordt vervolgd)
De auto bleef dus staan waar hij was stilgevallen. Dat waren zorgen voor later. Nu eerst de koffers uitpakken en beetje verfrissen en dan iets eten en op verhaal komen. Wij werden naar onze kamer gebracht en die rook naar vers hout waarmee ze helemaal bekleed was en dat gaf een knusse en aangename indruk. De douches waren buiten in aparte kamertjes. Dus eerst kloppen of ze niet bezet waren. J. maakte zijn eigen electriciteit met een generator en er was slechts licht tot middernacht. Daarna was het kwestie van met de zaklantaarn naar de WC en de douche te gaan. Het had iets van kamperen maar met meer luxe en lekkerder slapen. De ongelooflijk dikke muren zorgden voor een heerlijk koele temperatuur binnen, zolang de vensters en luiken mooi gesloten bleven. De eetmalen werden samen door alle gasten genomen onder een groot dak waaronder lange tafels en banken stonden. Er was slechts één wand en daartegen stond de open haard, waarin ook gekookt werd door de portugese kokkin. We keken van op de zitplaats aan tafel uit over de olijfbomen en de Mondego. Je kon gewoon tot aan het water lopen en eventueel met een bootje roeien of zwemmen of alleen maar pootje baden en luieren. Ander de overkant van de stroom verhieven zich de dichte bossen met hun specifieke bomen. Tegen de stam van de bomen hingen een soort van potjes waarin de hars uit de boomstam opgevangen werd. De potjes werden regelmatig leeggemaakt in tonnetjes, die aan de rand van het bos lagen. Ik heb me laten vertellen, dat van die hars rubber gemaakt werd. We konden zien hoe de kokkin het eten toebereidde en water ging halen aan de eigen bron enkele meters verderop. Het water stond in grote kruiken, was lekker en bleef ongelooflijk koel. Hier en daar stond een Rhododendron in bloei en M. had zijn doos met mesjes voor houtsnijwerk meegebracht en zat uren onder een boom zijn beeldje te snijden en te bewerken. Het was er zonder meer idyllisch en je waande je aan het einde van de wereld, waar geen stress of moeilijkheden bestaan. Wij hadden echter een moeilijkheid, n.l. dat de auto het niet meer deed. De batterij werd dus gedemonteerd en J. trok met M. naar het dorp om "even" een nieuwe te halen. Dat "even" heeft een ganse dag geduurd, want de werkplaats stelde niets voor en overal moest er gepraat en een drupje gedronken worden. Daarbij kwam ook het feit dat de mensen erg steld waren op Belgen. De eigenaar van de werkplaats nam J. en M. weer mee naar een andere werkplaats enkel dorpen verder, en zo ging dat de hele dag door. Het eindresultaat was toch dat hij met een nieuwe batterij terug kwam en dat aan een heel redelijke prijs. De dagen regen zich aaneen in de soezerige warmte van Portugal. We zaten met z'n allen aan de lange tafel en vertelden, kaartten of speelden gezelschapsspelletjes,lazen een boek of deden een dutje. Niets moest, alles kon. Uitgaan was er totaal niet bij want in het dorp was daar geen gelegenheid voor. Daarom waren we ook allemaal heel erg verwonderd, toen J. met de mededeling kwam, dat we naar het bal in het dorp gingen. Op de bewuste avond vertrokken we met een paar auto's richting dorp, of liever schoolgebouw. Daar had namelijk het bal plaats. Het waren twee naast elkaar gelegen grote ruimtes met rondom banken tegen de wand. In één ruimte werd er gedanst en de ruimte ernaast diende als bar, en daar diende men telkens een glas drank te gaan kopen. Ik zie het beeld nog steeds op mijn netvlies. Het was een scène uit een zwart-wit film geplukt. Op de banken tegen de wand zaten oudere vrouwen in donkere kleren, de chaperones. Aan een zijde stonden de jonge mannen en aan de ander zijde de jonge vrouwen. Als de muziek inzette floot een jongen op een meisje, deed teken met zijn vingers van "kom mee" en beiden begaven zich naar de dansvloer en dansten. Het gekke was, dat het bewuste meisje steeds wist dat zij gemeend was en niet haar buurmeisje. Voor mij waren het taferelen als uit een droom, irreëel en niet van die tijd. Nadat wij het schouwspel een tijdje bekeken hadden, ging het ganse gezelschap naar een café in de buurt en dronken de meesten onder ons de heerlijke plaatselijke amandellikeur, waarvan de naam me nu ontschiet en die qua smaak te vergelijken was met de Italiaanse Amaretto. De caféruimte diende ook als huiskamer voor de eigenaar en zijn gezin en de TV stond omhoog tegen de muur en iedereen van de bezoekers volgde de uitzendingen, omdat de meesten onder hen thuis geen toestel hadden. Toen we na ons festijn de rekening vroegen en die betaalden, kregen we een fles van de lekker drank cadeau. Blijkbaar hadden we goed verteerd in de ogen van de waardin, en zelf vonden we dat we voor een prikje de hele avond gedronken hadden! Dus iedereen tevreden en gelukkig terug naar ons onderkomen. Die nacht hebben we allemaal vreselijk goed geslapen! (Wordt vervolgd)
Wat is het lang geleden, onze reis met de wagen naar Portugal. Niet naar de Costa, maar naar het binnenland van dit prachtige, arme land. M. gaf in die tijd het stuur nog niet uit handen en reed dus de ganse rit van 2.000km zelf. Op gezette tijden stopten we, aten of dronken wat, M. deed wat turnoefeningen en dan ging de rit weer verder. Soms reden we ook ergens een landweg in, spreidden een deken uit in een of andere weide en binnen enkele tellen sliep M. Ik liep dan gewoon het wegje af of zette mij neer en las een boek. 's Nachts sliepen wij in de auto op een parkeerplaats of ergens langs de weg. We klapten de zetels naar achter, schoven een hoofdkussen onder ons hoofd, legden een deken over ons heen en we sliepen als in het beste bed. Reizen maakt moe. We waren al een heel eind in Portugal en moesten zo stilaan in de buurt van onze bestemming komen. Het adres hadden we gekregen van een collega van M., die huis en have verkocht had, een gouden handdruk genomen had op het werk en de wijde wereld ingetrokken was om te ontkomen aan een geldhongerige ex-vrouw, die de kip plukte zolang ze kon. Hij was vertrokken met een camper en wilde een wereldreis maken. Gestrand was hij echter in Portugal. Aan de oevers van de Mondego zag hij een ruwbouw liggen, zonder vensters of deuren, met muren van een halve meter dik, waarin schapen een onderkomen gezocht hadden. Hij was langs de weg gestopt om de omgeving te bekijken en het prachtige landschap in zich op te nemen. Hij daalde af naar de oever van de stroom en zag de schapen en de herder en het robuuste gebouw, dat blijkbaar nooit bewoond was geweest. Het lag in een verwaarloosde olijvenplantage. Na een grondige inspectie van de omgeving startte hij zijn wagen en reed naar het dorp en de plaatselijke bank om geld op te halen. Hij raakte aan de praat met een jonge vrouw, die hem, bij navraag, vertelde, wie de eigenaar van de bouw en het grondstuk was. Het eindigde ermee, dat J. grond en gebouw aan de Mondego kocht. Zijn wereldreis had een eind gekregen en hij zette zich aan het werk om van de ruwbouw een bewoonbaar onderkomen te maken. Tijdens een van zijn bezoeken aan België had hij zijn kaartje aan M. gegeven en gevraagd of we geen zin hadden om bij hem op vakantie te komen. Hij verhuurde kamers met volpension alleen aan Belgen. Dat leek ons wel wat en zo reden we dan over de wegen van Portugal opzoek naar die Belg in Portugal. We stopten op een zeker ogenblik aan een stuk land, waarop mannen graan aan het dorsen waren. We wilden hen vragen hoe we op het aangegeven adres konden komen. Wat bleek? Eén van hen had nog in België gewerkt en herkende natuurlijk de belgische nummerplaat. Hij legde niet eens iets uit, maar sprong in zijn eigen auto en reed gewoon voor ons uit naar de weg waar we moesten zijn, want iedereen kende die Belg in Portugal! En ja hoor, na nog enkele kilometers rijden, zagen we beneden langs de weg, aan de oever van de Mondego het genoemde gebouw liggen. Lieve deugd, hoe moesten we daar in godsnaam geraken? Een fatsoenlijke weg ernaar toe was niet te bekennen en onze auto had geen jeep-allures. We vonden dan toch een smalle zand- en steenweg die naar beneden liep tussen de hoge struiken. Héél voorzichtig werd de daling ingezet en we slaakten beiden een zucht van opluchting, toen we de motor konden afzetten en uit de wagen stapten. Gastheer en aanwezige gasten hadden onze aankomst al opgemerkt en kwamen ons welkom heten. J. gaf ons instructies, waar de wagen konden parkeren nadat wij de koffers uitgeladen hadden. M. wilde de auto starten, maar die gaf geen kik meer! Zo dood als een pier. Blijkbaar was de batterij volledig af, en gelukkig gebeurde dat hier en niet ergens op die lange, lange weg tussen de bossen van Portugal. (wordt vervolgd)
Als het maar een beetje mooi weer is heb ik altijd de behoefte om zoveel mogelijk deuren en vensters wagenwijd open te zetten en dat liefst dag en nacht! Dat kan natuurlijk niet, ook niet als het zoals nu loeiheet is en alleen maar languit in een zwembad dobberen, verkoeling kan brengen. Je kunt dat risico gewoon niet lopen, want men haalt gewoon je huis leeg, zelfs op klaarlichte dag en bovendien komt de verzekering niet tussenbeide, als blijkt dat je onnodig risico genomen hebt, en vensters bij afwezigheid niet gesloten waren. Er zijn nu eenmaal mensen, die alles, wat niet te zwaar of te heet is, kunnen geruiken als is het maar om het een beetje verder in het kanaal te dumpen. Dat doet me denken aan een gebeurtenis uit mijn jeugd. Ik moet een jaar of veertien geweest zijn. Het was oktober en de avonden waren al behoorlijk donker.Mijn ouders waren aan het werk op hun slaapkamer, die opnieuw behangen en geverfd werd. Ik was bezig met mijn werk voor school en zat rustig te studeren aan de tafel in de eetkamer. Ik had een pauze nodig en stond op om in de keuken wat te drinken te halen. De deur naar de gang stond open en ik liep door de gang tot aan de voordeur en keek door het venstertje in de deur naar buiten. Ik zag een fiets tegen de hoek van het huis staan. Hé, er was blijkbaar iemand, die op bezoek kwam! Ik zag of hoorde echter niemand, niet voor het huis en ook niet in de oprit die langs het huis doorvoerde naar achter. Zouden mijn ouders iemand hebben binnen gelaten zonder dat ik daar ook maar iets van gehoord had? Ik kon heel erg verzonken zijn in mijn boeken maar een deurbel en bezoek dat binnen gelaten wordt is nu ook weer niet zo geruisloos! Ik riep naar boven en vroeg aan mijn ouders of er iemand bij hen was. Een beetje verwonderd over die vraag, antwoordden zij dat er niemand was. Waarom vroeg ik dat ? Nu ja, er staat een fiets hier aan de hoek van het huis en ik zie niemand, dus... Mijn pa antwoordde: Dat zal wel iemand zijn die hiernaast schoenen gaat halen bij Jaak en die zich van deur heeft vergist en daardoor zijn fiets even heeft laten staan. Onze buurman was schoenlapper en dat was natuurlijk een mogelijke verklaring. Toch voldeed me dat antwoord niet echt. Ik liep de keuken in om mijn drinken te halen en verder te gaan met mijn schoolwerk. Alsof ik een voorgevoel had, deed ik het licht in de keuken niet aan. Het licht van de buitenlantaarn wierp voldoende licht naar binnen om gemakkelijk mijn weg te vinden. De rolluiken waren nog niet neergelaten. De keuken had een uitbouw en aan alle zijden van die uitbouw waren en vensters in loodglas. Met mijn glas in de hand liep ik naar de voorste vensters en bekeek peinzend die fiets, die mij intrigeerde. Plots merkte ik uit mijn ooghoeken een beweging in de weide naast onze oprit. Onze oprit liep naast het kerkhof en de daarachter gelegen weide door. In die weide stond een werkhuis van de schrijwerker, die daar later zijn woning en winkel zou bouwen. Ik keek opmerkzaam naar de weide waar ik de beweging had waargenomen. Plots zag ik een man, die zware, lange, gezaagde planken tot aan de omheining sleepte. Daar liet hij ze in het gras vallen en begon aan de volgende sleeptocht. Wat was daar de bedoeling van? Die kerel ging warempel die planken over de omheining in onze oprit manoeuvreren om ze dan naderhand mee te nemen. Hoe stelde hij zich dat voor?? Met zijn fiets, elke plank apart! Ik zag het hem nog niet doen, maar dat was blijkbaar wel zijn intentie. Ik liep terug de gang in en riep op mijn ouders. Aan de dringende en gedempte toon van mijn roepen, begrepen ze dat er iets niet pluis was. Mijn pa kwam de trappen afgedonderd en vroeg wat er loos was. Ik legde hem uit wat ik gezien had. Hij overtuigde zich van de toestand en belde prompt de gendarmen. Dan ging hij langs de voordeur naar buiten met zijn gummiknuppel en revolver en besloop de man, die net over de omheining aan het klouteren was, langs achter. De kerel kon geen kant meer op en draaide zich met een spierwit verschrikt gezicht naar mijn vader. Zelf stond ik in de keuken tegen de muur gedrukt tussen twee vensters en bad dat de dief mij niet zou zien, want die zou ongetwijfeld direct weten, dat ik hem verraden had! Even later werd hij opgehaald door de rijkswacht en in verzekerde bewaring genomen. In die tijd liepen dieven een uur nadat ze opgepakt waren, niet terug op straat om hun inbraakwerken terug verder te zetten! Hoe het verder met hem afgelopen is, weet ik niet, maar de onmogelijke opdracht , die hij zich gesteld had, om die zware lange planken per fiets één voor één weg te halen, verwondert me zelfs nu nog, na al die jaren.
is my castle. Mooie uitdrukking is dat hé! Maar elk zich respecterend kasteel van een beetje ouderdom, heeft zijn spook of geest, die dan door de gangen dwaalt en gewone stervelingen de daver op het lijf jaagt! Je hoeft er niet eens in te geloven, ze brengen je het wel bij en je bent voor altijd van je scepsis genezen! Het was weeral ver voorbij middernacht toen ik naar mijn bed trok. Ventje lag al lang in dromenland en ik ging uiterst stil tewerk, want ofschoon hij niet gemakkelijk wakker wordt, wilde ik dat toch zeker vermijden, want dan volgde er zeker weer een preek, dat ik veel te weinig slaap en mijn gezondheid naar de vaantjes help! Geruisloos kleedde ik me uit in de kleedkamer en van daaruit bereikt hem geen enkel geluid. Ik was me rustig in de badkamer en glijd dan soepel naast hem in bed. Dat bed is erg breed, dus hij voelt niet eens dat hij er niet meer alleen in ligt en slaapt verder, diep en rustig, zoals hij dat, tot mijn jaloersheid, zo goed kan. Ik moet steeds rekenen op minstens een half uur tot drie kwartiers, vooraleer ik de grens van de slaap bereik en ze achter me laat. Maar ik sliep diep en rustig en vertoefde in een gans andere wereld. Plots schrok ik wakker en spitste mijn oren. Wat was dit? Ik hoorde hoe de garagepoort open of dicht ging en merkte dat M. niet meer naast me lag. Lieve deugd wat was er gebeurd? M. op midden in de nacht, dat kon niet anders dan ernstig zijn. De klok wees 02u20 aan en ik was diep in dromenland geweest. M. was blijkbaar opgestaan en weggeweest met de auto. Waarom ging anders de garagepoort open of dicht? Wat was hij van plan op dit onzalig uur van de nacht. Ik hoorde deur van de garage naar de trap open en dichtgaan en het licht werd uitgeknipt. Ik zat rechtop in bed, het licht aangeknipt, toen hij de slaapkamer binnenkwam. Verbouwereerd zag ik dat hij zijn ochtendjas aanhad. Hij kon dus onmogelijk met de wagen weggeweest zijn. Niet in die outfit! Waar was je naar toe,vroeg ik hem stomverbaasd. Nergens antwoordde hij. Ja maar, de garagepoort.... Ja inderdaad, de garagepoort! Die was gewoon midden in de nacht vanzelf open gegaan en daardoor was hij wakker geworden. Ik in mijn eerste slaap, had niets gehoord. Hij dacht dat ik nog vertrok en merkte dan dat ik naast hem in bed lag. Er was dus duidelijk iets mis. Hij is dan maar opgestaan en naar beneden gegaan om eventuele indringers te lijf te gaan. Tot zijn grote verbazing en opluchting was er helemaal niemand en stond de electrische poort gewoon wagenwijd open. Na een zorgvuldige controle heeft hij ze dan maar terug gesloten en kwam hij naar bed. Wij hebben dus ons eigenste spook en ik moet zeggen, het is geen aangenaam gevoel, want het gaat ons begrip teboven en stel je voor dat dit gebeurt, als je enkele weken op vakantie bent! Het zal moeten leren, dat het de garagepoort, zeker 's nachts, moet dicht laten!
Gisterenavond zaten we na onze tennismatch zalig te genieten van een glaasje wijn op het terras van de tennisclub. Het was afschuwelijk benauwd geweest tijdens het spelen en er was zeer weinig zuurstof in de lucht. Iederen zweette verschrikkelijk en ik voelde dat zelfs mijn benen drijfnat waren. Niets wat niet door een lekkere douche achteraf kan weggespoeld worden. We zaten daar lekker te tateren en te kijken naar andere matchen die gespeeld werden. Plotseling begon het keihard te regenen en binnen de kortste keren stonden de pleinen blank en rende iedereen het vuur uit zijn sloffen om binnen te geraken. Het rommelde en bliksemde en wij zaten met z'n allen te genieten op het overdekte terras, blij dat de akelige hitte uit de lucht gespoeld werd en iedereen weer normaal kon ademhalen. Water, wat kan het op bepaalde momenten heerlijk zijn. En dan bedoel ik vooral water om in te zwemmen en niet het regenwater, waarmee we zodanig overspoeld worden dat zelfs onze botten ervan verkillen. Waar zijn die heerlijke zomers, die ons na een warme en plakkerige werkdag deden smachten naar een koele duik in het zwembad? Mijn schoonzus en haar man baatten tijdens de zomermaanden een chaletpark en camping uit met een mooi zwembad. Mijn schoonzus was ook oppasmoeder voor ons zoontje, die toen in de lagere klas zat. Tijdens de zomervakantie was hij dan ook steeds samen met hen en hun kinderen op de camping te vinden van 's morgens tot 's avonds. Dat de kinderen zich mateloos amuseerden hoeft natuurlijk geen betoog. Voetballen, rennen, in de zandkuilen spelen, verstoppertje spelen en het fijnst van alles, in dat heerlijke zwembad spartelen en spelen zoveel hun hartje begeerde. Ons zoontje S. was een erg goede zwemmer en had verschillende zwemdiploma's behaald tijdens de lagere school. Dat kon van zijn moeder niet gezegd worden. Ik had nooit leren zwemmen en had op latere leeftijd een halfslachtige poging gedaan om tenminste boven water te blijven als ik erin dobberde. Op een zekere dag nam ik me zelf voor om niet meer uit het water te komen totdat ik minstens een slag of tien kon zwemmen. Door mijn koppigheid lukte dat ook en heel geleidelijk aan werd ik een beetje stoerder. Die namiddag kwam ik op de camping aan na een uitputtingsslag op het werk en ik voelde me kleverig en warm en wilde alleen nog maar het water in. Ik had mijn bikini in de auto en was zo omgekleed en vervoegde het vele volk in het water. Er werd gegild en gespeeld, gelachen en geroepen en er was een tumult van belang. Jongeren duwden elkaar in het water en er werden zelfs mensen met kleren aan in het water geworpen, tot grote hilariteit van iedereen, die niet het slachtoffer was! Ik had mij op de rand van het zwembad gezet, waar het water ondiep was en daar was het tamelijk rustig. Ik zwom enkele keren in de breedte het bad op en af en dat lukte wonderbaarlijk goed. Ik voelde me al wat zekerdere worden en overwoog om de lengte te zwemmen. Ik keek naar het einde van het zwembad, waar het diepste punt zich bevond en zag jongeren met de armen op de kant hangen. Dat zag ik wel zitten. Als ik aan de andere kant was toegekomen kon ik even gaan staan en rusten en dan terugzwemmen. Ik had dus totaal niet in de gaten dat zij op een richel stonden en dat het zwembad daar zo diep was dat ik er echt niet kon gaan staan zonder kopje onder te gaan. Vol goede moed begon ik te zwemmen en bereikte de rand van het zwembad. Ik wilde even rusten en dan terugzwemmen. Ik liet mijn benen zakken en verdween onder water. Niet alleen het water overspoelde mij maar een vlaag van paniek, zoals ik nog nooit gevoeld had. Ik zonk naar beneden en kwam terug naar boven om prompt weer naar beneden te zakken. Doordat ik in paniek was slikte ik hopeloos veel water. Weer kwam ik naar boven en ging weer even snel naar beneden. Je gaat verdrinken, schoot het door mijn hoofd, en niemand die het ook maar merkt.Mijn gespartel werd aanzien als gekkigheid tussen al het andere gejoel. Ezel, je benen! Dat ging plots door mijn hoofd. Mijn benen hingen onder mij en die moesten naar boven anders zou ik het nooit redden! Hoe ik er toch in geslaagd ben, om die naar boven te tillen, kan ik niet navertellen. Maar het lukte en ik geraakte aan de kant waar ik mij omhoog hees en kokhalzend en totaal buiten adem bleef zitten. Ik rilde van ellende. Totaal verdwaasd keek im om me heen en constateerde, dat geen mens in de gaten had gehad, wat er met me gebeurd was. Als ik mezelf niet had kunnen redden, was ik hopeloos verdronken temidden van zoveel uitgelaten volk. Hoelang ik daar naar adem heb zitten snakken, weet ik niet meer. Toen mijn hart eindelijk terug normaal klopte en ik weer klaar uit mijn ogen zag nam ik het besluit om onmiddellijk terug het water in te gaan en de breedte van het zwembad over te zwemmen. Als ik dat niet deed, zou ik er nooit meer in durven, daar was ik van overtuigd. Ik heb dat dan ook gedaan, met de daver op het lijf, maar ik kwam veilig aan de overkant. Sindsdien voel ik me echter alleen maar veilig als ik kan zwemmen, waar ik met de tippen van mijn tenen aan de grond kan. En tot mijn scha en schande moet ik zeggen, dat zowel mijn man als zoon en schoondochter en kleinkinderen mij glansrijk de loef afsteken in het water. Ik, die zoveel van het water en de zee houd!
Hoe zegt men dat ook weer zo mooi? Als er veel mollen in je tuin of gazon zitten, betekent het, dat je heel vruchtbare grond hebt! Geweldig, en daar zal dan iedereen, die zijn tuin of grasvlakte omgeploegd ziet door molshopen, heel erg blij mee zijn! Ik zie in herinnering mijn pa op mollenvangst! Als er ergens een hoopje te bespeuren was, ging de show van start! Wij, de kinderen, mochten dan niet meer buiten en hingen in het deurgat naar buiten te turen om geen seconde van het hele gebeuren te missen! Mijn pa, de onvermijdelijke sigaret in een mondhoek, een oog dichtgeknepen tegen de omhoog kringelende rook, stond daar bewegingloos bij de molshoop met de schup in zijn handen. Hij stond steeds met het gezicht tegen wind in, zodat zijn geur niet over de molshoop gedragen werd. Dat hoorde zo, want anders zou de mol het hazenpad kiezen en niet stoten op die plaats! Met een grenzenloos geduld bleef hij daar roerloos staan totdat de molshoop lichtjes bewoog en langzaam groter werd. Met een ongelooflijke behendigheid schupte hij hoopje en mol uit het gat. Het diertje overleefde de aanval niet en snel liepen we naar buiten om het te bekijken in al zijn nietigheid. Zo'n klein zacht beestje, dat zo ongelooflijke veel grond omhoog stuwde en sommige stukken grond in een ruïne veranderde! M. is al net zo behendig in het mollen vangen als mijn pa. Maar tegen wind in staan en niet bewegen of lopen in de buurt van de hoop, daar bleef na een ervaring in onze tuin, niets van over. Hij liep het gras af te rijden en ik zat op het terras toe te kijken. Plots zag ik hoe op het stuk gazon, waar hij liep, een hoopje omhoog kwam! Een mol was daar aan het stoten bij al dat kabaal en gedaver! Ik riep naar M. en wees naar het steeds groter wordend hoopje. Hij hanteerde dezelfde methode als mijn pa en had in een mum van tijd de mol uitgeschept! Hij heeft hem gevangen en netjes aan de overkant van de straat op het veld gaan zetten!!! Alsof die de weg niet terug zou vinden! Later heeft hij nog heel veel mollen gevangen, maar ze niet meer naar de overkant gebracht!
En onze ganzen, dat was ook nog zo'n verhaal apart. Het zijn betere waakhonden dan eender welke hond. Ik spreek uit ondervinding. Op alles wat beweegt reageren en kwaken ze, vooral 'avonds en 's nachts! Wij hadden er een stuk of acht, zogenaamd om het gras in het achterste stukje grond kort te houden. Het zijn ook alleseters en uitermate geschikt om afval van de tafel en groenten te vermalen. Bovendien is ganzenvlees héél erg lekker en vooraleer ze oud en taai waren, werden ze dan ook geslacht en in de diepvries gestopt. Elke dag tegen vijf uur ging mijn man met een emmertje naar de weide om hen te voederen. Stipt op het uur stonden ze allemaal aan het poortje op hem te wachten en te snateren. Ik hoefde op geen klok te klijken om te weten, hoe laat het was. Hij deed dan het poortje open en liep door de weide naar de bak, waar hij het voer in deed. In een lange sliert liepen de ganzen achter hem aan, waggelend en kwekkend en ik heb nog steed spijt dat ik hiervan een foto heb. Tot de dag dat ze geslacht zouden worden! Er stond geen gans aan het poortje! Toen M. naar de weide trok om de beestjes te vangen, heeft hem dat bloed, zweet en tranen gekost om ze te krijgen, want ze bleven mijlen ver bij hem uit de buurt. Ze wisten perfect wat er te gebeuren stond en speelden het spel niet mee! M. geraakte hierdoor behoorlijk ondersteboven en zwoer dat hij nooit meer een vogel of ander dier zou aanschaffen, dat later geslacht moest worden. Dat was het einde van het dierentijdperk ten huize van ondergetekende.